• No results found

Journalistieke Vlogs

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Journalistieke Vlogs"

Copied!
134
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)

2

Dit afstudeeronderzoek is een origineel werk dat beschikbaar is gesteld aan de Christelijke Hogeschool Ede/ Ede Christian University of Applied Sciences om naar eigen oordeel te vermenigvuldigen of te verspreiden via bibliotheken en databases.

(3)

3

Inhoudsopgave Titelpagina……… 1 Ondertekende verklaring……… 2 Inhoudsopgave……….. 3 Voorwoord……….. 4 Inleiding………. 5 Samenvatting……….. 8 Methodologische verantwoording……… 9

Hoofdstuk 1: Wat is het nieuwsplatform Dag6? 1.1 Het ontstaan van Dag6 11 1.2 Combinatie van een app en een weekblad 16 1.3 Visie van het platform 18 1.4 Samenvatting 19 Hoofdstuk 2: Wat is vloggen? 2.1 Het ontstaan van vlogs in het medialandschap 20

2.2 Definities en vlog-genres 24

2.3 Kwalificatie van de journalistieke vlog 26

2.4 Samenvatting 31 Hoofdstuk 3: Wat is journalistiek? 3.1 Definities van journalistiek 32 3.2 Rol en taak van de journalist 35 3.3 De verschuivingen van de journalistieke rol in het medialandschap 38 3.4 Samenvatting 43 Hoofdstuk 4: Praktijk onderzoek 4.1 Praktijkervaringen 44 4.2 Journalistieke afwegingen en dilemma’s 48

4.3 Visie 51 4.4 Samenvatting 52 Conclusie………. 53 Aanbevelingen………. 54 Dankwoord……… 56 Referenties………. 57 Bijlagen zijn verwerkt in een apart bijgevoegde bijlagen map

(4)

4

Voorwoord

Voor u ligt de scriptie ‘Journalistieke vlogs’. Het onderzoek voor deze scriptie is gedaan in opdracht van het nieuwsplatform Dag6 en is gemaakt in het kader van mijn afstuderen aan de academie Journalistiek aan de Christelijke Hogeschool Ede.

De onderzoeksvraag is in samenspraak met mijn afstudeerbegeleider Karlijn Goossen en Dag6 opgesteld. Het type onderzoek voor deze scriptie is innovatie-onderzoek. Het doel van dit onderzoek is om te onderzoeken in hoeverre journalistieke vlogs een verrijking kunnen zijn voor Dag6. Dit is mede gedaan om dit format te professionaliseren voor het platform. Ik wens u veel leesplezier.

Debora Dijkstra Ede, 3 juli 2017

(5)

5

Inleiding

‘Vloggers zijn een zegen voor de traditionele media’ kopte Het Parool vorig jaar zomer (Cuijpers, 2016). Of kranten hier ook zo over denken valt te bezien maar zeker is dat vloggers het bed flink opschudden in medialand. Een voorbeeld hiervan is Tim Hofman (BNN) die met zijn YouTube-kanaal #BOOS tijdens de verkiezingen veel aandacht trok met de serie #POLERTIEK. Deze serie had als doel om meer jongeren naar de stembus te trekken en Hofman trok hiermee ook veel aandacht van de traditionele media (BNN, 2016).

Met de komst van internet is het journalistieke landschap drastisch aan het veranderen. Daarbij zorgen de maatschappelijk en technologische ontwikkelingen voor een steeds grotere focus op het individu (Olij, 2016, p. 19). In het kielzog van deze ontwikkelingen is er een nieuw medium bijgekomen in het internationale medialandschap, namelijk YouTube. Verder blijkt dat de digitalisering zorgt voor een verandering van het journalistieke veld (Van den Blink, 2016-a). De traditionele media heb je niet meer als ultieme plek nodig om je verhaal te vertellen, maar dit kun je nu zelf doen in de vorm van vlogs op je eigen YouTube-kanaal. Voor mediabedrijven zijn vloggers hiermee een groep contentmakers geworden om rekening mee te houden.

Dag6

Om in te spelen op deze veranderingen lanceerden het Nederlands Dagblad en de Evangelische Omroep op 11 juni 2016 een nieuw journalistiek platform voor christelijke jongeren: Dag6. Beide organisaties kampen met hetzelfde probleem: het bereiken van de christelijke doelgroep in de leeftijd van 18 tot 45 jaar. Daarom sloegen ze de handen ineen in een poging om goede journalistiek op nieuwe manieren te distribueren. Manieren die passen bij de leefwereld van een doelgroep die de waarde van een papieren krant devalueert. Het resultaat is een nieuw journalistiek merk dat onder is gebracht in ENDEO-VOF.

Ook bij Dag6 zie je gerichtheid op het individu. De redactieleden ‘maken’ het merk Dag6 en zij komen daarom ook prominent in beeld. Zo heeft Dag6 een kabinet van vakmensen die schrijven en artikelen delen over het laatste nieuws op hun vakgebied. De gebruiker kan deze vakmensen selecteren en blijft zo op de hoogte van wat hij interessant vindt.

Vanaf mijn tweede studiejaar Journalistiek ben ik al betrokken bij de ontwikkeling van Dag6 en ben ik mij gaan verdiepen in het mediagebruik van jongeren. In het bijzonder in relatie tot de vlogwereld.

Vorig jaar september startte ik een stage bij Dag6 en heb ik de vrijheid gekregen om te

experimenteren met het maken van vlogs. Samen met Kees-Jan Mulder, beeldredacteur, ben ik hiermee aan de slag gegaan. Uiteindelijk is er een nieuw format ontwikkeld dat wij

‘journalistieke vlog’ noemen.

Tijdens mijn stage merkte ik dat dit type video goed past bij het innovatieve platform Dag6. In opdracht van Dag6 ben ik mij verder gaan verdiepen in dit fenomeen en ben ik praktisch gaan experimenteren om zo het format beter te maken. Een logisch gevolg is dat ik hier mijn

afstudeeronderzoek aan heb gekoppeld. Uit mijn bevindingen is de volgende onderzoeksvraag ontstaan:

Hoe kunnen journalistieke vlogs een verrijking zijn voor het nieuwsplatform Dag6?

In het steeds veranderde journalistieke landschap denk ik dat ‘journalistieke vlogs’ een goede bijdrage kunnen leveren aan het beantwoorden van de nieuwsbehoeften van de gebruikers van Dag6.

(6)

6

Het nieuws wordt steeds meer gepersonaliseerd en Dag6 speelt hier op in met behulp van vakmensen. De wijze waarop verschillende nieuwsbronnen een unieke mix worden is

kenmerkend voor de Dag6-app. De journalistieke vlog kan deze combinatie van nieuws en het personaliseren daarvan bijeen brengen.

In dit onderzoek wil ik de volgende deelvragen uitwerken in verschillende hoofdstukken. Wat zijn de voor- en nadelen van de journalistieke vlog? Wanneer voldoet een vlog aan de

kwalificatie van journalistieke vlog? Voor welke dilemma’s komt een journalistiek vlogger te staan wanneer de journalistieke onafhankelijkheid in het geding is? En hoe kan dit format een bijdrage leveren aan een journalistiek platform als Dag6?

1) Wat is het nieuwsplatform Dag6?

In hoofdstuk één wordt uitgelegd hoe het nieuwe innovatieve platform Dag6 is ontstaan en wat het doel van dit nieuwe platform is. De ontstaansgeschiedenis van Dag6 is door middel van kwalitatief onderzoek tot stand gekomen.

2) Wat is vloggen?

In hoofdstuk twee ga ik vervolgens aan de hand van een literatuurstudie dieper in op de ontwikkelingen die door de digitalisering van het journalistieke landschap in gang zijn gezet en vertel ik meer over de ontstaansgeschiedenis van het vloggen. In dit hoofdstuk wordt aan de hand van de focusgroep en literatuurstudie ook de definitie van de journalistieke vlog uiteengezet.

3) Wat is journalistiek?

Vervolgens gebruik ik hoofdstuk drie om aan de hand van een literatuurstudie dieper in te gaan op de vraag wat journalistiek precies is, en met welke waarden en normen je als journalist te werk gaat. De nadruk ligt daarin voornamelijk op de wijze waarop

journalistieke producties tot stand komen. 4) Praktijk onderzoek en analyse

Vervolgens deel ik in hoofdstuk vier aan de hand van praktijkgericht onderzoek meer over de praktijk. Hoe kun je als journalist de vorm vloggen gebruiken om journalistieke producties te maken? En wat zijn de voor- en nadelen van een journalistieke vlog? Dit praktijkonderzoek bestaat uit een focusgroep met de Dag6-redactie en het zelf produceren, analyseren van en reflecteren op mijn eigen vlogs die ik voor het

nieuwsplatform Dag6 heb gemaakt. Het reflecteren van de journalistieke vlogs gebeurt naar aanleiding van de uitkomsten van het literatuuronderzoek en de focusgroep. De vloggersreis die ik in samenwerking met Stichting Bootvluchteling heb gemaakt komt ook aan de orde.

Samenvattend:

In dit onderzoek komen uiteindelijk twee werelden bij elkaar, namelijk de vlogwereld en de journalistieke wereld. In dit onderzoek wordt uiteen gezet wat er gebeurt als deze twee werelden

elkaar raken. Het resultaat is de journalistieke vlog.

De definitie van een journalistieke vlog is: een video die is gemaakt met behulp van een

journalistieke werkwijze (hoofdstuk drie) in de vorm van een videoblog. De inhoud van de vlog is gebaseerd op een actuele aanleiding, trend of over het interessegebied van de journalist. Daarbij komt de journalist prominent in beeld en is samen met de geïnterviewde subject in de productie. Daarbij laat hij de wereld zien door zijn of haar ogen, waardoor de schijn van objectiviteit soms wordt doorbroken.

(7)

7

Uiteindelijk wordt er een conclusie getrokken waarin ik uiteenzet waarom dit format een

verrijking is voor Dag6 en in hoeverre de journalistieke vlog aansluit bij de nieuwsbehoefte waarin Dag6 voorziet.

