De directeur van de Dienst Uitvoering en Toezicht Energie, de heer ir. G.J.L. Zijl
Postbus 16326 2500 BH DEN HAAG
Datum : 27 april 2004
Ons kenmerk : LRVA.04.0537/06.04.11/3 Uw kenmerk : 101730
Onderwerp : Reactie ontwerp richtlijnen gastransport 2005 Informatie : ir. R.P.A. van der Valk
Geachte heer Zijl,
De door u toegezonden ontwerp richtlijnen gastransport 2005 (hierna: richtlijnen 2005) zijn de opvolger van de richtlijnen gastransport 2003. Op 9 augustus 2002 stuurden wij u onze uitgebreide reactie daarop.
Wij constateren dat de door ons geplaatste opmerkingen en geuite bezwaren nauwelijks tot aanpassingen hebben geleid van de richtlijnen 2003 en richtlijnen 2005. Wij herhalen onze conclusie van 2002 dat het Productschap Tuinbouw en LTO Nederland (hierna: PT en LTO) niet meer het gevoel hebben dat u oog heeft voor de afnemersbelangen.
Wij verwijzen daarom naar onze reactie van 9 augustus 2002 (kenmerk:
PvdS/AH/020806.044) en de daarin opgenomen verwijzingen. De inhoud ervan is nog altijd geldig.
De hoofdpunten uit deze reactie willen wij hierna herhalen en waar nodig toespitsen. Tevens zullen wij daarbij reageren op de wijzigingen ten opzichte van de richtlijnen 2003.
Artikel 2
De gegarandeerde transportdienst heeft u in 2002 gedegradeerd van een
resultaatverplichting tot een inspanningsverplichting. Dit is in strijd met de Gaswet en het zet afnemers op achterstand in de discussie over aansprakelijkheid bij niet leveren. De resultaatverplichting dient opnieuw geïntroduceerd te worden.
Artikel 3
Gasunie dient alle flexibiliteitsdiensten, inclusief structurele flexibiliteit, als onderdeel van de gastransportdienst aan te bieden aan afnemers.
Wij hebben begrepen dat de dienst kwaliteitsconversie tot en met 2007 is uitverkocht. Dit vormt een ernstige belemmering voor de marktwerking. LTO en PT pleiten voor prikkels ter voorkoming van overboeking van kwaliteitsconversie en uitbreiding van de capaciteit van kwaliteitsconversie om deze belemmering voor de toekomst te voorkomen.
Land- en Tuinbouworganisatie Nederland Postbus 29773, 2502 LT Den Haag
Bezoekadres : Prinsevinkenpark 19, Den Haag Bankrekening : 35.76.06.760
Telefoon : 070-3382700
27-04-04 LRVA.04.0537/3 06.04.11
2
Artikel 6
Het weergegeven tolerantieregime is niet werkbaar voor afnemers. Het gevolg is dat voor afwijkingen in het afnamepatroon volledig gebruik moet worden gemaakt van flexibiliteit. Uit de richtlijnen 2005 en de toelichting blijkt bovendien dat er sinds 2002 nog geen enkele voortgang is geboekt in het eventueel verruimen van de tolerantiegrenzen en er ernstige twijfels blijven (ook bij de DTe, zie randnummer 45 en 46) bij de mogelijkheden van een onbalansmarkt. Diverse partijen, waaronder de Brattle Group en Gasunie, hebben al aangegeven dat er in werkelijkheid niet op uurbasis gebalanceerd wordt. Wij pleiten daarom voor het verruimen van uurbalancering naar dagbalancering. Slechts daarmee komt een werkelijk bruikbaar instrument beschikbaar dat ook in het voordeel is van afnemers.
Artikel 11a
U pleit, ter aanvulling op de richtlijnen 2003, voor zeer snelle levering van meetgegevens op uurbasis (real time of near real time). Uit de toelichting blijkt dat u dit wenselijk vindt gezien de noodzaak voor balancering. PT en LTO zijn op zichzelf voorstander van tijdige aanlevering van juiste meetgegevens.
Uit onze ervaring en die van vele andere afnemersorganisaties blijkt dat het ondenkbaar is om een foutloze meetketen op te zetten op basis van real time uurgegevens. Dit is vragen om problemen waar afnemers de dupe van worden.
Wij zijn erop tegen de meetketen nodeloos te belasten voor instandhouding van een (in onze ogen niet werkbaar) uurbalanceringsregime ten behoeve van handelaren. Hier zijn afnemers niet mee gediend.
Gezien ons voorgaand standpunt bij artikel 6 kan daarom volstaan worden met levering van de benodigde meetgegevens voor balancering op dagbasis. Daarbij maken wij een voorbehoud dat dit de definitieve gegevens zijn voor facturering aan de netgebruiker. Het gaat hier om het faciliteren van de handelaren.
Artikelen 14, 15 en 17
De indicatieve tarieven voor gastransport dienen gebaseerd te zijn op de efficiënte
economische kosten. De afschrijvingstermijnen van de gasnetten dienen gebaseerd te zijn op de te verwachten economische levensduur. U dient daarbij te verduidelijken dat hierbij geen sprake kan zijn van afwijking van de in het verleden gehanteerde
afschrijvingstermijnen van de gastransportnetten, aangezien deze gebaseerd zijn op de genoemde verwachte economische levensduur. Verlenging van de afschrijvingstermijnen, zoals thans enkele netbeheerders doen, leidt ertoe dat afnemers opnieuw voor de netten moeten betalen en stijgende tarieven. Dit is in strijd met de richtlijnen.
Artikel 22
De indicatieve tarieven van Gasunie dienen gebaseerd te zijn op efficiënte economische kosten. Uw argument dat de ontwikkeling in de EU richtinggevend is zodat er geen
kunstmatige verlegging van gasstromen kan plaatsvinden vindt geen grond, temeer omdat het parlement inmiddels een nieuw artikel 51a in de Gaswet heeft aangenomen, waarin het laatstgenoemde fenomeen afdoende wordt afgeschermd.
Wij zijn bijzonder verontrust dat u in de richtlijnen stelt, dat Gasunie aan uw criteria voor de tariefhoogte voldoet, indien daarbij de tarieven voor kwaliteitsconversie en onbalans nominaal met 5 procent zijn verlaagd. Wij stemden al niet in met de richtlijnen 2003 omdat u ten onrechte de flexibiliteit buiten deze korting liet vallen. Nu laat u echter in de richtlijnen 2005 ook de gegarandeerde transportdienst buiten beschouwing. Het is voor ons
27-04-04 LRVA.04.0537/3 06.04.11
3
LTO Nederland en het Productschap Tuinbouw verzoeken u dringend om de belangen van de afnemers in de richtlijnen 2005 alsnog volwaardig tot uitdrukking te brengen.
Wij zijn te allen tijde bereid om onze standpunten nader aan u toe te lichten.
Met vriendelijke groeten,
J. van der Veen G.J. Doornbos