• No results found

1 OPENBARE VERSIE OPENBARE VERSIEOPENBARE VERSIE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "1 OPENBARE VERSIE OPENBARE VERSIEOPENBARE VERSIE"

Copied!
15
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

OPENBARE VERSIE

VOORLOPIG BESLUIT interconnectiegeschil VersaTel-KPN

9 maart 1999/OPTA/I/99/1211

Voorlopig besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (het college) op grond van artikel 6.3 juncto 6.9 van de Telecommunicatiewet in het geschil tussen:

de naamloze vennootschap VERSATEL TELECOM INTERNATIONAL N.V., gevestigd te Amsterdam, gemachtigden: Mr E.J. Dommering en Mr H.C.L. Hobbelen, beiden advocaat te Amsterdam,

en,

de naamloze vennootschap KONINKLIJKE KPN N.V., gevestigd te Groningen, en

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid KPN TELECOM B.V., gevestigd te ’s-Gravenhage,

gemachtigden: Mr P.V. Eijsvoogel en Mr A.Th. Meijer, beiden advocaat te Amsterdam.

A. HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1. Op 23 december 1998 heeft VersaTel Telecom International N.V., hierna tevens “VersaTel”, het college bij faxbericht verzocht een beslissing te nemen ex artikel 6.3 van de Telecommunicatiewet (“TW”) in een geschil met Koninklijke KPN N.V. en KPN Telecom B.V., hierna zowel gezamenlijk als afzonderlijk tevens “KPN”. VersaTel heeft het college verzocht een voorlopig besluit te nemen dat geldt tot het definitieve besluit als bedoeld in artikel 6.3, derde lid, onder b TW.

Op 28 december 1998 heeft het college VersaTel bericht dat het verzoek van VersaTel om een voorlopig besluit te nemen voorshands als zodanig in behandeling is genomen. Het college heeft VersaTel verzocht om een afschrift van de meeste recente versie van haar interconnectie-overeenkomst met KPN en om aan te geven of er overleg met KPN had plaatsgevonden. Bij brief van 28 december 1998 heeft het college KPN op de hoogte gesteld van het verzoek van VersaTel en heeft het college KPN in de gelegenheid gesteld schriftelijk op het verzoekschrift van VersaTel te reageren.

Op 6 januari 1999 heeft VersaTel bij het college aanvullende informatie ingediend. Op 11 januari 1999 heeft KPN bij het college een verweerschrift ingediend.

Op 13 januari 1999 hebben partijen tijdens een besloten hoorzitting hun standpunten nader toegelicht. Op 15 januari 1999 heeft VersaTel bij het college nadere informatie ingediend.

Het college heeft KPN bij faxbericht van 26 januari 1999 in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op de brief van VersaTel van 15 januari 1999 en KPN verzocht een aantal nadere vragen gesteld.

Op 3 februari 1999 heeft KPN het college nader schriftelijk geïnformeerd.

(2)

Bij faxbericht van 19 februari 1999 heeft KPN haar reactie aan het college kenbaar gemaakt op het faxbericht van VersaTel van 9 februari 1999.

Bij faxbericht van 19 februari 1999 heeft VersaTel haar reactie aan het college kenbaar gemaakt op het faxbericht van KPN van 19 februari 1999.

B. DE FEITELIJKE GRONDSLAG VAN HET GESCHIL 2. Aan het geschil liggen de volgende feiten ten grondslag.

- VersaTel is een aanbieder van openbare telecommunicatienetwerken en openbare telecommunicatiediensten in Nederland in de zin van artikel 6.1 TW.

- KPN is een aanbieder van openbare telecommunicatienetwerken en openbare

telecommunicatiediensten in Nederland in de zin van artikel 6.1 TW en is op grond van artikel 20.1, eerste lid TW aangewezen als een aanbieder van een vast openbaar telefoonnetwerk, een vaste openbare telefoondienst en huurlijnen in geheel Nederland die beschikt over aanmerkelijke macht als bedoeld in artikel 6.4, eerste lid en 7.2, eerste lid van de TW.

- Levering van interconnectie- en bijzondere toegangsdiensten tussen VersaTel en KPN vindt plaats op grond van een tussen die partijen op 29 mei 1997 gesloten interconnectie-overeenkomst, die nadien verschillende malen is gewijzigd en aangevuld.

- Bij brief van 16 december 1997 heeft de raadsman van VersaTel KPN in gebreke gesteld met betrekking tot de levering van interconnectiecapaciteit.

- KPN heeft in haar verweerschrift erkend dat VersaTel (mede gelet op haar prognoses en bestellingen) per 5 januari 1999 in de Access Area (...) recht had op in totaal (…) stuks E1 verbindingen. (Het college gebruikt in het vervolg de aanduiding “E1” voor een 2 Mbit/s verbinding naar een interconnectie poort die voldoet aan CCITT aanbevelingen G.703 en G.704.) KPN heeft aangegeven dat VersaTel op 1 januari 1999 (…) stuks E1 verbindingen in dienst had op de

telefooncentrale die dient als zogenaamd National Access Point (NAP) te (...). KPN heeft erkend dat de overige (…) stuks E1 verbindingen voor 1 januari 1999 in dienst gesteld hadden moeten zijn. - KPN heeft bij brief van haar raadsman van 7 januari 1999 VersaTel aangeboden om - indien VersaTel daaraan tijdig haar instemming zou verlenen - op 18 januari 1999 zorg te dragen voor de indienststelling van (…) stuks additionele E1 verbindingen op de telefooncentrale die dient als zogenaamd Regional Access Point (RAP) te (...), onder de voorwaarde dat VersaTel bevestigt te zullen meewerken aan de migratie van de bestaande (…) stuks E1 verbindingen aangesloten op de NAP te (...) naar de RAP te (...).

