Vraag nr. 126
van 26 augustus 1997
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Diensten voor Neonatologie – Koninklijk besluit Op 1 oktober 1996 verscheen in het Belgisch Staatsblad het koninklijk besluit (KB) van 20 augustus 1996 aangaande de diensten voor neona-t o l o g i e. Vanaf 1 januari 1997 moesneona-t deze regelge-ving uitgevoerd worden.
Dit KB houdt nieuwe eisen in betreffende het aan-tal verpleegkundigen werkzaam op de diensten Neonatologie en de vereiste kwalificaties. Dit zal voor Vlaanderen allicht problemen geven.
De gevraagde opleidingen bestaan niet in V l a a n d e-r e n . Daae-renboven zijn de bepalingen van die aae-rd dat ze een ernstige financiële weerslag zullen heb-ben op de organisatie van de zorgverstrekking. 1. Werd de minister betrokken bij deze nieuwe
regelgeving ?
2. Maakt dit KB het voor de Vlaamse minister van Volksgezondheid niet onmogelijk om deze dien-sten te erkennen ?
3. Welke andere gevolgen verwacht de minister van dit KB voor de ziekenhuissector in V l a a n-deren ?
Antwoord
1. Ja, via de Interministeriële Conferenties in 1995. De historiek van deze KB's is als volgt :
1989 : protocolakkoord tussen de federale en de regionale overheid over een wetenschappelijke evaluatie van de neonatale voorzieningen ( W E N Z - s t u d i e ) . Aan deze studie namen zowel de huisartsen, g y n a e c o l o g e n , v r o e d v r o u w e n , neonatologen en pediaters van beide landsdelen deel. Iedereen dus.
1991 : het WENZ-rapport wordt gepubliceerd. 1992 : gunstig advies van de NRZV bij het WENZ-rapport.
1993 en 1994 : gunstig advies van de VA P Z (Vlaamse Adviescommissie voor Perinatale Zorg) voor de uitvoering van het W E N Z - r a p-port en de voorstellen van de NRZV.
Vraag van de VAPZ dit via de Interministeriële Conferentie te ondersteunen. Er wordt beslist tot de oprichting van een federale-regionale werkgroep.
1995 : werkgroep "beleidsmaatregelen perina-taal beleid" die de voorstellen van de Intermi-nisteriële Conferentie omzet in KB's.
1996 : publicatie van de KB's.
2. Aangezien de specifieke kwalificatievoorwaar-den waarvan melding wordt gemaakt in het KB, namelijk de "bijzondere beroepsbekwaming in de neonatologie" en de "bijzondere ervaring in de neonatologie", nog niet nader omschreven z i j n , en de criteria waaraan deze bijzondere kwalificaties dienen te beantwoorden nog die-nen te worden vastgelegd door de federale overheid, zijn de normen op dit vlak momenteel niet uitvoerbaar en kunnen ze ook niet als ver-plichting worden opgelegd. Een omzendbrief van 11 juli 1997 in verband met deze aangele-genheid werd door de federale minister van Volksgezondheid, de heer Colla, aan de algeme-ne ziekenhuizen verstuurd.
Op het vlak van de vermelde aantallen zijn de opgelegde personeelsnormen wel uitvoerbaar en dienen de diensten hun personeelsbestaffing in die zin aan te passen.
3. Er is een kwalitatieve aanpassing van de bestaande normen :
– inzake opleiding, maar ze zijn nog niet uit-voerbaar aangezien de opleidingen hiervoor nog niet bestaan ;
– inzake opvang en begeleiding van de patiën-tjes en hun familie.
Om de mogelijke toekomstige verbetering via deze KB's te begrijpen, dient men eerst te weten wat de huidige problemen van de neona-tologie zijn.
N-diensten (NIC-diensten)
– N-diensten zijn bedoeld voor typische zware neonatale pathologie. De typische behande-lingen van deze typische pathologie zijn vast-gelegd in de normen via te halen aantallen. Sommige diensten voldoen grotendeels aan de normen, andere zijn eigenlijk verkapte N-afdelingen.
– Diensten die de nodige zwaarte van patholo-gie niet halen, maken onterecht gebruik van N-bedden ; er is dus een dubbel probleem : enerzijds zijn er relatief te veel bedden, met andere woorden mits juiste aanwending zou-den er voldoende bedzou-den zijn ;
anderzijds bevinden de bedden zich niet altijd op de juiste plaats : verschillende goed-werkende diensten zijn overbezet en hebben te weinig bedden.
– Onvoldoende bestaffing van neonatologen indien de dienst wordt gebruikt voor de typi-sche zware neonatale pathologie.
– Onvoldoende bestaffing van verpleegkundi-gen indien de dienst wordt gebruikt voor de typisch zware neonatale pathologie.
De nieuwe KB's bieden oplossingen voor dit belangrijk probleem van juiste aanwending van middelen op de juiste plaats, voor de juiste p a t i ë n t j e s. Er is dus heel wat meer dan een opleiding opleggen die nog niet bestaat.
De verwachte gevolgen voor de ziekenhuissec-tor zijn :
– verpleegkundig personeel : – meer ;
– naargelang van de bezettingsgraad van de bedden en niet meer gewoon per bed ; – beter gevormd ;
– neonatologen :
– maar 1 extra per 5 bedden,terwijl vroeger 2 voor 1 dienst van 15 bedden ;
– de opnamecriteria worden verfijnd ; – er wordt rekening gehouden met het
aan-tal intra-uteriene transporten en verwij-zingen vanuit andere diensten :twee kwa-liteitscriteria ;
– artikel 3 punt 3 legt 5 criteria op die wij-zen op de zwaarte van pathologie :
vanaf 1 januari 1999 dient aan 2 van de 5 criteria te zijn voldaan ;
vanaf 1 januari 2001 dient aan 3 van de 5 te zijn voldaan.
Het belangrijkste en verhoopte gevolg is dat mits correcte toepassing het landschap van NIC-bedden zal worden hertekend en herver-d e e l herver-d . De aherver-dministratie heeft hierbij een belangrijke rol : strikte toepassing opleggen vol-ledig volgens de door het KB opgelegde timing.
