• No results found

Vraag nr. 64 van 1 juni 2001 van de heer JAN LOONES

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 64 van 1 juni 2001 van de heer JAN LOONES"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 64 van 1 juni 2001

van de heer JAN LOONES

A c a d e m i s che opleiding Toerisme – Stand van zaken

Naar aanleiding van het advies van de V l a a m s e Raad voor het Toerisme omtrent de academische opleiding Toerisme (van 14 juni 2000) vroeg ik des-tijds naar de initiatieven van de minister terzake. In zijn antwoord (schriftelijke vraag nr. 105 van 4 september 2000 ; Bulletin van Vragen en A n t w o o r-den nr. 4 van 1 december 2000, b l z . 510) stelde de minister dat er binnen de Vlaamse Raad voor het Toerisme een werkcommissie zou worden opge-richt teneinde een concreet dossier op te stellen voor de verwezenlijking van een voortgezette aca-demische opleiding To e r i s m e. De minister beloofde tevens overleg te plegen met het kabinet van de minister van Onderwijs en Vorming.

Ondertussen blijkt deze werkgroep zijn aanvraag-dossier te hebben voorgelegd aan de algemene ver-gadering van de Vlaamse Raad voor het Toerisme. Daarbij werd vastgesteld dat een groot aantal werknemers in het toeristisch bedrijfsleven reeds over een graduaatsdiploma Toerisme beschikt. Verder blijkt de nood aan een verdere professione-le ontplooiing van de houders van een diploma hoger onderwijs van één cyclus (HO één cy c l u s ) . Zij moeten aldus evenwaardig aan de voortgezette academische opleiding Toerisme kunnen deelne-men.

Daarom pleit de Vlaamse Raad voor het To e r i s m e in zijn advies van 14 februari 2001 (VRTA DV-01.01) voor een verruiming van de voortgezette academische opleiding in het toerisme naar de ho-gescholen.

Niet alleen zou een dergelijke verruiming een maatschappelijke meerwaarde bieden, maar zij zou ook de slaagkansen van de opleiding vergroten. 1. Heeft de minister het advies van de V l a a m s e

Raad voor het Toerisme inzake de verruiming van de voortgezette academische opleiding To e-risme reeds geëvalueerd ? Zo ja, wat zijn de conclusies ?

2. Heeft de minister terzake reeds initiatieven ge-nomen of gepland en zo ja, welke ?

3. Werd door de minister reeds overleg gepleegd met zijn collega bevoegd voor Onderwijs en Vorming ?

Antwoord

1. Het advies van de Vlaamse Raad voor het To e-risme van 14 juni 2000," Advies inzake de richting van een voortgezette academische op-leiding To e r i s m e " , bevestigde mijn stelling dat het ontbreken van een universitaire opleiding Toerisme als een missing link wordt ervaren, zoals trouwens vermeld in mijn Beleidsnota Toerisme 1999-2004 (blz. 74) (Stuk 156 (1999-2000) – Nr. 1 – red.).

Een werkgroep voortgezette academische op-leiding in de schoot van de Vlaamse Raad voor het Toerisme werkte een voorstel uit, dat naar de vijf Vlaamse universiteiten werd gestuurd. Drie universiteiten (UA , KU Leuven en LUC) hebben inmiddels een samenwerkingsakkoord b e r e i k t , dat inhoudt dat de opleiding vanaf ok-tober 2001 van start kan gaan ( UA : U n i v e r s i t e i t A n t w e r p e n ,K U Leuven : Katholieke Universiteit Leuven ; LUC : Limburgs Universitair Centrum – red.).