- KPN heeft in haar verweerschrift opgemerkt dat zij de migratie van de bestaande (…) stuks E1 verbindingen van VersaTel op de NAP te (...) naar de RAP te (...) alleen kan realiseren door een verkleining van de normaal gehanteerde veiligheidsmarges ten aanzien van de belasting van de processor op de RAP te (...). KPN heeft verder aangegeven ten aanzien van de migraties het

voorbehoud te maken dat deze migraties wellicht op enig moment niet verder kunnen worden voltooid indien aantoonbaar zou blijken dat verdere uitbreiding zou leiden tot een overbelasting van de

processor op de RAP te (...). KPN heeft aangegeven dat zij zich in dat geval tot het uiterste in te spannen om voor VersaTel vervangende capaciteit te verzorgen. Als alternatief heeft KPN

voorgesteld (na overleg met VersaTel) eventuele overbelasting te voorkomen door het zogenaamde “kranen” (selectief reduceren) van verkeer. In dat geval zouden, volgens KPN, de migraties volgens schema kunnen worden voltooid.

- Op de hoorzitting heeft KPN aan VersaTel onvoorwaardelijk aangeboden om per 18 januari 1999 (…) E1 verbindingen te leveren op de RAP te (...). VersaTel heeft dit aanbod op de hoorzitting aanvaard. VersaTel heeft daarbij aangegeven vast te houden aan de vordering dat KPN Telecom voor het eind van het eerste kwartaal van 1999 in totaal (…) E1-verbindingen aan VersaTel in (...) levert.

- Het college doet sinds half november 1998 een onderzoek naar de schaarste problemen bij KPN en naar de wijze waarop KPN haar schaarstebeleid uitvoert en heeft uitgevoerd.

C. HET STANDPUNT VAN VERSATEL

(3)

Leverplicht KPN

3. VersaTel stelt dat KPN, op grond van Europese, c.q. Nederlandse regelgeving en eerdere besluiten van OPTA, aan VersaTel toegangsdiensten moet leveren van de door VersaTel gewenste capaciteit, op het door VersaTel gevraagde niveau en op de door VersaTel gevraagde locatie. VersaTel stelt verder dat KPN aan VersaTel interconnectiefaciliteiten moet verstekken onder dezelfde voorwaarden en van dezelfde kwaliteit als die welke voor de eigen diensten van KPN of dochtermaatschappijen en partners van KPN gelden. Volgens VersaTel moet KPN zorgen voor een net dat aansluit bij de stand van de techniek en bij de te verwachten vraag en de eisen van de tijd. Het net van KPN voldoet volgens VersaTel niet aan de te verwachten vraag en de eisen van de tijd. De toegangsplicht van KPN moet, volgens VersaTel, gezien worden tegen de achtergrond van de grote ongelijkwaardigheid in mededingingspositie van KPN en VersaTel.

Groei telecommunicatiemarkt

4. VersaTel stelt dat de grote groei van de telecommunicatiemarkt een algemeen bekend feit is in de telecommunicatiesector waarop KPN voorbereid hoort te zijn.

Schaarstebeleid van KPN

5. Volgens VersaTel is het schaarstebeleid van KPN in strijd met de ONP-principes, althans niet transparant. VersaTel stelt dat de gronden die KPN aanvoert voor haar ‘leveringsweigering’ geen enkele grondslag kennen in de telecommunicatiewetgeving. Verder stelt VersaTel dat KPN haar onvoldoende heeft geïnformeerd omtrent de schaarsteproblematiek en de gevolgen die dit heeft op toekomstige leveringen van interconnectiecapaciteit aan VersaTel.

Prognoses

6. VersaTel heeft gesteld dat zij altijd correct en tijdig heeft geprognotiseerd. VersaTel heeft om die reden OPTA niet voorzien van al haar prognoses en bestelformulieren.

Alternatieven

7. VersaTel stelt dat indien KPN niet kan leveren wat VersaTel heeft besteld, KPN VersaTel hiervoor een alternatief moet bieden. VersaTel heeft KPN drie alternatieven voorgesteld:

a)

indien er schaarste is aan schakelmiddelen op het interconnectiepunt, creëer op een andere plaats in het KPN netwerk een virtuele Point of Presence (PoP) en “sleep” het verkeer van VersaTel naar het gewenste interconnectiepunt;

b)

indien er schaarste is aan faciliteiten voor transport van het verkeer van VersaTel naar het gewenste interconnectiepunt, onderzoek of bij andere marktpartijen capaciteit beschikbaar is en zorg dat deze middelen aangewend worden om de schaarste te beëindigen;

c)

indien er op het interconnectiepunt schaarste is aan zowel schakelmiddelen als transportfaciliteiten, behandel het verkeer van VersaTel als KPN Retail verkeer. Verschaf VersaTel de nodige

administratieve gegevens zodat zij haar klanten kan factureren als ware het een VersaTel klant. Behandeling van KPN’s eigen bedrijfsonderdelen

8. VersaTel stelt dat KPN, in strijd met het non-discriminatie beginsel en het mededingingsrecht, haar eigen bedrijfsonderdelen wat betreft interconnectiecapaciteit, kwaliteit en levertijd gunstiger behandelt dan VersaTel.

Geschilpunten

9. Het niet leveren van voldoende toegangscapaciteit door KPN aan VersaTel is, volgens VersaTel, in strijd met de tussen partijen geldende interconnectie-overeenkomst, de toezegging van KPN van 7 december 1998, artikel 6.1 TW, artikel 86 EG-Verdrag, artikel 24 van de Mededingingswet en de eerdere jurisprudentie van het college. Op grond hiervan stelt VersaTel recht te hebben op de voor Q1 1999 (de aanduiding Q1 wordt door partijen gebruikt voor de aanduiding van het eerste kwartaal van 1999) gevraagde (…) E1 interconnectiepoorten en de voor het einde van Q1 1999 gevraagde (…) E1 toegangsdiensten.

