• No results found

DTe T.a.v. de heer ir. G.J.L. Zijl Projectnummer 101730-B265 Postbus 16326 2500 BH DEN HAAG

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "DTe T.a.v. de heer ir. G.J.L. Zijl Projectnummer 101730-B265 Postbus 16326 2500 BH DEN HAAG"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Federatie van Energie-bedrijven in Nederland Utrechtseweg 310 6812 AR Arnhem Postbus 9042 6800 GD Arnhem Telefoon 026 - 356 94 44 Fax 026 - 446 01 46 E-mail ened@energiened.nl Internet www.energiened.nl 0 0 0 0 0 0 ABN-AMRO bank 53.52.71.867 ING Bank 65.33.12.725 DTe

T.a.v. de heer ir. G.J.L. Zijl Projectnummer 101730-B265 Postbus 16326

2500 BH DEN HAAG

Onderwerp Ontwerp-richtlijnen gastransport 2005

Uw kenmerk 101730-B265

Ons kenmerk 2004-1343

Behandeld door drs. A.T. Sypkens Smit

Telefoon 026 - 356 32 70

Faxnummer 026 - 389 21 22

E-mail asypkenssmit@energiened.nl

Datum 7 mei 2004

Geachte heer Zijl,

Met belangstelling hebben wij kennis genomen van uw Ontwerp-Richtlijnen Gastransport 2005. Graag maakt EnergieNed gebruik van de mogelijkheid om op het document te reageren.

Onze reactie treft u bijgaand aan. Uiteraard zijn wij graag bereid onze reactie nader toe te lichten

Hoogachtend,

bij afwezigheid van ir. A.J. Korff, voorzitter W/G

F.R.M. Munnichs

directeur Federatiezaken Bijlage

(2)

Algemene beschouwing

In onze brief van 20 februari j.l. hebben wij u onze visie gegeven op het consultatiedocument “Onderzoek Ontwikkeling Gasmarkt”. In het bijzonder zijn wij daarbij ingegaan op de relatie tussen de Implementatiewet en het

consultatiedocument en de rolverdeling in verantwoordelijkheden tussen DTe en de minister. Wij hebben daarbij aangegeven dat nu het ontwerp van de

Implementatiewet in het parlement ter behandeling voorligt, in de eerste plaats dáár moet worden bepaald in hoeverre de opening en de werking van de gasmarkt aan de verwachtingen voldoet en in hoeverre, in het verlengde van de implementatie van de tweede Europese Richtlijn, aanpassingen wenselijk zijn. Voor alle partijen in de gasmarkt is het wenselijk hierover zo spoedig mogelijk duidelijkheid te hebben. Mede daarom heeft EnergieNed er bij de minister op aangedrongen te komen tot een snelle afronding van de beoogde herstructurering van het Gasgebouw.

In afwachting van de politieke besluitvorming dient de DTe binnen de grenzen van het huidige kader te kijken naar de mogelijkheden die op dit moment via het instrument van de Richtlijnen Gastransport 2005 aanwezig zijn om knelpunten in de gasmarkt te helpen oplossen en het handelsverkeer te bevorderen. Binnen deze context geven wij ons commentaar.

Wij merken daarbij op dat wij positief zijn over de consultatie en waardering hebben voor het in de Ontwerp-Richtlijnen noemen van de gegeven

commentaren en het transparant maken van de door DTe gemaakte afwegingen.

In onze eerder genoemde brief hebben wij als tweede punt gewezen op de

Internationale context en Europatoets. Nogmaals willen wij wijzen op de

relaties tussen de internationale context en de Nederlandse gasmarkt en het belang van het uitvoeren van een “Europatoets” als spelregels worden gewijzigd. Bij uw voorstellen en argumenten tot wijziging van de Richtlijnen hebben wij een dergelijke toets en een inhoudelijke analyse van de effecten van de voorgenomen wijzigingen gemist.

Ten derde hebben wij destijds gewezen op het gegeven dat uw voorstellen veelal direct of indirect de huidige positie van bepaalde bedrijven raken, bijvoorbeeld omdat van hen in uitvoerende zin actief medewerking gevraagd wordt. Gezien deze omstandigheid zullen naast EnergieNed ook enkele individuele leden van EnergieNed op de Richtlijnen reageren. In onze reactie geven wij daarom een algemeen commentaar, aangevuld met een

(3)

Op hoofdlijnen kan EnergieNed zich goed vinden in de aanpassingen van de Richtlijnen, al zullen niet alle marktpartijen deze aanpassingen voldoende vinden voor het verkrijgen van een goed functionerende gasmarkt.

