• No results found

Vraag nr. 138 van 11 maart 2003 van de heer CARL DECALUWE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 138 van 11 maart 2003 van de heer CARL DECALUWE"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 138 van 11 maart 2003

van de heer CARL DECALUWE

Stadsrandbos Kortrijk – Landbouwstudie

Eind 2001 werd een studie opgestart met als doel voor iedere individuele landbouwer die geconfron-teerd wordt met onteigening in het kader van het stadsrandbos Kortrijk een oplossing op maat te zoeken.

De analyse zou begin vorig jaar klaar zijn en het voorstel met oplossingen einde maart 2002.

1. Kan de minister een synthese geven van de be-trokken analyse ?

2. Hoeveel landbouwers hebben een grote afhan-kelijkheid tot het stadsrandbos Kortrijk ? We l k e criteria werden hiertoe gehanteerd ?

3. Wat zijn de voorgestelde oplossingen bij grote afhankelijkheid ?

4. Welke middelen zijn ingeschreven binnen de so-ciale context van de landbouwers, die grondver-lies lijden en dus inkomsten derven ?

5. In welke mate zijn de individuele landbouwers reeds op de hoogte gebracht van de vooropge-stelde oplossingen uit deze analyse ?

Wat was hun reactie ?

In hoeverre gaven zij hun goedkeuring aan de voorgestelde individuele oplossing ?

Wat zal deze hele operatie kosten, r e k e n i n g houdende met eventuele ruilgronden ?

Antwoord

Eind 2001 werd een studie opgestart met als doel voor iedere individuele landbouwer die geconfron-teerd wordt met onteigening in het kader van het stadsrandbos Kortrijk een oplossing op maat te z o e k e n . De analyse zou begin vorig jaar klaar zijn en het voorstel met oplossingen einde maart 2002. 1. In totaal zijn 35 landbouwers betrokken bij het

p r o j e c t , namelijk 26 in het project en 9 met enkel randeffecten.

Negen landbouwers namen niet deel aan de en-quête omdat zij ofwel geen interesse hadden,

ofwel omdat er enkel verwaarloosbare randef-fecten waren, ofwel omdat zij niet bereikbaar w a r e n , ofwel omdat zij hun gronden reeds ver-kocht hadden.

Volgens de verklaringen van de landbouwers kunnen 90 ha van de gronden in de perimeter 'direct' vrijkomen, 50 ha kunnen vrijkomen na een overgangsperiode tot 9 jaar.

Voor 52 ha wordt gevraagd om naar ruilmoge-lijkheden uit te kijken. Daarnaast is er interesse om 7,5 ha extensief weiland gelegen binnen de perimeter te mogen gebruiken.

2. Voor 14 landbouwers blijkt afstand van hun g r o n d e n , eventueel mits een overgangsregeling, haalbaar.

Er zijn 11 landbouwers (tussen 30 en 50 jaar), waarvoor een alternatieve oplossing gezocht moet worden: 2 hiervan zien integratie in het project (gebruik extensieve graslanden) moge-l i j k ; de overige 9 gebruiken in het gebied 16 ha gronden in eigendom en 36 ha in pacht.

Ook in deze laatste categorie is de afhankelijk-heid van deze gronden zeer divers. Voor sommi-gen betreft het een relatief kleinere oppervlak-t e, voor andere liggen de gronden ver van de be-d r i j f s z e t e l , voor nog anbe-dere vormt lanbe-dbouw niet het hoofdinkomen van het gezin. Ve r l i e s van deze gronden blijft echter voor alle betrok-kenen een ongewenste ingreep.

3. Voor iedere gebruiker wordt een aangepaste oplossing gezocht, waar hij zichzelf het beste kan in vinden.

Het betreft een combinatie van een financiële v e r g o e d i n g, overgangsmaatregelen (tijdelijk verder gebruiken van de gronden) en het aan-bieden van tijdelijke of definitieve ruilgronden. De beschikbaarheid van ruilgronden is hierbij de minst voorspelbare factor, mede omdat de betrokkene zelf de aangeboden gronden finan-cieel (meer- of minwaarde bepaald door het a a n k o o p c o m i t é ) , kwalitatief en qua ligging moet aanvaarden.