VersaTel stelt dat de door KPN aangeboden voorzieningen bestaande uit interconnectiecapaciteit gerealiseerd op een nieuwe, nog niet operationele centrale voor haar onacceptabel zijn.

(4)

VersaTel stelt dat capaciteit beschikbaar is bij andere operators. VersaTel heeft het college informatie verstrekt over operators die deze capaciteit zouden kunnen leveren.

D. DE VORDERINGEN VAN VERSATEL

10. VersaTel heeft het college verzocht te bepalen dat:

1)

KPN VersaTel op 1 januari 1999 (…) E1 verbindingen in (...) levert en voor het einde van Q1 1999 VersaTel (…) E1’s in (...) (…) levert, hetgeen in ieder geval inhoudt dat KPN ten behoeve van VersaTel de capaciteit op de NAP in stand houdt ook als de reeds klaarliggende en reeds geteste (…) E1’s op de RAP geleverd worden (eerste vordering VersaTel), althans dat

2)

KPN ervoor zorg dient te dragen dat, als KPN niet op zeer korte termijn aan haar verplichtingen voldoet, KPN voor (nieuwe) VersaTel klanten alle switching blijft verzorgen en aan VersaTel de ‘Call Data Records’ levert van de door VersaTel aangewezen klanten waarbij neutrale verrekening plaats moet vinden voor alle extra kosten die VersaTel als gevolg hiervan moet maken (tweede vordering VersaTel), (en/of)

3)

KPN via andere steden waar capaciteit reeds beschikbaar is gesteld capaciteit moet leveren aan VersaTel in (...), waarbij KPN voor transmissie zorg zal dragen (derde vordering VersaTel). 11. Tijdens de hoorzitting heeft VersaTel aangegeven dat voor het in gebruik nemen van Virtuele PoP’s in eerste instantie gebruik gemaakt dient te worden van de transmissiecapaciteit van KPN. Indien blijkt dat KPN niet over voldoende transmissiecapaciteit beschikt, dient KPN bij derden transmissiecapaciteit in te kopen.

E. HET STANDPUNT VAN KPN

Het standpunt van KPN laat zich als volgt samen vatten. Wat betreft de eerste vordering van VersaTel Schaarste

12. KPN stelt dat het geschil met VersaTel gaat over de gevolgen van de schaarste die in een aantal plaatsen in het netwerk van KPN Telecom is ontstaan. KPN heeft in haar verweerschrift aangegeven dat deze schaarste betrekking heeft op enerzijds, transmissiecapaciteit en anderzijds de capaciteit van de centrales, waarbij KPN onderscheid maakt tussen schaarste aan interconnectiepoorten en schaarste aan processorcapaciteit.

13. KPN heeft aangegeven dat de schaarste niet alleen gevolgen heeft voor (de kwaliteit van) de dienstverlening door andere aanbieders van telecommunicatiediensten, maar evenzeer voor (de kwaliteit van) de diensten van KPN zelf.

14. KPN stelt in haar verweerschrift dat de schaarste een gevolg is van een samenloop van de navolgende omstandigheden:

a)

een onverwacht sterke groei van de vraag naar transmissiecapaciteit (onder meer door een groter aantal mobiele netwerken, een groter aantal mobiele operators als klant en een sterke stijging van het mobile verkeer);

b)

een onverwachte groei van het aantal nieuwe operators (door KPN aangeduid als “Telco’s”) dat in Nederland actief is;

c)

een zeer beperkte bereidheid bij veel van die Telco’s om te investeren in infrastructuur in regio’s waar zij wel verkeer ophalen of afleveren;

d)

een (mede in Europees perspectief bezien) klein verschil tussen de nationale en regionale tarieven van de interconnectiediensten call termination en carrier selectie, hetgeen de

investeringsbereidheid van Telco’s verder vermindert;

(5)

g)

een zeer sterke concentratie van internetverkeer op de netten van Telco’s mede als gevolg van het oneigenlijke gebruik van geografische nummers;

h)

de verplichting voor KPN om - in korte tijd en veelal samen met veel andere Telco’s - tal van ingewikkelde nieuwe vormen van dienstverlening te ontwikkelen en implementeren, zoals nummerportabiliteit, toegang tot nummercentrales, carrier selectie, toegang tot het aansluitnet;

i)

aanzienlijke vertragingen in de leveringen van nieuwe transmissieapparatuur en -systemen,

veroorzaakt door toeleveranciers van KPN;

j)

het feit dat bepaalde onderdelen van de interne organisatie van KPN nog moeten leren inspelen op de combinatie van de hiervoor genoemde factoren; en

k)

een gebrek aan deskundigheid en professionaliteit bij tal van Telco’s waardoor aanzienlijke vertragingen zijn opgetreden in het totstandbrengen en implementeren van interconnectie-overeenkomsten.

In haar verweerschrift en tijdens de hoorzitting heeft KPN deze factoren toegelicht.

15. KPN stelt dat zij rekening heeft gehouden met een vergroting van de benodigde capaciteit als gevolg van de introductie van concurrentie, doch dat KPN de thans gevraagde capaciteit in redelijkheid niet heeft kunnen voorzien.

16. Volgens KPN was de omvang van het internet-inbelverkeer, hoewel het uit het KPN-netwerk ontspringt, niet door KPN in te schatten omdat alleen de Telco’s weten hoeveel internet service providers (ISP’s) zij aansluiten en hoeveel verkeer de ISP’s verwachten te ontvangen.

17. KPN stelt een scala van maatregelen te hebben getroffen om de schaarste structureel terug te dringen, waaronder uitbreiding van transmissiecapaciteit door de versnelde introductie van nieuwe technieken (SDH en DWDM), het overbrengen van de interconnectiepunten van de twee tijdelijke nationale toegangscentrales (AGW’s ofwel NAP’s) naar de 20 regionale toegangscentrales (RAP’s), het terugdringen van het inefficiënte sleepverkeer door het bevorderen van interconnectie op alle plaatsen waar de betreffende Telco een bepaalde hoeveelheid verkeer heeft, en het verbeteren van verschillende operationele processen binnen KPN.

