• No results found

De strijd tegen het labyrint van de onderdrukking

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De strijd tegen het labyrint van de onderdrukking"

Copied!
81
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De strijd tegen het labyrint van de onderdrukking

De inzet van Amnesty International voor de bescherming van

mensenrechten in China tussen 1980 en 1999

Sarah Birebi 10212000

Masterscriptie Geschiedenis van de Internationale Betrekkingen 22.297 woorden

Universiteit van Amsterdam Dr. Rimko van der Maar 1 juli 2016

(2)

2

Inhoudsopgave

Inleiding 4

1. De mensenrechtensituatie in China tot 1989

8 9 12 14 15 1.1 De opkomst van Mao Zedong en de CCP

1.2 Een geschiedenis van campagnes, 1949-1976 1.3 De hervormingspolitiek van Deng Xiaoping 1.4 Het strafsysteem

1.5 Gevangenen

1.6 Opstand en demonstraties 17

2. Het Tiananmenprotest op 4 juni 1989

2.1 Hu Yaobang en de ‘Democratische Beweging’ 20 2.3 De aanloop naar de nacht van 3 op 4 juni 22 2.4 De veroordeling van de internationale gemeenschap 24 2.4 De verdediging van de Chinese regering 26

2.5 Reactie Amnesty International 28

3. De veranderde situatie in China vanaf 1990

3.1 Veranderingen in beleid CCP 31

3.2 ‘The White Papers on Human Rights in China’ 33 3.3 De mensenrechtensituatie in de jaren negentig 35 4. Activiteiten van Amnesty International in China

4.1 Beleid van de organisatie 40

4.2 Het werk van Amnesty International tussen 1980 en 1989 43 4.3 Het werk van Amnesty International tussen 1990 en 1999 49 5. De effectiviteit van Amnesty International

5.1 ‘Mobilization of the Conscience of mankind’: voorwaarden voor

effectiviteit 56

5.2 ‘Diplomacy of shame’ in China 59

5.3 Amnesty’s resultaten 64

Conclusie 70

Bronnen en literatuur 75

(3)

3

Verantwoording afbeelding voorblad

Op de foto is een Tibetaanse protesteerder te zien die anti-China slogans roept vanuit een gevangenenwagen in Kathmandu. Ondanks dat de onderdrukking van Tibetanen niet het onderwerp is van deze scriptie, ben ik van mening dat de foto de lading van het onderzoek dekt. De man op de foto staat voor mij symbool voor de schreeuw om vrijheid van Chinezen in de jaren tachtig. De tralies symboliseren de onderdrukking van de Chinese autoriteiten. Het gat rond zijn mond symboliseert de ruimte en aandacht die Amnesty International Chinese politieke gevangenen heeft gegeven.

(4)

4

Inleiding

In mei 2016 meldde ‘The Guardian’ dat de laatste gevangene die vast zit voor de betrokkenheid bij de het Tiananmenprotest waarschijnlijk op 15 oktober vrij komt. Miao Deshun was in het voorjaar van 1989 één van de demonstranten die in de Chinese hoofdstad Beijing demonstreerden voor meer democratie. Op 4 juni mondde dit vreedzame protest uit in een bloedbad. Nadat de Chinese autoriteiten het protest bruut hadden neergeslagen werden er ruim duizend Chinezen opgepakt en

gevangengezet. Miao was hier één van. Hij werd beschuldigd van brandstichting en veroordeeld tot de doodstraf. In 1991 werd dit omgezet in een levenslange

gevangenisstraf.

Vandaag de dag is het in China nog steeds verboden om het bloedbad te herdenken.1 Het lijkt erop dat niets of niemand in het land meer herinnerd mag

worden aan de gebeurtenissen in het voorjaar van 1989. Gao Yu zat vijftien maanden in de gevangenis voor haar betrokkenheid bij de demonstraties. In 1990 werd zij opnieuw veroordeeld voor het openbaar maken van staatsgeheimen. De Chinese regering was kennelijk bang voor de macht van haar pen.2 China deed en doet er dus nog steeds alles aan om een van de grootste mensenschendingen van de afgelopen tijd te onderdrukken.3

Mensenrechten nemen een bijzondere plek in de Chinese samenleving en geschiedenis in. In het Westen vonden er in de periode 1750-1850 radicale politieke veranderingen plaats. Pas tegen het einde van de negentiende eeuw en begin

twintigste eeuw vonden soortgelijke veranderingen plaats in China. Nieuwe politieke concepten werden geïntroduceerd. In het begin van de twintigste eeuw was het concept van mensenrechten hier een van. Tot aan het einde van de negentiende eeuw had de Chinese taal geen equivalente woorden voor ‘rechten’ of ‘mensenrechten’. Andere politieke begrippen, zoals nationalisme en revolutie, speelden een veel grotere rol in de politieke transformatie van China.4 Chinezen beschouwden mensenrechten

1 China to release last prisoner jailed over Tiananmen Square protests, 4 mei 2016, The Guardian,

http://www.theguardian.com/world/2016/may/04/china-release-last-prisoner-tiananmen-square-protests (laatst bekeken op 28 mei 2016).

2

China: Tiananmen’s legacy 26 years on, turning back the clock, William Nee, 4 juni 2015, Amnesty

International,

https://www.amnesty.org/en/latest/campaigns/2015/06/tiananmens-legacy-26-years-on-turning-back-the-clock/ (laatst bekeken op 28 mei 2016).

3 Andrew J. Nathan in Zhang Liang, The Tiananmen Papers: Chinese Leadership’s Decision To Use

Force Against Their Own People – In Their Words, (New York 2001), 7.

4 Marina Svensson, Debating Human Rights in China: a conceptual and political history, (Lanham

(5)

5

als een buitenlands concept, omdat het voor het eerst geformuleerd werd in het

Westen. Onder wetenschappers wordt er daarom gediscussieerd over de vraag of door het ontbreken van een inheemse mensenrechtentraditie het onmogelijk is om

mensenrechten te verenigen met de Chinese cultuur. De Zweedse historicus Marina Svensson is van mening dat het feit dat mensenrechten door Chinese leiders

nauwelijks werden gerespecteerd, niet betekent dat dit concept niet is bediscussieerd of bepleit. Mensenrechten zijn vanaf 1900 een bijzonder onderdeel gaan spelen in het politieke discours van China.5 In China is het belang van het collectief meer

benadrukt dan het belang van individuele rechten.6

Mensenrechten zijn in de Chinese geschiedenis vooral ingezet als instrument. Dit gebeurde onder andere in de jaren dertig van de vorige eeuw. De Chinese

Communistische Partij refereerde destijds aan mensenrechten wanneer zij de

heersende Chinese Nationalistische Partij bekritiseerde. Toen de CCP in 1949 aan de macht kwam verdwenen mensenrechten echter van haar politieke retoriek. Deze rechten werden vanaf toen beschouwd als reactionair en antisocialistisch.7 Na de Koude Oorlog werden mensenrechten opnieuw ingezet voor politieke doeleinden.8 Als gevolg van het Tiananmenprotest kreeg de slechte mensenrechtensituatie in China meer aandacht van de internationale gemeenschap. Voor die tijd beschouwden

westerse landen de mensenrechtensituatie in China eenvoudigweg als een ‘uitzondering op de mensenrechten’.9

Mensenrechtenorganisatie Amnesty International heeft geprobeerd om deze uitzondering in overeenstemming te brengen met de internationale standaard. Amnesty was een van de eerste organisaties die onderzoek deed naar de

mensenrechtensituatie in China, na de dood van Mao Zedong in 1976. Na drie jaar tijdelijke openheid werden de deuren echter opnieuw gesloten. Amnesty was destijds in staat om informatie te verzamelen over het Chinese systeem en politieke

gevangenen. Toch werd het de organisatie niet makkelijk gemaakt want ook onder Mao’s opvolger Deng Xiaoping was er sprake van strenge staatscontrole.10

China kent dus een zeer interessante geschiedenis op het gebied van mensenrechten en de schendingen hiervan. De jaren tachtig en negentig zijn

5 Svensson, Debating Human Rights in China, 8. 6 Ibid.,13.

7 Ibid.,15. 8

Jonathan Power, Like water on stone: the story of Amnesty International, (Londen 2001), 248, 249.

9 Svensson, Debating Human Rights in China,1. 10 Power, Like water on stone, 225, 226.

(6)

6

belangwekkend omdat vanaf 1980 China politiek en economisch werd hervormd en er in 1989 een breuk ontstond. Omdat Amnesty International een van de eerste

organisaties was die intensief onderzoek deed naar de mensenrechtensituatie in China, is het interessant om te bestuderen hoe zij te werk is gegaan en wat het resultaat hiervan is geweest. In literatuur is ontzettend veel geschreven over mensenrechten in China in de twintigste eeuw.11 Ook is er voldoende bekend en gedebatteerd over Amnesty International en de effectiviteit van de organisatie.12 Naar de inzet van Amnesty in China is echter opmerkelijk genoeg niet heel veel onderzoek gedaan. Daarom probeer ik in deze scriptie een antwoord te krijgen op de vraag: Hoe en met welk effect heeft Amnesty International zich tussen 1980 en 1999 ingezet voor de bescherming van mensenrechten in China?

