• No results found

BESLUIT Nederlandse Mededingingsautoriteit

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "BESLUIT Nederlandse Mededingingsautoriteit"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BESLUIT

Nummer 102220_3/ 27

Betreft zaak: zaak 102220 Pawex

Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op het bezwaar van de Vereniging Particuliere Windturbine Exploitanten tegen een besluit van de Raad ex artikel 41c, eerste lid van de Elektriciteitswet (hierna: E-wet) d.d. 5 december 2005 met kenmerk 102061_7/ 12 aangaande de maximum nettarieven voor elektriciteit voor N.V. Continuon Netbeheer

I. Verloop van de procedure

1. Op 30 september 1999 is, bij besluitnummer 002, het besluit tot vaststelling van de tariefstructuren (hierna: TarievenCode Elektriciteit), zoals bedoeld in artikel 27 van de E-wet, tot stand gekomen. Dit besluit geeft de elementen en wijze van berekening weer van het tarief waarvoor afnemers zullen worden aangesloten op het net, van het tarief waarvoor transport van elektriciteit ten behoeve van afnemers zal worden uitgevoerd en van het tarief waarvoor systeemdiensten zullen orden verricht en de energiebalans wordt gehandhaafd. De Tarievencode Elektriciteit is het laatst gewijzigd bij besluit van

26 september 2006 met kenmerk 102342/ 6.

2. Op 9 september 2005 heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse

Mededingingsautoriteit (hierna: Raad) het informatieverzoek “ NE-TAR-05-09” (hierna: tarievenverzoek) in concept naar N.V. Continuon Netbeheer (hierna: Continuon) gestuurd met het verzoek voor 1 oktober 2005 het tarievenvoorstel, zoals bedoeld in artikel 41b, eerste lid van de E-wet (hierna: tarievenvoorstel), bij de Raad in te dienen. In dit tarievenverzoek is tevens de relatieve wijziging van de consumentenprijsindex (hierna: cpi), zoals bedoeld in artikel 41b, eerste lid E-wet, bekendgemaakt. De hoogte van de cpi voor het jaar 2006 is op grond van de gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek berekend en bedraagt 1,8.

(2)

4. Op 14 oktober 2005 en 3 november 2005 heeft de Raad aan Continuon aanvullende vragen gesteld met het verzoek een aangepast tarievenvoorstel in te dienen voor het jaar 2006 dan wel een nadere onderbouwing van het reeds ingediende voorstel.

5. Op 25 oktober 2005 heeft de Vereniging Particuliere Windturbine Exploitanten (hierna: Pawex) naar aanleiding van de terinzagelegging van het tariefvoorstel een zienswijze ingediend.

6. Op 11 november 2005 heeft de Raad van Continuon het aangepaste tarievenvoorstel ontvangen.

7. Op grond van de ter beschikking staande gegevens heeft de Raad berekend dat de Totale Inkomsten voor het jaar 2006 voor Continuon EUR 679.199.649 bedragen.

8. De Raad heeft het op 11 november 2005 ontvangen tarievenvoorstel beoordeeld aan de hand van artikel 41b, eerste lid van de E-wet. Daarbij is onder andere vastgesteld dat de inkomsten die met de rekenvolumes worden behaald bij het voorstel van Continuon overeenkomen met of lager zijn dan de door de Raad berekende Totale Inkomsten voor het jaar 2006. De Raad is daarna bij besluit van 5 december 2005, kenmerk 102061_7/ 12, overgegaan tot vaststelling van de maximum nettarieven voor Continuon voor het jaar 2006.

9. Bij brief van 12 januari 2006 heeft Pawex tijdig bezwaar gemaakt tegen dit besluit.

(3)

II. Juridisch kader

11. Op grond van artikel 40 E-wet worden de tarieven voor de diensten ter uitvoering van de taken genoemd in artikel 16, eerste lid van de E-wet vastgesteld overeenkomstig artikel 41 van de E-wet tot en met 41d van de E-wet.

12. Ingevolge artikel 41, eerste lid van de E-wet stelt de Raad na overleg met de gezamenlijke netbeheerders en met representatieve organisaties van partijen op de elektriciteitsmarkt de methode tot vaststelling van de korting ter bevordering van de doelmatige

bedrijfsvoering, van de kwaliteitsterm en van het rekenvolume van elke tariefdrager waarvoor een tarief wordt vastgesteld vast. Dit doet de Raad met inachtneming van het belang dat door middel van marktwerking ten behoeve van afnemers, de doelmatigheid van de bedrijfsvoering en de meest doelmatige kwaliteit van het transport worden bevorderd.