18. KPN stelt een aantal tijdelijke oplossingen te hebben onderzocht om de gevolgen van de schaarste zoveel mogelijk op te vangen en heeft aangegeven deze voorzover mogelijk te hebben uitgevoerd.

19. KPN heeft aangegeven dat zij om een eerlijke en transparante verdeling van de schaarse middelen (met name interconnectiepoorten) te waarborgen, een beleid in 18 stappen heeft ontwikkeld, dit beleid met OPTA heeft afgestemd en de Telco’s hierover te hebben geïnformeerd. KPN stelt aan de hand van dit beleid te bepalen aan welke Telco de op enig moment aanwezige poorten worden toegewezen.

20. KPN heeft aangegeven dat voorzover de OPTA zou overwegen KPN te bevelen om VersaTel meer capaciteit te leveren dan waartoe KPN blijkens haar eigen planning in staat is, dat ertoe zal leiden dat deze capaciteit bij (de leveringen voor) andere Telco’s moet worden weggehaald. KPN stelt dat zij aldus gedwongen zou worden te handelen in strijd met het discriminatie-verbod. KPN stelt dat dan bovendien alle andere Telco’s gedwongen worden om onmiddellijk - om een verdere aantasting van hun capaciteit te voorkomen - eveneens een geschil tegen KPN aanhangig te maken.

21. KPN stelt dat zij zich naar vermogen inzet om de schaarsteproblematiek zo spoedig mogelijk structureel op te lossen, intussen alle denkbare tijdelijke oplossingen aandraagt en implementeert om de gevolgen van de schaarste voor Telco’s zoveel mogelijk te beperken, zich inspant om de

medewerking van derden te verkrijgen waar die voor de implementatie van bepaalde (tijdelijke) oplossingen vereist is, en intussen niet discrimineert tussen eigen bedrijfsonderdelen en Telco’s of tussen Telco’s onderling, en zich bij de verdeling van de schaarse middelen gedraagt overeenkomstig de voor haar geldende verplichtingen.

(6)

KPN stelt dat haar eigen verkeer in een aantal gevallen minder hinder ondervindt van de schaarste in de regio Amsterdam omdat KPN door haar netwerkopbouw op alle RAP’s is gekoppeld.

(…) stuks E1 verbindingen voor het einde van Q1 1999

23. In haar verweerschrift heeft KPN haar eerder aan VersaTel gedane aanbod gehandhaafd om een zo groot mogelijk deel van voor het einde van Q1 1999 gevraagde capaciteit met ingang van een nader te bepalen datum in februari 1999 in dienst te gaan stellen in het kader van het pilotproject met de nieuwe grote centrale, die op dit moment door KPN in Amsterdam gebouwd wordt.

Wat betreft de tweede vordering van VersaTel

24. KPN heeft betoogd dat behandeling van het tweede vordering van VersaTel achterwege dient te blijven omdat dit door VersaTel subsidiair is voorgebracht en KPN met haar aanbod aan VersaTel aan het eerste vordering is tegemoet gekomen. KPN heeft tijdens de hoorzitting opgemerkt dat zij, nu VersaTel haar aanbod tot levering van (…) stuks E1 verbindingen heeft aanvaard, op zeer korte termijn aan haar verplichtingen zal hebben voldaan.

25. Volgens KPN komt het tweede vordering van VersaTel neer op een “administratieve migratie” (hierna tevens aangeduid als “de administratieve oplossing”) van nieuwe VersaTel-klanten. KPN heeft aangegeven dat dit betekent dat de telecomdiensten die nieuwe klanten via carrier selectie van VersaTel hadden willen afnemen, tijdelijk geheel door KPN moeten worden geleverd, doch dat VersaTel zorg zal dragen voor facturering en incasso. KPN zal in dat geval de facturering en incasso verzorgen voor de dienstverlening die KPN toch al aan de betreffende klanten had geboden, zoals bijvoorbeeld het abonnement op de aansluiting, het lokale (binnenbasisgebieds)verkeer en sterdiensten.

26. KPN is van oordeel dat het tweede vordering van VersaTel niet, althans niet reeds thans, voor toewijzing in aanmerking komt, omdat deze “administratieve migratie” slechts denkbaar is indien tal van zaken tevoren deugdelijk zijn vastgelegd. KPN heeft aangegeven dat, gelet op de verplichting van KPN zich te onthouden van discriminatie, daarbij ook andere marktpartijen dan VersaTel moeten worden betrokken voorzover zij verkeren in omstandigheden die met die van VersaTel vergelijkbaar zijn en zij mitsdien eveneens aanspraak zouden kunnen maken op een dergelijke “administratieve migratie”.

27. KPN benadrukt in haar verweerschrift dat de “administratieve migratie” gezien dient te worden als een tijdelijke oplossing waarin slechts moet worden voorzien indien en zolang de betreffende

marktpartij als gevolg van een toerekenbare tekortkoming van KPN als gevolg van schaarste hinder ondervindt bij haar dienstverlening aan eindgebruikers. KPN stelt dat dit betekent dat de betreffende marktpartij de “administratieve migratie” van een of meer klanten moet beëindigen zodra de

verkeersstromen tussen het netwerk van deze marktpartijen en het netwerk van KPN niet langer alle E1 bundels tussen PoP en Acces Point in voldoende mate vullen. KPN stelt verder dat de betreffende marktpartij haar aanspraak op “administratieve migratie” moet verliezen zodra zij niet prompt

medewerking verleent aan de levering door KPN van de door haar bestelde toegangscapaciteit. In haar verweerschrift heeft KPN een inventarisatie gegeven van de onderwerpen waar in het geval van “administratieve migratie” rekening moet worden gehouden. Het betreft volgens KPN een eerste, zeer voorlopige inventarisatie.