Kortheidshalve verwijzen wij wat dit betreft naar onze brief van februari j.l. en wijzen wij op de gewenste duidelijkheid van de politieke besluitvormers daarover. Wij hopen dat de gevraagde helderheid spoedig wordt gegeven omdat wij tevens van oordeel zijn dat het van belang is stabiliteit te

verkrijgen in de regelgeving om zo partijen in staat te stellen goed hun rol te spelen en verantwoordelijkheden te operationaliseren.

De DTe heeft in haar consultatiedocument een aantal wijzigingen voor in de Richtlijnen Gastransport 2003 voorgesteld:

- een gegarandeerde backhauldienst van GtS

- een verplichting tot het aanbieden van afschakelbare transportdiensten - informatieverplichtingen en prognoseverplichtingen

- verplichtingen ten aanzien van de allocatie en uitvoering van diensten. In de voorstellen voor de Richtlijnen 2005 zet de DTe stappen die tegemoet komen aan de wensen van veel marktpartijen en die kunnen bijdragen aan de marktwerking op de gasmarkt. Op zich wordt dat positief beoordeeld. Gezien de stappen die gaandeweg gezet worden om aanpassingen aan te brengen in de rol van de gastransportaanbieders, bijvoorbeeld door hen in

toenemende mate verplichtingen op te leggen, zou het nuttig zijn, scherper dan nu het geval is, te laten analyseren wat op langere termijn de effecten voor de Nederlandse gasmarkt zijn van deze zich wijzigende rol en de wijzigende spelregels. Ook in onze reactie op het consultatiedocument hebben wij hierop gewezen. Wij betreuren het dat de DTe aan dit punt geheel voorbij lijkt te gaan. Waar het gaat om de toegang tot

transportcapaciteit stelden wij dat, aan beide zijden van grenzen met het buitenland gewaarborgd dient te zijn dat gelijkwaardige TPA-voorwaarden gelden (reciprociteit). Wij betreuren het dat de DTe ook ten aanzien van dit punt niet analyseert wat de consequenties zijn van ongelijkwaardige TPA-voorwaarden en aangeeft welke conclusies de DTe daaruit trekt voor de regulering van de Nederlandse gasmarkt. Nogmaalsmerken wij op dat het reguleren van de Nederlandse energiemarkten zonder het toetsen van de effecten van die regulering aan de internationale context onbedoelde effecten teweeg kan brengen.

(4)

Inhoudelijke reactie van de sectie Handel en Verkoop en de sectie

Productie

De reactie betreft de onderstaande onderwerpen zoals genoemd in het besluit.

Basisdiensten

De leden van de sectie Handel en Verkoop en de sectie Productie zijn het eens met de door de DTe gekozen benadering van de problematiek. Aandachtspunten hierbij zijn:

- de informatievoorziening bij de beschreven back haul dienst moet voldoende zijn;

- het maatwerk voor de afschakelbare transportdienst bij de Regionale Netbeheerder moet zo min mogelijk belemmeringen voor de handel opleveren

Balancering

Het is nog steeds niet duidelijk wat de mogelijkheden zijn in het transportnet ten aanzien van balancering. De deskundigen spreken elkaar hier tegen. De markt is echter gebaat bij meer transparantie op dit punt. Als namelijk blijkt dat dagbalancering mogelijk is, heeft dit de voorkeur van de meeste

handelaren. Dit levert een veel kleinere data-uitwisseling op. Als dit niet mogelijk blijkt is uurbalancering acceptabel. Dit echter alleen met een dragelijk boetesysteem gebaseerd op werkelijke kosten.

Verder is de verruiming van de onbalansmarkt gebaat bij transparante onbalansprijzen, snelle informatievoorziening en snelle afwikkeling van de onbalans. Alleen zo kan iedere partij voor zijn eigen onbalans

verantwoordelijk zijn. De genoemde secties zien daarom het regime, zoals beschreven in artikel 6, lid 6 als een overgang voor maximaal 2 jaar. Informatievoorziening

In grote lijnen (zie ook de vorige punten) wordt marktwerking gestimuleerd bij meer transparantie en informatievoorziening. Het voorstel voor de tabel in artikel 11 is daarbij een goede basis. De volgende punten moeten daarbij in acht worden genomen:

· GtS dient marktpartijen toestemming te vragen voor publicatie van gegevens.

· Als die toestemming niet gegeven wordt, moet GtS een ontheffingsaanvraag bij Dte indienen.

