• No results found

De tweede helft van de jaren negentig

4. Activiteiten van Amnesty International in China

4.3 Het werk van Amnesty International tussen 1990 en 2000 1 De eerste helft van de jaren negentig

4.3.2 De tweede helft van de jaren negentig

Twee jaar later verscheen opnieuw een belangrijk rapport over China getiteld: ‘China: no one is safe. Political repression and abuse of power in the 1990s.’ Dit rapport is zeer uitgebreid en probeerde aan de rest van de wereld de verontrustende

mensenrechtensituatie in China te schetsen.195 Amnesty stelt in dit rapport dat er sinds de jaren tachtig en na het Tiananmenprotest weinig verbeterd is. De repressie was juist opnieuw (sinds de opendeur politiek) opgevoerd. Politieke onderdrukking heerste boven de wet. Er vonden geen fundamentele veranderingen plaats in het officiële beleid op het gebied van mensenrechten.

Beijing wist te voorkomen dat de VN een kritisch onderzoek instelde naar de situatie in China.196 De Chinese regering diende vier jaar lang met succes een

procedurele motie in om VN-resoluties aangaande de Chinese mensenrechtensituatie tegen te houden. China had in 1996 nog steeds het Internationale Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten en het Internationale Verdrag inzake

Economische, Sociale en Culturele Rechten niet geratificeerd. Het land wenste geen inmenging in haar binnenlandse aangelegenheden.197 Beijing reageerde niet op de aanbevelingen van Amnesty International in het rapport en ging niet in op de verzoeken om mensenrechten te bespreken met de organisatie. In hetzelfde jaar publiceerde Amnesty nog eens tien (kleine) rapporten, onder andere over:

staatsgeheimen, repressie in de jaren negentig en religieuze repressie en vrouwen in China.198 Eerder zijn er niet zoveel rapporten specifiek verschenen over China. Dat dit in 1996 wel gebeurde laat zien dat Amnesty zich steeds meer ging inzetten voor onderdrukte Chinezen en tegelijk dat er wereldwijd meer aandacht was voor hen.

Anders dan in de jaren tachtig uitte de CCP in de jaren negentig veel kritiek op Amnesty International. De Chinese regering was van mening dat de

mensenrechtenorganisatie bevooroordeeld was. Na aanleiding van een Amnesty rapport dat verscheen in 1995 zei een Chinese woordvoerder van het Ministerie van Buitenlandse Zaken dat Amnesty altijd al zeer vooringenomen is geweest en China om onduidelijke redenen aanvalt. China heeft daarom Amnesty gedwarsboomd. In

195 “China: No one is safe. Political repression and abuse of power in the 1990s.”, 1996, gebruikte

vertaling: “Het labyrint van de onderdrukking: mensenrechten in de Volksrepubliek China.”.

196 “China: No one is safe. Political repression and abuse of power in the 1990s.”, 1996, gebruikte

vertaling: “Het labyrint van de onderdrukking: mensenrechten in de Volksrepubliek China.”, 13.

197 “China: No one is safe. Political repression and abuse of power in the 1990s.”, 1996, gebruikte

vertaling: “Het labyrint van de onderdrukking: mensenrechten in de Volksrepubliek China.”, 87.

198 Amnesty International Annual Report 1997,

53

september 1995, toen de delegatie van Amnesty een VN conferentie bijwoonde in het land, probeerden zij tevergeefs ontmoetingen met Chinese regeringsfunctionarissen te hebben. Diezelfde maand werden de visums van vertegenwoordigers van Amnesty die een internationale anti-corruptieconferentie zouden bijwonen in Beijing ingetrokken. Zij waren echter officieel uitgenodigd door een van de organiserende Chinese

instanties.199 De houding van China ten opzichte van Amnesty veranderde dus in de jaren negentig. China moet de druk van de internationale gemeenschap gevoeld hebben en tegelijk de hete adem van Amnesty International. Het heeft China op scherp gesteld. Om verdere inmenging zoveel mogelijk te voorkomen, stelde het land zich daarom defensiever op tegenover de mensenrechtenorganisatie

Tien jaar na de studentenprotesten schreef Amnesty een rapport over de situatie in 1999. Amnesty stelde dat veel van de Chinezen die tijdens de protesten opgepakt waren nog steeds vast zaten. Zij zaten vast wegens contrarevolutionaire misdrijven, maar in 1999 was dit in strijd met de wet. Sinds de wetsherziening in 1997 zijn contrarevolutionaire misdrijven geen onderdeel meer van de strafwet. Toch zaten ‘contrarevolutionaire rebellen’ in 1999 nog steeds hun straf uit in de gevangenissen van China.200 De Chinese regering weigerde om de zaken opnieuw te beoordelen.201