28. KPN heeft aangegeven dat in geval van “administratieve migratie” voor de facturering door KPN aan VersaTel gebruik gemaakt moet worden van standaard KPN retail informatie- en billingsystemen, hetgeen noodzakelijkerwijs beperkingen meebrengt voor de facturering door VersaTel aan haar klanten.

(7)

30. Wat betreft de kosten van “administratieve migratie” heeft KPN opgemerkt dat de marktpartij weliswaar haar eigen klanten factureert en facturen incasseert, maar daarvan een (aanzienlijk) deel aan KPN dient af te dragen terzake van de geheel door KPN verrichte dienstverlening. Daartoe zou de marktparij gedetailleerde kostprijsinformatie aan KPN moeten opleveren, omdat tenminste alle door de marktpartijen gerealiseerde besparingen aan KPN zullen moeten worden afgedragen. De juistheid van deze kostprijsgegevens zal door onafhankelijke accountants moeten worden

geverifieerd.

31. Volgens KPN brengt “administratieve migratie” zeer aanzienlijke financiële verschuivingen teweeg met alle (incasso)risico’s van dien. KPN stelt dat een deugdelijke inventarisatie, beschrijving en vastlegging in een overeenkomst van alle relevante onderwerpen, nog afgezien van de technische implicaties voor informatie en billingsystemen, een zeer aanzienlijke doorlooptijd vergt. Daarnaast zal de integriteit van de financiële en informatiesystemen van KPN gewaarborgd moeten blijven in verband met de jaarlijkse accountantscontrole.

Wat betreft de derde vordering van VersaTel

32. KPN heeft op basis van de prognoses en orders van VersaTel met ingang van het eerste kwartaal van 1999 poortcapaciteit gereserveerd op de RAP’s van (...), (...) en (...). Volgens KPN heeft

VersaTel gevorderd dat deze poorten door middel van door KPN geleverde transmissiecapaciteit verbonden moeten worden met de VersaTel-switch in (...).

33. KPN heeft aangegeven dat zij onder omstandigheden bereid is om capaciteit op andere access areas te operationaliseren, maar dat er op dit moment ook sprake is van schaarste in het

transmissienetwerk van KPN. KPN stelt dat het als gevolg van de schaarste in het transmissienetwerk op dit moment niet mogelijk is om de toegangscapaciteit op de RAP’s (...) en (...) te verbinden met de VersaTel-switch in (...). KPN heeft aangegeven te blijven onderzoeken of deze toegangscapaciteit van VersaTel in de toekomst wel ten behoeve van VersaTel kan worden ontsloten.

KPN gaat er vanuit dat VersaTel op korte termijn haar netwerk naar access area’s (...) en (...) zal uitrollen en daar een pop zal openen.

34. Wat betreft de toegangscapaciteit op de RAP (...) heeft KPN aangegeven dat (..) van de (..) beschikbare poorten reeds door middel van een straalverbinding en “vaste transmissie” zijn gekoppeld op de VersaTel-switch in (...). Volgens KPN onderzoeken partijen de mogelijkheid om ook de

resterende 8 poorten te operationaliseren.

Vergelijkbare verbindingen met (...) en (...) kunnen, volgens KPN, niet binnen afzienbare tijd gerealiseerd worden.

PoP’s

35. KPN heeft gesteld dat VersaTel in de access areas (...), (...) en (...) een PoP dient te openen om de capaciteit op de RAP’s in die regio’s op reguliere wijze te operationaliseren. Tussen deze nieuwe PoP’s en de hiermee corresponderende RAP’s dient vervolgens een Carrier System te worden aangelegd, waarover dan vervolgens Netwerk Interconnectie diensten worden geleverd om de eigenlijke interconnectie en/of bijzondere toegang te leveren.

36. KPN heeft aangegeven dat VersaTel, blijkens haar prognose d.d. 26 augustus 1998, in het vierde kwartaal van 1998 in de access areas (...), (...) en (...) PoP zou openen. In verband hiermee had VersaTel op 26 augustus 1998 bij KPN een Carrier System besteld. Op 15 oktober 1998 heeft VersaTel KPN laten weten dat VersaTel in deze acces areas de Carrier Systems zelf wil leveren, en de order bij KPN teruggetrokken. KPN stelt dat VersaTel op dit moment in geen van de … genoemde access areas haar PoP’s gereed heeft. VersaTel heeft geen opleverdata afgegeven van de door haar te leveren Carrier Systems.

(8)

uiterlijk per 1 januari 1999 zou hebben geopend, VersaTel op dit moment meer dan voldoende capaciteit zou hebben gehad om in haar gehele behoefte te voorzien.

F. DE CONCLUSIES VAN KPN

Conclusies met betrekking tot de eerste vordering van VersaTel

38. KPN concludeert dat het primaire verzoek van VersaTel, strekkende tot levering van (…) E1 verbindingen op de RAP (...) niet ontvankelijk moet worden verklaard, aangezien VersaTel het aanbod van KPN tot levering van (…) stuks E1 per 19 januari 1999 heeft aanvaard en KPN aldus heeft voldaan aan haar verplichtingen jegens VersaTel, in elk geval voor wat betreft de periode tot eind maart. Hierdoor bestaat er geen noodzaak meer bestaat voor het nemen van maatregen in deze procedure. Wat betreft de levering van (…) E1 aan het einde van het eerste kwartaal van 1999 concludeert KPN dat toewijzing van deze eis van VersaTel tot gevolg zou hebben dat het schaarstebeleid van KPN wordt doorkruist en dat VersaTel wordt bevoordeeld ten opzichte van andere nieuwe marktpartijen, zodat KPN zou handelen in strijd met het non-discriminatie beginsel. Conclusies met betrekking tot de tweede vordering van VersaTel

39. Het tweede verzoek van VersaTel moet volgens KPN primair wegens gebrek aan belang niet ontvankelijk worden verklaard, althans worden afgewezen. Subsidiair geldt, volgens KPN dat het tweede verzoek zich gegeven de complexiteit van de uitvoering ervan niet leent voor toewijzing, in elk geval niet bij ‘spoedbesluit’.

