• No results found

Nederlandse Mededingingsautoriteit Energiekamer (Evaluatie, zaaknummer 103767) T.a.v. de heer Robert Spencer Postbus 16326 2500 BH den Haag (per mail naar EK-regulering@nmanet.nl)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Nederlandse Mededingingsautoriteit Energiekamer (Evaluatie, zaaknummer 103767) T.a.v. de heer Robert Spencer Postbus 16326 2500 BH den Haag (per mail naar EK-regulering@nmanet.nl)"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Postbus 197 – 3970 AD Driebergen –Princenhofpark 15 + 18 3972 NG Driebergen BTW-nr: NL 805918346B01

Nederlandse Mededingingsautoriteit

Energiekamer (Evaluatie, zaaknummer 103767) T.a.v. de heer Robert Spencer

Postbus 16326 2500 BH den Haag

(per mail naar EK-regulering@nmanet.nl)

telefoon : 030 693 67 68 @-mail : hans.davidsel@cogen.nl fax: 030 693 67 69 website: www.cogen.nl

betreft: Consultatiedocument Evaluatie Elektriciteits- en Gaswet

Uw brief van 1 juli 2011

Driebergen, 11 augustus 2011

Geachte heer Spencer,

Graag maakt Cogen Nederland – de vereniging voor warmte kracht koppeling – gebruik van de mogelijkheid te reageren op uw vragen inzake de evaluatie van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet.

Allereerst willen wij ingaan op uw vragen 1 t/m 5 over het evaluatiekader.

In antwoord op uw vraag 1:

In deze consultatie is de reikwijdte van de evaluatie, zoals vastgelegd in de Regeling

evaluatie Elektriciteitswet 1998 en Gaswet, drastisch ingeperkt ten opzichte van de wettelijk vastgelegde reikwijdte (zie Art. 80 lid 1 en 2 van de Elektriciteitswet 1998 en Art. 66 lid 1 en 2 van de Gaswet).

Het accent van de consultatie ligt ons inziens te weinig op de doeltreffendheid van wet- en regelgeving. In de Regeling worden daarvoor enkele argumenten aangevoerd, o.a. dat een aantal periodiek uitgevoerde monitoringrapportages al voldoende invulling geeft aan de evaluatiedoelen. Naar onze mening is dat maar ten dele het geval. Bijvoorbeeld over het duurzaam, doelmatig en milieuhygiënisch verantwoord functioneren van de

(2)

11-08-11 page 2

2

In aansluiting hierop en in antwoord op uw vraag 5:

Voor Cogen Nederland zijn de belangrijke kernbegrippen vooral de doeltreffendheid (effectiviteit) en de effecten van deze wetten in de praktijk op de aspecten van Schoon, Duurzaam en Efficiënt.

Wij willen daar in het kader van deze evaluatie de volgende reactie op geven. 1. Ten aanzien van de beleidsdoelstelling schoon en effectiever (zie RN 14

Consultatiedocument) is de huidige wet- en regelgeving niet doeltreffend. De historische ontwikkeling van de wet- en regelgeving legde nadruk op betrouwbaarheid en

betaalbaarheid van met name elektriciteit, zoals u terecht opmerkt in o.a. RN. 19, 25 en 29. Uw opmerking in bijlage 4 punt 2 – ‘In het algemeen gesteld is duurzaamheid niet sterk geïntegreerd in het algemene tariefreguleringssysteem en is het voornamelijk uitgewerkt in een aantal uitzonderingen en toevoegingen aan het systeem in verband met duurzame energieopwekking.’ - is ons inziens ook correct in meer algemene zin. Vanuit integraal energieperspectief is de huidige wet- en regelgeving incompleet en niet in balans en sluit onvoldoende aan bij de maatschappelijke wensen te komen tot een schone, betrouwbare en betaalbare energievoorziening.

2. De Nederlandse situatie ten aanzien van duurzame energie en energiebesparing is ronduit zorgwekkend in het licht van Europese doelstellingen en in vergelijking met andere Europese landen. Ook de verwachte ontwikkeling van het totale conversierendement van de Nederlandse energieproductie en de daaraan gerelateerde CO2-emissie geven een trend aan van ontsparing en stijging van CO2-emissie. Wij vragen u deze zaken in de evaluatie te betrekken en de oorzaken daarvan en de remedies daarvoor aan te geven. 3. Het Europese energie- en klimaatbeleid, dat ook door de lidstaten onderschreven wordt, is er op gericht om wet- en regelgeving te realiseren die helpt om marktcondities te creëren die een stimulans geven aan meer energiebesparing en meer koolstof-arme investeringen (zie COM(2010)). De evaluatie zou moeten ingaan op de vraag in welke mate de

Nederlandse wetten, regelingen en beleidsinstrumenten daaraan via hun invloed op de marktwerking bijdragen. Naar onze mening gebeurt dat in onvoldoende mate en werkt een aantal belangrijke beleidsinstrumenten voor energiebeleid en klimaatbeleid elkaar zelfs tegen.