Om deze onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden zal allereerst de

historische achtergrond van China worden beschreven. De heerschappij van de CCP zowel onder Mao Zedong als Deng Xiaoping worden besproken. Ook wordt er aandacht besteed aan het strafsysteem, Chinese gevangenen en opstand en demonstraties. Dit geeft een beter inzicht in het beleid en gedrag van de Chinese autoriteiten. Het tweede hoofdstuk behandelt het Tiananmenprotest op 4 juni 1989. Hierin wordt zowel gekeken naar de aanleiding van het protest, het verloop van het protest als de reactie hierop. Het protest in Beijing was de eerste opstand tegen de jarenlange onderdrukking van de CCP dat wereldnieuws werd. De internationale gemeenschap was gechoqueerd en de Chinese regering moest zich plotseling gaan verdedigen. De demonstraties vormden daarom een belangrijke breuk in de mensenrechtengeschiedenis van China.

In hoofdstuk drie wordt de veranderde situatie in China vanaf 1990

bestudeerd. Wat veranderde er als gevolg van de hevige kritiek in het beleid van de CCP? De Chinese regering moest zich immers verdedigen. Een belangrijk onderdeel hiervan waren de ‘The White Papers on Human Rights in China’. Daarin werd een poging gedaan om de situatie te verklaren. Deze documenten worden daarom

11

O.a. Ann Kent, Between Freedom and Subsistence: China and Human Rights (Hong Kong: Oxford University Press 1993). En Marina Svensson, Debating Human Rights in China: a conceptual and

political history, (Lanham 2002)

12 O.a. Peter Baehr, “Mobilization of the Conscience of Mankind: Conditions of Effectiveness of

Human Rights NGOs”, UNU Public Forum on Human Rights and NGOs, (Tokyo United Nations University, 1996). En Alan M. Wachman, “Does the diplomacy of shame promote Human Rights in China?”, Third World Quaterly, Vol. 22, No. 2, 2001, 257-281.

(7)

7

uitvoerig geanalyseerd. Bovendien wordt er gekeken hoe de rest van de jaren negentig zich ontwikkelde. Bleef de kritiek gehandhaafd of verdween deze kritiek al gauw toen handelsbelangen in het geding kwamen?

In alle hoofdstukken zal Amnesty International aan bod komen, maar met name in hoofdstuk vier wordt aandacht aan de organisatie besteed. Dit hoofdstuk onderzoekt wat de activiteiten zijn geweest van Amnesty in China. Het onderzoek is grotendeels gebaseerd op rapporten van Amnesty International, zowel jaarlijkse rapporten als rapporten die specifiek over China gaan. Ook andere Amnesty documenten komen aan bod. Uit meer dan twintig rapporten en documenten is een behoorlijk scherp beeld gekomen van het werk van Amnesty International in China. Het werk van de organisatie wordt op chronologische wijze besproken om zo een goed overzicht te krijgen van de ontwikkelingen die zowel China als Amnesty doormaakte in de jaren tachtig en negentig.

Tot slot wordt er gekeken naar de effectiviteit van Amnesty International. De effectiviteit van mensenrechtenorganisaties is onder vele historici onderwerp van discussie. Daarom wordt er nadrukkelijk aandacht besteed aan het werk van

mensenrechtenspecialist Peter Baehr die spreekt over ‘the mobilization of shame’. Hij is van mening dat mensenrechtenorganisaties hebben geprobeerd om bij overheden die mensenrechten schenden een gevoel van schaamte op te wekken. Om te kijken of dit resultaat heeft opgeleverd wordt vervolgens, met name, het onderzoek van de Amerikaanse historicus Alan Wachman geanalyseerd. Aangezien Amnesty

International meer heeft gedaan dan de Chinese regering beschamen wordt er tenslotte een analyse gemaakt van de resultaten van de organisatie in China. Een conclusie waarin de onderzoeksvraag wordt beantwoord sluit deze scriptie af.

(8)

8

1. De mensenrechtensituatie in China tot 1989

1.1 De opkomst van Mao Zedong en de CCP

Mao Zedong (1893-1976) was als voorzitter vanaf 1945 van de Communistische Partij van China (CCP) de belangrijkste communistische leider van China in de twintigste eeuw. Hij werd in 1949 de eerste president van de Chinese Volksrepubliek. Mao groeide op als boerenzoon in het dorp Shaoshan. Hier kreeg hij les van leraren die zich hadden toegewijd aan de filosofie van het Confucianisme. Zij inspireerden hem om klassieke literatuur en antieke filosofie te gaan studeren. Tijdens zijn studie kwam Mao in contact met enkele oprichters van de CCP. Als zelf verklaard radicaal liberaal, was hij onder de indruk van het Marxisme en het Leninisme. De ideologie van de CCP sloot hier bij aan en zo werd hij in 1921 lid van de Partij.

In 1927 verenigde Mao troepen van de partij in ‘Het Rode Leger’.13

Door middel van guerrillatechnieken streed Het Rode Leger onder leiding van Mao tegen Chiang Kai-Shek. Chiang was de politieke en militaire leider van de Chinese

Nationalistische Partij (CNP) en leider van de Republiek China tussen 1925 en 1949. Chiang organiseerde vijf veldtochten tegen de guerrilla’s.14

Deze veldtochten vonden plaats in de periode 1930-1934. Het waren een reeks militaire offensieven die Chiang lanceerde tegen de communistische enclaves van Mao.15 Het antwoord van Mao daarop was de ‘Lange Mars’. In 1934 trok hij met 90 duizend man vanuit de zuidelijke provincie Jiangxi 8000 kilometer naar Yan’an, bevrijd gebied in de noordelijke provincie Shaanxi. Deze erbarmelijke tocht kostte hem één jaar en het leven van 70 duizend mensen. Toch was de mars succesvol, na afloop was de alleenheerschappij van Mao over de partij een feit.16 Het leger van de CCP groeide van 56 duizend leden in 1937 naar 1.27 miljoen in 1945.

Een jaar later ontstond een burgeroorlog tussen de CNP en de CCP. In

september 1949 hadden de troepen van de CCP, het ‘Chinese Volks Bevrijdingsleger’, het grootste deel van China bezet. Na zijn nederlaag vluchtte Chiang gedwongen met zijn partijleden naar Taiwan.17 Op 1 oktober 1949 riep Mao op het balkon van het

13 Li Xiaobing, Modern China, (Santa Barbara 2015), 70.

14 Jan van der Putten, China: mensen, politiek, economie, cultuur, milieu, (Amsterdam 2003),12. 15 The Bandit Surpession Campaigns 1930-1934, Cache Digital Archive,

https://cache.kzoo.edu/handle/10920/14758, (laatst bekeken op 17 mei 2016).

16 Putten, China: mensen, politiek, economie, cultuur, milieu,12. 17 Xiaobing, Modern China, 53.

(9)

9

poortgebouw van de keizerlijke Verboden Stad de Chinese Volksrepubliek uit. Mao begon aan een radicale hervorming van het land geïnspireerd op het model van de Sovjet-Unie. De Chinese leider was ervan overtuigd dat autoriteit en absolute macht noodzakelijk waren om een succesvolle communistische republiek te kunnen leiden. Hij lanceerde de ene na de andere politieke campagne om politieke tegenstand in de samenleving te elimineren.18

1.2 Een geschiedenis van campagnes, 1949-1976

In de revolutionaire ideologie van Mao was er geen plaats voor mensenrechten. Hij maakte het concept mensenrechten zelfs belachelijk. Mao meende dat rechten niet universeel waren, maar enkel bedoeld voor mensen die zichzelf aan de partij hadden geschonken.19 De geschiedenis van de schendingen van mensenrechten in modern China is te beschrijven in een reeks politieke campagnes.20 Deze campagnes (in het Chinees yundong, ‘beweging’) betekenden dat de hele bevolking of grote delen hiervan zich een bepaalde periode extra inzetten voor een bepaald doel. 21 Mao was ervan overtuigd dat deze campagnes het ultieme middel waren om een socialistische transformatie van de Chinese samenleving te bewerkstelligen. De campagnes zouden uiteindelijk leiden tot een volwaardige Chinese communistische republiek. Sinds het aantreden van Mao zijn er ongeveer tien grote en tientallen kleine campagnes gevoerd in China.22

Volgens de Chinese historicus Yang Kuisong was de regering van China ervan overtuigd dat macht die verworven was door geweld, gehandhaafd diende te worden met geweld. Dit principe speelde een rode draad binnen de geschiedenis van de CCP.23 Politieke campagnes hebben zeer veel slachtoffers geëist. De eerste grote campagne vond plaats in mei 1946. De ‘Landhervorming Campagne’ was gericht tegen grootgrondbezitters en rijke boeren. De bedoeling was dat de grond

overgedragen zou worden aan de arme boeren. Het was een indirect middel om de boeren te betrekken in de communistische revolutie van de CCP. De gewelddadige

18 Xiaobing, Modern China, 70, 71.

19 Svensson, Debating Human Rights in China: a conceptual and political history, 233. 20

Peter Ho, “Mao’s War Against Nature?: The Environmental Impact of the Grain- First Campaign in China”, The China Journal, No. 5, 2003, 37-59, 37.

21 Amnesty International, Een zwarte zon. Mensenrechten voor en na 4 juni 1989, (Amsterdam 1989),

9.

22Peter Ho, “Mao’s War Against Nature?”, 37.