Het tweede verzoek van VersaTel leent zich, in elk geval thans, niet voor toewijzing, omdat de integriteit van de financiële en informatiesystemen van KPN gewaarborgd moeten blijven, wil KPN de jaarlijkse accountantscontrole kunnen blijven doorstaan.

Conclusies met betrekking tot de derde vordering van VersaTel

40. Het derde verzoek van VersaTel moet volgens KPN primair wegens gebrek aan belang niet ontvankelijk worden verklaard, althans worden afgewezen. Volgens KPN dient het derde verzoek te worden afgewezen omdat het is ingegeven door het feit dat VersaTel haar geplande Points of Presence door eigen toedoen niet heeft geoperationaliseerd. Verder stelt KPN dat het haar aan de transmissiemiddelen ontbreekt die bij toewijzing van het derde verzoek van VersaTel exclusief voor VersaTel zouden moeten worden ingezet.

G. DE BEOORDELING VAN HET GESCHIL Beoordeling eerste vordering van VersaTel Schaarste

41. In december 1997 hebben het college reeds klachten bereikt die verband hielden met problemen die KPN had om interconnectieverbindingen te leveren. In de eerste maanden van 1998 verergerden deze problemen. Het college heeft KPN bij brief van 17 december 1997, 18 februari 1998 en 24 maart 1998 schriftelijk verzocht hem te informeren over de wijze waarop KPN de schaarse

interconnectiemiddelen verdeeld had en voornemens was te verdelen. Het college heeft KPN daarbij gewezen op haar leverplicht op basis van de op dat moment geldende wet- en regelgeving. Daar waar aan die leverplicht tijdelijk niet kon worden voldaan, diende KPN volgens het college een beleid vast te stellen om schaarse middelen transparant en non-discriminatoir te verdelen.

42. KPN heeft het college bij brief van 30 maart 1998 geïnformeerd dat KPN de beschikbare interconnectiecapaciteit verdeelt conform een door KPN ontwikkeld schaarstebeleid. Op 8 mei 1998 heeft KPN marktpartijen voorgelicht over de schaarste en aangegeven welk beleid KPN met betrekking tot schaarste van interconnectieverbindingen zou voeren. Tijdens die bijeenkomst heeft een vertegenwoordiger van het college de aanwezige marktpartijen verzocht het college in te lichten indien zich problemen zouden voordoen en het college te informeren over de wijze waarop

(9)

43. Het college heeft KPN bij brief van 8 juni 1998 bericht dat het college het feit dat KPN niet aan de behoefte van marktpartijen aan interconnectieverbindingen kan voldoen, zeker gezien de leverplicht van KPN, als zeer ernstig beschouwt. In deze brief heeft het college KPN verzocht om: 1) het verdelen van de beschikbare capaciteit naar gelang de acute problemen van marktpartijen die een correcte prognose hebben ingeleverd, 2) het niet ter beschikking stellen van additionele capaciteit aan marktpartijen die over voldoende capaciteit beschikken en 3) het treffen van maatregelen om te voorkomen dat de schaarste de uitbreidingsplannen van marktpartijen frustreert. Het college heeft verder bevestigd dat KPN voor acute problemen, zoals blokkeringen van telefoongesprekken, individuele oplossingen met haar afnemers zal overeenkomen, en opnieuw benadrukt dat het college van oordeel is dat KPN desnoods vergelijkbare functionaliteit levert aan haar afnemers ten opzichte van de niet-geleverde dienst. Het college heeft KPN bericht dat alternatieve oplossingen niet tot kostenverhogingen bij haar afnemers mag leiden.

44. Op 30 juni 1998 heeft KPN gereageerd op de brief van het college van 8 juni 1998. In deze brief heeft KPN het college bericht dat zij haar schaarstebeleid heeft aangevuld in de zin zoals door het college aangegeven. KPN stelde zij dat marktpartijen die correct hadden geprognostiseerd en besteld en waarbij zou komen vast te staan dat de in gebruik zijnde verbindingen een hoge bezettingsgraad zouden hebben het eerst in aanmerking zouden komen voor levering. Tevens gaf KPN Telecom aan dat zij zou meewerken aan tijdelijke alternatieven voor levering van interconnectieverbindingen, waarbij de meerkosten voor rekening van KPN zouden komen. KPN Telecom zegde rapportages toe over de uitvoering van het schaarstebeleid.

45. Naar aanleiding van een concept voor deze rapportage stelde het college bij brief van 26 oktober 1998 aan KPN dat niet alleen bezettingsgraad een criterium voor levering met voorrang zou dienen te zijn, maar ook de blokkeringskans die een interconnecterende partij in het drukste uur zou ervaren. Daarnaast gaf het college aan dat de concept-rapportages van KPN niet voldeden en dat hij nader geïnformeerd wenste te worden over de implementatie van het schaarstebeleid. Inmiddels heeft KPN op verschillende momenten aan het college gerapporteerd. Het college doet op dit moment

onderzoek naar de uitvoering van KPN’s schaarstebeleid, zoals zij dat heeft gerapporteerd.

Het college heeft KPN aldus geen ontheffing gegeven ten aanzien van haar leverplicht gedurende de schaarste. Het college heeft wel een aantal randvoorwaarden gesteld waaraan KPN zich moet houden in een dergelijke situatie en bovendien gevraagd het college te informeren over de uitvoering van het schaarstebeleid.

46. Op 15 juli 1998 is er, wederom op verzoek van het college, een tweede schaarste-bijeenkomst voor marktpartijen gehouden door KPN. Tijdens die bijeenkomst heeft KPN aangegeven dat de schaarste-problemen bij ongewijzigde omstandigheden tegen het einde van 1999 zouden zijn opgelost.