13. Ingevolge artikel 41a, eerste lid van de E-wet stelt de Raad ten behoeve van het voorstel zoals bedoeld in artikel 41b van de E-wet voor iedere netbeheerder afzonderlijk voor een periode van tenminste drie en ten hoogste vijf jaar het volgende vast:

a. de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering b. de kwaliteitsterm en

c. het rekenvolume van elke tariefdrager waarvoor een tarief wordt vastgesteld.

14. De methode tot vaststelling van het rekenvolume zoals bedoeld in artikel 41b, eerste lid van de E-wet alsmede de rekenvolumes zoals bedoeld in artikel 41a, eerste lid sub c van de E-wet zijn nog niet vastgesteld. Ten behoeve van dit besluit zijn de rekenvolumes gebaseerd op de rekenvolumes die zijn gehanteerd bij de tariefbesluiten voor het jaar 2005.

15. Ingevolge artikel 41b eerste lid van de E-wet zendt iedere netbeheerder jaarlijks een voorstel voor de tarieven die deze netbeheerder ten hoogste zal berekenen voor de uitvoering van de taken genoemd in artikel 16, eerste lid van de E-wet. Hierbij neemt de netbeheerder in acht:

ƒ Het uitgangspunt dat de kosten worden toegerekend aan de tariefdragers betreffende de diensten die deze kosten veroorzaken,

ƒ De tariefstructuren vastgesteld op grond van artikel 36 van de E-wet ƒ Het bepaalde bij of krachtens artikel 41a van de E-wet en

(4)

TIt = ( 1 + (cpi-x+q/ 100))x TIt-1

Waarbij:

TIt = de totale inkomsten uit de tarieven in het jaar t, te weten de som van de

vermenigvuldiging van elk tarief in het jaar t en het op basis van artikel 41a, onderdeel c, vastgestelde rekenvolume van elke tariefdrager waarvoor een tarief wordt vastgesteld;

TIt-1 = de totale inkomsten uit de tarieven in het jaar voorafgaande aan het jaar t, te weten de som van de vermenigvuldiging van elk tarief in het jaar t-1 en het op basis van artikel 41a, onderdeel c, vastgestelde rekenvolume van elke tariefdrager waarvoor een tarief wordt vastgesteld;

cpi = de relatieve wijziging van de consumentenprijsindex (alle huishoudens), berekend uit het quotiënt van deze prijsindex, gepubliceerd in de vierde maand voorafgaande aan het jaar t, en van deze prijsindex, gepubliceerd in de zestiende maand voorafgaande aan het jaar t, zoals deze maandelijks wordt vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek;

x = de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering;

q = de kwaliteitsterm die de aanpassing van de tarieven in verband met de geleverde kwaliteit aangeeft.

16. Ingevolge artikel 41c eerste lid van de E-wet stelt de Raad de tarieven die kunnen verschillen voor de verschillende netbeheerders en voor onderscheiden tariefdragers jaarlijks vast.

III. Bezwaren Pawex

17. Pawex merkt op dat bij de in het tarievenblad opgenomen onderdelen “ periodieke aansluitvergoeding” en “ eenmalige aansluitvergoeding” de door artikel 2.2.3C TC vereiste koppeling ontbreekt tussen de door een afnemer gevraagde aansluitcapaciteit en het bijbehorend (in de tabel ex artikel 2.2.3C TC genoemde) spanningsniveau. Het

(5)

18. Pawex geeft verder aan dat in het voor Continuon geldende tarievenblad per

standaardaansluiting slechts één tarief is opgenomen voor het maken van de aansluiting (“ eenmalige aansluitvergoeding t/ m 25 meter” ) en één tarief per standaardaansluiting voor de “ periodieke aansluitvergoeding” . Naar het oordeel van Pawex voldoen de voor Continuon vastgestelde standaardtarieven niet aan het bepaalde in artikel 2.3.3C TC omdat daarin geen afzonderlijk tarief is opgenomen voor de knip, beveiliging en de verbinding. Pawex concludeert dat dit alsnog dient te gebeuren.

IV. Beoordeling bezwaren

19. Pawex is een organisatie die de belangen van de bij haar aangesloten leden behartigt. Een aantal van deze leden hebben een aansluiting op het netwerk van Continuon en zijn derhalve aan te merken als afnemer in de zin van artikel 1, eerste lid sub c, van de E-wet. Het bezwaarschrift is ingediend met het oog op de collectieve belangen van deze leden.

20. Pawex stelt in bezwaar niet de hoogte van de vastgestelde tarieven ter discussie; de bezwaren van Pawex richten zich uitsluitend tegen de wijze waarop de vastgestelde tarieven in het bijbehorende tarievenblad zijn weergegeven. Dit zou strijdig zijn met de bepalingen van de TC.

