Nederlandse Mededingingsautoriteit Directie Toezicht Energie
Postbus 16326 2500 BH Den Haag
behandeld door datum
Freek van den Broek 14 december 2005
telefoonnummer faxnummer
040 - 238 31 69 040 - 238 35 09
onderwerp e-mail
Projectnummer 101984 freek.vd.broek@nre.nl
ons kenmerk uw kenmerk
05_AM_102809
NRE Netwerk B.V. Nachtegaallaan 15, Postbus 2414, 5600 CK Eindhoven, Fax +31 (0)40 244 41 07, info@nre.nl, www.nre.nl, ING-bank 67.65.13.883, KvK Eindhoven 17064130.
NRE Netwerk B.V. is een onderdeel van NRE Group B.V. Geachte heer, mevrouw,
Bij dezen ontvangt u de reactie van NRE Netwerk op de gestelde vragen in het Consultatiedocument meetgroep netbeheerders elektriciteit.
Vraag 1: Wat vindt u van het criterium dat er bij een gegeven omvang van de meetgroep, de meetgroep zo efficiënt mogelijk moet zijn?
Efficiëntie is een belangrijk criterium: de meetgroep dient zo efficiënt mogelijk te zijn om een goede weergave te kunnen geven van de werkelijke productiviteitsverandering in de tweede reguleringsperiode en een goede schatting te kunnen maken van de productiviteitsverandering in de derde reguleringsperiode. Bij deze schatting dient wel rekening gehouden te worden met veranderende marktomstandigheden, zoals verwachte reorganisatiekosten als gevolg van het voorstel tot splitsing en een eventuele aanpassing van de vermogenskostenvergoeding. Dit voorkomt een hoge positieve of negatieve nacalculatie in de vierde reguleringsperiode
Vraag 2: Wat vindt u van het criterium dat de meetgroep uit minimaal twee netbeheerders moet bestaan?
ons kenmerk datum bladnummer 05_AM_102809 14 december 2005 2 van 3 Vraag 3: Wat vindt u van het criterium dat de meetgroep uit minimaal twee ‘grote’ netbeheerders moet bestaan?
De meetgroep dient representatief te zijn voor de sector. Minimaal twee ‘grote’ netbeheerders zijn vereist, omdat de meetgroep op die manier voldoende representatief is voor de sector. Door twee ‘grote’ netbeheerders op te nemen in de meetgroep zal niet slechts één ‘grote’ netbeheerder, door zijn verhouding in marktaandeel, de werkelijke productiviteitsverandering voor de gehele sector bepalen.
Vraag 4: Vindt u dat er naast bovenstaande criteria nog andere criteria moeten zijn? Zo ja, welke?
Kwaliteit: een netbeheerder kan een minder kwaliteitsniveau nastreven en daarmee een hogere efficiëntie behalen. Minder investeringen hoeven per definitie geen lineair effect te hebben op de q – factor. De definiëring van kwaliteit gaat dan ook verder dan enkel storingen. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan: een bewakingscentrum, service desks, enzovoorts. Hierop kan eenvoudig bespaard worden en zodoende de effectiviteit verbeteren. Dat zal echter het kwaliteitsniveau van de netbeheerder voor de consument niet ten goede komen.
Representatieve samenstelling van de klantgroepen: een netbeheerder met meer grote klanten (in volume) zal een hoger transportvolume kunnen genereren met minder aansluitingen (kosten). Hierdoor zal een hogere efficiëntie haalbaar zijn. Bedoeling van deze opmerking is niet een nieuwe discussie bewerkstelligen, echter zal wel rekening gehouden moeten worden dat enkel representatieve netbeheerders in de meetgroep opgenomen zullen worden.
Daarnaast vraagt het schatten van de productiviteitsverandering voor de derde periode enige extra inspanning. Hierbij dient rekening gehouden te worden met verwachte wijzigingen in omstandigheden, zoals bij vraag 1 zijn beschreven.
Vraag 5: Kunt u zich vinden in het voorstel van de Raad om de meetgroep te laten bestaan uit vier netbeheerders, te weten ONS Netbeheer B.V., Netbeheerder Centraal Overijssel B.V., ESSENT en ENECO? Zo nee, wat stelt u voor?
Wij kunnen ons vinden in het voorstel de vier eerder genoemde netbeheerders op te nemen in de meetgroep elektriciteit. Graag vernemen wij echter op welke basis bevestigd wordt dat de genoemde netbeheerders geen afwijkend kwaliteitsniveau hebben, zoals eerder gedefinieerd. En graag ontvangen wij daarbij een bevestiging dat deze netbeheerders in de meetgroep representatieve klantenbestanden hebben voor de overige netbeheerders in de sector.
ons kenmerk datum bladnummer 05_AM_102809 14 december 2005 3 van 3 Vraag 7: Wat vindt u van methode 1?
Deze methode wordt als niet geschikt beoordeeld, omdat daarbij niet gecorrigeerd wordt voor inefficiënties uit het verleden bij de toegevoegde netbeheerders. Dit resulteert in een te hoge gemeten productiviteitsverandering en een te hoge geschatte productiviteitsverandering.
Vraag 8: Wat vindt u van methode 2a?
Betere methode dan methode 1, omdat gecorrigeerd wordt voor de catch-up van de inefficiënte netbeheerders. Het uitgangspunt van een snellere inhaalslag aan het begin van de reguleringsperiode levert de meest winstgevende kostenverhouding op voor de netbeheerders. De twijfel leeft of dit in de praktijk ook mogelijk is.
Vraag 9: Wat vindt u van methode 2b?
Beste methode waarbij gecorrigeerd wordt voor de catch-up van de inefficiënte netbeheerders. Uitgangspunt is een gelijkmatige inhaalslag gespreid over zes jaar regulering. Deze methode vindt beter de aansluiting met de praktijk. Hoewel het de winstgevendheid ten goede zou komen is het lastig zo niet onmogelijk de kosten aan het begin van de periode te reduceren. Kosten worden meer gelijkmatig gereduceerd.
Vraag 10: Welke methode ter uitbreiding van de meetgroep verdient uw voorkeur (1, 2a of 2b) en waarom?
NRE is voorstander van uitbreiding van de meetgroep indien er gecorrigeerd wordt voor inefficiency. Deze uitbreiding leidt tot een betere meting van de productiviteitsverandering. Hierbij gaat de voorkeur uit naar een methode die aansluit bij de praktijk, waarbij wordt uitgegaan van de variant dat de productiviteit gelijkmatig wordt verhoogd. Onze voorkeur gaat daarom uit naar methode 2b, omdat er gecorrigeerd wordt voor de inefficiency en omdat bij deze methode verondersteld wordt dat de inhaalslag geleidelijk over de gereguleerde jaren bereikt is. Deze voorgestelde uitbreiding van de meetgroep dient navolging voor de bepaling van de meetgroep bij de productiviteitsmeting bij netbeheerders gas.
Hoogachtend,
ir. R.E. van Hof