Vraag nr. 277
van 20 september 2002
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN CBO-cursisten – RSZ-bijdragen
In het kader van de sociale integratie van personen met een handicap worden de centra voor beroeps-opleiding (CBO) erkend door het Vlaams Fo n d s. Dit berekent en subsidieert de aanwezigheidspre-mie die de CBO's uitbetalen aan de cursisten, d e personen met een handicap.
Het Vlaams Fonds is van oordeel dat er geen R S Z-bijdragen verschuldigd zijn op de aanwezig-heidspremie wanneer de cursist reeds een vervan-gingsinkomen heeft. De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) daarentegen baseert zich blijk-baar op het koninklijk besluit (KB) van 28 novem-ber 1969 en stelt nu bijdragevorderingen in. Vo l-gens de laatste gegevens zouden de betwiste som-men oplopen tot meer dan 2.500.000 euro. In af-wachting van een oplossing ten gronde worden se-dert reeds meer dan tien jaar alle vorderingen bij de arbeidsrechtbank op de rol geplaatst.
Welke stappen heeft de minister reeds onderno-men om hierin snel duidelijkheid te krijgen ?
Antwoord
Dit probleem sleept reeds een vijftiental jaren aan. De opeenvolgende bevoegde ministers, zowel op federaal als regionaal vlak, werden op de hoogte gebracht.
De belangrijkste redenen waarom een oplossing noodzakelijk is, zijn de volgende :
– de regularisatie van het verleden (de voorbije vijftien jaren) : de RSZ eist een bijdrageonder-werping voor deze categorie van personen en gaat hierbij zover de betrokken werkgevers te dagvaarden voor de arbeidsrechtbanken tot op-eising van bijdragen en verwijlintresten, n a a r alle waarschijnlijkheid om de verjaring van de vordering te stuiten ;
– de rechtsonzekerheid van alle betrokken partij-e n , inzondpartij-erhpartij-eid dipartij-e van dpartij-e cpartij-entra voor bpartij-e- roepsopleiding en van de werkgevers die de be-trokken personen tewerkstellen, voor wie de impassen vragen van financiële of budgettaire aard oproept en die in het ongewisse blijven over hun verplichtingen terzake ;
– het negatief imago en de negatieve impact die dit probleem veroorzaakt bij de werkgevers die deze personen tewerkstellen of de intentie heb-ben tewerk te stellen ;
– werkgevers die een beroep doen op gunstmaat-regelen of RSZ-verminderingen zouden door niet-betaling van de in deze materie opgeëiste socialezekerheidsbijdragen door de RZS gewei-gerd of benadeeld worden. Hierbij dient noch-tans onmiddellijk gesteld te worden dat de ter-zake bevoegde ambtenaren van de RSZ ont-kennen dat de RSZ, louter vanwege deze kwes-tie, discriminerend zou optreden.