· DTe moet zorgdragen voor een duidelijk kader op basis waarvan ontheffingen verleend worden (regels voor good practice);

(5)

te publiceren, waarna er voor de betreffende marktpartij(en) gelegenheid wordt geboden om hiertegen in beroep te gaan. · De kosten van de informatievoorziening moeten in relatie staan met de

voordelen. Nominatie

De spelregels rondom nominatie moeten duidelijk gesteld zijn. De uitwerking ervan moet GtS samen met de marktpartijen ter hand nemen. Op dit

ogenblik is de rol van GtS te overheersend. Belangrijk hierbij is dat GtS een volledig onafhankelijke rol heeft. GtS mag zich niet begeven op terreinen waar marktpartijen actief zijn (balancering, pieklevering).

Indicatieve Tarieven en kwaliteitsconversie

De secties willen ten aanzien van dit onderwerp met name ingaan op het onderwerp kwaliteitsconversie. Het merendeel van de sectie Handel & Verkoop is van mening dat op dit ogenblik kwaliteitsconversie

handelsbelemmerend werkt, omdat er twee markten ontstaan. Mede tegen die achtergrond is het merendeel van de leden van deze sectie voor het volledig socialiseren van de kosten. Alleen het capaciteitsdeel socialiseren is halfslachtig en lost het probleem niet op. De kosten moeten daarbij over alle gebruikers en over alle punten (entry en exit; H- en L-gas) verdeeld worden. Op deze manier worden ook transitstromen belast. GtS moet daarbij

verantwoordelijk zijn voor de kwaliteitsconversie en moet alleen de daadwerkelijke kosten in rekening brengen.

De elektriciteitsproducenten wensen dat op H-gas géén kostensocialisatie wordt toegepast. Zij zijn van mening dat met het volledig socialiseren van de conversiekosten het kostenveroorzakingsprincipe te zeer wordt aangetast.

Inhoudelijke reactie van de sectie Netbeheerders

Onderstaande reactie komt voor rekening van de regionale gasnetbeheerders binnen de sectie Netbeheerders. De regionale gasnetbeheerders hebben zich in hun reactie beperkt tot twee zaken, die strikt het regionale gastransport betreffen. Het gaat om de voornemens van DTe op het gebied van het opleggen van verplichtingen ten aanzien van de overdracht van

afnamegegevens en om – het vooralsnog ontbreken van – een regeling inzake sommatie van gasverbindingen.

1. Overdracht afnamegegevens

Door een wijziging van artikel 11a wil DTe de regionale

gastransportbedrijven verplichten om ‘real time’ of ‘near real time’ uurlijks de definitieve verbruiksgegevens aan netgebruikers (en GtS) te

(6)

nu bij gas opteert voor een veel intensievere meetdatacommunicatie dan bij elektriciteit, waar al geruime tijd een goed functionerend systeem van dagelijkse datacommunicatie van toepassing is. Los daarvan vinden de regionale gasnetbeheerders dit een onvoldoende doordachte en tè ver gaande stap. De argumenten voor dit standpunt zijn:

- Kosten-batenverhouding niet in beeld gebracht en niet afgewogen De voorgenomen verplichting betreft een dienst van de netbeheerders aan de shippers, die door de netbeheerders uiteindelijk in rekening zal worden gebracht bij de afnemer. DTe heeft zich bij het formuleren van de ontwerprichtlijn niet afgevraagd of de afnemer bereid zal zijn om de meerkosten te betalen. Dat blijkt alleen al uit het feit, dat DTe de sectie Netbeheerders pas enkele dagen voor het sluiten van de reactietermijn op 7 mei heeft gevraagd om de kosten van deze en eventueel van andere opties in beeld te brengen. (De resultaten van een snelle inventarisatie onder enkele gasnetbeheerders treft u overigens in de onderstaande tabel aan). Het implementeren en uitvoeren van uurlijkse communicatie van afnamegegevens is een niet te onderschatten operatie; het gaat om het ontvangen en versturen van tientallen

miljoenen berichten per jaar. De regionale gasnetbeheerders willen ervan verzekerd zijn, dat een dergelijke operatie uiteindelijk ook in het belang is van de afnemers.

- DTe kiest tè gemakkelijk voor regelgeving

De regionale gasnetbeheerders faciliteren de markt, maar dat betekent niet, dat dit een exclusieve taak is. Ook is het geenszins noodzakelijk dat het faciliteren van de markt altijd in regelgeving is ingebed. Als shippers behoefte hebben aan een hogere frequentie van het verkrijgen van meetgegevens kunnen zij daarover (indien nodig via of met toestemming van de afnemers) op commerciële basis afspraken maken met de

meetbedrijven. De shippers die dergelijke afspraken maken, kunnen zich hiermee in de markt onderscheiden.