4. In de evaluatie zou daarom ook een concrete analyse gemaakt moeten worden van de samenhang tussen de doelstellingen voor reductie van broeikasgasemissies, de

doelstelling voor hernieuwbare energie en de aandacht voor energiebesparing in de energieketen en de daarvoor ontwikkelde wet- en regelgeving. Een samenhang in de wet- en regelgeving t.a.v. deze doelen is uit een oogpunt van doeltreffendheid en doelmatigheid van groot belang In de evaluatie kan na gegaan worden in welke mate deze samenhang gerealiseerd is of dat er nog sprake is van afzonderlijk werkende beleidsinstrumenten. Naar onze mening is met de huidige wet- en regelgeving vooral dat laatste het geval en is er zelfs sprake van conflicterende effecten op de markten. Dit veroorzaakt een ernstige marktimperfectie die ten koste gaat van de meest efficiënte en schone

energietechnologieën.

5. In de evaluatie zou nagegaan moeten worden in hoeverre de huidige wet- en regelgeving er al in voorziet dat externe kosteneffecten van energieconversie

geïnternaliseerd zijn en waar (in Europees verband) verbeteringen nodig zijn. Naar onze mening is dat nu nog maar in zeer beperkte mate gerealiseerd.

(3)

11-08-11 page 3

3 de effecten daarvan. In zo’n energiewet kan meer aandacht gegeven worden aan vraag en aanbod van energie, conversieprocessen, locatievragen, de rol en taken van verschillende overheden. Betere prikkels voor marktpartijen kunnen gecreëerd

worden door o.a. externe effecten op de economie te internaliseren, prikkels in te bouwen voor gedrag dat maatschappelijke kosten minimaliseert en dergelijke. De wettelijke realisatie, binnen Europese kaders, zal vergaande aanpassing van de huidige wet- en regelgeving vereisen en tijd kosten. Wij menen echter dat op deze wijze de eerder genoemde beleidsdoelen meer doeltreffend en doelmatig

gerealiseerd kunnen worden dan via allerlei detail aanpassing op lager niveau.

In antwoord op uw vraag 9:

In de evaluatie zou vanuit het belang van energie-efficiency aandacht besteed moeten worden aan de verhouding centrale/decentrale energieproductie en hun beider voor- en nadelen. Dat heeft direct te maken met Art. 36 lid 1b, d en f van de E-wet en Art. 12f lid b van de Gaswet. In deze afweging komen immers aanbod, vraag en transport van

energiedragers samen. In welke mate wordt decentrale energieopwekking door de huidige wet- en regelgeving beïnvloed c.q. bevorderd?

Gelet op Art. 36 lid 1 onder d zou bij de aandacht voor decentrale energieproductie ook in het bijzonder gekeken moeten worden naar de wet- en regelgeving betreffende decentrale energieproductie bij particulieren en collectieve verbanden van particulieren.

In antwoord op uw vraag 11:

In de verschuiving van codes naar Europees niveau zien wij geen reden om te streven naar wijziging van het Nederlandse codeproces, omdat Europese voorstellen en besluiten toch altijd zorgvuldig in de Nederlandse wet- en regelgeving geïmplementeerd moeten worden.

In antwoord op uw vraag 13:

Het verplichte overleg met de gezamenlijke netbeheerders en representatieve organisaties heeft naar onze mening een belangrijke toegevoegde waarde, omdat in dit overleg

standpunten en visies van alle betrokken partijen besproken worden. Dit draagt bij aan een zorgvuldig proces en bevordert een goede kwaliteit van de inhoud van de codes.

Voor een toelichting op onze reactie en beantwoording van vragen daarover ben ik graag beschikbaar.

Met vriendelijke groet, Hans Davidse

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Daarna zal Netbeheer Nederland kort ingaan op de voornemens van ACM tot bepaling van de correctie voor het wegvallen van taken bij de netbeheerders die betrekking hebben op

The alternative analysis, in which the available flexibility substitutes are reduced, fails because it uses assumptions on costs and pricing that are derived from the

Wij herhalen onze conclusie van 2002 dat het Productschap Tuinbouw en LTO Nederland (hierna: PT en LTO) niet meer het gevoel hebben dat u oog heeft voor de afnemersbelangen..

Tot op heden heeft GTS nog geen informatie verstrekt aangaande de hoeveelheid totaal inzetbare kwaliteitsconversie, de verschillende methoden van conversie en de daarbij

Op hoofdlijnen kan EnergieNed zich goed vinden in de aanpassingen van de Richtlijnen, al zullen niet alle marktpartijen deze aanpassingen voldoende vinden voor het verkrijgen van

· De berekende x-factoren uit beide scenario’s per netbeheerder te middelen en de- ze als basis te gebruiken voor het vaststellen van de generieke x-factor voor alle netbeheerders.. ·

DTe heeft stellig de overtuiging achtergelaten dat men streeft naar een eenmalige aanpassing van de toegestane omzetten van de bedrijven zoals nu is gedaan via de

Gezien het feit dat de NMa de zorgsector als aandachtsveld beschouwt, vinden wij het wenselijk dat de NMa in haar agenda 2008 aan bovengenoemde punten meer aandacht zou geven.