Hét kenniscentrum en dé belangenbehartiger voor zakelijke energie- en watergebruikers Houttuinlaan 8 3447 GM WOERDEN Telefoon Telefax E-mail Internet 0348 48 43 50 0348 48 43 90 desk@vemw.nl www.vemw.nl ING ABN-AMRO Bank KvK Utrecht 49 24 24 55 14 08 340 30 14 70 22 Nederlandse Mededingingsautoriteit
Raad van Bestuur Postbus 16326 2500 BH DEN HAAG Woerden : 18 juni 2010 onze ref. : 10201b08t/ HG-jvdw doorkiesnr. : 0348 48 43 58 e-mail : jvdw@vemw.nl uw ref. : Zaaknummer: 103378
onderwerp : concept tariefvoorstel landelijk gastransportnet 2011 (herstructurering GTS tarieven vanaf 2011)
Geachte leden van de Raad van Bestuur,
In de Staatscourant nr. 7120 van 10 mei 2010 stelt de Raad van Bestuur van de NMa (hierna: de Raad) belanghebbenden in de gelegenheid te reageren op de conceptvoorstellen van de landelijk netbeheerder GTS tot wijziging van de tarieven voor het landelijk gastransport 2011 (NMa zaaknummer 103378). Van de geboden gelegenheid tot het geven van een reactie maakt VEMW graag gebruik.
Alvorens te kunnen komen tot een reactie op de conceptvoorstellen van de landelijk netbeheerder acht VEMW het van belang de uitgangspunten waaraan de tariefstructuur volgens het Europese en Nederlandse gereguleerde kader dient te voldoen, te benoemen:
1. Transparantie
De tarieven dienen op transparante wijze tot stand te komen. Hierbij dient er een herleidbare relatie te zijn tussen de door de landelijk netbeheerder gemaakte en aan de transportdienst toerekenbare kosten enerzijds, en de te onderscheiden tarieven anderzijds.
2. Non-discriminatie
In 2011 wordt naar verwachting het nieuwe marktmodel Wholesalemarkt Gas ingevoerd. Dat marktmodel wordt gekenmerkt door een ontkoppeld entry-exitsysteem met invoering van een Virtueel Punt Programma Verantwoordelijkheid (vppv) en een virtueel handelspunt TTF. In zo’n systeem nemen invoeders van gas en onttrekkers van gas dezelfde transportdienst af en hebben bij die dienst een gelijk belang. Discriminatie tussen beide groepen van gebruikers van de transportdienst is niet toegestaan.
3. Handelsbevordering
Bevordering van de werking van de Europese Gasmarkt is een belangrijk uitgangspunt van het 3e reguleringspakket van de Europese Unie. Dit pakket moet in 2011 geïmplementeerd worden in de Nederlandse wetgeving. Handelsbevordering moet inhouden dat gas overal vandaan moet kunnen komen en overal naar toe moet kunnen stromen zonder belemmeringen. De oude aanname dat het gas primair in Groningen wordt ingevoed kan voor de nieuwe tariefstructuur niet langer als uitgangspunt gelden.
4. Doelmatig handelen
010201b08 18 juni 2010 Blad 2 van 2
een ontkoppeld entry-exitsysteem met een virtueel punt programma verantwoordelijkheid (vppv). Het uitgangspunt van kostenoriëntatie kan dan een belangrijke prikkel vormen om de kosten te beïnvloeden wanneer er betrouwbare kostendragers zijn. Binnen voornoemd ontkoppeld entry-exitsysteem is de vraag of de kostendragers afstand en druk betrouwbaar zijn. De – binnenlandse - onttrekker van gas heeft nauwelijks mogelijkheden om de kosten te beïnvloeden, de landelijk netbeheerder des te meer. Voorbeeld: door het aanbieden van de dienst shorthaul kan de landelijk netbeheerder voorkomen dat aangeslotenen door eigen leidingaanleg een alternatief zoeken voor - hogere - transporttarieven van GTS, waardoor uiteindelijk de totale kosten van de gasvoorziening afnemen. Daardoor wordt het landelijk net doelmatiger gebruikt.
Wanneer VEMW de concept tariefvoorstellen van de landelijk netbeheerder beoordeelt op basis van de voornoemde uitgangspunten, dan komen wij tot de conclusie dat deze concept voorstellen niet consequent zijn en niet voldoen, en bovendien niet leiden tot een – zoals de landelijk netbeheerder beoogt - robuuster systeem:
• Daar waar de entrytarieven worden geharmoniseerd naar één geüniformeerd tarief om gasimport (handel) te bevorderen, kiest de landelijk netbeheerder er voor om op de exittarieven kostenoriëntatie toe te passen met een grote mate van afstandsafhankelijkheid. Dit is arbitrair. Combinaties van een fysieke entry en een fysieke exit zijn door het ontkoppelde entry-exitsysteem niet te bepalen, dus de kosten die een invoeder en/of onttrekker veroorzaakt ook niet. Voor de onttrekker is bovendien de entry virtueel (vppv).
• Ook in een druktoeslag (boven 40 bar 4€/m3/uur/jaar per 10 bar over 300 km) zit een element van afstandsafhankelijkheid ingebouwd, hetgeen zich niet verdraagt met het ontkoppelde entry-exitsysteem en het feit dat gas in de toekomst ook uit andere bronnen kan komen, zoals LNG.
• Entry-exit kostenverdeling: de landelijk netbeheerder wil een kostenverdeling handhaven van 40% entry en 60% exit (40/60). Invoeders van gas en onttrekkers van gas nemen dezelfde transportdienst af en hebben bij die dienst een gelijk belang. Iedere andere kostenverdeling dan 50/50 betekent discriminatie en kruissubsidiëring, in het geval van 40/60 ten gunste van de invoeder.
• Gasopslag tarieven: de landelijk netbeheerder wil de opslagmogelijkheden bevorderen door een reductie van 30 procent op de exit-tarieven. Dit verdraagt zich niet met het non-discriminatieprincipe, tenzij de gasopslag als ‘verlengstuk van het net’ wordt beschouwd (exit én entry) en niet als eindpunt (exit).
Wij vertrouwen erop u met onze zienswijze voldoende te hebben geïnformeerd en gaan ervan uit dat u deze nadrukkelijk onderdeel laat zijn van de besluitvorming van de Raad.
VEMW zal vertegenwoordigd zijn tijdens de door de Raad georganiseerde hoorzitting op 28 juni 2010 te Den Haag. Vanzelfsprekend zijn wij – ook dan - beschikbaar voor het verschaffen van een nadere – mondelinge - toelichting.
Hoogachtend,