Daarnaast moet worden benadrukt, dat de overheid ervoor heeft gekozen om meetdiensten tot het vrije domein te rekenen. Dat is een reden te meer om meetbedrijven de gelegenheid te blijven geven om zich in de markt te onderscheiden op de frequentie van aanleveren van meetdata. De voorgenomen uniformering van de informatievoorziening aan shippers, buiten de meetbedrijven òm, beperkt de

marktmogelijkheden van meetbedrijven onnodig.

(7)

gasnetbeheerders zou dit feit niet moeten leiden tot een automatische roep om regulering, maar eerst tot de vraag of de potentiële afnemers van de dienst wel bereid zijn om de kosten daarvan te dragen. - Praktische knelpunten

o Real time of near real time communicatie van uurlijkse definitieve verbruiksgegevens is niet mogelijk. De meetgegevens moeten hiervoor namelijk nog worden gecorrigeerd op calorische waarde en de daarvoor benodigde gegevens zijn niet real time beschikbaar. o Vrijwel alle meetinstallaties zullen moeten worden aangepast.

In PVE-verband is afgesproken dat gasmeters in de betreffende verbruikerscategorie dagelijks uitleesbaar moeten zijn. De eisen in de Meetcode Gas zijn op die afspraak gebaseerd. Afhankelijk van het beleid van het betreffende meetbedrijf is meer of minder rekening gehouden met een intensievere datacommunicatie. In de praktijk komt het erop neer dat meetinstallatie, die niet hoeven te worden aangepast, tot de uitzonderingen behoren.

Behalve substantiële financiële consequenties genereert dit aspect aanzienlijke implementatietermijnen (zie onderstaande tabel). Zoals hierboven aangegeven is deze week onder enkele gasnetbeheerders geïnventariseerd welke kosten globaal zullen zijn verbonden aan de

voorgenomen verplichting. Ter vergelijking zijn tevens de kosten geschat van datacommunicatie op dagbasis in plaats van op uurbasis. Ook is een

indicatie gevraagd van de implementatietermijnen. Bij de inventarisatie zijn drie grote netbeheerders/meetbedrijven betrokken en één kleinere. De resultaten van de inventarisatie zijn in onderstaande tabel weergegeven.

UURLIJKSE overdracht van niet-comptabele meetgegevens naar shippers en GtS DAGELIJKSE overdracht van niet-comptabele meetgegevens naar shippers en GtS Indicatie additionele maandelijkse kosten (operationele kosten, voornl. telecom) 200 – 400 /klant/mnd 6 – 25 /klant/mnd Indicatie eenmalige kosten aanpassing systemen netbeheerder 230 – 600 /klant 0 – 250 /klant Indicatie eenmalige

kosten voor aanpassing van de (data-unit van de) meter

Afh. van historisch beleid meetbedrijf (Opgaven: 0, 550, 2500 en 4000 /klant).

0 /klant

(8)

implementatietermijn afh. van meter-aanpassing (één tot enkele jaren).

huidige systeem van netbeheerder (0 tot 12 maanden).

Hoewel de regionale gasnetbeheerders de onderhavige discussie vooral beschouwen als een zaak van afnemer en shipper (vanwege de kosten en de baten) doen zij hierbij tòch enkele suggesties voor een constructieve

oplossing:

- Ga in eerste instantie niet verder dan dagelijkse communicatie van meetdata (onder handhaving van de bepaling over implementatie en implementatieplannen in lid 4 van art. 11a).

- Laat eventuele uurlijkse communicatie van meetdata over aan het commerciële veld.

Deze suggesties komen voort uit overwegingen van haalbaarheid qua kosten en implementatietermijnen. Ook is van belang, dat de regeling dan wordt gelijk getrokken met de systematiek die bij elektriciteit al geruime tijd goed functioneert.

Als DTe kiest voor dagelijkse communicatie van meetdata, lijkt de overstap naar dagallocatie wellicht klein te zijn. Wij wijzen er echter op, dat die overstap nog terdege zou moeten worden beoordeeld op het nut en op de consequenties voor de implementatie, al was het alleen al omdat daar ook een andere partij – GtS – een cruciale rol speelt. De systemen van GtS zijn nog niet op dagallocatie ingericht.

2. Meervoudige gasverbindingen

In artikel 13 van de richtlijn Gastransport 2004 (èn van de ontwerp-richtlijn voor 2005) wordt bepaald, dat het transportonafhankelijke deel van het transporttarief per aansluiting wordt uitgedrukt in Euro’s per jaar en het transportafhankelijke deel wordt bepaald op basis van gecontracteerde

transportcapaciteit, uitgedrukt in Euro’s per normaal kubieke meter per uur.