Periodieke aansluitvergoeding en eenmalige aansluitvergoeding t/ m 25 meter 21. Ten aanzien van de door Pawex gestelde noodzaak om in het tarievenblad een

uitdrukkelijke koppeling op te nemen tussen het aansluitvermogen en het bijbehorend spanningsniveau, overweegt de Raad het volgende.

22. In artikel 2.1.1. TC is bepaald dat door een netbeheerder aan iedere producent en verbruiker die een aansluiting op het door die netbeheerder beheerde net heeft of daarom verzoekt de aansluitdienst wordt aangeboden. Deze aansluitdienst omvat de werkzaamheden, genoemd in artikel 28 van de E-wet, zo blijkt uit artikel 2.1.2 TC. Uit artikel 2.2.1TC volgt dat het aansluittarief dient ter bestrijding van de kosten die de netbeheerder in verband met de onder 2.1.2 genoemde werkzaamheden maakt, en voor zover deze geen deel uitmaken van de transportkosten. Deze kosten zijn te

onderscheiden in:

a. initiële investeringskosten (eenmalig aansluittarief);

b. kosten voor het in stand houden van de aansluiting (periodiek aansluittarief)

23. De Raad stelt vast dat in artikel 2.1.3 TC is bepaald dat de aansluitdienst betrekking heeft op de aansluiting voor aangeslotenen met een door de aangeslotene gewenste

(6)

het aansluittarief wordt bepaald door de aansluitcapaciteit die de aangeslotene wenst, met inachtneming van de tabel genoemd in 2.3.3.C van de TC waarin een verband wordt gelegd met een bepaald spanningsniveau. Pawex heeft daarom in het bezwaarschrift terecht opgemerkt dat de aansluitcapaciteit voor de standaardaansluitingen, zoals bedoeld in de tabel behorend bij artikel 2.3.3C, is gekoppeld aan een bijbehorend spanningsniveau. De Raad stelt dan ook vast dat de keuze van een aangeslotene voor een bepaalde aansluitcapaciteit tevens een keuze impliceert voor een aansluiting met een bepaalde spanningsniveau.

24. Tegen deze achtergrond van het voorgaande moet artikel 2.1.5 TC worden bezien. Hierin is bepaald dat een afnemer recht heeft op een aansluiting op het door hem gevraagde spanningsniveau, tenzij dit om technische redenen redelijkerwijs niet van de

netbeheerder kan worden verlangd. Netbeheerder en afnemer overleggen onder welke voorwaarden en tegen welke vergoeding de aansluiting in deze gevallen wordt gerealiseerd, zo blijkt uit voormelde bepaling.

25. Indien de artikelen 2.1.5. en 2.3.3.TC in hun onderlinge samenhang worden gelezen, kan derhalve worden vastgesteld dat de afnemer het recht om te worden aangesloten op het gevraagde spanningsniveau geldend kan maken door een keuze voor een gewenste aansluitcapaciteit kenbaar te maken. In zoverre heeft Pawex in het bezwaarschrift terecht opgemerkt dat er een koppeling bestaat tussen de door een afnemer gevraagde

aansluitcapaciteit en het bijbehorend (in de tabel ex artikel 2.2.3C TC genoemde) spanningsniveau.

26. Niet kan echter worden staande gehouden dat de tabel als bedoeld in artikel 2.2.3C TC onderdeel zou moeten worden uitmaken van het tarievenblad van de netbeheerder. Immers, de relatie tussen aansluitcapaciteit en spanningsniveau volgt in beginsel rechtstreeks uit de tabel; een noodzaak of plicht om het bijbehorende spanningsniveau op het tarievenblad van de netbeheerder zichtbaar te maken kan daar niet uit worden afgeleid. In de situatie dat om technische redenen een aansluiting op het door de afnemer gevraagde spanningsniveau niet mogelijk is, kunnen netbeheerder en afnemer met elkaar in overleg treden op welke spanningsniveau de aansluiting wordt gerealiseerd. Hiermee wordt invulling gegeven aan artikel 2.1.5. TC; gelet op het voorgaande leidt de grief van Pawex niet tot een aanpassing van het tarievenblad van Continuon.

Tariefcomponenten/ transparantie

(7)

nadere onderverdeling van tariefcomponenten die, hoewel enigszins afwijkend, in grote lijnen vergelijkbaar is met het eenmalige aansluittarief.