In het kader van innovatie onderzoek reflecteer ik aan de hand van de beroepscompetenties die de academie journalistiek heeft opgesteld voor innovatie-onderzoek het productieproces van de journalistieke vlog. Deze reflectie werk ik uit aan de hand van drie dilemma’s en aanbevelingen. Een noot voor de lezer: mijn eigen ervaringen en visie komen door middel van korte

intermezzo’s terug in de tekst. Dit past niet alleen bij de persoonlijke aard van vlogs in het algemeen. Het sluit ook aan bij een vorm die Dag6 graag gebruikt om artikelen van persoonlijk commentaar te voorzien. Vakmens quotes en –posts zitten in het DNA van Dag6 en het lijkt me gepast en leuk om daar in dit onderzoek bij aan te sluiten. De intermezzo’s zullen een kijkje in de keuken geven over de volgende onderwerpen.

• De vloglessen die ik heb gegeven aan Tijs van den Brink.

• Ervaringen en gesprekken tijdens het event: ‘Vloggen voor journalisten’ van de Nederlandse Vereniging van Journalisten.

• De gastles die ik heb gegeven over journalistieke vlogs aan eerstejaars studenten journalistiek van de Christelijke Hogeschool Ede.

• De vloggersreis naar Lesbos die ik samen met Sanny Verhoeven, van het YouTube-kanaal ‘Sanny zoekt Geluk’ heb gemaakt in samenwerking met Stichting Bootvluchteling. • En tot slot al mijn praktijkervaringen die ik heb opgedaan tijdens het produceren van

journalistieke vlogs voor Dag6.

Figuur 1. [Dag6-teamleden Kees-Jan Mulder, Femmeke Riezebosch, Adriënne Simons en Daniël Gillissen.]. Herdrukt van ND, door S. Mouissie, 2016, geraadpleegd van

https://www.nd.nl/nieuws/media/met-dag6-willen-eo-en-nd-jonge-christenen.1773030.lynkx

(8)

8

Samenvatting

In opdracht van Dag6 is in het kader van innovatie-onderzoek onderzocht hoe journalistieke vlogs dit platform kunnen verrijken en om het format verder te professionaliseren.

Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat journalistieke vlogs, mits ze voldoen aan de zes opgestelde kwalificaties een verrijking kunnen zijn in de persoonlijke en geselecteerde nieuwsbehoefte waarin Dag6 voorziet.

De journalistieke vlog laat zich kenmerken als een video die is gemaakt aan de hand van een journalistieke werkwijze en in de vorm van een videoblog wordt gepubliceerd. De zes kwalificaties houden in dat de inhoud van de journalistieke vlog gebaseerd moet zijn op een actuele aanleiding, trend of over het interessegebied van de journalist moet gaan. Daarbij komt de journalist prominent in beeld en is samen met de geïnterviewde subject in de productie. Hij laat de wereld zien door zijn ogen, waardoor de schijn van objectiviteit soms wordt doorbroken. Op die manier voorziet de journalist zijn publiek van persoonlijke en betrouwbare informatie. Journalistieke vlogs bieden de redacteuren en vakmensen van Dag6 de mogelijkheid om hun persoonlijkheid te laten zien en vanuit hun passie mensen mee te nemen in hun verhaal. Dag6 wil als nieuwsplatform de mens centraal stellen en de vertelvorm van de journalistieke vlog sluit hier goed bij aan.

Journalistiek vlogs vragen wel om een bepaalde kwetsbaarheid van de journalist. Daarom is het belangrijk om deze vertelvorm toe te passen op Dag6-redacteuren die hiervoor open staan. Tot slot is het belangrijk om als journalistiek vlogger duidelijk aan te geven dat je in eerste instantie werkt als journalist. Door de sterke opkomst van vloggers en het digitale landschap waar iedereen kan plaatsten wat hij of zij wilt is het belangrijk om je als journalist duidelijk kenbaar je te maken.

Sleutelwoorden: journalistieke vlogs, Dag6, vloggen, journalistiek vlogger, betrokken journalistiek, persoonlijk nieuws, geselecteerd nieuws.

(9)

9

Methodologische verantwoording

Om de hoofdvraag te beantwoorden is dit onderzoek uitgevoerd aan de hand van literatuuronderzoek, kwalitatief onderzoek, focusgroep en praktijkgericht onderzoek. literatuuronderzoek

Deze methode is gebruikt om de recente ontwikkelingen die door digitalisring in het

medialandschap zijn ontstaan te beschrijven. Het mediagedrag van de burger is verandert en door middel van literatuuronderzoek is deze ontwikkeling goed uit te leggen. Dit

literatuuronderzoek is nodig om het format van journalistiek vlogs in een de context te plaatsen van huidige spanningen die door digitalisering in het medialandschap zijn ontstaan.

kwalitatief onderzoek

Door middel van het bevragen van de betrokken bij Dag6 is het mogelijk om een inhoudelijke analyse te kunnen maken van het format journalistieke vlogs.

interviews

Om de ontstaansgeschiedenis van Dag6 goed weer te geven is gekozen voor een interview met Rinder Sekeris, directeur van Nedag Uitgevers BV. Er is gekozen voor Sekeris, omdat het concept van Dag6 een initiatief van het Nederlands Dagblad is en hij de kartrekker van dit project is vanuit deze organisatie. Om deze reden kan het traject van een idee tot een product duidelijk worden weergegeven. Daarnaast is de samenwerking tussen de EO en het ND is uniek. Om weten te komen waar de knelpunten zaten is gekozen voor een kwalitatief interview. focusgroep

Binnen Dag6 heeft iedereen te maken gehad met de productie van een journalistieke vlog. Om goed te onderzoeken op welke manier journalistieke vlogs een verrijking zijn voor Dag6 moet zowel worden gekeken naar het product als de wijze waarop dit product tot stand is gekomen. Met een focusgroep kun je zowel de productkant als de productiekant van het journalistieke proces onderzoeken (Koetsenruijter & Van Hout, 2014 p. 32). Om de ervaringen en werkwijze die is toegepast door verschillende redacteuren goed boven tafel te krijgen is gekozen voor een focusgroep.

Ook is de journalistieke vlog als product relatief onbekend. Hierdoor kunnen de reactieleden het product verschillen interpreteren. Een focusgroep kenmerkt zich door een open structuur waardoor het mensen de ruimte geeft om hun perspectief op dit product te uiten

(Koetsenruijter & Van Hout, 2014 p. 36). Bovendien ga je in een focusgroep in op een

gemeenschappelijk onderwerp. Door deze onderzoeksmethode toe te passen kun je ingaan op het thema waar iedereen ervaring mee heeft. In dit geval praktijkervaring met het format journalistieke vlogs.

Het nadeel van open structuur is dat de interviewer goed in de gaten moet houden dat het gesprek niet te ver afwijkt van het thema en op het juiste moment moet bijsturen, zonder dat dit ten koste gaan van de groepsdynamiek. Daarnaast moet de interviewer overzicht houden, zodat iedereen aan het woord komt en het niet een tweegesprek wordt, in plaats van een discussie met elkaar. Daarnaast was ik als onderzoeker ook een producent van journalistieke vlogs en had hiervoor ook een visie. De interviewer mag echter niet tijdens een focusgroep zich mening geven, maar moet juist de groepsdynamiek stimuleren.

De focusgroep is afgenomen onder de volgende werknemers van Dag6: Daniel Gillissen, Rimme Mastebroek, Kees-Jan Mulder, Tirza van der Graaf, Adrienne Simons, Johan Trip, Freek

Houweling en Femmeke Riezebosch. De focusgroep is uitgevoerd aan de hand van een topiclijst en een kleine werkvorm (bijlage 2).

(10)

10

praktijkgericht onderzoek

Dit onderzoek is gedaan in opdracht van Dag6 en moet gezien worden als een manier van innovatieve formatontwikkeling. Deze formatontwikkeling is praktijk gericht en cyclisch van opzet. Tijdens mijn stage bij Dag6 is er geëxperimenteerd met de vertelvorm journalistieke vlogs. De stageperiode startte op 3 oktober 2016 en liep tot 3 maart 2017. Gedurende dit maakproces zijn de vlogs tussendoor geavaleerd met de redactie. Door middel van observeren, evalueren is dit format steeds meer aangescherpt. Deze gesprekken zijn voornamelijk gevoerd met beeldredacteur Kees-Jan Mulder. Om dit format verder te professionaliseren is er een focusgroep opgesteld waar de eerder geproduceerde vlogs besproken werden. Verder is er gediscussieerd hoe dit format verder een verrijking kan zijn voor Dag6. Aan de hand van deze focusgroep zijn zes kwalificaties ontstaan waaraan de journalistieke vlog moet voldoen. Vervolgens is er geëxperimenteerd met een vloggersreis in samenwerking met Stichting Bootvluchteling naar Lesbos. Deze reis had als doel om de huidige situatie van het

vluchtelingenprobleem op dit eiland in kaart te brengen. De reis is samen met vlogger Sanny Verhoeven van het YouTube-kanaal ‘Sanny zoekt Geluk’ gemaakt.

Gedurende de reis kwam journalistiek vlogger Debora Dijkstra voor enkele dilemma’s te staan. Deze dilemma’s hadden te maken met de eerder opgestelde kwalificaties van de journalistieke vlog, met name het principe hoor en wederhoor. De andere dilemma’s gingen over

journalistieke onafhankelijkheid en de belangrijkste taak van een journalist: waarheidsvinding. Bij terugkomst is de reis met teamleider Daniel Gillissen verder geavaleerd.

Aan de hand van drie dilemma’s geef ik weer waar het spanningsveld ontstaat als je werkt als journalistieke vlogger. Dit wordt gedaan aan de hand van de kwalificaties die eerder zijn opgesteld uit de focusgroep en de journalistieke ideologie waaruit een journalist werkt.

(11)

11

Hoofdstuk 1

Wat is het nieuwsplatform Dag6?