Inmiddels is duidelijk dat dit niet het geval is. KPN heeft in haar verweer te kennen gegeven dat de basis voor de bouw van nieuwe capaciteit ligt in de gecombineerde prognoses van de andere marktpartijen en de marktvisie van KPN voor haar eigen diensten. Volgens KPN is de

verkeersontwikkeling in de tweede helft van 1998 zo snel gestegen dat de bestaande planningen voor de bouw van nieuwe capaciteit werden achterhaald. De schaarste concentreert zich bovendien vooral in Amsterdam en, in mindere mate, in de andere grote steden in de Randstad.

47. Het college heeft, mede naar aanleiding van deze ontwikkelingen en de eerste rapportages van KPN Telecom over de uitvoering van haar schaarstebeleid, in november 1998 een eigen onderzoek gestart naar de schaarste-problematiek. Het onderzoek richt zich onder meer de beslissingen die KPN heeft genomen om aan de toenemende vraag van concurrenten naar interconnectieverbindingen en transmissiecapaciteit te voldoen. De vraag of KPN adequaat heeft gereageerd op de

ontwikkelingen in de marktvraag kan het college zolang het onderzoek van het college niet is afgerond, niet met zekerheid worden beantwoord. Het college zal daarom in dit stadium van de procedure de schaarste als een gegeven beschouwen en er voor als nog van uitgaan dat het door KPN gevoerde schaarstebeleid noodzakelijk is om non-discriminatoire levering van capaciteit te waarborgen.

(10)

48. Het college constateert dat VersaTel heeft gesteld dat zij haar behoefte aan

interconnectiecapaciteit consequent en correct heeft geprognostiseerd en dat zij tevens tijdig een bestelling heeft geplaatst en deze bestelling ook tijdig heeft aangekondigd. Omdat KPN Telecom de juistheid van de prognoses en de bestellingen niet heeft betwist, zal het college ze om die reden voor juist houden.

49. KPN is op grond van huidige wet- en regelgeving gehouden VersaTel in beginsel die

interconnectiecapaciteit te leveren die VersaTel wenselijk acht. KPN zou op grond hiervan en de interconnectieoevereenkomst met VersaTel de door VersaTel bestelde interconnectiecapaciteit met de contractueel overeengekomen kwaliteit tijdig moeten leveren.

50. VersaTel verlangt van KPN Telecom een levering van (…) E1-verbindingen in (...) voor het eind van het eerste kwartaal van 1999. KPN Telecom heeft aangegeven deze verbindingen als gevolg van de schaarste niet te kunnen leveren. Daarbij heeft KPN gesteld dat indien het college zou besluiten dat KPN Telecom deze hoeveelheid verbindingen zou dienen te leveren aan VersaTel, KPN gedwongen wordt deze verbindingen van andere marktpartijen terug te nemen.

51. Het college ziet zich hiermee voor een dilemma geplaatst. Het college zou VersaTel de vordering kunnen toewijzen, maar dit zou mogelijk ten koste gaan van andere marktpartijen die mogelijk eveneens problemen ondervinden van de schaarste. Tegelijk zijn de gevraagde voorzieningen door VersaTel op reële gronden gebaseerd en is KPN ook op grond van de huidige wet- en regelgeving en de met VersaTel gesloten interconnectieovereenkomst gehouden VersaTel de gevraagde

interconnectiecapaciteit te leveren. Het dilemma klemt temeer, daar VersaTel op tijd haar behoefte aan interconnectiecapaciteit heeft aangegeven, correct heeft besteld, en VersaTel gesteld heeft dat haar huidige interconnectieverbindingen dusdanig zwaar belast zijn dat zij haar nieuwe gebruikers geen diensten kan bieden. Het college realiseert zich dat de schaarste de uitbreidingsplannen van VersaTel frustreert en aldus de ontwikkeling van het bedrijf van VersaTel beïnvloedt.

52. Het college is van oordeel dat KPN in beginsel de met VersaTel gesloten

interconnectieovereenkomst dient na te komen. KPN is verplicht VersaTel de gevraagde

interconnectiecapaciteit te leveren tegen de overeengekomen kwaliteit en voorwaarden. Indien KPN van mening is dat zij als gevolg van de schaarste niet of slechts ten dele aan haar leverplicht kan voldoen, zal KPN VersaTel door middel van alternatieve oplossingen de gevraagde capaciteit moeten leveren.

Het college is evenwel van oordeel dat het in strijd met het non-discriminatie beginsel en daardoor onredelijk zou zijn wanneer andere marktpartijen, om tegemoet te komen aan de vordering van VersaTel, capaciteit zouden moeten inleveren. Dit zou bovendien geen duurzame oplossing bieden. Immers, deze bedrijven zouden vervolgens eenzelfde vordering als VersaTel kunnen instellen. Bij gebleken correcte prognoses, orders en geconstateerde bezettingsgraden en blokkeringskansen zouden de problemen voor VersaTel weliswaar zijn opgelost, maar voor die andere bedrijven juist niet. Het college is van oordeel dat voorshands het beginsel van non-discriminatie dient te prevaleren boven het individuele belang van VersaTel.

Het college is van oordeel dat hij om deze redenen de vordering van VersaTel tot levering van (…) E1-verbindingen aan het einde van het eerste kwartaal niet in dit voorlopig besluit kan toewijzen. Migratie

(11)

Telecom lange tijd gebruikt als de enige punten voor koppeling van interconnecterende partijen met haar eigen net. Sinds vorig jaar migreert KPN marktpartijen van deze centrales naar andere centrales, de zogenaamde Regionale Access Points (RAP’s). De AGW’s waren bedoeld voor andere diensten, volgens KPN, met name voor het invoeren van nummerportabiliteit.

