BESLUIT
Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in
artikel 37, eerste. lid, van de Mededingingswet. i
Nummer 5627/ 10
Betreft zaak: 5627/ Shanks Nederland - Smink Beheer
l. MELDING
1. Opi mei 2006 heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit
een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de
Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat Shanks Nederland BM, een onderdeel van de Shanks Group plc, voornemens is zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, onder b. van de Mededingingswet, over Smink Beheer BN. Van de melding is mededeling gedaan in
Staatscourant 91 van to mei zooô. Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht. Ambtshalve zijn vragen gesteld aan
verschillende marktpartijen.
||.
PARTUEN
z. Shanks Nederland BIV. (hierna: Shanks) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Shanks behoort tot de Shanks Group plc. Shanks is actief op het gebied van inzameling, overslag, recycling en compostering van afvalstoffen en de reiniging van vervuilde grond. 3. Smink Beheer BN. (hierna: Smink) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Smink staat aan het hoofd van de Smink Groep. De Smink Groep is via een aantal
Ill. DE GEMELDE OPERATIE
4. De gemelde operatie is neergelegd in een "letter rflnient" d.d. 28 maart 2006 en behelst de verkoop van alle aandelen in Smink door de huidige aandeelhouders aan Shanks. Shanks zal de gehele Smink Groep verwerven, behoudens de zandhandel, de 50% deelneming in Op de Berg CN. en enkele activa' van Smink.
IV. TOEPASSELIIKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT
5. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet. De hierboven, onder punt 4, omschreven transactie leidt er toe dat Shanks uitsluitende zeggenschap zal verkrijgen over Smink.
6. Betrokken ondernemingen zijn Shanks en Smink.
7. Uit de in de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt.
'v'. BEOORDELING
A. RELEVANTE MARKTEN
Retevnnre Pnooucrmnnkren
8. Op de volgende gebieden is er sprake van overlap van activiteiten van partijen of staan zij in verticale relatie tot elkaar: (i) inzameling van niet-gevaarlijk bedrijfsafval; (il)
venverking/recycling van bouw- en sloopafval; (iii) verwerking/recycling van olie, weten, slibrnengsels (hierna: ows-mengselsy (iv) exploitatie van grondbanken; (v) compostering van snoeiafval; (vi) het storten van niet-gevaarlijk afval; (vii) de handel in granulaat; (viii) de handel in hout(snippers); (ix) de handel in compost; (x) de handel in (licht verontreinigde) grond; en (xl) de recycling van kunststoffen. Al deze gebieden zijn, evenals in eerder besluiten, te beschouwen als
afzonderlijke productmarkten.”
' Het betreft een aantal percelen, voertuigen en graafwerktuigen.
9. Partijen zijn daarnaast actief, of staan in verticale relatie tot elkaar, op het gebied van
(xii) de exploitatie van afvfaloverslagstations; (xiii) het aanbieden van afvalmanagementdiensten en (xiv) grondreiniging.
10. De activiteiten van Smink op het gebied van (xi) de recycling van kunststoffen zijn dermate marginaal* dat in het hiernavelgende niet nader hierop zal worden ingegaan. (xii) Exploitatie van afiaiouerslagstatians
11. In een eerder besluit* is in het midden gelaten efde exploitatie van
afvaloverslagstations een aparte markt vormt en of binnen deze markt een nader onderscheid naar soort añralstroem gemaakt moet worden. Tevens is in het midden gelaten of
afi/aloverslagstations één markt vormen tezamen met de respectievelijke markten voor de diverse vormen van eindverwerking, storten, verbranden, recyclen, composteren etc. Evenals in een eerder besluiti zullen, aangezien alle activiteiten van partijen op het gebied van de exploitatie van afvaloverslagstations voor eigen gebruik (captiva) zijn en partijen aldus niet actiefzijn op de markt voor (xii) de exploitatie van afvaloverslagstatiens, in het navolgende deze activiteiten buiten beschouwing worden gelaten.
