• No results found

Extrema in R

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Extrema in R"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Analyse: van R naar R

n

hoorcollege

Extrema in Rn (21)

Gerrit Oomens

G.Oomens@uva.nl

Korteweg-de Vries Instituut voor Wiskunde Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica

Universiteit van Amsterdam

Extrema in R

Bekijk een C2-functie f : E → R, waar E ⊆ R open. We zeggen dat f eenlokaal maximumheeft in a als er een δ > 0 bestaat zodat voor alle x ∈ (a − δ, a + δ) geldt f (x ) ≤ f (a). Bekend:

1 als f een lokaal extremum aanneemt in a, dan f0(a) = 0,

2 als f een maximum aanneemt in a, dan is f00(a) ≤ 0,

3 als f0(a) = 0 en f00(a) < 0, dan heeft f een maximum in a.

Extrema in R

n

We bekijken een functie f : E → R, waar E ⊆ Rn.

f heeft eenlokaal maximumin ~a ∈ E als er een δ > 0 is zodat f (~x) ≤ f (~a) voor

~x ∈ B(~a, δ).

We noemen ~a eenabsoluutmaximum als f (~x) ≤ f (~a) voor alle ~x ∈ E . Anders heet ~arelatief.

We noemen ~a eensterkmaximum als er een δ > 0 is zodat f (~x) < f (~a) voor

~x ∈ B(~a, δ) en ~x 6= ~a. Anders heet ~azwak.

Het punt ~a kan eeninwendig maximum (~a ∈ E) of eenrandmaximum (~a ∈ ∂E ) zijn.

Extrema en afgeleides

Propositie 13.6

Zij f : E → R en ~a een inwendig extremum van f , dan

(1) Neem ~u ∈ R. Als de richtingsafgeleide (D~uf )(~a) bestaat, dan is (D~uf )(~a) = ~0.

(2) Als f differentieerbaar is in ~a, dan geldt f0(~a) = ~0.

Een punt met f0(~a) = ~0 heet eenstationair punt.

Bewijs: neem ~u ∈ Rnen definieer g (t) = f (~a + t~u). Dan is g een functie op R met een lokaal extremum in 0. Dus

(D~uf )(~a) := g0(0) = 0.

Dit bewijst (1). Merk nu op dat als f differentieerbaar is, dat voor alle ~u geldt f0(~a)~u = (D~uf )(~a) = 0,

dus dan volgt f0(~a) = ~0.

(2)

Taylorreeks

Zij f : R2→ R een C2functie. De Stelling van Taylor geeft f (~a + ~h) = f (~a) +

2

X

j1=1

Dj1f (~a) 1! hj1+

2

X

j1,j2=1

Dj1j2f (~a)

2! hj1hj2+ o(k~hk2)

= f (~a) + D1f (~a)h1+ D2f (~a)h2

+12D11f (~a)h12+ 2D12f (~a)h1h2+ D22f (~a)h22 + o(k~hk2)

= f (~a) +D1f (~a) D2f (~a)h1

h2



+12h1 h2

D11f (~a) D12f (~a) D12f (~a) D22f (~a)

 h1 h2



+ o(k~hk2)

= f (~a) + f0(~a)~h +12~hTHf(~a)~h + o(k~hk2), waarbij

Hf(~a) =D11f (~a) D12f (~a) D12f (~a) D22f (~a)



deHesse-matrixofHessiaanvan f wordt genoemd.

Taylorreeks: meer algemeen

Zij f : Rn→ R een C2functie. Er geldt f (~a + ~h) = f (~a) +

n

X

j1=1

Dj1f (~a) 1! hj1+

n

X

j1,j2=1

Dj1j2f (~a)

2! hj1hj2+ o(k~hk2)

= f (~a) + f0(~a)~h +12~hTHf(~a)~h + o(k~hk2), waarbij

Hf(~a) =

D11f (~a) · · · D1nf (~a)

... ...

Dn1f (~a) · · · Dnnf (~a)

deHesse-matrixofHessiaanvan f wordt genoemd. In het bijzonder geldt in een stationair punt

f (~a + ~h) = f (~a) +12~hTHf(~a)~h + o(k~hk2).

Tweede afgeleide en extrema

Propositie 13.9

Zij f : E → Rneen C2functie en ~a ∈ E. Als f een lokaal minimum aanneemt in ~a, dan geldt ~hTHf(~a)~h ≥ 0 voor alle ~h ∈ Rn.

Bewijs: neem ~h ∈ Rnen bekijk g (t) := f (~a + t~h).

Als f een lokaal minimum aanneemt, dan neemt g een lokaal minimum aan in 0. Dus g00(0) ≥ 0. Met wat rekenwerk (Lemma 12.5) zien we dat

g00(0) = ~hTHf(~a)~h.

Tweede afgeleide en extrema

Stelling 13.10

Zij f : E → R een C2-functie en ~a ∈ Emet f0(~a) = ~0. Stel dat voor alle ~h 6= 0 geldt

~hTHf(~a)~h > 0. Dan neemt f een sterk lokaal minimum aan in ~a.

Bekijk Λ : Rn→ R gegeven door Λ(~h) = ~hTHf(~a)~h.

Dit is continu en neemt dus een minimum aan op de compacte verzameling {~h ∈ Rn: k~hk = 1}.

Dus voor zekere ~h0geldt µ := infk~hk=1Λ(~h) = Λ(~h0) > 0.

Voor ~h 6= 0 willekeurig geldt nu

Λ(~h) = k~hk2~hTHf(~a)~h k~hk2 = k~hk2

"

~h k~hk

#T

Hf(~a)

"

~h k~hk

#

≥ µk~hk2.