In dit hoofdstuk neem ik het ontstaan van Dag6 van onder de loep. Ook bespreek ik wat de samenwerking tussen het Nederlands Dagblad en de Evangelische Omroep uniek maakt. Daarnaast wordt er dieper ingegaan op de conceptuele keuze voor een app en een weekblad. Tot slot komt de visie van dit nieuwe journalistieke platform aan bod.

1.1 Het ontstaan van Dag6

Een hoogtepunt in een bijzondere co-creatie: op 11 juni 2016 lanceerden de Evangelische Omroep en het Nederlands Dagblad de nieuwe naam van hun nieuwe journalistieke platform: Dag6. Deze naam verwijst naar de zesde scheppingsdag, waarop de mens is geschapen en daarmee de nieuwsgierigheid. In het artikel, dat de daaropvolgende dag in het ND stond, legt grafisch redacteur Adrienne Simons de visie verder uit: ‘Die mens maakt fouten, doet dingen verkeerd, maar blijkt ook creatief te zijn en in staat tot samenwerken. En juist dat samenwerken doen we met hart en ziel’ (Janssens, 2016).

Rinder Sekeris is directeur-uitgever van Nedag Uitgevers BV waar het Nederlands Dagblad onderdeel van is. Daarnaast is hij medeoprichter van Dag6. In een gesprek met Sekeris (bijlage 1) legt hij uit dat Dag6 eigenlijk geboren is vanuit een probleem waar zowel het ND als de EO tegenaan liepen: het bereiken van een jongere doelgroep.

‘Bij het ND constateerden we dat we een hele duidelijke, afgebakende en trouwe doelgroep hebben, maar dat deze wel aan het vergrijzen is. We constateerden een tendens: mensen onder de 45 jaar nemen nauwelijks meer een volledig abonnement op de krant.’ Met een volledig abonnement bedoelt Sekeris zes dagen per week een krant thuis bezorgd krijgen of volledige digitale ontsluiting (P.I. Sekeris, 2017, bijlage 1).

Sekeris: ‘We zijn gaan uitzoeken, waardoor het komt dat de vraag naar abonnementen

terugloopt. We hadden niet het vermoeden dat het aan onze verhalen lag. Uit eigen onderzoek van het ND blijkt dat mensen vaak gebrek aan tijd als argument geven om het abonnement op te zeggen. Daarnaast vonden veel mensen de krant te duur’ (P.I. Sekeris, 2017, bijlage 1).

‘De uitdaging lag dus niet zozeer op het journalistieke vlak’, aldus Sekeris. Volgens hem blijven mensen behoefte houden aan gedegen informatie over de wereld waarin ze leven. Sekeris: ‘Dat blijkt nu ook weer in tijden van fake news en alternatieve feiten. Met name in Amerika is dat een enorm grote discussie. Betrouwbare informatie is ontzettend belangrijk en laat de wereld ook draaien’ (P.I. Sekeris, 2017, bijlage 1).

Dit blijkt ook uit het onderzoek: Nederlanders en nieuws: Gebruik van nieuwsmedia via oude en

nieuwe kanalen van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Op een doorsneedag gebruikt 61% van

de bevolking minstens één nieuwsmedium en besteedt hier minstens vijf aaneengesloten minuten aan. Bovendien zijn de klassieke media nog altijd dominant in het nieuwsgebruik, maar maken jongvolwassenen wel als eerste een overstap naar online nieuwsmediagebruik

(Wennekers & De Haan, 2017, p. 31-33).

Daarnaast neemt volgens Sekeris de betalingsbereidheid voor journalistieke producten toe. Adjunct-hoofdredacteur Daniël Gillissen van het Nederlands Dagblad beaamt dit. In de radio-uitzending van EO-live van 13 mei 2017 constateerde hij: ‘Als je gewoon een goed journalistiek product maakt wat mensen aantrekkelijk en interessant vinden dan willen ze daar ook voor betalen (Sprunken, 2017).

(12)
(13)

13

Sekeris: ‘De EO-directie sprak een droom uit dat christelijke organisaties meer zouden moeten samenwerken. Toen zijn we verder met de EO-directie gaan praten en hebben we een aparte afspraak gemaakt. Daaruit bleek eigenlijk dat het meer een ideaalbeeld is, wat wel uitwerking behoefde. Waarop het ND hen deze casus voorstelde’ (P.I. Sekeris, 2017, bijlage 1).

Beiden partijen besloten met elkaar in zee te gaan. Kartrekker vanuit het Nederlands Dagblad was Rinder Sekeris en de EO-directie schoof Tineke van der Velde naar voren.

probleem

De reden dat de EO en het ND zijn gaan samenwerken is dat ze beiden hetzelfde probleem hebben. Uit hun eigen kijk- en lezersonderzoeken blijkt dat ze steeds meer moeite hebben om jongeren te bereiken. Sekeris: ‘Het bleek dat de EO, jongeren tot achttien jaar goed bereikt met BEAM en de EO-Jongerendagen. Boven die leeftijd neemt de merkentrouw af en wordt het lastiger.’

Beide organisaties besloten om vanuit de eerder genoemde droom te gaan samenwerken en constateerden dat Dag6 een mooie casus zou kunnen zijn om die samenwerking van de grond te krijgen. Echter zaten hier nog wel wat haken en ogen aan. Het komt namelijk zelden voor dat een publieke omroep (EO) en een privaat bedrijf (ND) een alliantie aangaan. Om samen in zee te kunnen gaan, moest eerst toestemming worden gevraagd aan het Commissariaat voor de Media, de toezichthouder in het publieke omroepbestel.

VOF

Dag6 is ondergebracht in een VOF. Dag6 is dus voor vijftig procent in handen van een publieke omroep (EO) en voor de andere vijftig procent van een privaat bedrijf (ND). Dit betekent dat in de praktijk de geldstromen goed in de gaten moet worden gehouden.

Sekeris: ‘De EO mag niet zomaar samenwerken met een andere partij. Wij zijn vrij om te doen wat we willen, omdat wij een commercieel bedrijf zijn. De EO is een publieke omroep en heeft dus te maken met regels vanuit de overheid. Daarom moet alles heel precies worden verdeeld, de baten en de lasten. Het mag niet zo zijn dat de EO investeert en dat het Nederlands Dagblad vervolgens de winst opstrijkt. Dus er mag absoluut geen belastinggeld in de VOF stromen’ (P.I. Sekeris, 2017, bijlage 1).

Volgens Sekeris heeft het commissariaat wel zijn nek uitgestoken voor deze publiek-private-constructie. ‘Zij moeten toestemming geven aan iets waarvan ze ook nog moeten afwachten hoe het uitpakt. Er zijn niet zoveel voorbeelden bekend van succesvolle publiek-private

samenwerkingsconstructies’, aldus Sekeris (P.I. Sekeris, 2017, bijlage 1).

Het Commissariaat voor de Media ging uiteindelijk akkoord met deze ‘pps-constructie’, publiek-private samenwerking. Daarbij lag de focus met name op de rol van de EO. Sekeris: ‘Als ND-bestuurder heb ik geen moment gezeten bij de overleggen die de EO en het commissariaat voerden. Een aparte ervaring, maar ook wel begrijpelijk: het commissariaat wilde zijn rol als toezichthouder op de publieke kant in dit verhaal zuiver houden’(Danhof, 2017-a).

Zowel het ND als de EO hebben dus geïnvesteerd in het nieuwe platform. Bij de EO bestaat de investering niet uit publiek geld. In een interview met NRC vertelde Dag6 redacteur Rimme Mastebroek: ‘De EO heeft haar bijdrage betaald uit contributiegelden. Bovendien heeft het Commissariaat voor de Media, de toezichthouder van de Publieke Omroep, elke stap in het samenwerkingsproces nauwgezet gevolgd. Ook wij willen natuurlijk voorkomen dat we worden beschuldigd van concurrentievervalsing (Kist, 2017).

(14)
(15)

15

taakverdeling

Ook de taken zijn verdeeld over het ND en de EO. Het ND neemt de verantwoordelijkheid over het redactionele proces. De EO is verantwoordelijk voor de financiën van Dag6 en zorgt voor de contracten. Daarnaast onderhoudt zij het contact met Graphler en Sharewire. Graphler is verantwoordelijkheid voor het redactiesysteem en Sharewire bouwde de app.

inkomsten

Dag6 probeert inkomsten te genereren via een abonnementen vorm. Voor 9,90 euro per maand ontvangen abonnees elke vrijdag het weekblad en hebben zij toegang tot alle content in de mobiele app (Danhof, 2017-b). De app is gratis te downloaden in de app-store of in de Google Play Store. Verder probeert Dag6 zowel via online advertenties (bijv. Facebook) als papieren advertenties (bijv. Visie) abonnees te werven. Het platform wil najaar 2017 op 10.000 app gebruikers en 1.000 abonnementen zitten. Dag6 heeft drie jaar de tijd om uit de kosten te komen (J. Trip, persoonlijke communicatie, 16 juni 2017).

Figuur 2. [Ontwerp Dag6-app, openingsscherm]. Bewerkt van Dag6, door A. Simons, 2017, geraadpleegd van

(16)

16

1.2 Combinatie van een app en een weekblad

Dag6 bestaat uit een nieuwsapp en een weekblad. In de app vind je dagelijks nieuws, vakmensberichten, achtergrondverhalen en video’s. De app is gratis te downloaden en als gebruiker kun je je registreren. Daarna krijg je enkele onderwerpen voorgesteld, bijvoorbeeld cultuur, politiek, innovatie en geloof. Vervolgens krijg je vakmensen voorgesteld die je kunt volgen. Vakmensen zijn experts die de flexibele schil van redacteuren om het platform vormen. Ze delen artikelen in de app die voor hun vakgebied relevant zijn. De nieuwsfeed wordt

dagelijks gevuld met nieuws van het ANP, ND, EO en de Volkskrant.

