Vraag nr. 125
van 26 augustus 1997
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Rust- en verzo r g i n g s t e h u i zen – Overleg met fede-raal niveau
Zowel de federale als de Vlaamse overheid hebben verantwoordelijkheid met betrekking tot de rust-en verzorgingstehuizrust-en (RV T ) . Om het beleid op mekaar af te stemmen zijn regelmatige contacten e s s e n t i e e l . De RVT zijn verplicht – nu via mag-netische drager – jaarlijks evaluatiegegevens door te sturen naar de federale minister bevoegd voor Sociale Zaken.
1. Mag ik de Vlaamse minister bevoegd voor Volksgezondheid vragen of zij een kopie van deze gegevens krijgt om eventueel haar beleid bij te sturen of door te zetten ?
2. Welke andere geregelde contacten zijn er tussen de federale en de Vlaamse minister van Volks-gezondheid en van Welzijn met betrekking tot de RVT ?
3. Welke aangekaarte problemen met betrekking tot RVT kregen sedert het aantreden van deze regering een door Vlaanderen gevraagde oplos-sing ? Welke problemen geraken moeilijk opge-lost ?
Antwoord
1. De statistische gegevens die door de federale overheid jaarlijks worden opgevraagd aan de RV T-voorzieningen worden verwerkt en ter beschikking gesteld in de vorm van een brochu-re opgesteld door de diensten van het federale ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu. In de recent verschenen brochu-re "Feedback van de enquête in rust- en verzor-gingstehuizen – jaarcijfers 1995" zijn de resul-taten van de RVT-registratie over het jaar 1995 terug te vinden.
2 en 3. Het overleg tussen de federale overheid en de overheden van de gemeenschappen en gewesten gebeurt via de interministeriële confe-renties voor volksgezondheid. In de marge hier-van kunnen werkgroepen worden opgericht om bepaalde problemen uit te diepen en dossiers voor te bereiden.
Met betrekking tot het te voeren ouderenzorg-beleid werd op 9 juni 1997 een protocolakkoord
afgesloten tussen de verschillende overheden. Dit protocol werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 30 juli 1997. Hierin werd in ver-band met de residentiële ouderenzorg het vol-gende overeengekomen.
– De huidige programmatienormen zijn niet meer actueel en te weinig verfijnd. Om de ontwikkeling van een evenwichtig aanbod aan voorzieningen te garanderen,zal daarom een behoeftestudie worden gerealiseerd met het oog op het vaststellen van aangepaste programmatienormen voor de rusthuizen en de RVT's.
– Het aantal RVT-bedden in de rusthuizen zal met ingang van 1 januari 1998, p r o g r e s s i e f binnen een termijn van 5 jaar, jaarlijks ver-hoogd worden met 5.000 RV T- b e d d e n . D i t zal gebeuren door reconversie van rusthuis-bedden naar RV T- b e d d e n . De rusthuisbed-den die reeds in gebruik zijn als RVT-bedrusthuisbed-den – met andere woorden waarin zorgbehoe-venden worden verzorgd die voldoen aan de criteria voor opname in RVT – doch die nog niet als dusdanig zijn erkend of gefinan-c i e r d , zullen worden omgevormd tot RV T-bedden.
Door de uitvoering van dit protocolakkoord zal het principe van gelijke financiering voor gelij-ke zorg worden gerealiseerd, zodat enerzijds een kwalitatieve verzorging aan de zorgbehoe-vende oudere kan worden gegarandeerd en anderzijds de inspanningen van rusthuizen die reeds een beleid voerden gericht op de verzor-ging van zwaar zorgbehoevende ouderen kun-nen worden gehonoreerd.