Er bestaat δ > 0 zodat als k~hk < δ, dan

o(k~hk2)

<µ4k~hk2. Er volgt

f (~a + ~h) − f (~a) =12~hTHf(~a)~h + o(k~hk2) ≥ µ2k~hk2µ4k~hk2> 0.

(3)

Symmetrische en positief definiete matrices

Bekijk een symmetrische matrix A.

We noemen Apositief semidefinietals ~xTA~x ≥ 0 voor alle ~x.

Als geldt ~xTA~x > 0 voor ~x 6= 0, dan heet Apositief definiet.

Analoog defini¨eren wenegatief (semi)definiet. Uit de lineaire algebra weten we dat we kunnen schrijven

A = OTDO =

 ~e1 · · · ~en

 λ1

. ..

λn

~eT1 ...

~eTn

,

waarbij de ~ei de orthonormale eigenvectoren van A zijn en de λi de eigenwaarden.

Neem ~x ∈ Rnen schrijf O~x = ˜x1 · · · x˜n

T

. Dan

~xTA~x = (O~x)TDO~x = hO~x, DO~xi =

n

X

j =1

λjj2.

We zien: A positief definiet ⇔ alle eigenwaarden zijn positief.

Vinden van extrema (in R

2

)

Om extrema te vinden van een differentieerbare functie, zoeken we een punt met f0(~a) = 0. We willen dan onderzoeken wat voor punt ~a is. Wanneer f een C2functie is, bekijken we deHessiaan

Hf(~a) =(D11f )(~a) (D12f )(~a) (D21f )(~a) (D22f )(~a)

 .

Als de eigenwaarden van Hf(~a) kleiner dan 0 zijn (Hf(~a) isnegatief definiet), dan neemt f een sterk lokaal maximum aan.

Als de eigenwaarden van Hf(~a) groter dan 0 zijn (Hf(~a) ispositief definiet), dan neemt f een sterk lokaal minimum aan.

Als Hf(~a) zowel positieve als negatieve eigenwaarden heeft (indefiniet), dan heeft f geen extremum in ~a (zadelpunt).

Truc: het teken van de eigenwaarden λ1, λ2is makkelijk te bepalen door tr Hf(~a) = λ1+ λ2en det Hf(~a) = λ1λ2.

Complicaties

Indien de Hessiaan in een stationair punt ~a te veel eigenwaarden 0 heeft, geeft deze geen informatie. We moeten dan op een andere manier het gedrag van f rond ~a onderzoeken, bijvoorbeeld door naar deniveaukrommenf (~x) = c te kijken.

Als we bekijken f : E → R waar E niet open is, zullen we ook naar randextrema moeten zoeken. Hiervoor kunnen we de rand parametriseren als een kromme

x (t), y (t) en zoeken naar extrema van g (t) = f x (t), y (t).

Vervolgens moeten we onderzoeken of deze ook extrema van f zijn.

Voorbeeld

Bekijk f (x , y ) = x2+ y2+ x op E = {(x , y ) : x2+ y2≤ 1}.

We bepalen de parti¨ele afgeleiden:

D1f (x , y ) = 2x + 1 = 0 ⇒ x = −12 D2f (x , y ) = 2y = 0 ⇒ y = 0 We zien f0(x , y ) = 0 in (−12, 0). Er geldt

Hf(x , y ) =2 0 0 2

 ,

dus Hf(−12, 0) is positief definiet: dit punt is een inwendig sterk minimum.

(4)

Voorbeeld

Bekijk f (x , y ) = x2+ y2+ x op E = {(x , y ) : x2+ y2≤ 1}. We hebben gezien dat f een inwendig sterk minimum heeft in (−12, 0).

We parametriseren de rand met (cos t, sin t) waar t ∈ [0, 2π):

g (t) := f (cos t, sin t) = cos2t + sin2t + cos t = 1 + cos t.

Dan is g0(t) = − sin t. We vinden 2 mogelijke randextrema:

t = 0 ⇒ (x , y ) = (1, 0) t = π ⇒ (x , y ) = (−1, 0)

Merk op: 0 is een maximum van g . De functie f neemt op E ergens een maximum aan, maar niet in een inwendig punt. Dus moet (1, 0) een absoluut (sterk) randmaximum van f zijn.

Het punt π is een minimum van g . Het zou dus kunnen dat (−1, 0) een randminimum van f is met f (−1, 0) = 0. Echter

f (x , 0) = x2+ x = x (x + 1) < 0 als x > −1.

We concluderen dat (−1, 0) geen extremum van f is.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Uithoorn - Begin juni viert Quaker Chemical BV aan de Industrieweg 7 in Uithoorn het feit dat het bedrijf vijftig jaar geleden als een van de eersten op die locatie haar

De bezwaren van Taman Siswo en Mohammadiah tegen deze regeling zijn voornamelijk van politie- ken aard, daar zij bevreesd zijn, dat onderwijs op nationalistischen grondslag

Hertentamen Calculus 1 voor BA/ECT 7 januari 2014, 18:30-21:15.. Er zijn 10 vragen waarvoor je in totaal 45 punten

2(a): De snijpunten worden gevonden, maar vaak niet de eerste twee snijpunten in het eerste kwadrant 2(b): De 0.5 wordt vergeten in de integraal, waardoor er niet gewenteld wordt om y

“Als al vastligt wat de uitkomst wordt – ‘dat asielzoekerscentrum komt er hoe dan ook’ – doe dan niet alsof burgers kunnen participeren in de besluit- vorming.” Organiseer

Een symmetrische matrix A is positief definitief dan en slechts dan als alle eigenwaarden van A positief

te gebruiken dat iedere continue functie een minimum en maximum moet aannemen op een compact gebied,. punten in een omgeving van het extremum in f in te vullen, of naar het teken van

Een symmetrische matrix A is positief definitief dan en slechts dan als alle eigenwaarden van A positief