In het weekblad staat een dubbelinterview, achtergrondverhalen, columns en andere

inspireerde artikelen. In een dubbelinterview komen twee personen aan het woord die praten over een thema. De oplage van het weekblad is 1000 exemplaren verspreid door heel Nederland en het aantal app gebruikers per 1 juni 2017 is 4500. Per dag gebruiken meer dan 300 mensen de app.

content

Dag6 mag gebruik maken van alle content die gemaakt wordt bij het ND en dit in de eigen app publiceren. Dit geldt ook voor de EO-content. De merken die voornamelijk van de EO worden gebruikt zijn Visie, EO-geloven en alle tv en radioprogramma’s.

Daarnaast werkt de Volkskrant ook mee aan deze start-up. Dag6 mag een selectie uit de Volkskrant-kopij gebruiken, omdat de Volkskrant en het ND een overeenkomst hebben. Uitzondering hiervan zijn columns en opiniestukken. Daarnaast moet het beeldmateriaal wat gemaakt is door een fotograaf in opdracht van de Volkskrant apart worden bijgehouden en worden betaald. De artikelen uit de Volkskrant dienen niet als onderscheidend element voor Dag6.

Sekeris: ‘We hebben de Volkskrant hoofdredactie altijd over het project geïnformeerd en gevraagd of Dag6 mee kan liften op de afspraken met het ND om het zo een kans te geven in de opstartperiode. Als het werkt en we geld verdienen, zullen we uiteraard opnieuw met de

Volkskrant om de tafel gaan’ (P.I. Sekeris, 2017, bijlage 1).

Ook het ANP-nieuws is beschikbaar in de Dag6-app en hiervoor geldt hetzelfde principe.

Sekeris: ‘Het ANP levert aan het ND. Omdat die partijen een contract hebben met het ND kennen ze ons, weten ze wat ze aan ons hebben en rekenen ze erop dat we correct met hun spullen omgaan’ (P.I. Sekeris, 2017, bijlage 1).

weekblad

Toch is het verrassend dat er voor een papieren weekblad is gekozen. Uit de oplagecijfers 2016 van dagbladen blijkt dat er voor het 21ste jaar op rij een dalende oplage van kranten te zien is.

Als deze trend wordt doorgerekend zou de papieren krant in 2035 zijn verdwenen (Okhuijsen, 2017).

Maar uit het onderzoek van Hensen, et al. (2014) blijkt dat de doelgroep van Dag6 de papieren krant nog niet kan missen. De papieren krant voorziet de doelgroep van ontspanning en het lezen van het weekblad wordt gezien als een rustmoment.

Adjunct-hoofdredacteur Daniël Gillissen is ook blij met de keuze voor een papieren weekblad: ‘In elk geval merken we dat mensen papier ook prettig vinden in het weekend. … Je bent de hele dag al met de smartphone bezig, op de iPad of achter de computer en om dan papier in handen te hebben is prettig. Daarom hebben we dat ook gedaan. Het zorgt ook voor meer binding met mensen. Je krijgt het gewoon op de mat. ... Je hoeft er niet echt iets voor te doen. Het is er en dat stellen ook veel mensen op prijs’ (Sprunken, 2017).

(17)

17

Figuur 3. [Dit dorp in Oregon is te koop]. Herdrukt

van Dag6, door A. Simons, 2017 geraadpleegd van https://www.instagram.com/p/BTbrM3AAPeI/?tak en-by=dag6hq

Figuur 4. [Dit dorp in Oregon is te koop]. Herdrukt van Dag6, door A. Simons, 2017 geraadpleegd van https://www.instagram.com/p/BRvn4P9gLck/?tak en-by=dag6hq

De keuze voor een app en een weekblad moeten niet gezien worden als een ‘unique selling points’ (USP). Hensen et al. (2014) concluderen dat de app (en de functies binnen de app) en het papieren weekendmagazine aanspreken, maar het geen USP’s zijn. Deze zijn belangrijk voor het totaaloordeel, maar onderscheiden het product niet van andere producten.

social media

Dag6 is aanwezig op Facebook, Twitter, Instagram en YouTube. Via deze kanalen wordt de eigen content verspreid. Dit alles onder de naam Dag6. Via Twitter worden er artikelen en

vakmensposts gedeeld. Facebook is voornamelijk voor het verspreiden van eigen content en video’s. Daarnaast wordt Facebook gebruikt voor het aankondigen van een evenement. Instagram wordt gebruikt om nieuwtjes op een beeldende manier weer te geven en deze te verspreiden via dit kanaal, zoals te zien is in figuur drie en vier (Simons, 2017). Op YouTube komen alle video’s te staan, zodat deze geïntegreerd kunnen worden in de app. YouTube wordt nu alleen nog gebruikt als een verzameling van alle videocontent die wordt gemaakt.

(18)

18

1.3 Visie van het platform

Dag6 is een nieuwsplatform wat wordt gemaakt door mensen die geloven in God en in de wereld. De slogan van Dag6 is elke dag is nieuw(s) en heeft als hoofddoel de doelgroep te informeren, inspireren en motiveren met behulp van nieuws.

Adrienne Simons: ‘Elke dag is nieuw, maar elke dag brengt ook nieuws. We willen met experts werken, die door de abonnees gevolgd kunnen worden. Maar die experts kunnen hen ook tot actie in de samenleving bewegen. De verhalen die ze doorgeven of zelf schrijven, moeten hoopvolle verhalen zijn waar mensen geïnspireerd door raken’ (Janssens, 2016). Met experts bedoelt Simons ook wel de eerder genoemde vakmensen. Mensen die schrijven wat nieuw en nieuws is binnen hun vakgebied.

Tineke van der Velde, hoofdredacteur jongeren bij de EO, legt in de uitzending van 2 april 2017 in De Perstribune uit waarom de EO mee doet en waarom Dag6 niet op aan een vaste leeftijd is gericht.

‘BEAM is gericht op jongeren die affiniteit hebben met geloof in de leeftijd van 16 tot 21. En Dag6 is echt een nieuwsplatform en eigenlijk ook voor een oudere doelgroep. Ik zou niet willen zeggen dat Dag6 voor jongeren is. Het gaat over een mentaliteit. Mensen die het nieuws op een andere manier tot zich willen nemen. … Tegelijkertijd horen we ook van heel veel dertigers, veertigers en vijftigers dat zij hier ook behoefte aan hebben en dat eigenlijk hun mediagedrag veranderd is’ (Vergouwen, 2017).

Het gaat bij Dag6 om een mentaliteit die reflectief is: hoe wil je als mens leven, welke verantwoordelijkheden neem je hierin en wil je bijdragen aan een rechtvaardige wereld? (Danhof, 2017-b). De eigen Dag6 producties hebben als tone of voice ook luchtig, persoonlijk een optimistisch (Kist, 2017).

Figuur 5. [Weekblad Dag6]. Herdrukt van Dag6, door A. Simons, 2017 geraadpleegd van

https://www.facebook.com/dagzes/photos/a.18189431616713 85.1073741828.1753456508220051/1884624385103262/?typ e=3&theater

(19)

19

1.4 Samenvatting

Dag6 is een nieuwsplatform met het dagelijkse nieuws, achtergronden en inspirerende verhalen. Dit nieuwe journalistieke medium is opgericht door het ND en de EO. Deze

organisaties kampen met hetzelfde probleem: het bereiken van de christelijke doelgroep in de leeftijd van 18 tot 45 jaar. Daarom sloegen ze de handen ineen in een poging om goede

journalistiek op nieuwe manieren te distribueren. Manieren die passen bij de leefwereld van een doelgroep die waarde van een papieren krant devalueert. Het resultaat is een nieuw journalistiek merk dat onder is gebracht in ENDEO-VOF.

Dag6 bestaat uit een nieuwsapp en een weekblad en wil graag constructief en hoopvol zijn. Dit vertaalt zich in artikelen die niet alleen de klassieke journalistieke vragen beantwoorden (wie, wat, waar, wanneer waarom en hoe) maar ook nadenken over ‘wat nu’. Daarom de slogan: elke dag is nieuw(s). De naam van het platform verwijst naar de zesde scheppingsdag, waarop de mens geschapen is (Janssens, 2016).

Daarnaast werkt Dag6 met vakmensen die door de abonnees gevolgd kunnen worden. De vakmensen zijn experts die de flexibele schil van redacteuren om het platform vormen. Ze delen artikelen in de app die voor hun vakgebied relevant zijn. De nieuwsfeed wordt dagelijks gevuld met nieuws van het ANP, ND, EO en de Volkskrant.

Toch is het verrassend dat er ook voor een papieren weekblad is gekozen. Uit de oplagecijfers 2016 van dagbladen blijkt dat er voor het 21ste jaar op rij een dalende oplage van kranten te zien

is. Als deze trend wordt doorgerekend zou de papieren krant in 2035 zijn verdwenen

(Okhuijsen, 2017). Maar uit het onderzoek van Hensen, Metaal, en Kroesemeijer (2014) dat de doelgroep van Dag6 de papieren krant nog niet kan missen. De papieren krant voorziet de doelgroep van ontspanning en het wordt gezien als een rustmoment.

(20)

20

Hoofdstuk 2

Wat is vloggen?

In dit hoofdstuk volgt meer uitleg over wat vloggen precies inhoud, wanneer het is opgekomen en in welke behoefte vlogs voorzien. Verder wordt ontstane vlog-cultuur en vlog-genres verder toegelicht en volgt de kwalificatie van een journalistieke vlog. 2.1 Het ontstaan van vlogs in het medialandschap.

De oorsprong van het internet ligt in de jaren vijftig van de twintigste eeuw en verandert door technologische ontwikkelingen voortdurend. De pc met een internetaansluiting was in 1995 een huishoudelijk apparaat geworden. De vijf jaar die daarop volgden kunnen we bestempelen als een succesverhaal. De reden: particulieren gingen in hoog tempo online en binnen een half decennium had de helft van de bevolking van de Verenigde Staten, West- en Noord-Europa, Japan en Australië, zijn eerste internetsurfervaring achter de rug (Bakker & Scholten, 2011, p. 235).