23 Yang Kuisong, “Reconsidering the Campaign to Suppress Counterrevolutionaries”, The China

(10)

10

campagne heeft voor 1 tot 2 miljoen dodelijke slachtoffers gezorgd. Voornaamste slachtoffers waren landheren en voormalig grootgrondbezitters. Hun kinderen hebben decennia later nog de negatieve gevolgen van de campagne ondervonden. Zij werden in de jaren zestig en zeventig grotendeels uitgesloten van de intellectuele

gemeenschap.24

De volgende campagne, die tussen 1950 en 1953 plaatsvond, was gericht tegen contrarevolutionairen, met als doel deze beweging te onderdrukken.25 Tien duizenden tegenstanders van de CCP werden gearresteerd en geëxecuteerd. In drie jaar tijd werden ruim 700.000 Chinezen vermoord en 1,2 miljoen van de 500 miljoen Chinese inwoners werden gevangen genomen. Volgens Kuisong hadden de gebeurtenissen een diepe en blijvende invloed op de daaropvolgende campagnes. De campagne leidde er toe dat Mao ervan overtuigd raakte dat de klassenstrijd moest worden uitgevoerd door een revolutionaire staat. In de ogen van de CCP was de campagne zeer succesvol; de directe doelen waren immers behaald. Maar zij maakte ook de weg vrij voor een reeks daaropvolgende tragedies.26

In 1956 lanceerde Mao de campagne ‘Laat honderd bloemen bloeien, laat honderd scholen wedijveren.’ De Chinese leider deed een oproep aan intellectuelen om zich openlijk uit te laten over de Partij.27 Mao had de radicale kritiek die er

vervolgens kwam niet zien aankomen. Volgens de Britse historicus Archie Brown had Mao over het algemeen een positieve opvatting over verschil van mening; partijleden moesten kritisch tegenover elkaar en zichzelf staan. Kritiek op zichzelf of op de CCP accepteerde hij echter niet. Na zes weken werd er daarom een einde gemaakt aan de vrijheid. Circa 400.000 Chinezen werden onder het mom van rectificatie tot ‘rechts element’ beoordeeld. De les die Mao uit de campagne had getrokken was dat intellectuelen ideologisch onbetrouwbaar waren. Veel van hen verloren hun baan en werden gedwongen om te verhuizen.28 Ook verdwenen critici in

heropvoedingskampen.29

24 Rudoplh J. Rummel, China’s Bloody Century: Genocide and Mass Murder since 1900, (New

Brunswick 1991), 187,188.

25

Kuisong, “Reconsidering the Campaign to Suppress Counterrevolutionaries”, 102,103.

26 Ibid., 120, 121.

27 Rummel, China’s Bloody Century, 241.

28 Archie Brown, De opkomst en ondergang van het Communisme, (Houten 2009) pagina nummer

onbekend.

29 Barend J. ter Haar, Het Hemels Mandaat: De Geschiedenis van het Chinese Keizerrijk, (Amsterdam

(11)

11

Tussen 1958 en 1962 kwam China terecht in een neerwaartse spiraal. Mao zette de campagne de ‘Grote Spong Voorwaarts’ op die de Chinese bevolking in grote malaise bracht. Mao probeerde in één klap het Westen voorbij te streven. China moest ‘op twee benen lopen’: boerenmassa’s werden gemobiliseerd om zowel landbouw als industrie te transformeren. Alles werd gecollectiviseerd, dorpsbewoners werden samengedreven in massale communes die de komst van het communisme inluidden. Werk, huizen, land en bezittingen van mensen op het platteland werden ontnomen. Het experiment is volgens de Nederlandse historicus Frank Dikötter uitgelopen tot de grootste ramp die het land ooit heeft gekend. Als gevolg van de campagne zijn 45 miljoen Chinezen omgekomen.30

Drie jaar later startte de langst durende campagne: de ‘Grote Proletarische Culturele Revolutie’. Deze begon in 1966 en zette zich in zijn hevigste vorm door tot 1969, maar omdat de campagne nooit officieel werd beëindigd, duurde deze voort tot de dood van Mao in 1976. Mao werd tijdens de Culturele Revolutie gesteund door de ‘Rode Gardisten’ (jeugdbeweging).31

Zij haalden hun inspiratie uit het ‘Rode Boekje’, een bloemlezing van Mao-citaten. De campagne viel burgerlijkheid en onsocialistisch denken in literatuur en wetenschap aan. Jongeren keerden zich massaal tegen hun leraren en soms zelfs tegen hun eigen ouders, eigenlijk tegen iedereen die een obstakel zou zijn voor het ‘Nieuwe China’. Vijanden van het volk (voorstanders van liberale politiek, mensen die niet afkomstig waren uit de juiste klasse, mensen die kritiek hadden geuit op de CCP) werden vervolgd, opgesloten en vermoord.32 Ook binnen de CCP vond er politieke zuivering plaats. In de centrale organen van De Partij werden tussen de 60 en 70 procent van de functionarissen uit hun ambt gezet. Veel van deze functionarissen werden naar ‘kaderscholen’ gestuurd op het platteland. Hier kregen ze een ideologische heropvoeding en moesten ze zware fysieke arbeid

verrichtten. Deng Xiaoping, de latere opvolger van Mao, werd destijds uitgemaakt voor ‘kapitalistische wegbereider’ en werd ook uit zijn positie gezet (pas in 1975 krijg hij zijn positie als vicepremier terug).33

In deze periode was er veel kritiek op het concept mensenrechten. Het werd gezien als een ‘burgerlijk begrip’, met als gevolg dat mensenrechten totaal werden

30 Frank Dikötter, Mao’s Massamoord: de Geschiedenis van China’s grootste drama, (Houten 2010)

9,10.

31Archie Brown, De opkomst en ondergang van het Communisme, (Houten 2009) pagina nummer

onbekend.

32 Putten, China: mensen, politiek, economie, cultuur, milieu,16.

(12)

12

veronachtzaamd.34 Naast de enorme materiële schade die China opliep als gevolg van de Culturele Revolutie zijn er miljoenen Chinezen overleden. Schattingen lopen sterk uiteen, maar de Amerikaanse politicoloog Rudolph Rummel spreekt van een

democide, dat wil zeggen een genocide gepleegd door de overheid, waarin 285.000 tot ruim 10 miljoen Chinezen zijn vermoord.35 Na 1976, het jaar dat Mao overleed, zijn de campagnes in China niet meer zo groot en intensief geweest. Onder leiding van Mao’s opvolger, Deng Xiaoping zou China opnieuw hervormd worden.

1.3 De hervormingspolitiek van Deng Xiaoping

Voordat Deng Xiaoping (1904-1997) de belangrijkste leider van China werd, was hij tussen 1954 en 1966 secretaris-generaal van de CCP en vicepremier van China. Hiermee was Deng (totdat hij werd weggezuiverd tijdens de Culturele Revolutie) ná Mao de machtigste man van China. Na het overlijden van Mao werd Deng in 1977 opnieuw vicepremier van China en vicevoorzitter van de CCP. Historicus Li Xiaobing stelt dat Deng als leider van China heeft bijgedragen aan de dringend nodige

hervormingen die de economie van China heeft getransformeerd.36 De Amerikaanse socioloog Ezra Vogel wijst er in zijn boek echter op dat Deng niet de hervormingen en openheid startte. Dit begon namelijk al onder leiding van Hua Guofeng, dus voordat Deng aan de macht kwam. Hua was in 1975 door Mao aangewezen als

vicepremier van China. Onder hem werd de Culturele Revolutie formeel beëindigd. In 1977 dwong Deng Hua echter om af te treden.

Volgens Vogel was Deng ook niet de architect van de grote veranderingen die onder zijn heerschappij plaatsvonden. Er was namelijk geen duidelijk ontwerp voor de veranderingen.37 Veeleer was Deng een directeur die leiding gaf aan de transformatie van China. Hij vormde en begeleidde een groep mensen die samenwerkte om de hervormingen te creëren. Deng stimuleerde zijn team om specialisten,

wetenschappers, economen en intellectuelen voldoende vrijheid te geven hun werk te doen. Hij maakte echter wel duidelijk dat er grenzen waren aan deze vrijheid als de fragiele sociale orde in gevaar kwam. Ook speelde Deng een centrale rol in de

34 Li Yuwen, “Grondwetsherziening in China: spiegel van politiek en samenleving?”, Internationale

spectator, 2004, No. 7/8, 382-387, 383.

35

Rummel, China’s Bloody Century, 263.