(xiii) Aanbieden van cyïralmanegementdianstan l
12. ln een eerder besluiti is in het midden gelaten of het beheren van milieustraten als een aparte markt dient te worden beschouwd ofbehoort tet de ruimere markt van het aanbieden van afizalmanagementdiensten. Aangezien Smink niet actiefis op de mogelijke markt voor beheren van milieustraten en partijen slechts zeer beperkt actief zijn op het gebied van
afealrnanagementdiensten, zal in het hiernavolgende niet nader worden ingegaan op (xiii) de mogelijke (deel)markt(en) voor het aanbieden van afizalmanagementdiensten.
(xiv) Grondreiniging
13. Tevens zijn partijen beide actief op de markt voor (xiv) grand reiniging. Ten aanzien van grondreiniging client het volgende te worden opgemerkt. Partijen zijn beide actiefop het gebied van reiniging van grond en bouwstoffen. Bouwstoffen kunnen volgens verschillende methoden
1999 in zaak 1331IPNEMfMEGA -- EDON, punt 115 en het besluit van 28 oktober 1998 in zaak ioertfPNêM/MEGA -- Van Gansawiekal, punten 12 tut en met 27.
3 Shanks en Smink hebben in :zoog respectievelijk -Kileten (hierna: Kten) en I tor: kunststefien ingezameld en verwerkt. in Nederland kwam er in zeer; Lane Kten kunststofafval vrij.
worden gereinigd: (a) thermische reiniging, (b) natte reiniging en (c) biologische reiniging? Daarnaast ofdaarbinnen kan een onderscheid worden gemaakt naar de plaats van reiniging: (i) in situ, (ii) on site en (iii) ex situ.” Aangezien partijen alleen actiefzijn op het gebied van ex situ~ grondreiniging zal in het hiernavolgende nog enkel worden ingegaan op de reinigingsmethoden op het gebied van ex sitwgrondreiniging.
14. Volgens partijen zijn de verschillende methoden van grondreiniging niet of nauwelijks substitueerbaar, omdat de keuze voor de te gebruiken grondreinigingsmethode naast het budget afhankelijk is van het soort grond en de mate en het soort van verontreiniging van de grond. 15. Thermische reiniging is een hoogwaardige reinigingsmethode die met name geschikt is voor de reiniging van grond met hoge concentraties organische componenten (minerale olie, polycyclische koolwaterstofien etc). Natte reiniging is als enige methode geschikt om grond met anorganische stoffen (bijvoorbeeld zware metalen) te reinigen. Biologische reiniging kent een relatiefbeperkt toepassinggebeid. Deze methode is met name toepasbaar op zandige grond, verontreinigd met lichte, organisch afbreekbare ofuitdampbare componentenfi
16. Technisch gesprokeni” zouden zowel natte- als thermische reiniging toegepast kunnen worden op grondstromen met een grovere zandstructuur en een organische verontreiniging, zoals afgegraven grond van verontreinigde locatie, riool~, kolken-, gemalen- en veegvuilmateriaal, baggerspecie en materiaal uit zandvangputten. Vanwege de kostenvoordelen van natte reiniging ten opzichte van thermische reiniging zal een aanbieder vrijwel altijd kiezen voor natte reiniging.
7 Thermische reiniging houdt in de verwijdering van verontreiniging door middel van verdamping als gevolg van verhitting. Natte reiniging (ook wel fysisch-chemisch ofextractieve reiniging genoemd) berust op het spoelen en scheiden van bepaalde verontreinigende deeltjes uit de grond of het water. Biologische reiniging berust op de biodegradatie (afbraak) van verontreinigende stofien door toevoeging van bacteriën en schimmels.
' Onder reiniging in situ wordt verstaan reiniging van verontreinigde grond en grondwater zonder dat de grond wordt afgegraven. Qnder reiniging on site wordt verstaan het afgraven van de verontreinigde grondj' het oppompen van verontreinigd grondwater en het reinigen in een relnigingsinstallatie die op het verontreinigde terrein staat. Onder reiniging ex situ wordt verstaan het afgraven en oppornpen van verontreinigde grond respectievelijk grondwater er: het vervoer daarvan naar een onderneming die de grond en het grondwater reinigt op haar eigen terrein.