In het begin van de 21ste eeuw werd de term ‘Web 2.0’ geïntroduceerd (Bakker & Scholten,

2011, p. 247). Het web evolueerde vanaf toen van een passief naar een interactief medium, waarbij gebruikers ook zelf informatie konden toevoegen aan webpagina’s (Internet Marketing Universiteit, 2016).

Bij Web 2.0 gaat het om ‘sociale’ toepassingen waarbij gebruikers actief bijdragen aan ‘sociale software’ en informatie met elkaar delen (Bakker & Scholten, 2011, p. 247). Deze

users-generated content, content gemaakt door de gebruiker, wordt verzameld op sociale netwerken

(Internet Marketing Universiteit, 2016). Voorbeelden hiervan zijn Facebook, YouTube, LinkedIn en Google+ (Bakker & Scholten, 2011, p. 247).

Figuur 6. [Web 1.0, web 2.0, user-generated content]. Herdrukt van Internet Marketing Universiteit, 2016, geraadpleegd van https://imu.nl/internet-marketing-kennisbank/begrippen/web-2-0/

(21)

21

blog

Door de komst van Web 2.0 hebben we nieuwe middelen gekregen om eigen content te maken, onze meningen uit te drukken en krijgen we direct toegang tot informatie (O’Reilly, 2005). De blog, blog is een afkorting voor weblog, speelt hierin een grote rol. Ze is een nieuwe vorm van algemene persoonlijke communicatie geworden, waardoor miljoenen mensen informatie kunnen publiceren en uitwisselen in de blogwereld (Rosenbloom, 2004).

De eerste blogs ontstonden eind jaren negentig en in 2006 was dit aantal gestegen naar 50 miljoen. In 2011 lag dit aantal op 150 miljoen (Bakker & Scholten, 2011, p. 247). Hierbij moet vermeld worden dat op de meeste blogs niks gebeurde. Aanvankelijk waren blogs persoonlijke websites waarop met regelmaat ontboezemingen, opinies, nieuws, hartenkreten en

overdenkingen werden geplaatst.

De blog is door technologische ontwikkelingen verder geprofessionaliseerd en is tegenwoordig bijna niet meer te onderscheiden van een nieuwssite. De website van NRC is bijvoorbeeld een soort blog, terwijl ook sites van Adformatie, Villamedia en Marketingfacts blogs zijn (Bakker & Scholten, 2011, p. 248). De opmaak en functies die op de website zichtbaar zijn verschillen nog maar weinig.

In de loop der jaren is de blog verder doorontwikkeld: van een tekstueel genre van persoonlijke publicaties tot een visueel genre. Door de toevoegingen van geluid en video ontstond een nieuwe vorm: de videoblog (Hoem, 2005).

vlogs

Adam Kontras plaatste de eerste videoblog, ook wel ‘vlog’ genoemd, op 2 januari 2000. De videoblog van Kontras was genaamd The Journey waarin hij zijn verhuizing laat zien van zijn woonplaats Columbus, Ohio naar California om een nieuwe carrière te zoeken in de

entertainmentbusiness. Vervolgens kwamen de eerste geluiden over online video terecht in de traditionele media. Producer Steven Garfield van de The Boston Radio postte zijn eigen

videoblog online en verklaarde 2004 als het ‘jaar van de vlog’. De media-aandacht rondom de vlog nam verder toe. Het magazine Forbes verdiepte zich in de trend en verklaarde 2005 als het ‘jaar van de vlog’. Er waren echter nog verrassend weinig kijkers van vlogs en actieve vloggers, mensen die actief videoblogs posten (Kaminsky, 2010, p. 37).

De daadwerkelijke opleving van het vloggen begon in 2005 met de lancering van YouTube: een gratis en voor iedereen toegankelijk videoplatform. Dit was een fundamentele stap in de

ontwikkeling van het vloggen, want de drempel om een video te plaatsen nam snel af (Mediakix, 2016). Iedereen kon zijn eigen verhaal vertellen zonder tussenkomst van een traditionele nieuwsorganisatie.

Er ontstonden vervolgens ook andere videoplatformen zoals Dailymotions en Vimeo, maar YouTube wordt gezien als het leidende platform voor vlogs. Het eerste filmpje dat op de website werd gepubliceerd is Me at the zoo, een filmpje dat Karim maakte in de dierentuin (Timroff, 2017, p. 50).

Maar het had heel anders kunnen zijn voor Youtube. Het platform is op 14 februari 2005 opgericht door Chad Hurley, Steve Chen en Jawed Karim, maar dreigde bijna ten onder te gaan door de hoge kosten van webhosting en dataverkeer. Totdat Google op 13 november 2006 YouTube kocht voor een bedrag van 1,65 miljard Amerikaanse dollar (Timroff, 2017, p. 19). Tegenwoordig heeft YouTube meer dan een miljard gebruikers. Elke dag worden er honderden miljoenen uren aan video’s bekeken en is meer dan de helft van alle YouTube-weergaven afkomstig van mobiele apparaten (YouTube, z.j.).

(22)
(23)
(24)
(25)

25

vlog genres

Er zijn verschillende genres binnen het vloggen. Volgens Gao, Tian, Huang en Yang (2010) kun je de vlogs ook breder zien en staan videoblogs ook wel bekend onder de termen: v-logs, vid-blogs, movie vid-blogs, vvid-blogs, vidcasts, vcasts, v-vasts, episodic video, Web shows or online TV enzovoort. De vlogosphere is een gemeenschappelijke term over alle soorten vlogs.

Voor dit onderzoek maken we eerst onderscheid in de soorten vlogs. Volgens Warmbrodt et al. (2010) zijn er drie verschillende categorieën:

• Persoonlijke vlog

• Entertainment georiënteerde vlogs • Nieuwsshows

De persoonlijke vlog is te beschrijven als een videodagboek. In een persoonlijke vlog praat of deelt iemand zijn levenservaringen en legt die vast op video. Een bekende Nederlandse vlogger die deze vorm toepast is Enzo Knol.

Entertainment georiënteerde vlogs zijn volgens Warmbrodt et al. (2010) vlogs die puur bestaan voor de entertainment. Een goed Nederlands voorbeeld hiervan is StukTV. Deze serie wordt gemaakt door Giel de Winter, Stefan Jurriens en Thomas van der Vlugt. Het trio voert iedere week een opdracht uit die is bedacht door hun kijkers en publiceren vervolgens hun video op YouTube (Timroff, 2017).

De nieuwsshows zijn het derde genre. Dit zijn informele nieuwsshows en lijken op de nieuwsshows op televisie, maar deze zijn meer interactief en gefocust op de webcultuur.

Volgens Gao et al. (2010) vallen hieronder de meeste vlogs die vooral de stijl en presentatie van dit format gebruiken. Een goed voorbeeld hiervan is het YouTube-kanaal: Adviezen van Lieze. Daarnaast vallen onder deze categorie ook programma’s zoals Zondag met Lubach die hun uitzendingen in verschillende fragmenten op YouTube plaatsten. Het verschil met de uitzending is dat aan het eind van ieder fragment een oproep of uitspraak wordt gedaan door Lubach. Bijvoorbeeld: ‘Ja en daarmee komen we aan het einde van dit filmpje. Krijgt u nog het weer. Overwegend bewolkt en vergeet je niet te abonneren’.

Ook commerciële programma’s zoals The Voice of Holland en RTL Boulevard plaatsen fragmenten van uitzendingen op YouTube. Dit zien we nu ook steeds meer gebeuren met bijvoorbeeld nieuwsorganisaties. De NOS deelt de formatievlog via YouTube en zet ook korte nieuwsfragmenten op dit kanaal. Daarnaast hebben de Volkskrant en de NRC ook een eigen YouTube-kanaal waar ze hun video’s posten. Maar zij gebruiken het format van een

(26)

26

2.3 Kwalificatie van de journalistieke vlog

Voor dit onderzoek is bij Dag6 geëxperimenteerd met journalistieke vlogs. Uit deze experimenten, de resultaten uit de focusgroep met de redactieleden van Dag6 en de tien principes van Kovach en Rosenstiel (2014) zijn enkele richtlijnen ontstaan waar een journalistieke vlog voor het platform Dag6 aan moet voldoen. Hieronder staat de top zes.

1) Link met de actualiteit of over een maatschappelijk relevant onderwerp/trend (onderwerp).

2) Hoor en wederhoor toepassen (methode).

3) De vlog is gebaseerd op feiten en de basis 5 W’s (inhoud).

4) De journalist is zelf in beeld en neemt zichzelf mee in het verhaal, waardoor het verhaal een persoonlijk toon krijgt en de journalist ook iets van zijn persoonlijkheid laat zien (rol van journalist)

5) Snelle, hippe montage met veel beweging (stijl).

6) Dichtbij brengen wat niet standaard dichtbij is. Hierbij kan de journalist zelf een ervaring delen en verklaren (visie van Dag6).

Om deze punten te verduidelijken wordt per punt een voorbeeld gegeven van een journalistieke vlog die is gemaakt voor Dag6. Daarnaast wordt de argumentatie vanuit de focusgroep

weergegeven en door middel van quotes worden deze ondersteund. De focusgroep is

afgenomen onder Daniel Gillissen, Rimme Mastebroek, Kees-Jan Mulder, Tirza van der Graaf, Adrienne Simons, Johan Trip, Freek Houweling en Femmeke Riezebosch.

Verder wordt er een link gelegd met een van de principes van Kovach en Rosenstiel. In

hoofdstuk vier worden de praktijkervaringen van het maken van een journalistieke vlog en de reflectie hierop besproken.

1) Link met de actualiteit of over een maatschappelijk relevant onderwerp/trend. Hiermee wordt bedoeld dat er een actuele aanleiding moet zijn om een nieuwsitem voor een bepaalde dag te maken. Het gaat bij het maken van journalistieke vlogs erom dat de journalisten waarneemt en weergeeft wat we op dat moment gebeurt. Gebaseerd op het principe van Kovach en Rosenstiel: It must strive to make the significant interesting and

relevant.

