Vraag nr. 219
van 26 augustus 1997
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Migrantenbeleid – Doelgroep
Nu er hoe langer hoe meer migranten genaturali-seerd zijn, is het administratief niet eenvoudig om hen te herkennen. Sommige beleidsmaatregelen zijn immers zowel op de oorspronkelijke migrant, als op de tweede- of derdegeneratiemigranten g e r i c h t , en dus eventueel op genaturaliseerde Bel-gen.
1. Welke concrete invulling van het begrip "migrant" geeft de minister als hij/zij specifieke maatregelen neemt met betrekking tot zijn/haar bevoegdheden naar deze doelgroep ?
2. Hoe kan hij/zij of zijn administratie eventuele genaturaliseerden die tevens tweede- of derde-generatiemigrant zijn, onderscheiden ?
N.B. : Deze vraag werd gesteld aan alle ministers.
Antwoord
Een gecoördineerd antwoord zal worden verstrekt door de heer Luc Martens, Vlaams minister van Cultuur, Gezin en Welzijn.
( G e c o ö rd i n e e rd antwoord : Bulletin van Vragen en A n t w o o rden nr. 2 van 16 oktober 1997, b l z . 351 – red.)