Vraag nr. 271
van 4 september 2002
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Alternatieve geneeskunde – Kwaliteitsbewaking opleidingen
Door de wet van 29 april 1999 betreffende de n i e t-conventionele praktijken inzake de genees-k u n d e, de artsenijbereidgenees-kunde, de genees-kinesitherapie, de verpleegkunde en de paramedische beroepen, werd een officiële erkenning gegeven aan een aan-tal met naam genoemde en een aanaan-tal nog niet met naam genoemde praktijken.
Als niet-conventionele praktijken worden de ho-m e o p a t h i e, de chiropraxie, de osteopathie en de acupunctuur in wetteksten reeds vermeld.
1. Bestaan er inmiddels opleidingen/bijscholingen in het onderwijs voor deze niet-c o n v e n t i o n e l e praktijken en zo ja, waar ?
2. Hoe gebeurt in Vlaanderen de kwaliteitsbewa-king van de opleidingen/bijscholingen homeo-p a t h i e, c h i r o homeo-p r a x i e, osteohomeo-pathie en acuhomeo-punctuur ? N B. Deze vraag werd gesteld aan de ministers
Vo-gels (vraag nr. 271) en Vanderpoorten (nr. 140).
Antwoord
Door de wet van 29 april 1999 betreffende de n i e t-conventionele praktijken inzake de genees-k u n d e, de artsenijbereidgenees-kunde, de genees-kinesitherapie, de verpleegkunde en de paramedische beroepen werd een officiële erkenning gegeven aan een aan-tal met naam genoemde en een aanaan-tal nog niet met naam genoemde praktijken.
Dergelijke erkenningen vallen onder de regeling van de uitoefening van de geneeskunde en de para-medische beroepen.
In uitvoering van de Bijzondere Wet van 8 augus-tus 1980 tot hervorming van de instellingen valt de regeling van de uitoefening van de geneeskunst en de paramedische beroepen onder de federale be-voegdheid.
Artikel 5 van de Bijzondere Wet geeft een opsom-ming van de bevoegdheden van de gemeenschap-p e n . De regeling van de geneeskunst en de gemeenschap- para-medische beroepen kan niet onder deze opsom-ming gecatalogeerd worden.
De federale overheid kan dus op grond van haar bevoegdheid inzake de regeling van de uitoefening van de geneeskunst regels stellen voor de toegang tot het beroep van arts, t a n d a r t s, v e r p l e e g k u n d i g e, enzovoort.
De federale overheid mag hierbij niet de bevoegd-heid van de gemeenschap inzake onderwijs mis-k e n n e n . Dit betemis-kent dat de federale overheid zich niet kan uitspreken over de organisatie van de op-l e i d i n g e n . Dit betreft een gemeenschapsbevoegd-heid.
M . b. t . de vraag van de Vlaamse volksvertegen-woordiger inzake georganiseerde opleidingen/bij-scholingen en de kwaliteitsbewaking van deze op-leidingen/bijscholingen zal nadere informatie be-zorgd kunnen worden door de bevoegde minister, mevrouw Marleen Va n d e r p o o r t e n , Vlaams minister van Onderwijs en Vo r m i n g, die eveneens deze par-lementaire vraag ontving.
M . b. t . de uitvoering van de wet van 29 april 1999 kan ik de Vlaamse volksvertegenwoordiger meede-len dat er tot op heden één uitvoeringsbesluit ge-nomen werd, met name het koninklijk besluit van 4 juli 2001 betreffende de erkenning van beroepsor-ganisaties van beoefenaars van een niet-conventio-nele praktijk of van een praktijk die in aanmerking kan komen om als niet-conventionele praktijk ge-kwalificeerd te worden. Hierin worden de voor-waarden gesteld waaraan men moet voldoen om erkend te worden als beroepsorganisatie van beoe-fenaars van praktijken genoemd in de wet van 29 april 1999.