Mulder: ‘Je staat als journalistiek vlogger vooraan om te dienen. Vanuit het idee van: ik kan nu bijvoorbeeld met Jan Dijkgraaf praten en onze drieduizend like’ers niet. Maar zij willen wel iets weten en ik vraag dat namens hen.’

De ideologie van Dag6 mag volgens de respondenten van de focusgroep hierin wel zichtbaar zijn, maar moet als doel hebben de vragen van haar publiek te beantwoorden. Zoals Kovach en Rosenstiel het beschrijven: Its first loayalty is to citizens. In dit geval zijn de citizens de doelgroep van Dag6.

Een voorbeeld van een onderwerp over de actualiteit is: Dierendag op de werkvloer (Dijkstra, 2016). Het item ging over het experiment dat een hond op de werkvloer de productiviteit zou verhogen. Dit item is gepubliceerd op Dierendag.

Een voorbeeld waar een maatschappelijk relevant/trend aan de orde kwam was de Pelgrimstocht naar Assisi (Simons, Mastebroek & Molenaar, 2017). Redactieleden Adrienne Simons, Rimme Mastebroek en vakmens Daan Molenaar liepen in dit item een pelgrimsroute en dachten na over wie ze nu zijn en waar ze nu staan in het leven. Dit thema speelt bij de doelgroep van Dag6.

(27)
(28)

28

3) De vlog is gebaseerd op feiten en de basis 5 W’s

De journalistieke vlogs moeten voldoen aan een bepaalde inhoud en antwoord geven op de vragen: wie, wat, waar, wanneer en waarom. De journalistiek vlogger neemt de situatie waar zoals die is en geeft hier duiding aan. De vlog moet als het ware op zichzelf staan als journalist product. Dit sluit aan bij het volgende principe van Kovach en Rosenstiel: It must present the news in a way that is comprehensive and proportional. Bij twijfel wordt er een artikel bijgeschreven, zodat de context voor de kijker duidelijk is. Een voorbeeld hiervan is de eerste Silent Reading Party bij Dag6 (Van Deutekom & Dijkstra, 2016). Vakmens Robin van Deutekom (wie) organiseert op de redactie van Dag6 (waar) een Silent Reading Party. Dit is een feestje voor introverte mensen waarbij je een uur in stilte gaat lezen (wat). Dit event vond plaats op 22 november 2016 en was vooraf aangekondigd op Facebook (wanneer). De reden dat Van Deutekom dit

organiseerde was om mensen aan te moedigen om weer een boek te gaan lezen en lezen verbetert de wereld (waarom).

4) De journalist is zelf in beeld en neemt zichzelf mee in het verhaal, waardoor het verhaal een persoonlijk toon krijgt en de journalist ook iets van zijn

persoonlijkheid laat zien.

De journalist is de constante factor in het verhaal. Het is volgens de respondenten boeiend om naar vlogs te kijken als mensen hun persoonlijkheid in de vlogs leggen. Met deze persoonlijkheid kunnen kijkers zich identificeren en bouw je als journalist ook je eigen merk op. Je hoeft hiervoor als journalist niet altijd in selfiestand te filmen, maar je moet wel als journalist zelf in beeld zijn tijdens een gesprek.

Houweling: ‘Tijdens een gesprek met iemand moet je in beeld zijn, zodat je jouw aandeel als journalist in het gesprek ziet. Anders kan het net zo goed iemand anders zijn geweest die het gesprek heeft gevoerd, terwijl jij als journalistiek vlogger juist de constante factor bent in het item.’

Dit principe kun je ook toepassen op een interessegebied wat de journalist interessant vindt. Uit zijn eigen vakgebied en enthousiasme neemt de journalistiek vlogger de kijker mee in het verhaal en geeft hierdoor een persoonlijke toon aan het verhaal.

Hiervoor is het item: Koninklijke opening Thialf een voorbeeld (Van der Graaf & Dijkstra, 2017). Hiervoor gingen vakmens royalty Tirza van der Graaf en vakmens schaatsen Debora Dijkstra samen naar het vernieuwde Thialf in Heerenveen die door koning Willem-Alexander werd geopend. De twee vakmensen komen beiden in het item voor en nemen vanuit hun eigen enthousiasme en vakgebied de kijker mee tijdens de opening. De interactie tussen de twee personen en andere geïnterviewden is te zien. Hierdoor geven de vakmensen een persoonlijke toon aan het verhaal en geven ze ook een deel van hun persoonlijkheid weer.

Figuur 9. [Koninklijke opening Thialf]. Printscreen YouTube, 2017, geraadpleegd van https://www.youtube.com/watch?v=RbGEaIi3L eY

Figuur 10. [Koninklijke opening Thialf]. Printscreen YouTube, 2017, geraadpleegd van

https://www.youtube.com/watch?v=RbGE aIi3LeY

(29)

29

5) Snelle, hippe montage met veel beweging

De stijl van de montage is bedacht door Kees-Jan Mulder. Harde cuts zijn toegestaan en ook beelden van YouTube ertussendoor kan helpen om de snelheid in het verhaal te houden. Daarnaast worden alle vlogs ondersteund door muziek en ondertiteling. De reden waarom Dag6 de video’s ondertitelt is dat video’s op Facebook vaak zonder geluid worden bekeken. Dit geldt volgens meerdere uitgevers voor maar liefst 85% van de video’s (SEO Marketing Experts, 2016). Om de video toch te kunnen volgen is

ondertitelen een goede uitkomst. Daarnaast kan er ook een ‘ruisje’ worden gebruikt als harde cut of als tussenshot in een gesprek zodat je geen springers krijgt. Tot slot wordt er aan het eind van de video altijd het dag6 logo getoond.

Volgens de respondenten moet de journalistieke vlog beweging en actie uitstralen en is de montage daarom belangrijk. In film heb je een bepaalde esthetiek dit je kunt

bewaren. De vlogs die nu zijn gemaakt voor Dag6 zijn vaak opgenomen met een telefoon, waardoor de beeldkwaliteit minder is.

Gillissen: ‘Mensen kunnen afhaken op de beeldkwaliteit van de vlogs. De kwaliteit van de montage zorgt ervoor dat het aantrekkelijk is om naar te kijken. Het is dus niet de kwaliteit van het beeld dat je op dat moment natuurlijk overtuigt.’

Ondanks de minder beeldkwaliteit kom je bij de kijker ermee weg en zijn er genoeg andere dingen wat het aantrekkelijk maakt om naar het item te kijken. Daarom moet de inhoud en de montage goed zijn.

Mulder: ‘Het zit hem voor mij echt in montage, alle lucht er tussen uit halen, zodat ik het snel tot mij kan nemen.’

Voor deze kwalificatie komen twee principes van Kovach en Rosenstiel aan de orde: It

must strive to make the significant interesting and relevant and it must present the news in a way that is comprehensive and proportional.

6) Dichtbij brengen wat niet standaard dichtbij is. Hierbij kan de journalist zelf een ervaring/kennis delen en verklaren.

Een vlog vraagt om een bepaalde kwetsbaarheid van de journalist. Daarnaast kan de journalist zich niet verschuilen, omdat de emoties van zowel de journalist als de

geïnterviewde altijd zichtbaar zijn op beeld. Daarnaast mag volgens de respondenten de ideologie van nieuwsorganisatie wel zichtbaar zijn in de items, maar gaat het er vooral om het beantwoorden van de vragen van het publiek. De mening van het publiek hoeft niet altijd te worden bevestigd.

Mulder: ‘Ik vind het te prijzen als het lukt om de vragen die het publiek heeft te

beantwoorden. Je hoeft daarin de mening die het publiek heeft niet altijd te bevestigen. Dat zie ik nog wel als een verschil.’

Of zoals Kovach en Rostenstiel het omschrijven: It must provide a forum for public

critiscism and compromise.

Het dichtbij brengen van nieuws is toegepast bij het item over burn-out. Het onderwerp past bij de doelgroep, omdat het aantal burn-out klachten onder jonge werknemers toeneemt. Toenmalig stagiair Debora Dijkstra heeft zelf een burn-out gehad en maakte hierover de video Durf te kiezen (Dijkstra, 2017).

(30)
(31)

31

2.4 Samenvatting

Door de komst van Web 2.0 hebben we nieuwe middelen gekregen om onze meningen uit te drukken en direct toegang te krijgen tot informatie (O’Reilly, 2005). Door deze technologische ontwikkelingen zijn de grenzen tussen producent en consument aan het vervagen. Volgens Reynaert en Dijkerman (geciteerd in Jenkins, 1992) veranderen ook de machtsverhoudingen en heeft de consument nu de touwtjes in handen. De participatiecultuur is een feit.

Daarnaast is er meer aandacht voor de Do It Yourself-mediaproductie. Hierbij maakt de consument zich de technologieën eigen om eigen content te maken. Youtube is nu het kanaal geworden waar je vlogs op post. Dit heeft ook gevolgen voor de traditionele media.

Als je de vlogwereld en de journalistieke wereld met elkaar combineert ontstaat er een nieuw product: de journalistieke vlog.

Journalistieke vlog: Een video die is gemaakt met behulp van een journalistieke werkwijze in de vorm van een videoblog. De inhoud van de vlog is gebaseerd op een actuele aanleiding, trend of over het interessegebied van de journalist. Daarbij komt de journalist prominent in beeld en is samen met de geïnterviewde subject in de productie. Daarbij laat hij de wereld zien door zijn of haar ogen, waardoor de schijn van objectiviteit soms wordt doorbroken.

De richtlijnen voor een journalistieke vlog, gebaseerd op de focusgroep met de Dag6 redactie zijn:

1) Link met de actualiteit of over een maatschappelijk relevant onderwerp/trend (onderwerp).

2) Hoor en wederhoor toepassen (methode).

3) De vlog is gebaseerd op feiten en de basis 5 W’s (inhoud).