In een brief aan Jiang Zemin schreef Pierre Sané, secretaris-generaal van Amnesty International (1992-2001), dat China in 1999 na vijftig jaar nog steeds mensenrechten schond. “At this juncture we believe that the Chinese leadership must decide whether China in the next fifty years will be ruled by law and justice and respect citizens’ human rights, or whether it will remain known as a country where serious human rights violations occur on a daily basis and state officials routinely ignore the law and abuse their power”202 Volgens Sané was Amnesty in de

veronderstelling dat de situatie in China was verbeterd. In 1997 en 1998 had China immers twee belangrijke mensenrechtenverdragen ondertekend. Namelijk het Internationale Verdrag inzake Burger en Politieke Rechten en het Internationale Verdrag inzake Sociale en Economische Rechten. Deze waren echter niet bekrachtigd. Maar in 1999 constateerde Amnesty dat China een enorme stap achteruit had gedaan.

199

“China: No one is safe. Political repression and abuse of power in the 1990s.”, 1996, gebruikte vertaling: “Het labyrint van de onderdrukking: mensenrechten in de Volksrepubliek China.”, 90.

200 “China: Ten Years After Tiananmen”, https://www.amnesty.org/en/documents/asa17/007/1999/en/,

2.

201

“China: Ten Years After Tiananmen”, 4.

202 “Open letter to the President of the People’s Republic of China”, 27 september 1999,

54

Ondanks dat er steeds meer verwijzingen kwamen naar ‘Rule of Law’ in officiele Chinese verklaringen (wat betekent dat de overheid zich moet houden aan de wet) zijn er geen effectieve maatregelen genomen om een einde te maken aan praktijken uit de justitie die de wetovertreden en mensenrechten schenden.203 Het is mij niet duidelijk waarom Sané dit ziet als een stap achteruit, het lijkt meer op stagnatie.

De doodstraf werd in 1999 nog veelvoudig uitgevoerd, er werd in één jaar meer geëxecuteerd dan in de rest van de wereld samen. Amnesty juichte

veranderingen in de wet van 1997, in het bijzonder de opheffing van de doodstraf voor minderjarigen, toe. Maar ze bleef zich zorgen maken over het feit dat meer dan zestig misdaden met de doodstraf konden worden bestraft. Er zijn volgens Amnesty tussen 1990 en 1998 25.400 Chinezen ter dood veroordeeld en 16.600 geëxecuteerd. Een andere verandering in het strafrechtsysteem, namelijk het vervangen van ´contra- revolutionaire misdaden’ voor ‘nationale veiligheids misdaden’ in 1997, werd veelvoudig geprezen door de internationale gemeenschap. Dit leek een grote stap vooruit, maar inhoudelijk was er niks veranderd. Het heeft er niet voor gezorgd dat het Chinese strafrecht voldeed aan de internationale standaarden, maar juist dat er meer mensen konden worden opgepakt. Sané waarschuwde de president daarom dat na jaren van concentratie op individuele zaken Amnesty opnieuw het hele Chinese strafsysteem bekritiseerde. Een systeem dat volgens Amnesty achteruit ging.204

Al voordat het Tiananmenprotest wereldnieuws werd, zette Amnesty International zich in voor de mensenrechten van Chinezen. Chinese autoriteiten brachten nauwelijks informatie naar buiten, maar toch is het de organisatie gelukt om uitgebreidde rapporten te schrijven over de mensenrechtenschendingen in het land. Het valt op dat deze rapporten na 1989 zowel een groter publiek kregen als meer aandacht van de Chinese regering. Amnesty was van menig dat aanhoudende

belangstelling resultaat kon opleveren. De organisatie heeft in conferenties van de VN vaak grote invloed gehad en er werden resoluties aangenomen ter bevordering van mensenrechten in China als gevolg van het werk van Amnesty. Een kantekening die ik moet maken bij de rapporten is dat ze soms onvolledig zijn, niet alles wordt helemaal toegelicht. Zo is de invulling van campagnes en acties niet altijd duidelijk. Wat wel duidelijk is, is dat zowel China als Amnesty tussen 1980 en 1999 veel

203 “Open letter to the President of the People’s Republic of China”. 204 “Open letter to the President of the People’s Republic of China”.

55

ontwikkelingen hebben doorgemaakt. China voerde verbetering in, maar ondermijnde haar eigen weten, dit bemoeilijkte het werk van Amnesty. Amnesty concludeerde dan ook dat het systeem van onderdrukking zich eind jaren negentig heeft geintensifeerd. Maar ik zie vooral een pragmatisch China die soms kleine stappen maakte, maar daarna weer terugviel.

56