In de praktijk blijkt dat klanten opteren voor het sommeren van het

gastransport over verschillende aansluitingen. De regionale gasnetbeheerders willen hier tot op zekere hoogte aan tegemoet komen en stellen daarom voor om over dit onderwerp een heldere regeling te treffen in de richtlijn

Gastransport. Op het moment dat de ontwerp-Interventiewet kracht van wet krijgt, is een dergelijke regeling zelfs noodzakelijk. In de

(9)

lang niet altijd kunnen worden gesommeerd; met name vanwege onvergelijkbaarheid van de betreffende meetinstallaties.

Bij elektriciteit speelt dezelfde problematiek. Hiermee is in de Tarievencode rekening gehouden. De regionale gasnetbeheerders stellen voor om in de richtlijn Gastransport 2005 een vergelijkbare regeling op te nemen. Concreet wordt voorgesteld om een nieuw artikel 13a toe te voegen, dat luidt als volgt:

Artikel 13a

1. Indien er sprake is van meerdere verbindingen tussen een gastransport-net en een onroerende zaak, worden deze verbindingen voor de bepaling van het transporttarief beschouwd als afzonderlijke aansluitingen. 2. In uitzondering op het gestelde in het eerste lid geldt dat de in het eerste

lid bedoelde verbindingen of een aantal daarvan tezamen voor het

bepalen van het transporttarief worden behandeld als ware er sprake van één aansluiting mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: a. De netgebruiker heeft het regionale gastransportbedrijf verzocht om

de betreffende verbindingen als één aansluiting te behandelen. b. De betreffende verbindingen zijn verbindingen tussen een

gastransportnet en een onroerende zaak met één WOZ-objectnummer, die niet wordt doorkruist door wegen of waterwegen.

c. De betreffende verbindingen worden alle gevoed vanuit hetzelfde gasontvangststation.

d. De betreffende verbindingen zijn – al dan niet virtueel - alle aangesloten op dezelfde druktrap.

e. De meetinstallaties van alle betreffende verbindingen genereren meetgegevens op uurbasis en voldoen aan de technische

voorwaarden van het regionale gastransportbedrijf op het gebied van meting op uurbasis.

N.B. De definitie van gasaansluiting in de ontwerp-Interventiewet houdt niet in, dat verschillende verbindingen tussen een gastransportnet en een

onroerende zaak altijd gezamenlijk als één aansluiting moeten worden beschouwd. In dat verband kunnen verschillende interpretaties worden verdedigd ten aanzien van het tariefreguleringsregime dat van toepassing is op verbindingen die deel uitmaken van een samenstel van verbindingen tussen een gastransportnet en één onroerende zaak èn waarover minder dan 170.000 m3 gas op jaarbasis wordt getransporteerd. Vanuit de overweging om gelijke tarieven te hanteren voor gelijke situaties en vanuit administratief-technische overwegingen heeft het de voorkeur van de regionale

gastransportbedrijven om dergelijke ‘kleine’ verbindingen te blijven toerekenen aan het gereguleerde regime (met de daarbijbehorende

(10)

hierover een standpunt moeten innemen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Daarna zal Netbeheer Nederland kort ingaan op de voornemens van ACM tot bepaling van de correctie voor het wegvallen van taken bij de netbeheerders die betrekking hebben op

NBNL laat als toelichting weten dat het voorstel duidelijkheid creëert voor grootverbruikers en hun installateurs aangezien de netbeheerder verplicht wordt bij een

Het invoeren van de benchmark per 2016 levert near de mening van Energie-Nederland een redelijker verdeling tussen markt en monopolist op van de teveel gemaakte kosten.

[06-10-2016] voorstel BR-16-1205 2.1.1.10 Indien een aansluiting, niet zijnde een aansluiting van een net op een ander net, bestaat uit één verbinding of uit meerdere

Om belemmeringen in de handel weg te nemen door gebrekkige transparantie op het TTF is Endex gestart met het dagelijks publiceren van TTF gas referentieprijzen van acht

· De berekende x-factoren uit beide scenario’s per netbeheerder te middelen en de- ze als basis te gebruiken voor het vaststellen van de generieke x-factor voor alle netbeheerders.. ·

DTe heeft stellig de overtuiging achtergelaten dat men streeft naar een eenmalige aanpassing van de toegestane omzetten van de bedrijven zoals nu is gedaan via de

Gezien het feit dat de NMa de zorgsector als aandachtsveld beschouwt, vinden wij het wenselijk dat de NMa in haar agenda 2008 aan bovengenoemde punten meer aandacht zou geven.