4) De journalist is zelf in beeld en neemt zichzelf mee in het verhaal, waardoor het verhaal een persoonlijk toon krijgt en de journalist ook iets van zijn persoonlijkheid laat zien (rol van journalist).

5) Snelle, hippe montage met veel beweging (stijl).

6) Dichtbij brengen wat niet standaard dichtbij is. Hierbij kan de journalist zelf een ervaring delen en verklaren of zich laten meenemen in een wereld die hij en de doelgroep niet kent (visie van Dag6).

(32)
(33)

33

ideologie

Journalistiek is volgens Deuze (2004) een ideologie, waarbij ideologie opgevat moet worden als een langetermijnproces.

Het geheel van opvattingen van een bepaalde groep mensen – in dit geval een beroepsgroep – wordt gedurende dit proces gevormd en krijgt op lange termijn opnieuw betekenis. Ideologie is daarmee ook een proces wat bepaalde opvattingen uitsluit, wat het mogelijk maakt voor deze groep om te zeggen: ‘dit hoort er wel bij, maar dat niet’. (p. 77)

De ideologie van de journalistiek laat Deuze (2004) zien aan de hand van de volgende vijf stellingen.

• Journalisten zijn dienstverleners aan het publiek (als waakhonden van de openbare orde en de publieke zaak).

• Journalisten zijn onpartijdig, neutraal, objectief, eerlijk en (daardoor) geloofwaardig. • Journalisten moeten in hun werk autonoom, vrij en onafhankelijk zijn.

• Journalisten werken op basis van actualiteit, urgentie en (dus) snelheid. • Journalisten werken op basis van ethiek, validiteit en legitimiteit. (p. 78) cultuur

De beroepsideologie van journalistiek zoals Deuze hierboven typeert kan ook verschuiven. Dit kan op verschillende manieren tijdens het dagelijkse productieproces van nieuws tot uiting komen. Daarom moet de journalistiek in Nederland ook worden gezien als een beroepscultuur. Het gaat hierbij om hoe de journalistieke ideologie op verschillende redacties wordt

gepraktiseerd.

Deuze (2004) haalt de definitie van Frank van Vree (geciteerd in Van Vree, 2000) aan over de journalistieke cultuur. Journalistieke cultuur is door Frank van Vree gedefinieerd als:

[…] het geheel van denkbeelden en verhoudingen, stijlen en conventies, waarden en normen die zich doen gelden in de wereld van schrijvende pers en de audiovisuele media en

daarmee richting geven aan de journalistieke praktijken. (p. 95)

Maar er horen ook tegenstrijdigheden bij deze beroepscultuur. In Deuze (2004) (geciteerd in Wijfjes, 2004) citeert hij Huub Wijfjes over deze tegenstrijdigheid:

Kenmerkend voor de journalistieke beroepsorganisatie was dat de meest uiteenlopende opvattingen en gedragingen er samen konden komen met behoud van een sterk gevoel van onderlinge verbondenheid. (p. 95)

Journalistieke cultuur is dus een soort filter of buffer tussen geaccepteerde waarden en normen (beroepsideologie) enerzijds, en de concrete professionele identiteit van journalisten

anderzijds. De journalistieke cultuur en meer specifiek de redactiecultuur heeft als

richtinggevend filter een grote invloed op het denken en doen van journalisten. Hierdoor kan de journalistieke ideologie niet meer als bepalend keurslijf gezien worden.

(Deuze, 2004, p. 103). professionele identiteit

Deuze beschrijft verder dat mensen, onder de paraplu van beroepsideologie, over het algemeen op basis van conventies en routines hun dagelijkse werk doen. De beroepsideologie van de journalistiek wordt volgens Deuze daarom eerst gefilterd door de journalistieke cultuur. Deuze (2004) legt de cultuur als volgt uit:

(34)
(35)

35

3.2 Rol en taak van de journalist

“Journalist zijn betekent zowel dat je formeel hoort bij een bepaalde beroepsgroep met zekere verantwoordelijkheden, als het ideëel uitoefenen van een professie met een eigen ambitieuze moraal” (Deuze 2004, p. 121). Deze verantwoordelijkheden zijn in The Elements of Journalism door Bill Kovach en Tom Rosenstiel samengevat in tien principes. Daarin wordt duidelijk waar journalistiek bedrijven aan moet voldoen en die burgers het recht hebben te verwachten van de journalistiek. Het eerste en belangrijkste doel is:

“The primary purpose of journalism is to provide citizens with the information they need to be free and self-governing” (Kovach & Rosenstiel, 2014, p. 17).

Hieronder bevinden zich de tien journalistiek principes volgens Kovach & Rosentiel (2014): 1) Journalism’s first obligation is to the truth.

2) Its first loyalty is to citizens.

3) Its essence is a discipline of verification.

4) Its practitioners must maintain an independence from those they cover. 5) It must serve as a monitor of power.

6) It must provide a forum for public criticism and compromise. 7) It must strive to make the significant interesting and relevant.

8) It must present the news in a way that is comprehensive and proportional. 9) Its practitioners have an obligation to exercise their personal conscience.

10) Citizens have rights and responsibilities when it comes to the news as well – even more so as they become producers and editors themselves. (p. 9)

De journalist heeft dus als taak om waarheidsgetrouwe verhalen te vertellen die voor het publiek relevant zijn. Al deze principes vormen de ideologie, ofwel waarden en normen, waaruit de journalist handelt en waar zijn professionele identiteit op gebaseerd moet zijn. Vanuit deze principes vervult de journalistiek haar rol in de samenleving.

In Tien journalistieke idealen beschrijft Johan Snel dat journalistiek een maatschappelijke functie heeft. In zijn boek haalt Snel mediadeskundige Jaap Stronks aan die ervan uitgaat dat de

journalistiek steeds verder overbodig wordt, want aan de informatiebehoefte van het publiek wordt inmiddels op allerlei manieren voldaan. Snel geeft toe dat critici op dit vlak een punt hebben, maar dat de functie die journalistiek vervult in de samenleving onvermijdelijk is (Snel, 2016, p. 18-19).

Journalisten voorzien volgens Snel in de behoefte van betrouwbare informatie en motiverende verhalen die elke samenleving per definitie heeft, zeker de complexe en verstedelijkte

samenleving. En juist door de globalisering en verstedelijking neemt de behoefte aan journalistiek volgens Snel alleen maar toe (Snel, 2016, p. 19).

Kovach en Rosenstiel (2014) beschrijven de maatschappelijke functie van de journalistiek als volgt:

“The news helps us define our communities. It also helps us create a common language and

common knowledge rooted in reality. Journalism also helps identify a community’s goals, heroes and villains (Kovach & Rosenstiel.” (p. 17)

(36)

36

Deze behoefte van nieuwsgierigheid en daarmee nieuws zit in het DNA van de mens.

Snel (2016) licht dit toe:

‘The Awareness Instinct’ de menselijke oerbehoefte om te weten of het wel veilig is aan de andere kant van de heuvel, is de maatschappelijke oerbehoefte waar journalistiek aan beantwoordt. Nieuwsgierigheid is niet alleen gericht op afleiding, er speelt ook iets van groter belang: het functioneren en overleven van de samenleving überhaupt. (p. 19) objectiviteit en subjectiviteit

De journalist vervult dus een maatschappelijke functie in de samenleving. Een van de waarden waaruit dit werd gedaan was objectiviteit. Over deze waarde die een tijdlang populair was om als dé journalistieke kernwaarde te worden gezien is nu veel discussie. Want kan een journalist wel volledig objectief zijn?

In Tien journalistieke idealen neemt Snel de Amerikaanse buitenlandcorrespondent Chris Hedge die objectieve journalistieke letterlijk ziek vindt (Snel, 2016, p.35). Het tijdperk van objectieve journalistiek zou zijn uitgelopen op een kille vorm van journalistiek die enkel nog de belangen van de machten van deze wereld dient. De afstandelijkheid die hierbij is ontstaan zou vrij baan hebben gemaakt voor nieuwe populistische vormen, waarbij feiten niet meer meetellen. Hierdoor lijkt het alsof alles geoorloofd is om het publiek te misleiden (Snel, 2016, p.36). Maar is het begrip objectiviteit niet verkeerd begrepen? Rob Wijnberg, hoofdredacteur van De

Correspondent schrijft in Waarom objectieve journalistiek een misleidende en gevaarlijke illusie is

dat journalistieke objectiviteit misschien wel de gevaarlijkste illusie is waar de journalistiek ooit in is gaan geloven. Het begrip wordt volgens Wijnberg slecht begrepen, omdat het altijd wordt verward met onafhankelijkheid en onpartijdigheid. Het is daarom de grootste leugen die je aan je publiek kunt verkopen (Wijnberg, 2017).

Hij gaat in zijn betoog verder en stelt dat objectiviteit een regelrechte bedreiging is van de democratie. Hij noemt daarbij als voorbeeld de baas van het NOS Journaal Marcel Gelauf die niet wil dat zijn redactie ‘een standpunt’ inneemt over het nieuws. En dat kan volgens Wijnberg niet. De reden is volgens Wijnberg dat je altijd als redactie bepaalt wat er wel en niet in het NOS Journaal komt. De redactie bepaalt dus wat er wel en niet toe doet voor het publiek, dus daarin neem je al een standpunt in (Wijnberg, 2017).

Bovendien is de journalistiek volgens Wijnberg door en door moreel. Dat wil zeggen alle

journalistiek begint met een opvatting over goed en kwaad. Dus als je de journalist opdraagt om zijn morele oordeel niet te gebruiken kan hij niet oordelen. Hij kan daardoor niet bepalen wat belangrijk en relevant is om te vertellen of hij laat dit door anderen doen. En dat is nu juist niet de bedoeling van objectieve journalistiek (Wijnberg, 2017).