9 Zie het Handboek Reinigbera Grondstromcn van Senter Novemfßodenw in opdracht van het Ministerie van VROM, 7 juli zoo;
17. Evenals in eerdere besluitenl* kan in de onderhavige zaak in het midden worden gelaten ofer binnen de markt grondreiniging een onderscheid gemaakt moet worden naar de
reinigingsmethode, aangezien de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie punten
26 en 29).
RELEVANTE GEGGRAFl SCH E MARKTEN
18. Evenals in eerdere besluiten” zal ook in het onderhavige geval worden uitgegaan van een nationale markt voor (i) de inzameling van niet-gevaarlijk bedrijfsafval; (ii)
vemerking/recycling van bouw- en sloopafval; (iii) verwerking/recycling van ows-mengsels; (v) compostering van snooiañfal; (vii) de handel in granulaat; (viii) de handel in hout(snippers); (ix) de handel in compost; (x) de handel in (licht verontreinigde) grond; en (xiv) markfl en)voor grondreiniging. Op (iv) de exploitatie van grondbanken en (vi) het storten van niet-gevaarlijk afi/al tvordt hieronder nader ingegaan.
19. ln een eerder besluit* is voor de markt voor (iv) de exploitatie van grondbanken in het
midden gelaten of deze markt, vanwege de voorkeur van aannemers en overheden om licht
verontreinigde grond bi] voorkeur zo dicht mogelijk bij de plaats van verontreiniging in te leveren, regionaal dan wel nationaal is. Alleen Smink is actiefop het gebied van de exploitatie van
grondbanken door middel van de exploitatie van één grondbank in Hoogland (gelegen op 6 kilometer van Amersfoort). In de onderhavige zaak kan in het midden worden gelaten ofde geografische markt voor (iv) de exploitatie van grondbanken regionaal dan wel nationaal is aangezien de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beinvloed (zie punten 22 en 24).
zo. Smink is middels haar stortplaats in Amersfoort actief op de markt voor (vi) het storten van niet-gevaarlijk afval. Dit is de enige stortplaats in de provincie Utrecht. Partijen menen dat de markt voor (vi) het storten van niet-gevaarlijk afiral (ten minste) nationaal is. Het transporteren van niet-gevaarlijk afval is niet meer onderworpen aan wettelijke beperkingen en ook de provinciegrenzen zijn inmiddels opgeheven. Daarmee is een (ten minste) nationale markt ontstaan, aldus partijen.
" Zie bijvoorbeeld het besluit van 28 november zooo in zaak zoog/AVR - Arcadis Haidamii. Realisatie Grondrsiniging, punt u.
21. Evenals in eerdere zaken'* kan echter in de onderhavige zaak in het midden worden
gelaten of de geografische omvang van (vi) de markt voor het storten van niet-gevaarlijk afval de provincie Utrecht of geheel Nederland is, aangezien de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beinvloed (zie punt 22 en 24.).
B. 22.
Tabel I:
(xív)
GEVOLGEN VAN DE CONCENTRATIE
SenterNovem heeft in 2005 een tweetal onderzoeken” gepubliceerd over de
Nederlandse afiralmarkt. Alle onderstaande marktomvangen zijn afkomstig uit deze onderzoeken.
Product
lnza van ni Bouw- en
Olie sli
Exploitatie van grondbanken
van snoeiafval Storten van niet-gevaarlijk afval De handel in nulaat De handel in ni De handel in De handel in icht Grondreiniging - Thermische grondreiniging - Natte de Nederlandse nfvalrnarltt (deel) markt geografisch nationaal nationaal nationaal regionaal/ nationaal nationaal nafionaal ncie Utrecht nafionaal nafionaal nafionaal naüonaal naüonaal nafionaal nafionaal Marktomvan (in zooi; in
i* Zie bijvoorbeeld het besluit in zaak 3z47/Dcltocom - OLAZ, reeds aangehaald, punt 34.