36 Xiaobing, Modern China, 57.

(13)

13

buitenlandse politiek en in het verbeteren van de relaties met andere grote landen en hun leiders.38

De rode draad in het beleid van Deng was volgens Vogel de overtuiging dat het toepassen van ‘s werelds modernste methoden in wetenschap, technologie en management zou leiden tot de beste vooruitgang voor China. Negatieve gevolgen hiervan waren volgens Deng beheersbaar en de moeite waard voor de Chinese bevolking.39 De Chinese leider was ervan overtuigd dat economische groei de autoriteit van de partij en zijn persoonlijke status zou verbeteren. Hierin bleek hij gelijk te hebben. Toen de economie van China in de periode 1983-1984 gestaag groeide, werd Deng’s autoriteit onaantastbaar. Maar toen in de late jaren tachtig de Chinese economie in de problemen kwam, onder andere door aanhoudende inflatie, werd het volk angstig en leed Deng’s status hieronder.40

Vogel heeft aan de hand van de speeches van Deng en zijn activiteiten als leider een analyse gemaakt van de principes die kenmerkend waren voor Deng’s bewind. De meest kenmerkende principes van het beleid van Deng waren: spreek en handel met gezag, verdedig de partij, houd een stevige greep op het leger, versterk de eenheid en minimaliseer verdeeldheid, vermijd openbaring van grieven uit het

verleden en vermijd fractiestrijd en selecteer bevoegde ambtenaren.41

Deng probeerde China dus in de jaren tachtig te moderniseren. Om dit te bereiken moest hij autoriteit uitstralen naar het volk, maar ook naar de partij. Eenheid was essentieel om China te kunnen hervormen. Het land moest een sterk,

onaantastbaar machtsblok vormen zowel tegen zijn eigen volk als tegen de rest van de wereld. Weerstand moest vermeden worden en anders uit de weg worden geruimd. Dit heeft ervoor gezorgd dat net als onder Mao mensenrechten zijn geschonden in het land. Net als onder het bewind van Mao werden tijdens het tijdperk van Deng

mensenrechten niet serieus genomen. In 1978, het begin van de ‘Open Deur Politiek’, waren in de officiële Chinese kranten nog steeds artikelen te lezen met titels als ‘Mensenrechten zijn het trefwoord van Bourgeoisie’ en ‘Mensenrechtenleus is hypocriet’.42

38 Vogel, Deng Xiaoping and the Transformation of China , 694. 39 Ibid., 693,694.

40

Ibid., 384.

41 Ibid., 385-392.

(14)

14

1.4 Het strafsysteem

Het rechtssysteem dat als gevolg van alle campagnes schade had opgelopen, werd in 1978 in ere hersteld. Recht werd door de Chinese regering gezien als een instrument van de partijpolitiek. Dit had als doel stabiliteit, modernisering en economische ontwikkeling te bereiken.43 In de grondwet van 1978 staat dat er bij een volledig proces van behandeling van wetsovertreders, van arrestatie tot berechting, drie instanties betrokken zijn. Dit zijn het Bureau van Openbare Veiligheid, de procureur en de rechtbank.44 Volgens de wet zijn procureur en rechter onafhankelijk, maar in de praktijk blijkt dat de CCP, in de vorm van Bureau van Openbare Veiligheid, de complete controle heeft over de uitvoerende, wetgevende en rechtelijke macht.45 In procesverslagen is te zien dat procureur en rechter zijn uitgegaan van de schuld van de verdachte. Het is wel eens voorgekomen dat een college van drie rechters zowel de aanklacht, de ondervraging als het vonnis deed, terwijl van de advocaat niet meer werd verwacht dan dat hij instemde met de uitspraak.46

Het bureau van Openbare Veiligheid was verantwoordelijk voor de arrestatie en de detentie. Er is een afdeling van de Openbare Veiligheid op alle niveaus. In steden in China zijn er kleine eenheden: straatcomités. In de wijken in de stad werd er één iemand aangewezen als verantwoordelijke die toezicht hield op wat er gebeurde. Deze persoon hield zich bezig met criminaliteit, maar ook politieke overtredingen hoorden hierbij. Op deze manier kon de staat de Chinese bevolking heel effectief controleren. Opmerkelijk aan dit bureau van Openbare Veiligheid was dat zij zelf de mogelijkheid had om mensen voor een lange tijd naar werkkampen te sturen. Hierbij hoefde niet per se een officiële rechter of een proces aan te pas te komen.

Veel straffen die destijds golden hadden hun wortels diep in het verleden van China. Het strafrecht uit het Westen werd in het traditionele China niet beschouwd als het beste systeem om ongewenst gedrag te bestrijden.47 Nadat in 1954 de grondwet was aangenomen, voerde het Nationale Volkscongres een commissie in die zich bezighield met wetten rondom strafrecht en openbare veiligheid. Ruim twintig jaar later, in 1976, werd het strafrechtwetboek uit gegeven. Het wetboek was een kopie

43 Jacques H. Herbots, Contracteren in China, (Brussel 2008), 4. 44 Amnesty International, Een zwarte zon, 13.

45

Xiaobing, Modern China, 81.

46 Amnesty International, Een zwarte zon, 13 47 Ibid., 14.

(15)

15

van het wetboek van de Sovjet-Unie en vormde de basis voor het nieuwe rechtssysteem van China.48

Chinezen werden niet gestimuleerd om een geschil voor de rechter te brengen. Nog vóór de behandeling van een zaak werden zowel de beklaagde als de

aangeklaagde gevangen gezet. Het scheppen van een klimaat waarin iedereen op elkaar lette en waarin schande kon worden opgewekt, was belangrijker voor de Chinese regering. Dit idee was in de jaren tachtig nog steeds een essentieel onderdeel van het Chinese strafstelsel. De traditionele afwezigheid van strafrecht heeft het strafsysteem een informeel karakter gegeven. Gevolg hiervan is dat de slachtoffers van het informele strafsysteem nauwelijks de mogelijkheid hadden om zich te verweren of in beroep te gaan.49

1.5 Gevangenen

Amnesty International stelt dat er geen betrouwbare schatting is te maken van het aantal mensen dat in de jaren tachtig gevangen zat in China op grond van hun levensovertuiging. Er is wel meer bekend waarom deze mensen zijn vastgehouden, namelijk op basis van twee artikelen uit de Chinese Strafwet. Volgens Artikel 98 is het strafbaar om betrokken te zijn of leiding te geven aan organisaties met een contrarevolutionair karakter. In Artikel 102 staat dat iemand gestraft kan worden wegens het propageren van of het aanzetten van anderen tot contrarevolutionaire uitingen of handelingen.50

Amnesty International, die beschouwd kan worden als een autoriteit op het gebied van gevangenen in China, meent dat het grootste deel van deze mensen gewetensgevangenen zijn. Een gewetensgevangene is iemand die vastzit omdat hij of zij anders is of anders denkt dan de autoriteiten zouden willen, of omdat die persoon tot een bepaalde groep behoort. In de officiële bewoordingen: “Een persoon die vanwege zijn of haar politieke, godsdienstige of andere overtuiging, etnische afkomst, geslacht, kleur, taal, nationale of maatschappelijke afkomst, economische status, geboorte of andere status gevangen is gezet of anderszins in zijn of haar

bewegingsvrijheid wordt beperkt en die geen geweld heeft gebruikt of

48

Xiaobing, Modern China, 95.

49 Ibid.,14.

(16)

16

gepropageerd.”51 In het Westen worden deze mensen ook wel aangeduid als ‘dissidenten’.52

Dissidenten werden in China (sinds de strafwet uit 1979) beschouwd als ‘contrarevolutionairen’. Straffen lopen uiteen van deportatie, gevangenschap, marteling tot de doodstraf.53 Ze zijn veelal gevangen gezet in de meest eenvoudige vorm van gevangenissen; de provinciale detentiecentra. Deze centra waren vooral bedoeld voor wetsovertreders die nog niet berecht waren en gevangenen die tot minder dan twee jaar zijn veroordeeld.54Net als onder Mao zijn onder het bewind van Deng vele politieke gevangenen naar heropvoedingskampen gestuurd. Deze kampen werkten volgens het systeem ‘rehabilitatie door arbeid’. Middels gedwongen arbeid werd getracht de gevangenen, die veelal als contrarevolutionairen zijn bestempeld, te hervormen. Gevangenen moesten vaak meer dan vijftien uur per dag zwaar en gevaarlijk werk verrichten. De hoeveelheid voedsel die ze kregen hing samen met datgene wat de gevangenen produceerden. Ambtenaren in productieve

heropvoedingskampen werden beloond door de Chinese overheid. Op hun beurt bestraften ambtenaren gevangenen die niet voldeden aan de productie quota. Voorkomende straffen waren martelingen zoals afranselen met prikstokken, blootstelling aan extreme hitte of kou, eenzame opsluiting en uithongering.55

Het martelen en mishandelen van gedetineerden in de Chinese gevangenis is volgens Amnesty een bekend verschijnsel. De meeste slachtoffers hiervan zijn criminele verdachten die door marteling gedwongen werden een bekentenis af te leggen. In de regel waren degenen die de gevangenen martelen leden van de politie, soms ging het echter ook om vertegenwoordigers van de CCP of leden van informele veiligheidsdiensten. De meest voorkomende vormen van marteling en mishandeling waren: gevangenen slaan, gevangenen ophangen aan de armen, mishandeling met instrumenten en het dag en nacht ondervragen van gevangenen.56 Gevallen van

mishandeling bleven vaak ongestraft, omdat ze niet werden beoordeeld als ‘marteling

51 Wat is een gewetensgevangene?, Amnesty International, ,

https://www.amnesty.nl/over-amnesty/veelgestelde-vragen/wat-is-een-gewetensgevangene (laatst bekeken op 7 maart 2016).

52 Amnesty International, Een zwarte zon, 22. 53 Xiaobing, Modern China, 115.

54 Amnesty International, Een zwarte zon, 16,17. 55

Harry. Wu, “The violent machine - prisoners in concentration camps forced to work like slaves”, New

Internationalist, No. 337, 2001.

(17)

17

om een bekentenis af te dwingen’, maar als ‘fouten gemaakt bij het toepassen van dwang in een ondervraging’.57

Sinds 1980 zijn er tijdens overheidscampagnes gericht tegen de misdaad vele gevangenen veroordeeld tot de doodstraf en geëxecuteerd. Er zijn wetten aangenomen met als doel het aantal delicten waarop de doodstraf staat uit te breiden. De

procedures voor het proces, het beroep, de herziening en de terechtstelling zijn versneld. Deze executies zijn niet geheim gehouden voor het Chinese volk. De executies zijn in de nationale en plaatselijke media bekendgemaakt. Bovendien zijn tijdens massale veroordelingsessies duizenden Chinezen getuigen geweest van executies van gedetineerden. In de Strafwet stond dat de doodstraf alleen opgelegd diende te worden aan ‘criminele elementen die de gruwelijkste misdrijven begaan’.58 Echter, in bijzonder ernstige gevallen kon de doodstraf ook worden opgelegd aan een reeks van overige delicten. Voorbeelden hiervan zijn: delicten tegen iemands persoon en eigendom zoals moord, verkrachting, brandstichting, roof en verduistering, maar ook contrarevolutionaire delicten als verraad, samenzwering ter omverwerping van de regering, het organiseren van bijeenkomsten voor gewapende opstand, kaping en spionage.59 Het strafsysteem was volledig in dienst gesteld om koste wat het kost de Communistische Partij en zo de Volksrepubliek te beschermen. Het schenden van mensenrechten werd duidelijk niet beschouwd als een probleem voor dit doel.

1.6 Opstand en demonstraties

De Amerikaanse politicoloog Teresa Wright stelt dat er in de periode 1976-1989 veel studentenprotesten plaatsvonden in China. Wright legt in haar stuk de nadruk op de veranderende context waarin de studentenprotesten plaatsvonden in het land. Volgens haar is China veranderd van een onstuimige republikeinse regering (1911-1949), naar een radicale heerschappij van Mao (1949-1976), naar een pragmatisch en verdeeld leiderschap van de Chinese Communistische Partij (1976-1989), en uiteindelijk naar een pragmatisch en verenigde CCP regering (1990-heden).60 Studentenactivisme bestond tussen 1976-1989 uit collectieve protesten direct gericht tegen het heersende regime, in die zin dat studenten ofwel pleitten voor veranderingen in het

57 Amnesty International, Een zwarte zon, 31,32. 58 Ibid., 33.

59 Ibid., 33. 60

Teresa Wright, ‘China: regime shakers and regime supporters’ in Meredith L. Weiss & Edward Aspinall, Editors, Student Activism in Asia: Between Protest and Powerlessness, (Mineapolis 2012) ,33.

(18)

18

overheidsbeleid of probeerden het regime omver te werpen. Drie factoren zijn volgens haar verantwoordelijk voor de opkomst van studentenactivisme gericht tegen het regime: studenten vormden een groep elite met een vermeende morele

verantwoordelijkheid om te protesteren tegen politici, de hechte band tussen studenten en de staat was verzwakt en de politieke autoriteit was verdeeld. 61

De Chinese politicoloog Zhu Feng stelt dat de politieke ontwikkelingen die sinds 1979 plaatsvonden in China een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan de promotie van mensenrechten in het land.Ondanks het strenge optreden van de autoriteiten hebben uiteindelijk de hervormingen en de openheid ervoor gezorgd dat de politiek zijn overweldigende grip op de maatschappij verloor. De staat en de maatschappij scheidden zich van elkaar. Onder deze omstandigheden steeg de populariteit van mensenrechten onder het Chinese volk.62

Met name de Chinese intellectuelen en studenten kwamen in opstand. In het voorjaar van 1986 zag het volk op televisie hoe demonstraties van burgers in de Filippijnen de president hadden verdreven. Deze beelden voedden de demonstraties in China. Chinezen werden zich bewust van de ontwikkelingen binnen en buiten hun land. Het nieuws dat in Taiwan in september 1986 het bestaan van een oppositiepartij werd geaccepteerd, opende voor vele Chinezen de ogen. Chinese studenten begonnen te pleiten voor ‘people power’ en ‘Western-style democracy.’63 De Brit Terry Cox, gespecialiseerd in Oost-Europese studies, stelt dat ontwikkelingen die eind jaren tachtig gaande waren in de Sovjet-Unie, Hongarije en Polen voor veel Chinezen ook een inspiratie vormden.64 Gorbatsjov was met zijn termen ‘Glasnost’ (openheid) en ‘Perestrojka’ (hervorming) ook in China populair geworden. De Chinese

demonstranten waren van mening dat hun eisen overeen kwamen met datgene wat de Sovjetleider uitdroeg en hoopten dat hij de Chinese autoriteiten kon overtuigen om met hen te onderhandelen. Ze hielden tijdens demonstraties posters omhoog met de tekst: ‘Wij begroeten de boodschapper van democratie’.65

Chinezen werden dus in de tweede helft van de jaren tachtig geïnspireerd door de liberalisering in andere delen van de wereld. Tegelijkertijd werd de scheiding

61

Wright, ‘China: regime shakers and regime supporters’,34.

62Zhu Feng, Human Rights and the Political Development of Contemporary China 1979-1994 in

Michael C. Davis, Human Rights and the Chinese Values: legal, philosophical and political perspectives, (Hong Kong: Oxford University Press 1995),138-140.

63

Vogel, Deng Xiaoping and the Transformation of China , 576.

64 Terry Cox, Reflections on 1989 in Eastern Europe, (Oxon 2013), 32. 65 Cox, Reflections on 1989 in Eastern Europe, 34.

(19)

19

tussen de staat en de samenleving groter en brokkelde de status van Deng als absolute leider steeds meer af. Dit gaf het volk de ruimte om in opstand te komen. Dit

gebeurde dan ook en in het voorjaar van 1989 bereikte deze opstanden zijn hoogtepunt en op 4 juni zijn dieptepunt.

De geschiedenis van China kenmerkte zich dus door mensenrechtenschendingen. Mao heeft met zijn vele campagnes zijn eigen volk decennia lang aangevallen. Onder Deng transformeerde de Chinese samenleving, China was niet langer een gesloten land en begon economisch te hervormen. De hervormingen op economisch gebied staan echter in schril contrast met de ontwikkelingen op het gebied van mensenrechten. Campagnes bleven in de jaren tachtig uit, maar het systeem van keiharde repressie bleef bestaan. Het strafsysteem zorgde ervoor dat niemand veilig was en als gevangene moest je vrezen voor je leven. De context van de jaren tachtig en de veranderde situatie in China zorgden er wel voor dat het volk in opstand kwam.

(20)

20

2. Het Tiananmenprotest op 4 juni 1989

2.1 Hu Yaobang en de ‘Democratische Beweging’

Op 15 april 1989 overleed de hervormingsgezinde secretaris-generaal Hu Yaobang. Zijn dood vormde de aanleiding voor de massale protesten op en om het

Tiananmenplein in april, mei en juni van 1989.66 Hu steunde openlijk de politieke hervormingen die studenten, intellectuelen en sommige partijfunctionarissen naar voren hadden gebracht. Dit maakte hem zeer populair onder jonge Chinese studenten, maar niet bij Deng. In 1987 ontsloeg Deng Hu daarom. De Noorweegse historicus Odd Arne Westad meent dat veel van de ideeën over politieke hervormingen in China afkomstig waren uit het buitenland, met name de Verenigde Staten. De opening van China naar de rest van de wereld liep parallel met de opkomst van ideeën over

individuele rechten in het Westen. Chinese studenten zouden geïnspireerd zijn geraakt door deze trend. Chinese liberalen waren ervan overtuigd dat de kracht van de

Verenigde Staten lag in diens politieke systeem en vooral in de burgerrechten. Als China rijk en sterk wilde worden moest het land eerst vrij worden.67 Opvallend is dat Westad, in tegenstelling tot vele historici, bij het beschrijven van Chinese

hervormingsgezinde studenten, de nadruk legt op het creëren van China als een grootmacht. Dit gaat een stap verder dan de wens om democratie en vrijheid te bewerkstelligen.

Toen Hu op 15 april 1989 overleed waren veel studenten van mening dat hij gestorven was als een martelaar van politieke vrijheid. Studenten drongen de partij aan om hem te herdenken en het politieke systeem transparanter te maken.68 Om de secretaris-generaal te eren liepen studenten op 16 april van de Universiteit van Beijing naar het Tiananmenplein. Daar wilden zij aan de voet van het monument voor

Volkshelden in het midden van het plein kransen leggen. De mars begon als een eerbetoon aan Hu, maar sloeg al snel om in een demonstratie.69 In het begin toonden de demonstranten nog respect voor de CCP en werd er zo gedemonstreerd dat het verkeer geen last van hen had. Bovendien, stelt Vogel, hadden de demonstranten nog geen politieke agenda. Maar naarmate de demonstraties zich voortzetten en groeiden,

66 Amnesty International, Een zwarte zon, 7.

67 Odd Arne Westad, Restless Empire: China and the World since 1750, (New York 2012), 381. 68

Westad, Restless Empire, 381.

69 Documentaire, “Tiananmen square declassified”, History Channel, 2006,

(21)

21

kregen ze een radicaler karakter. Niet alleen studenten sloten zich aan, maar ook intellectuelen en arbeiders. Het protest beperkte zich niet alleen tot het

Tiananmenplein, maar breidde zich uit naar de rest van Beijing.70

De demonstranten waren grotendeels aanhangers van de ‘Democratische Beweging’ uit 1978. Een jaar daarvoor, in 1977, was Wang Xizhe gearresteerd naar aanleiding van de muurkrant (een soort poster) die hij in de Chinese stad Kanton had aangeplakt met als titel: ‘Over de socialistische democratie en rechtsorde’. In deze muurkrant werden onderwerpen als onderdrukking, democratie en de rechtsorde aan de orde gesteld. In 1981 werd hij hiervoor opgepakt en veroordeeld tot veertien jaar gevangenisstraf. In de periode 1979-1981 zijn veel Chinezen gearresteerd in verband met hun activiteiten rond ‘de Muur van de Democratie’. Hieruit ontstond in 1978 in Beijing de Democratische Beweging die sindsdien in de hoofdstad meerdere

muurkranten uitbracht waarin vrijheid en democratie werden geëist.71

In de demonstraties die plaatsvonden in het voorjaar van 1989 werden grotendeels dezelfde eisen gesteld als in de muurkranten van de Democratische Beweging. Het ging hierbij wederom om goede rechtsorde, meer democratische vrijheden en afschaffing van censuur. Een bijkomende eis was de vrijlating van politieke gevangenen, zoals de prominente activist van de Democratische Beweging Wei Jinsheng. Wei (Beijing1950) werd in 1979 berecht wegens contrarevolutionaire misdrijven. Wei was destijds elektricien en redacteur van het onofficiële tijdschrift ‘Exploratie’. Hij publiceerde muurkranten en artikelen waarin hij kritiek leverde op het Chinese politieke systeem en opriep tot democratie. Zijn proces was te volgen op de Chinese televisie en een verslag hiervan werd verspreid buiten China. Wei werd veroordeeld tot vijftien jaar gevangenisstraf. Een groot deel van zijn straf heeft hij uitgezeten in eenzame opsluiting in Gevangenis nummer 1 in Beijing.72

Sommige westerse waarnemers beschouwden de eisen van de studenten als onsamenhangend. Volgens Amnesty International waren het eisen waarmee het Chinese volk in de loop der jaren vertrouwd was geraakt. Documenten van de demonstranten laten zien dat zij zich ervan bewust waren dat velen hen waren voorgegaan.73

70 Vogel, Deng Xiaoping and the Transformation of China, 595. 71

Amnesty International, Een zwarte zon, 22,23.

72 Ibid., 68,69. 73 Ibid., 26.

(22)

22

2.2 De aanloop naar de nacht van 3 op 4 juni

Op 4 mei hadden zich 250.000 demonstranten verzameld op het Tiananmenplein. Twee weken later was dit aantal gestegen naar 1,2 miljoen. In diezelfde periode bracht de leider van de Sovjet-Unie Michael Gorbatsjov een bezoek aan de Chinese

hoofdstad. Door de demonstraties kon Gorbatsjov niet fatsoenlijk worden ontvangen, tot grote ontzetting van Deng. De demonstranten brachten volgens hem grote schande toe aan het land.74 De Chinese regering keek vol afschuw naar de massale

demonstraties. Op mei april 1989 had Deng een ontmoeting met de premier, Li Peng, en secretaris-generaal van de centrale militaire commissie, Yang Shangkun. Tijdens deze ontmoeting werd de stand van zaken op het Tiananmenplein besproken. Besloten werd dat er streng opgetreden moest worden tegen de demonstranten. Deng

beschuldigde hen ervan dat zij democratie als instrument gebruikte om de ‘Chinese-style democracy’ te ondermijnen.75

Het is opmerkelijk dat Deng destijds sprak over een Chinese vorm van democratie. Het lijkt erop dat hij probeerde om het

communistische beleid van China, waarin immers nauwelijks vrijheid was, te verpakken in een mooier jasje. Op deze manier probeerde hij het beleid, gekenmerkt door mensenrechtenschendingen, te rechtvaardigen.

Vogel stelt dat Deng geen medelijden had met de demonstranten. Volgens de leider hadden zij geprofiteerd van de hervormingen en openheid. Dit had gezorgd voor economische groei en politieke stabiliteit. De demonstranten brachten deze stabiliteit in gevaar.76 Van politieke stabiliteit was echter nauwelijks sprake. Binnen de CCP was al enige tijd een interne strijd gaande. Deng was zowel voor stabiliteit als voor hervormingen. Dit werd door leden van de partij beschouwd als paradoxaal en tegen hem gebruikt. Zo ontstond er een strijd tussen de conservatieven en de

hervormers.77 Mogelijk zorgde deze interne strijd ervoor dat de situatie met de demonstranten in Beijing lang voortduurde en uiteindelijk uit de hand liep.

De CCP ging op 18 mei uit wanhoop akkoord met een laatste bijeenkomst tussen Li en leiders van het studentenprotest. Het werd al snel duidelijk dat Li de studenten niet serieus nam. De studenten eisten democratie, maar wisten eigenlijk niet

74 Documentaire, “Tiananmen square declassified”, History Channel, 2006,

https://www.youtube.com/watch?v=D8dZqzHQeGQ.

75

Vogel, Deng Xiaoping and the Transformation of China , 605.

76 Ibid., 595.

(23)

23

wat dit betekende.78 Het lijkt erop dat democratie voor hen een antwoord was op alles wat slecht ging in China. Zonder goed te weten wat het concept inhield werd het beschouwd als het antwoord op de onderdrukking. Democratie verwoordde dus voor hun vrijheid. Li zag echter geen heil in de dialoog en bereidde een staat van beleg voor. 79 Op 20 mei werd dit inderdaad afgekondigd.80

Tanks en militaire troepen van het Volksbevrijdingsleger rukten op in de hoofdstad. Het leger kon toen nog rekenen op grote weerstand van de demonstranten en sympathisanten. Ze vormden blokkades en sloten de troepen in.81 De CCP besloot op 3 juni dat hier definitief een einde aan moest komen. Li sprak tijdens een

spoedvergadering met zijn collega’s: “Last night a counterrevolutionary riot broke out in Beijing. A small handful of counterrevolutionaries began spreading rumors and openly violating martial law. They were brazen and lawless, and their behavior has aroused extreme indignation among the masses. We must resolutely adopt decisive measures to put down this counterrevolutionary riot tonight.”82

Op 3 juni om 14.50 uur beval Deng het leger om alles te doen wat nodig was om de orde te herstellen. Opnieuw werd geprobeerd de tanks tegen te houden, maar dit keer reden de tanks over de demonstranten heen en schoten de troepen op de burgers. Vier uur later kwam het leger bij het Tiananmenplein aan waar de overige demonstranten werden aangevallen. Om 05.40 uur was het Tiananmenplein en de rest van de stad, volgens opdracht, ontruimd.

Schattingen van het aantal doden lopen sterk uiteen. In een officieel Chinees rapport van de ‘Martial law Command’ werd er gesproken over 200 dodelijke slachtoffers waaronder studenten. Ongeveer 20 soldaten zouden om het leven zijn gekomen. 2.000 Chinezen zouden gewond zijn geraakt.83 In een verklaring van Li op 2 juli was dit aantal gestegen naar 310 doden inclusief 36 studenten. Volgens Vogel zijn de meest betrouwbare schattingen afkomstig van westerse waarnemers die spreken over 300 tot 2.600 vermoorden demonstranten en een paar duizend

78 Documentaire, “Tiananmen square declassified”. 79 Ibid.,

80

Zie bijlage 1 voor excerpt van staat van beleg.

81 Vogel, Deng Xiaoping and the Transformation of China, 620.

82 Excerpt from Party Central Office Secretariat, “Minutes of the Politburo Standing Committee

meeting”, june 3, in Zhang Liang, The Tiananmen Papers: Chinese Leadership’s Decision To Use

Force Against Their Own People – In Their Words (New York 2001), 368.

83 Zhang Liang, The Tiananmen Papers: Chinese Leadership’s Decision To Use Force Against Their

(24)

24

gewonden. Veel demonstranten die de aanval hadden overleefd werden gearresteerd en gevangen gezet.84

De Australische professor Ann Kent, gespecialiseerd in mensenrechten en internationale betrekkingen, stelt dat de kracht van de demonstranten -spontaniteit, vredelievendheid en massaliteit- uiteindelijk hun zwakte werd. Anders dan de Democratische Beweging uit 1978 ontbrak het de demonstranten aan een coherente filosofie en een duidelijk politiek programma. Ondanks dat de demonstranten voldoende morele kracht en overtuiging bezaten, had dit maar een tijdelijk effect op de autoriteiten. Uiteindelijk werden zij uit de weg geruimd.85

2.3 De veroordeling van de internationale gemeenschap

Naar aanleiding van het Tiananmenprotest werden in januari 2011 de Tiananmen Papers uitgebracht door de Amerikaanse uitgeverij Public Affairs. Dit boek werd gepresenteerd als een samenstelling van geselecteerde geheime Chinese officiële documenten over de protesten op het Tiananmenplein. De documenten uit het boek zijn samengesteld door de Chinees Zhan Liang (pseudoniem). Over de authenticiteit van de documenten bestaat twijfel. De Canadese politicoloog Alfred Chan stelt dat validatie van de Tiananmen Papers enkel mogelijk is wanneer ze worden vergeleken met de originele documenten. Maar dit is niet mogelijk omdat Liang zijn bronnen niet bekend heeft gemaakt en omdat de Chinese regering haar archief niet heeft geopend. Chan is daarom van mening dat het boek deels fictie is.86 De Amerikaanse

politicoloog Andrew Nathan (verantwoordelijk voor de Engelse vertaling) is echter in de veronderstelling dat de documenten in het boek authentiek zijn. Hij stelt dat de onderdrukking van de vreedzame, ongewapende demonstranten in de nacht van 3 op 4 juni een van de grootste mensenrechtenschendingen vormt van de afgelopen

decennia.87

In de hele wereld waren mensen verbijsterd over het bloedbad in de Chinese hoofdstad. Regeringen van tientallen landen spraken hun afschuw uit over het optreden van de Chinese regering. De regering van Nederland was volgens Amnesty

84

Vogel, Deng Xiaoping and the Transformation of China , 631,632.

85 Ann Kent, Between Freedom and Subsistence: China and Human Rights (Hong Kong: Oxford

University Press 1993), 177.

86 Alfred Chan en Andrew Nathan. "The Tiananmen Papers Revisited," The China Quarterly, No. 177,

2004, 190–214, 190.

87 Andrew J. Nathan in Zhang Liang, The Tiananmen Papers: Chinese Leadership’s Decision To Use

(25)

25

een van de eerste die dit deed. Den Haag stimuleerde de lidstaten van de Europese Gemeenschap om een gezamenlijke veroordeling uit te spreken, met succes. Maar in de weken na 4 juni werd de internationale gemeenschap stiller. Buitenlandse

journalisten werden verdreven uit de stad en als gevolg hiervan verplaatste het nieuws over China zich van de voorpagina’s naar de kleine berichten.88

Kent stelt dat er destijds sprake was van selectieve aandacht voor de

internationale mensenrechtensituatie. In de jaren ’80 was er veel meer aandacht voor de mensenrechtensituatie in de Sovjet-Unie dan in China. Een verklaring die zij hiervoor geeft is dat China, in tegenstelling tot de Sovjet-Unie, destijds door het Westen niet werd beschouwd als een serieuze bedreiging. China kon juist helpen om de Sovjet-Unie te bestrijden. Bovendien beschouwden westerse landen China als een potentiële handelspartner.89 Tot aan de late jaren zeventig deden volgens Kent regeringen, mensenrechtenorganisaties of de Verenigde Naties geen serieuze poging om de mensenrechtenschendingen in China aan te pakken.90 Volgens de Amerikaanse mensenrechtenspecialist Roberta Cohen heeft het Chinese volk zelf, middels publieke onthullingen over de Culturele Revolutie, het belang van aandacht voor de zaak gebracht. De internationale gemeenschap zou in de veronderstelling zijn dat de Chinezen tevreden waren met enkel economische en sociale rechten. Het Tiananmenprotest bewees het tegendeel.91

Het lijkt er op dat sinds het Tiananmenprotest in 1989 de houding van de internationale gemeenschap veranderd is ten aanzien van de mensenrechtensituatie in China. Het belang van aandacht voor de slechte mensenrechtensituatie kon niet meer ontkend worden. De Amerikaanse socioloog Richard Madsen, gespecialiseerd in Azië, geeft een verklaring voor de plotselinge emotionele betrokkenheid bij het Tiananmenprotest. Dit heeft volgens hem te maken met de manier waarop de gebeurtenissen op het plein zich dramatisch ontplooiden op televisie. De Chinese studenten representeerden de westerse idealen. Het bloedbad in Beijing raakte mensen omdat het werd opgevat als een aanval op het Amerikaanse ideaal dat economische, intellectuele en politieke vrijheid altijd zal overwinnen. Deng werd

88Amnesty International, Een zwarte zon, 8. 89 Kent, Between Freedom and Subsistence, 134. 90

Ibid., 153.

91 Roberta Cohen, “People’s Republic of China: the Human Rights Exception”, Human Rights

(26)

26

voortaan door het Westen beschouwd als een kwaadaardige vijand van vrijheid die heldhaftige studenten vermoord heeft.92

Volgens de Amerikaanse journalist Frank Ching kan de plotselinge aandacht voor de mensenrechtensituatie in China bovendien verklaard worden door de val van het communisme in Oost-Europa en het latere uiteenvallen van de Sovjet-Unie. China was niet langer een strategische partner in de strijd tegen de Sovjet-Unie en kon daarom kritiek uiten op het land. Het Westen legde daarom China economische sancties op en een embargo op de wapenverkoop. Volgens Ching werden deze sancties ook uit strategische overwegingen door het Westen opgelegd. Er bestond angst dat China niet alleen een economische, maar ook een politieke en militaire grootmacht zou worden. Dit zou verklaren waarom het Westen wilde dat China transformeerde in een democratisch land.93

2.4 De verdediging van de Chinese regering

De regering van China bagatelliseerde het bloedbad op het Tiananmenplein en sprak over ‘het neerslaan van een contrarevolutionaire rebellie’.94

Ze startte een intensieve campagne om het Chinese volk ervan te overtuigen dat het buitenland het

legeroptreden goedkeurde. Doel was ook om de internationale gemeenschap ervan te overtuigen dat de situatie weer op orde was.95 De CCP gaf niet toe aan de

internationale kritiek. De Partij beschouwde de sancties die het land waren opgelegd door het Westen als onterecht en nam dit de westerse landen zeer kwalijk. De CCP beschuldigde hen van het aantasten van de Chinese soevereiniteit en van het steunen van hervormingsgezinde demonstraties.

Na een strijd tussen de conservatieven en de hervormingsgezinden binnen de partij, koos Deng definitief voor de conservatieven. Hervormingsgezinde partijleden werden ontslagen en de top van de Chinese leiders bestond voortaan uit een selectieve conservatieve groep. Dit waren premier Li Peng, president en hoofd van het leger Yang Shangkun en economisch planner Yao Yilin.96 Twee dagen na de tragedie in Beijing kwamen Deng en andere leden van de CCP bij elkaar om het herstellen van de orde in zowel de hoofdstad als in de rest van het land te bespreken. Deng zei:

92 Richard Madsen, China and the American Dream: A Moral Inquiry, (Berkeley 1995) 27. 93 Frank Ching, China. The Truth about its Human Rights Record, (Londen 2008) 7,8. 94 Amnesty International, Een zwarte zon, 8.

95

Ibid., 8.

96 Susan Shirk, “The Domestic Roots of China’s Post-Tiananmen Foreign Policy”, Harvard

(27)

27

‘If we hadn’t been firm with these counterrevolutionary riots – if we hadn’t come hard- who knows what might have happened? The PLA has suffered a great deal; we owe them a lot, we really do. If the plots of the people who were pushing the riots had

gotten anywhere, we’d have had civil war. And if there’d been civil war –of course our side would have won, but just think of all the deaths! We had no choice but to come down hard. When they put down the riots, the soldiers did their best not to harm the people, especially the students. They followed our orders precisely; they protected the interests of the Party, the state and the people. This was a very severe test and they

passed.’97

Deng nam dus een zeer defensieve houding aan ten opzichte van de gebeurtenissen van 4 juni. Volgens Deng hadden de autoriteiten geen andere keus dan de

contrarevolutionaire rebellie hard neer te slaan. Hij prees het optreden van het Chinese Volksbevrijdingsleger. De Chinese regering had het volk zelfs een gunst verleend; de situatie had uit kunnen lopen in een burgeroorlog, maar dit was voorkomen.

Nadat de orde in Beijing was hersteld had Deng op 9 juni zijn eerste publieke optreden. Dit vond plaats tijdens een receptie voor hoge officieren van de troepen betrokken bij het staat van beleg. Tijdens deze receptie prees en bedankte hij de troepen voor hun sterke optreden in de nacht van 3 op 4 juni. Het optreden had voorkomen dat de demonstranten de Partij en de staat hadden omvergeworpen en het socialistische systeem hadden vervangen door een prowesterse burgerlijke republiek. Ook sprak Deng de aanwezige leden van het Politburo (het uitvoerend orgaan van de CCP) toe over het huidige beleid.98

De Chinese leider probeerde alle mogelijke twijfel over de juistheid van het beleid weg te halen. Volgens hem waren de recente gebeurtenissen geen bewijs dat hervormingen en openheid verkeerd waren. De Partij moest blijven streven naar een uniform leiderschap die stuurt tussen de ‘vier basis principes’99 en het beleid van hervorming en opening. China moest niet terugkeren naar een ‘gesloten deur politiek’. Hervorming en opening waren volgens Deng nog niet genoeg nagestreefd. China

97 Excerpts from Party Central Office Secretariat, “Minutes of the CCP Central Politburo Standing

Committee meeting”, June 6 in Zhang Liang, The Tiananmen Papers: Chinese Leadership’s Decision

To Use Force Against Their Own People – In Their Words, (New York 2001), 420.

98

Zhang Liang, The Tiananmen Papers: Chinese Leadership’s Decision To Use Force Against Their

Own People – In Their Words, (New York 2001), 425.

(28)

28

moest niet toegeven aan de eisen van democratie van de demonstranten, maar volhouden aan het model van één nationale volksvergadering. Een vereenvoudigde versie van Deng’s toespraak werd dezelfde avond openbaar gemaakt. De boodschap van de toespraak voor de gewone Chinese burger was dat Deng, zoals altijd en nog steeds, alles onder controle had.100

2.5 Reactie Amnesty International

Naar aanleiding van het bloedbad op het Tiananmenplein bracht Amnesty International het (eerder aangehaalde) boek Een zwarte zon uit. Hierin stelde Amnesty dat de mensenrechtenschendingen blijvende aandacht moesten krijgen. Regeringen en inter-gourvementele organisaties moesten volgens de

mensenrechtenorganisatie de Chinese regering blijven aandringen op eerlijke processen, onmiddellijke vrijlating van gewetensgevangenen en op een einde aan martelingen en executies. Er moest zoveel mogelijk druk worden uitgeoefend op de Chinese autoriteiten.101

Al voordat de protesten uit de hand liepen, had Amnesty International op 24 mei een verklaring gepubliceerd gericht aan premier Li, waarin zij haar zorgen uitsprak over de risico’s van het staat van beleg. In ‘Fear of mass arrests and use of lethal force against peaceful demonstrators’ riep Amnesty de Chinese autoriteiten op om haar troepen instructies te geven voor strikte richtlijnen die het gebruik van

geweld beperken. Troepen moesten beperkt worden in het gebruik van vuurwapens en andere middelen, in overeenstemming met de internationale normen met betrekking tot het gebruik van geweld in de rechtshandhaving.102

Direct na de brute ontruiming in Beijing startte Amnesty een aantal

bliksemacties (acties waarbij mensen wereldwijd werden opgeroepen onmiddellijk telegrammen en brieven te sturen naar de autoriteiten) naar aanleiding van de

arrestaties van intellectuelen die betrokken waren bij het Tiananmenprotest. Op 4 juni werd een brief van de secretaris-generaal van Amnesty International gepubliceerd waarin hij de Chinese autoriteiten dringend verzocht een einde te maken aan het moorden. Een dag later verscheen het document ‘Mass killings of unarmed protesters by troops in Beijing’. Hierin veroordeelde Amnesty het opzettelijk doden van

100 Liang, The Tiananmen Papers, 425, 426. 101 Amnesty International, Een zwarte zon, 8.

102

Urgent Action, People’s Republic of China: Fear of mass arrests and use of lethal force against peaceful demonstrators, 24 mei 1989, Amnesty International.

(29)

29

ongewapende demonstranten en inwoners door troepen in Beijing als een grove schending van mensenrechten. Amnesty deed een beroep op de Speciale Rapporteur van de Verenigde Naties om dringend in te grijpen bij standrechtelijke en willekeurige executies om het verlies van nog meer mensenlevens te voorkomen. De organisatie riep bovendien regeringen wereldwijd op om het zelfde te doen.103 Amnesty sprak in het document over duizenden doden. Deze slachtoffers waren ongewapend en weerloos tegen de troepen van het leger. Ook wees Amnesty er op dat als reactie op het bloedbad in Beijing er protesten waren ontstaan in andere grote Chinese steden. Hierbij zijn volgens Amnesty in Chengdu nog eens 350 studenten gedood door troepen.

Bovendien uitte de mensenrechtenorganisatie haar zorgen over de massale willekeurige arrestaties. Arrestanten, met name arrestanten die verdacht werden van actieve participatie aan de demonstraties, liepen het risico om gemarteld en

mishandeld te worden. Vanuit al deze zorgen en veroordelingen heeft Amnesty drie aanbevelingen (‘recommendations’) opgesteld voor de Chinese regering:

1. Expressing grave concern at the deliberate killing of thousands of protesters and residents by troops.

2. Urging the government to halt the killings, and to give immediate instructions to all troops and security forces not to resort to the use of lethal force against peaceful protesters and residents.

3. Urging the authorities to issue immediate instructions to all those empowered to carry out arrests or interrogate detainees to treat detainees humanely and not to subject them to torture or ill-treatment.104

In de periode die volgde op 4 juni zijn er tientallen bliksemacties gevoerd ten behoeve van de arrestanten betrokken bij het Tiananmenprotest. Op 29 juni werd er een persbericht gepubliceerd waarin de mensenrechtenorganisatie zei te vrezen voor de levens van honderden Chinese gedetineerden. Volgens Amnesty was het

doodvonnis van deze gedetineerden niet te controleren door de snelheid van de procedures en de afwezigheid van voldoende verdediging. In diezelfde maand riep de Nederlandse afdeling van Amnesty International daarom op om deel te nemen aan

103 Jonathan Power bevestigd dat duizenden mensen zijn geëxecuteerd in Beijing naar aanleiding van

de protesten. Tijdens de opstand is de doodstraf op grote schaal toegepast. Jonathan Power, Like water

on Stone: the story of Amnesty International, (Londen 2001), 243.

104 Urgent Action, People’s Republic of China: Mass killings of unarmed protesters by troops in

(30)

30

een demonstratie bij de Chinese Ambassade in Den Haag. Niet alleen de Nederlandse afdeling voerde actie, afdelingen wereldwijd namen deel aan demonstraties en

acties.105

Concluderend kan gesteld worden dat Chinese studenten en intellectuelen het politieke systeem van China zat waren en daarom massaal in opstand kwamen. Ze pleitten voor democratie; wat dat precies inhield, was voor hen niet duidelijk, maar er moest volgens hen een einde komen aan de onderdrukking en de beperkte vrijheid. De protesten liepen na enkele maanden uit de hand en werden bruut neergeslagen door de Chinese troepen. De hele wereld was geschokt en veroordeelde de gebeurtenissen op het Tiananmenplein. De CCP bagatelliseerde de situatie echter en sprak van het neerslaan van contrarevolutionair rebellie. Maar deze verdedigende houding kon niet voorkomen dat de internationale gemeenschap zich (na lang wegkijken) ging

bemoeien met China. Het werk van Amnesty International kreeg dus eindelijk bijval van de rest van de wereld.

(31)

31

3.

De veranderde situatie in China vanaf 1990

3.1 Veranderingen in beleid CCP

Na het hardhandig optreden op het Tiananmenplein kreeg de leiding van de CCP te maken met grote binnenlandse en internationale problemen. China raakte vanaf 1990 in eerste instantie in een isolement door de sancties van de Verenigde Staten, Japan en West-Europa. De ineenstorting van het communisme in Oost-Europa en de Sovjet-Unie zorgde ervoor dat de CCP gedwongen werd om actief na te denken over hervormingen en China’s relatie met de buitenwereld.106 Deng zette secretaris-generaal Zhao Ziyang uit zijn functie wegens zijn welwillende houding tegenover de studentenprotesten in 1989. Jiang Zemin, voormalig burgemeester van Shanghai, werd zijn vervanger. Deng was erg onder de indruk geraakt van Jiang doordat deze, als lid van het Politburo, de protesten in Beijing mede hardhandig had onderdrukt. Hoewel dat Deng vlak na 1989 nog steeds de belangrijkste leider van China was, waren Li, Yang Shangkun (president 1988-1993) en Chen Yun (voorzitter van de Centrale Advies Commissie 1987-1992) sinds het Tiananmenprotest de sleutelfiguren van de CCP.

Ondanks het optreden op het Tiananmenplein was zowel de autoriteit als het aanzien van Deng verzwakt, met als gevolg dat hij niet meer de beleidsagenda kon domineren. Conservatieven als Chen werden assertiever wanneer het aankwam op beslissingen maken. De chaos die de studenten hadden gecreëerd in de hoofdstad schreven de conservatieven toe aan het hervormde economische beleid van Deng.107 Deng was ervan overtuigd dat de steun van het publiek terug kon worden gewonnen als de Partij de economie gestaag liet groeien.108 Maar de conservatieven waren een stuk terughoudender en probeerden voor een groot deel de centrale planeconomie te herstellen.109

Deng was van mening dat ondanks er in Oost-Europa een crisis gaande was China het socialistische systeem middels economische hervormingen tot een succes moest maken. “If China holds its ground and attain its goals for development, that will demonstrate the superiority of socialism.”110 China zette de weg voort aan de opbouw

106 Chi-Kwan Mark, China and the World since 1945: an international history,(Abingdon 2012) 109. 107 Mark, China and the World since 1945, 109.

108

Vogel, Deng and the Transformation of China, 640.

109 Mark, China and the World since 1945, 109. 110 Ibid., 110.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

4.2 Effect of state custodianship from a constitutional property clause perspective As established in the previous subsection, the Constitutional Court in Sishen

Die hoofdoel van hierdie studie was om die sensitiwiteit van (i) onsinwoordherhaling, (ii) sinsherhaling, (iii) getalherhaling en (iv) regtewoordherhaling in

Formaties duren langer naarmate de raad meer versplinterd is, gemeenten groter zijn, er na verkiezingen meer nieuwe raadsleden aantreden en anti-elitaire partijen meer

De leden van de Maatschappij gingen akkoord met de voorgestelde veranderingen en op 2 januari 1857 stelt de nieuwe 28-koppige redactie zich voor in het eerste nummer van het

Daarmee strekken die hande- lingen van de aannemer immers nog niet tot nako- ming van zijn tweede verbintenis tot (op)levering van het tot stand gebrachte werk: zij hebben enkel

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

Ook hier is het weer onmogelijk, een algemeen overzicht te geven van alle maatregelen, welke in de verschillende Westeuropese landea zijn genomen. Daarom zullen wij ons beperken tot