Wijnberg (2017) legt dit begrip verder uit:

Objectieve journalistiek, gedefinieerd als ‘geen standpunt innemen’ of ‘geen mening hebben,’ is dus precies het omgekeerde van wat de grondleggers ermee beoogden: het klakkeloos vertolken van wat machthebbers vinden. Door het standpunt ‘aan het publiek’ te laten, reduceer je journalistiek letterlijk tot persbericht van de gevestigde orde: een reproductie van de communis opinio onder elites (Wijnberg, 2017, Hoofdstuk 3, Objectiviteit is een slecht streven, para. 5).

Het begrip objectiviteit zoals Wijnberg dit definieert bestaat dus niet. Volgens Snel (2016) beleven we nu “een slingerbeweging en wordt objectiviteit ingeruild voor een herwaardering van het subjectieve en persoonlijke” (p. 36). Maar het woord subjectiviteit doet tekort aan waar de journalistiek echt voor op aarde is.

(37)
(38)

38

3.3 De verschuivingen van de journalistieke rol in het medialandschap

De digitalisering is niet een verandering in de samenleving op het gebied van de journalistiek, maar een verandering van de samenleving als geheel, schreef Pieter van den Blink in de NRC (Van den Blink, 2016-a). In zijn essay: The medium kills the message: Nieuw Licht op

journalistiek, media en kijkcijfers beschrijft hij dat de digitalisering van de menselijke

communicatie direct raakt aan de manier waarop journalistieke verhalen het publiek bereiken en hiermee de maatschappelijke conversatie beïnvloeden. Van den Blink ziet de journalistiek als een belangrijke schakel in deze maatschappelijke conversatie: de uitwisseling van nieuws, meningen en verhalen die ons onderscheidt van de dieren en waardoor wij mensen een samenleving kunnen vormen.

De digitalisering biedt echter zoveel mogelijkheden tot communicatie voor journalisten en niet-journalisten dat het moeilijker wordt om in die maatschappelijke conversatie het journalistieke geluid nog te onderscheiden. Van den Blink (2016-b): “Als de perceptie van journalistiek verandert, bijvoorbeeld doordat het publiek geen kranten meer leest of programma’s kijkt, maar losse fragmenten tot zich neemt, dan verandert op den duur ook die maatschappelijke conversatie.” Om deze maatschappelijke conversatie goed te laten functioneren is de stem van de journalistiek onmisbaar (Van den Blink, 2016-b p. 22-23).

mediagedrag

Deze conversatie is door de digitalisering en de komst van weblogs veranderd en wordt niet meer door alleen de traditionele kanalen gevoerd. Uit onderzoek van EMarketer (geciteerd in Nielsen, 2016) blijkt dat 65 procent van de wereldwijde internetgebruikers een soort van video-on-demand kijkt. Dit geldt voor zowel korte als lange content. Verder is wereldwijd het aantal kijkers van digitale video in de periode van 2012 tot 2016 met 87 procent gegroeid. Met digitale video wordt niet alleen YouTube bedoeld, maar ook andere online platforms waar men video kijkt.

Vooral voor jongeren is YouTube ‘de televisie’ geworden. Maar daarin zit ook iets paradoxaals, want tv-programma’s delen nu ook fragmenten van hun programma’s op YouTube (Timroff, 2017). Een goed voorbeeld hiervan is het VPRO programma Zondag met Lubach. Na de

uitzending op zondagavond staan vrijwel direct de eerste fragmenten van het programma klaar op YouTube.

Ook in Nederland heeft het vloggen een vlucht genomen. Je ziet bijvoorbeeld dat YouTubers bekende Nederlanders worden en dat andersom veel BN’ers ook YouTubers worden. Een goed en succesvol voorbeeld hiervan is het YouTube-kanaal #BOOS, dat presentator en

programmamaker Tim Hofman (BNN) in 2016 is gestart. In elke aflevering is te zien hoe

Hofman kijkers van zijn kanaal helpt met een bepaald probleem waar ze boos op zijn. Daarnaast startte Hofman de serie Polertiek op #BOOS, waar je terecht kunt als je boos bent op een wet, politicus of politieke partij (Timroff, 2017).

Door de service die YouTube verleend aan vloggers heeft dit ook gevolgen voor de journalistiek. Parker en Pfeiffer (2005) voorspelde al dat er een enorme kracht achter schuilt in de

combinatie van het oorspronkelijke bloggen en de vrijheid van expressie die is ontstaan door de videoblogs. Vooral voor op internet gebaseerde journalistiek zouden vlogs volgens hen een krachtige nieuwe media aanvulling zijn op de bestaande televisie nieuwsbronnen (Parker & Pfeiffer, 2005).

Maar door de komst van de bloggers en vloggers is volgens den Blink de grens tussen feit en fictie aan het vervagen. In Nieuw Licht op 15 oktober 2016 zegt hij:

(39)

39

‘Van een journalist mag je altijd verwachten dat hij zich voor 101% aan de feiten houdt. In die hele ‘bloggosfeer’ en ‘vloggosfeer’ weet je niet wat geregisseerd is. Wat is een paar keer achter elkaar opnieuw opgenomen om het goed in beeld te krijgen of dat iemand die zit te bloggen zich houdt aan die journalistieke code/regels’ (Meester, 2016). Een journalist definieert van den Blink als iemand die zicht houdt aan de erecode van de journalistiek en op die manier te werk gaat.

Hierdoor moet je volgens van den Blink als nieuwsconsument veel beter lezen en je hiervan bewust zijn. Maar er is volgens van den Blink (2016-b) meer aan de hand: “Onze omgang met het journalistieke nieuws is van ‘tot ons nemen’ veranderd in een ‘uiting geven aan’” (p. 37). Op dit vlak komen de vlogwereld en de journalistieke wereld bij elkaar.

van vlogger naar journalist

In een interview met ‘De Spreekbuis’ van BNR Nieuwsradio op 5 oktober 2016 geeft hoofdredacteur Tom Kellerhuis (HP/De Tijd) aan nooit naar YouTube-vloggers te kijken. Kellerhuis: ‘Ik heb er de kracht niet meer voor. Ik kijk gewoon naar lineaire televisie en ik vind dat prima’. Dit is een typisch voorbeeld hoe bestaande media worstelen met de digitalisering van het journalistieke landschap en de nieuwe digitale kanalen en vormen die hierbij zijn ontstaan. De ontmoeting tussen klassieke media en de vlogwereld is hierbij een feit.

Doordat de grens tussen een journalist en een vlogger vervaagd en deze twee werelden met elkaar in aanraking zijn gekomen zijn er twee ontwikkelingen gaande in het medialandschap. De eerste is dat de journalistieke wereld YouTubers en vloggers inzet voor journalistieke

producties. Een voorbeeld hiervan is het NTR programma Rauwkost een initiatief van journalist Selli Altunterim. Als voorbeeld ging vlogger Veras Fawaz, naar Turijn om daar

bootvluchtelingen te interviewen. De gedachte was dat het persoonlijke element van de vlogger een onderscheidend element was ten opzichte van normale journalistieke producties. Het programma is door de NPO echter op ‘on hold’ gezet, omdat zij 10.000 views per video te weinig vindt (Lindenberg, 2017).

Tijdens het event vloggen voor journalisten van de NVJ werd dit programma en de

beweegredenen om dit project te starten besproken. In het artikel: vloggen voor journalisten

vergt voorwaarden waar Lindenberg verslag doet van deze avond (Lindenberg, 2017)

concludeert hij dat het werken met vloggers of YouTubers wel een dilemma opwerpt. Lindenberg (2017):

"Want hoe weet ik nu wat oprecht is?", vroeg moderator Hella Hueck zich af. "De ene week maak je een video waarin je reclame maakt voor Domino Pizza's of Coca Cola en het andere moment ben je aan het werk voor de NTR", zei ze richting Veras (Huilen in Italië, para. 3).

Een terechte vraag, omdat je als journalist belangenverstrengeling wilt voorkomen. Aan de andere kant laat Veras gewoon zijn leven zien en hij zet zichzelf niet neer als journalist. Je moet de rol die Veras in dit programma speelt zien als presentator of als hoofdpersoon, maar niet als iemand die volgens journalistieke methodes aan het werk gaat.

treitervlogger

Een veelbesproken voorbeeld over dit dilemma tussen vlogger en journalist is de treitervlogger Ismail Ilhun. Toen het Algemeen Dagblad aankondigde Ismail Ilgun aannam als ‘de journalist van de achterbuurt’ ontstond er veel ophef in medialand.

Ismail Ilgun (20) bekend van de ‘hoodvlogs’ over de Zaanse wijk Poelenburg is veel besproken in de media. Zelfs president Mark Rutte gaf zijn mening over de vlogs en noemde hen ‘tuig van de richel’. Ilgun werd gezien als treitervlogger, wat zelfs het woord van 2016 werd. Maar nu

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De verkiezingsleuzen, debatten en mooie praatjes geven me niet het vertrouwen dat de heren (en enkele dames) politici gaan doen wat ze beloven. Ik vind het allemaal een

– Zorg dat vrijwilligers en shv van elkaar weten wat zij kunnen / niet kunnen. – Organiseer samenwerking

Onder de conventie is het gewicht van een land evenredig met de bevolkingsomvang, waardoor de macht van een land niet meer in de buurt evenredig is met de wortel van

Door op individuele basis te bepalen welke ge- rechtvaardigde verwachtingen een consument mocht hebben jegens de aanbieder van een product of dienst, in plaats van te werken met

Hij is ondervoorzitter van het beheerscomité van het Fonds voor de Medische Ongevallen, lid van de Ethische Commissie Zorg van UZ en KU Leuven en van het Raadgevend Comité

Het decreet betreff ende de bodemsanering en de bodem- bescherming (DBB).. Twee rechtsgronden

De aannemer kan dan op deze kaart zien waar de rups is en gaan bestrij- den.‘ De bestrijdingskosten voor bomen die niet bespoten mogen worden zoals in vlindergebieden, maar

In het lic ht van het bovenstaande – de aantrekkende economische ontwikkeling na 2002, de stijgende vraag naar publieke dienstverlening onder meer op het gebied van onderwijs , zorg