2. Het advies van de Vlaamse Raad voor het To e-risme van 14 februari 2001 (VRTA DV- 0 1 . 0 1 ) werd geëvalueerd en er werd rekening mee ge-houden bij de uitwerking van het dossier "voortgezette academische opleiding To e r i s-me", zover de huidige wetgeving dit toestaat. – Het decreet van 12 juni 1991 betreffende het

universitair onderwijs bepaalt in artikel 37 : " Voor de inschrijving in een aanvullende op-leiding of specialisatieopop-leiding geldt het bezit van een diploma van een academische opleiding van de tweede cyclus of van een opleiding van de tweede cyclus van een in-stelling voor hoger onderwijs van het lange type die krachtens een beslissing van het uni-versiteitsbestuur toelating verleent tot die opleiding, als toelatingsvoorwaarde".

Het is dus wettelijk niet mogelijk gegradu-eerden (hoger onderwijs van één cyclus) toe te laten tot de voortgezette academische op-leiding GAS Toerisme (GAS : g e d i p l o m e e rd e in aanvullende studies – red.).

(2)

e-risme bepaald dat gegradueerden zich als vrij student kunnen inschrijven.

– Daarnaast is de mogelijkheid tot het afslui-ten van een samenwerkingsovereenkomst met de hogescholen in toerisme (HO één cy-clus) expliciet opgenomen in de interuniver-sitaire samenwerkingsovereenkomst.

Deze materie, en het adviseren in het licht van de voortgang van de realisatie van de B o l o g n a v e r k l a r i n g, zal een van de uitdrukke-lijke bevoegdheden van een begeleidings-commissie zijn. De universiteiten hebben in de besprekingen steeds een positieve hou-ding aangenomen inzake een mogelijke sa-menwerking met de hogescholen.

3. Ik heb een brief gestuurd naar de verschillende organen die een vertegenwoordiger kunnen af-vaardigen voor de begeleidingscommissie ver-bonden aan de voortgezette academische oplei-ding.

Deze begeleidingscommissie zal worden geïn-stalleerd bij het begin van het academiejaar. 4. Ik zal de hogescholen stimuleren tot

gemeen-schappelijk overleg betreffende de mogelijkhe-den van samenwerking met de universiteiten die de voortgezette academische opleiding To e-risme organiseren.

In de vergadering van de Vlaamse Raad voor het Toerisme van 14 juni laatstleden heeft mijn medewerkster benadrukt dat elk constructief voorstel van de hogescholen welkom is, v o o r z o-ver het past binnen de reglementaire mogelijk-heden.

5. Ik heb bij de voorbereiding van het dossier "voortgezette academische opleiding To e r i s m e " herhaaldelijk overleg gepleegd met mijn collega mevrouw Vanderpoorten.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Aangezien er een algemeen aanvaarde methode bestaat voor het ontsmetten van zwemwater, d i e ook internationaal wordt gebruikt, behoort een eventuele vraag om subsidie

Vanaf midden oktober 2001 zou de VZW drie- maandelijks 400.000 frank moeten aflossen aan de Vlaamse overheid.. Dit zou passen in een afbe- talingsplan ter delging van

Vermits het decreet van 30 juni 1993 houdende bescherming van het archeologisch pa- trimonium ook betrekking heeft op archeologische monumenten "onder water", biedt

Het Vlaams Fonds streeft dus niet enkel naar communicatie onder de slechthorenden onder- l i n g, doch tracht tevens de communicatie te be- vorderen tussen doven of slechthorenden

De problematiek die de Vlaamse volksvertegen- woordiger aanhaalt, is niet specifiek voor de kleine sector van de scheepsherstelling.. Ze is de bevestiging van de dagelijkse

De Vlaamse Raad voor het Toerisme stelt dat con- venants tussen Toerisme Vlaanderen en de toeristi- sche infokantoren moeten worden afgesloten voor het hele toeristische beleid, en

De Vlaamse Raad voor het Toerisme wil de geweste - lijke en federale overheden aansporen initiatieven te nemen om een gunstige fiscale behandeling moge - lijk te maken van de kosten

Toeristische logiesverstrekking – Kaderdecreet In zijn advies van 20 september 2000 (VRTA DV- 00.05) inzake de toeristische logiesverstrekking vertaalt de Vlaamse Raad voor