Marktaandeel (96)
Shanks Smink
'i Bron: Nederlands afiai in crßns, gegevens zooo-accu - uitvoering afi-albzheer, SenterNovem, oktober 2005 en Afüalvønverking in Nederland, gegevens 2oo4, Vereniging Añralbedriiven en SenterNovem, september zoog. '5 Op basis van de capaciteit van alle extractieve, thermische en biologische reinigingsinstallaties. 'i' Op basis van capaciteit van de thermische reinigingsinstallaties.
" Op basis van capaciteit van de extractleve reinigíngsinstallaties.
23. In Nederland zijn op de verschillende in de tabel genoemde markten naast partijen vier
grote landelijke afvalbed rijven actief, te weten AVR, SITA Nederland, Essent Milieu en Van
Gansewinkel Groep. Naast deze landelijke partijen zijn er op de verschillende hierboven genoemde markten meerdere regionale spelers actief. Verschillende marktpartijen hebben desgevraagd aangegeven geen bezwaren te hebben tegen de onderhavige concentratie. 24. Op basis van de marktaandelen in bovenstaande tabel is er geen reden om aan te nemen dat als gevolg van de onderhavige concentratie op de markten voor: (i) inzameling van niet-gevaarlijk bedrijfsafval; (ii) recycling van bouw~ en sloopafval; (iii) olie/water/slibmengsels; (iv) exploitatie van grondbanken; (v) compostering van snoeien/al; (vi) het storten van niet-gevaarlijk afval; (vii) de handel in granulaat; (viii) de handel in houtßnippersj; (ix) de handel in compost; en (x) de handel in (licht verontreinigde) grond, een economische machtspositie kan ontstaan ofworden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt ofeen deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. i 25. Gezien de marktaandelen op de (deeljmarkt(en) (xiv) grondreiniging zal in het hiernavolgende nader op deze markt worden ingegaan.
(xiv) Grondreiniging
26. i Op de Nederlandse markt voor grondreiniging, zonder onderscheid naar methode van reiniging, behalen partijen een gezamenlijk marktaandeel van circa _ Indien er een
onderscheid gemaakt wordt naar de methode van reiniging is er geen overlap tussen de activiteiten aangezien Shanks alleen actief is op het gebied van thermische grondreiniging en Smink alleen actief is op het gebied van extractieve grond reiniging.
27. ln Nederland bezitten, naast Shanks, ook Van Bentum Recycling en Sita Remediation thermische reinigingsinstallaties. Ook Akzo Nobel en Shell hebben beide pyrolyse-installaties welke echter voornamelijk voor eigen gebruik worden benut. Op het gebied van extractieve grondreiniging zijn er in Nederland nog 13 andere ondernemingen actief, waaronder grote spelers als Theo Pauw 83v'. en Boskalis Dolman B.V.
28. Gelet op het voorgaande is het niet aannemelijk dat als gevolg van de onderhavige concentratie op (xiv) de markt(en) voor grondreiniging, een economische machtspositie kan ontstaan ofworden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.
voornamelijk in voor natte reiniging. Smink zou slechts een zeer beperkte hoeveelheid grond ter thermische reiniging aan Shanks kunnen aanbieden, aangezien slechts weinig typen
grondstromen voor zowel natte als thermische reiniging in aanmerking komen (zie punt 16). 30. Gelet op het voorgaande is het niet aannemelijk dat zich ten gevolge van de
onderhavige concentratie marktafsluitende effecten zullen voordoen waardoor een economische machtspositie kan ontstaan op de markt voor (i) de inzameling van niet-gevaarlijk bedrijfsafval die de mededinging op significante wijze belemmert.
Vl. CONCLUSIE
31. Na onderzoek van deze melding is de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de
werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan ofworden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt ofeen deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.
32. Gelet op het bovenstaande deelt de Raad van Bestuur van de Nederiandse Mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist.
Datum:
De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, namens deze:
mr. j. Schönae
Directeur Conde`ntrati econtro|e
Tegen dit besluit kon degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken no de dog van bekendmaking van dit besiuit een gemotiveerd beroepschrlfi indienen bij de