28. Daarnaast is van belang dat in artikel 41b, eerste lid, E-wet is bepaald dat de door de Raad vastgestelde tarieven kostengeoriënteerd zijn. Aan deze kostenoriëntatie wordt in het kader van de regulering invulling gegeven door middel van het hanteren van systeem van maatstafconcurrentie. Deze methodiek is een vorm van regulering die is gebaseerd op het onderling vergelijken van prestaties van bedrijven1. In het systeem van

maatstafconcurrentie zijn de nettarieven, kort gezegd, gebaseerd op de gemiddelde, efficiënte kosten in de sector. Dat wil zeggen dat de voor een netbeheerder toegestane jaarlijkse inkomsten zodanig worden berekend dat met deze tariefinkomsten de

gemiddelde kosten die een efficiënte netbeheerder in de sector pleegt te maken, kunnen worden terugverdiend. Voor de periodieke aansluittarieven betekent dit dat eerst op sectorniveau de gemiddelde, efficiënte kosten worden berekend en dat met

inachtneming van deze kosten voor iedere netbeheerder de jaarlijks toegestane inkomsten uit de nettarieven worden vastgesteld. In het tariefvoorstel dient de netbeheerder de toegestane inkomsten te alloceren tussen de verschillende

tariefcategorieën. De Raad stelt op basis van dit voorstel de periodieke aansluittarieven vast.

29. Voor de eenmalige aansluittarieven wordt aan dit beginsel van (efficiënte)

kostenoriëntatie invulling gegeven door middel van toepassing van de tarievenformule als bedoeld in artikel 41b, eerste lid, onderdeel d, van de E-wet op elke afzonderlijke tariefcategorie. Op deze wijze heeft de Raad in het bestreden besluit de eenmalige aansluittarieven vastgesteld. Dit vastgestelde aansluittarief wordt geacht

kostengeorienteerd te zijn, hetgeen inhoudt dat de wet ervan uit gaat dat het

aansluittarief dekking biedt voor de tariefcomponenten knip, beveiliging en verbinding. De redelijkheid van het aldus vastgestelde tarief is daarmee gegeven. Anders dan Pawex kennelijk meent, gaat het bepaalde in artikel 2.3.3.C TC derhalve niet zover dat de redelijkheid van iedere individuele tariefcomponent afzonderlijk zou moeten worden vastgesteld. De grief kan daarom niet slagen.

30. Ook het feit dat de E-wet en de TC er in voorzien dat in bepaalde situaties een maatwerkaansluiting wordt gerealiseerd of dat er door de afnemer openbaar wordt

1Besluit tot vaststelling van de methode van de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering ingevolge artikel

(8)

aanbesteed, maakt het voorgaande niet anders. Pawex heeft zich dan wel op het

standpunt gesteld dat de afnemer in deze gevallen behoefte heeft aan transparantie over de hoogte van de individuele tariefcomponenten, een noodzaak om op het tarievenblad van de netbeheerder een nader inzicht te bieden over deze tariefcomponenten kan daar niet uit worden afgeleid. Immers, het staat de afnemer vrij om in deze gevallen aan de netbeheerder of aan een derde te vragen om een offerte uit te brengen voor de te verrichten werkzaamheden. Op de wijze kan de afnemer desgewenst een vergelijking maken tussen het bedrag dat aan de netbeheerder zou zijn verschuldigd of aan een derde. Een nadere specificatie op het tarievenblad ten aanzien van de individuele tariefcomponenten, zoals bepleit door Pawex, staat daar los van.

Conclusie

31. De Raad concludeert dat geen van de aangevoerde grieven aanleiding geven om over te gaan tot herroeping van het bestreden besluit van 5 december 2005. Dit besluit wordt dan ook in stand gelaten.

V. Besluit

32. De Raad Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit:

verklaart het bezwaarschrift van de Vereniging Particuliere Windturbine Exploitanten tegen het besluit d.d. 5 december 2005 inzake de vaststelling van de maximum

nettarieven elektriciteit voor het jaar 2006 voor N.V. Continuon Netbeheer, als bedoeld in artikel 41c, eerste lid van de Elektriciteitswet 1998, ongegrond.

Datum: 12 december 2006

De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, Namens deze,

Overeenkomstig het door de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit genomen besluit:

P. Kalbfleisch

(9)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Na onderzoek van de melding en de daarbij ingediende gegevens, is de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot de slotsom gekomen dat de gemelde operatie

In onderhavig besluit wordt in het midden gelaten of sprake is van een mogelijke markt voor schoonmaakdiensten of dat nader onderscheid moet worden gemaakt naar een mogelijke

Op bovenvermelde datum heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin

Op bovenvermelde datum heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin

gemeenten Haarlem, Haarlemmermeer, Aalsmeer en Amstelveen Heemstede, Bennebroek, Hillegom en Lisse omvat, behalen partijen een marktaandeel van maximaal [30-40] procent op het

Op grond van de ter beschikking staande gegevens kon met voldoende zekerheid worden vastgesteld dat er geen sprake is van een door de concentratie te beïnvloeden markt in de zin

marktaandelen kleiner zijn dan 25% in de horizontale relatie en kleiner zijn dan 30% in de verticale relatie, en er anderszins ook geen aanwijzingen zijn dat de

Op bovenvermelde datum heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin