• No results found

The White Papers on Human Rights in China

3. De veranderde situatie in China vanaf

3.2 The White Papers on Human Rights in China

Mensenrechten zijn na 1989 een problematisch onderwerp geworden in China in relatie tot de internationale gemeenschap. China kon door de rest van de wereld niet meer eenvoudigweg worden beschouwd als ‘een uitzondering op de mensenrechten’, zoals voorheen. Door de felle kritiek van buitenaf besloot de Chinese regering dat zij een proactieve houding moest aannemen ten opzichte van de mensenrechtensituatie. In eerste instantie om buitenlandse kritiek af te weren, maar ook om op de lange termijn een eigen visie hierover te kunnen ontwikkelen.120 De Chinese regering ging investeren in academisch onderzoek naar het concept mensenrechten.121 Onder deze omstandigheden bracht de Information Office of the State Council of the People’s Republic of China in november 1991 ‘The White Papers on Human Rights in China’ uit .122

Hierin werd verkondigd dat de CCP sinds diens oprichting democratie en mensenrechten hoog in het vaandel had staan. Dit toont aan dat er bij de CCP sprake is van een selectieve herinnering. Toch laat het ook zien dat China na decennia van ontkenning en bagatellisering het concept mensenrechten niet heeft omarmd, maar een eigen visie heeft ontwikkeld. De Zweedse historicus Marina Svensson meent dat er een einde was gekomen aan de tijd dat de Chinese autoriteiten mensenrechten bekritiseerde als een burgerlijk concept. In plaats hiervan heeft de CCP haar eigen

117 Hung-Mao Tien en Yun-Han Chu, China under Jiang Zemin, (Colorado 2000), 1.

118 Winberg Chai, “China after Deng Xiaoping: Some Encouraging-and Not-So-Encouraging-Signs”,

Asian Affairs, Vol. 24, No. 2 Symposium on China after Deng Xiaoping,1997, 89-111, 90.

119 Tien en Chu, China under Jiang Zemin, 1.

120Marina Svensson, Debating Human Rights in China,1.

121 Stephen C. Angle and Marina Svensson, The Chinese Human Rights Reader: documents and

commentary 1900-2000, (New York 2001), 355.

122 SCIO: De administratieve dienst van de Raad van State, het belangrijkste bestuursorgaan van de

34

definitie van mensenrechten met Chinese eigenschappen ontwikkeld.123 De Chinese eigenschappen werden in het witboek toegelicht.

De documenten moesten bijdragen aan begrip van het Westen voor de mensenrechtensituatie in China. Door dit expliciet te vermelden in de inleiding lijkt het doel van het witboek om de kritiek van buitenaf te weerleggen en een

rooskleuriger alternatief te bieden. Het lijkt erop dat de regering zichzelf probeerde in te dekken door te verwijzen naar een wreed imperialistisch verleden van China. China is jarenlang onderdrukt door de ‘three big mountains’: imperialisme, feodalisme en bureaucratisch kapitalisme. Hierdoor hadden de Chinezen vóór de stichting van de Volksrepubliek China geen aanspraak op mensenrechten. Na 1949 zou de situatie met betrekking tot mensenrechten aanzienlijk zijn verbeterd. Maar de schuld lag dus bij het Westen.

De nadruk in de documenten lag op de verschillende achtergronden van naties met betrekking tot de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens: “However, the evolution of the situation in regard to human rights is circumscribed by the

historical, social, economic and cultural conditions of various nations, and involves a process of historical development. Owing to tremendous differences in historical background, social system, cultural tradition and economic development, countries differ in their understanding and practice of human rights.”124 Door te benoemen dat landen door hun achtergrond verschillend omgaan met mensenrechten probeerde de regering te zeggen dat China op eigenwijze mensenrechten mag waarborgen. Het unieke karakter van de Chinese regering vormde zo een legimitatie voor het niet volledig naleven van de mensenrechten zoals opgesteld door de Verenigde Naties.

China zou de historische taak hebben om mensenrechten te blijven promoten en te streven naar volledige implementatie van mensenrechten zoals vereist door het Chinese socialisme. “It remains a long-term historical task for the Chinese people and government to continue to promote human rights and strive for the noble goal of full implementation of human rights as required by China's socialism.”125 De nadruk lag wederom op het unieke karakter van het Chinese systeem en niet op het universele

123 Svensson, Debating Human Rights in China, 1.

124 Uit inleiding: ‘White Paper on Human Rights in China’, Information Office of the State Council

Of the People's Republic of China, November 1991, Beijing. http://www.china.org.cn/e- white/7/index.htm.

35

karakter van mensenrechten. China moest dus omgaan met mensenrechten op de manier die het Chinese socialisme vereiste, niet op de manier van de VN.

Nadat de Chinese visie over het concept mensenrechten was besproken verklaarde het laatste hoofdstuk ‘Active participation in International Human Rights Activities’ welke positie China hierin wilde innemen. China was bereid om met de internationale gemeenschap te werken. China wilde graag een poging doen om een nieuwe orde van internationale betrekkingen op te bouwen. Ook wilde ze het doel van de VN om mensenrechten en fundamentele vrijheden te handhaven realiseren.

Hiermee lijkt de CCP te zeggen dat ze voorheen de mensenrechten, opgesteld door de VN, niet handhaafde. Dit staat in contrast met een eerdere verklaring in het document. Bovendien vind ik het opvallend dat China de nadruk legt op de relatie met de

internationale gemeenschap en de wens om een nieuwe orde van internationale betrekkingen te realiseren. Hiermee verwees de regering naar de opgelegde sancties als gevolg van het optreden op het Tiananmenplein.126 China werd benadeeld door deze sancties en wilde hier vanzelfsprekend graag van af. Door een verklaring af te leggen over de mensenrechtensituatie in het land, wilde China zich verantwoorden in de hoop begrip te krijgen van het Westen en zo de sancties te laten opheffen. De oprechtheid van het document moet daarom volgens mij in twijfel worden getrokken.