(2)

Mogelijke ruilgronden worden bij voorkeur aangeboden aan de jongere landbouwers in hoofdberoep.

4. Het Vlaams Gewest voorziet in uitbetaling van een uittredingsvergoeding bij het stopzetten van de pacht na aankoop van de gronden. Deze ver-goedingen worden bepaald en onderhandeld door het Aankoopcomité van het federale Mi-nisterie van Financiën.

Inkomstenderving voor bebossing van land-b o u w g r o n d e n , overeenkomstig het Europese P l a t t e l a n d s o n t w i k k e l i n g s p l a n , komt in principe ook in aanmerking. Nochtans blijkt de uitbe-taling van een uittredingsvergoeding eenvoudi-ger en over het algemeen interessanter voor de betrokken landbouwer.

5. De enquête heeft de voorkeuroplossing van de landbouwers geregistreerd. Er is aan de land-bouwers geen definitieve goedkeuring van de voorgestelde oplossing gevraagd. De nu geregis-treerde keuze vormt enkel een uitgangspunt bij verdere besprekingen.

Het financiële luik van de overeenkomst kan immers alleen met het Aankoopcomité over-eengekomen worden. Uiteraard zal een land-bouwer die de gronden snel verlaat een hogere uittredingsvergoeding ontvangen dan deze die een langere overgangsregeling verkiest.

Ook is het al dan niet vinden van geschikte ruil-g r o n d e n , en de timinruil-g hiervan, belanruil-grijk voor de beslissing van de landbouwer.

De uiteindelijke keuze van de landbouwer kan dus om verschillende redenen afwijken van zijn voorlopige keuze bij de enquête. Zij hebben nog steeds de mogelijkheid om te kiezen voor alter-natieve oplossingen.

De landbouwers zeggen zelf dat zij moeilijk de voorgestelde oplossing kunnen beoordelen voordat alle aspecten (zowel inhoudelijk als fi-nancieel) vastliggen.

6. Aankoop van ruilgronden voor ruil met gron-den in eigendom (volgens de enquête 16 ha) brengt geen bijzondere meerkosten mee voor het Vlaams Gewest.

De aankoop van de ruilgronden door het Vlaams Gewest beperkt zich tot een zeer tijde-lijke situatie, waarna zij geruild worden voor de definitief te verwerven gronden.

Ook het aanbieden van ruilgronden ter vervan-ging van pachtgronden (volgens de enquête 36 ha) zal steeds een tijdelijk karakter hebben. Indien de huidige eigenaar van de pachtgron-den bereid wordt gevonpachtgron-den om de nieuwe ruil-gronden in eigendom te nemen met behoud van de pachter, kan de ruiloperatie binnen een kort tijdsbestek doorgevoerd worden.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Kan eveneens een specifiek overzicht worden gegeven per erkende vennootschap voor het ar- rondissement Kortrijk-Roeselare-Tielt?. Wat zijn de oorzaken van deze langdurige

Ondanks het feit dat de premie pas wordt ontvangen nadat de kosten voor de werken reeds betaald zijn, heeft een ruime meerderheid daar geen problemen mee.. Ongeveer eenderde

De studie toont ook aan dat de uitgevoerde werken substantieel zijn (41 % van de onder- vraagden liet werken uitvoeren voor een totaal- bedrag van meer dan 400.000 frank)..

In onderstaande tabel wordt het aantal aanvragen door kredietinstellingen weergegeven tot compen- satie van het geleden verlies als gevolg van het feit dat de opbrengst bij

Van die 2.111 leningen met achterstand, zijn er 70 lenin- gen waarvan de achterstand meer dan drie maandbetalingen bedraagt, 135 leningen die de bestaande achterstand

De hypothecaire leningen door het Wo n i n g- fonds worden nu reeds een aantal jaren toege- kend.. Wat is het gemiddelde profiel van

Op uitzonderlijke plaatsen, zoals bijvoorbeeld ter hoogte van scherpe bochten, kan het gebeuren dat de herstelde vangrails binnen de kortste tijd op- nieuw worden beschadigd, zodat

4 3 van 22 november 2000 blijkt dat reeds 212 dossiers werden goedgekeurd voor een totaal subsidiebe- drag van meer dan 42 miljoen frank?. De voorbeeldfunctie van de V l a a m s