54. Migratie kan om verschillende redenen noodzakelijk zijn. Migratie kan worden verlangd vanwege de uitfasering van verouderde centrales, het kan ook noodzakelijk zijn vanwege hergebruik van centrales voor andere doelen. Het is in deze zin ook een activiteit waaraan partijen hun medewerking moeten verlenen. Het college is van oordeel dat medewerking aan migratie niet in die zin verplicht is, dat KPN aan andere marktpartijen zou kunnen opleggen op bepaalde punten verkeer te ontvangen. Marktpartijen dienen vrij te zijn in de planning van hun net. Indien een marktpartij, zoals VersaTel, ervoor kiest alleen in (...) interconnectie verkeer te ontvangen, is dit haar goed recht.

55. De migratie die KPN in eerste instantie van VersaTel verlangt is een migratie van de AGW naar de RAP in (...), hetgeen betekent dat VersaTel, binnen in beginsel hetzelfde centralegebouw, op een andere centrale wordt aangesloten. Deze migratie is, volgens KPN, noodzakelijk door de wijze waarop zij haar net gereed heeft gemaakt voor de eerste fase in de ontwikkeling van haar

interconnectiedienstverlening. Deze constatering is van belang voor de verdeling van de kosten die partijen moeten dragen in verband met deze migratie.

56. Het college heeft in zijn oordelen over tarieven en kostentoerekening steeds het beginsel van causaliteit gehanteerd. Kosten moeten overeenkomstig dit beginsel worden gedragen door degene die ze veroorzaakt. In het geval van de migratie van de AGW naar de RAP in (...) is het KPN die deze migratie veroorzaakt. Een en ander houdt in dat KPN de kosten van deze migratie dient te dragen. Denkbaar is dat KPN in andere gevallen de kosten voor migraties wel in rekening mag brengen. Een voorbeeld is de migratie van capaciteit van Amsterdam naar Utrecht op verzoek van andere

marktpartijen. Echter, het college is van mening dat ook deze kosten niet in rekening kunnen worden gebracht, indien dit tijdelijke maatregelen zijn, die tussen KPN en een andere marktpartij als

overbrugging worden afgesproken in afwachting van de levering van capaciteit in Amsterdam. 57. Door VersaTel is bovendien aangegeven dat zij bezorgd is over de kwaliteit van de verbindingen op andere punten dan de AGW’s. De RAP’s van KPN kennen geen overloopfunctionaliteit, zoals de AGW’s die wel kennen. KPN heeft weliswaar aangegeven dat zij de verkeersstromen naar deze centrales kan beheersen. Zij zou dan verkeer gaan ‘kranen’, ofwel selectief verkeer niet laten doorgaan, maar laten doodlopen. Het college acht een dergelijke maatregel echter een

noodvoorziening die slechts in zeer uitzonderlijke gevallen gebruikt mag worden. Het college acht het noodzakelijk dat KPN voor de migratie volwaardige voorzieningen levert, bijvoorbeeld met een overloopfunctionaliteit die redelijk is. De geleverde functionaliteit dient met name aan de

kwaliteitseisen, zoals omschreven in de interconnectieovereenkomst tussen VersaTel en KPN, te voldoen.

58. KPN heeft verder aangeboden om de door Versatel bestelde capaciteit van (…) E1 in het eerste kwartaal van 1999 te realiseren via een centrale die nog niet operationeel is. Het college is van oordeel dat dit aanbod onacceptabel is. KPN dient VersaTel volwaardige voorzieningen te leveren die geheel voldoen aan de kwaliteit zoals vastgelegd in de interconnectieovereenkomst tussen beide partijen.

59. Het college is van oordeel dat de dienstverlening die concurrenten bieden aan hun klanten niet in gevaar mag komen door de door KPN voorgestelde migratie. KPN dient ervoor te zorgen dat het migratieproces zo wordt afgesproken, dat in redelijkheid verlangd kan worden van de te migreren partij dat zij de noodzakelijke voorzieningen en deskundigheid tijdig beschikbaar stelt. Verder dient het migratieproces duidelijk te zijn. KPN dient met name voldoende zekerheden te verschaffen met betrekking tot de beheersing van de risico’s die aan elk migratieproces zijn verbonden, en dient te voorkomen dat VersaTel in een relatief korte tijd tot veel opeenvolgende migraties wordt verplicht, waardoor onverantwoord extra beslag op de middelen van VersaTel wordt gelegd.

(12)

worden gehanteerd. Tijdens het migratieproces dienen zowel de bestaande voorzieningen als de nieuwe voorzieningen operationeel te zijn. Pas nadat aangetoond is dat de gemigreerde

voorzieningen voldoen aan de contractueel overeengekomen kwaliteit en functionaliteit, mogen de bestaande verbindingen worden opgeheven. In alle gevallen moet de continuïteit van de

interconnectiedienst veilig gesteld worden.

61. Het college is van oordeel dat VersaTel het recht heeft wijziging van interconnectiediensten te weigeren als de kwaliteit ongedefinieerd is of indien er sprake is van een verhoogd risico in vergelijking met de risico’s die KPN voor haar eigen retail verkeer acceptabel acht.

62. Het college is van oordeel dat KPN Telecom op grond van haar leverplicht in beginsel VersaTel dient te leveren wat VersaTel correct geprognostiseerd en besteld heeft. Indien KPN niet aan haar leverplicht kan voldoen, dient KPN een alternatief te bieden, waarbij de meerkosten voor KPN zijn. Daarbij is het college van oordeel dat KPN aan haar leverplicht geen additionele voorwaarden mag verbinden zoals het onvoorwaardelijk instemmen met migratie. Indien VersaTel niet wil migreren of de aangeboden functionaliteit niet overeenkomstig contractueel overeengekomen kwaliteitsniveaus is, dan mag VersaTel migratie weigeren.

Het college ziet zich, zoals hierboven aangegeven, geconfronteerd met een dilemma. KPN heeft een leverplicht aan VersaTel, maar kan de interconnectiecapaciteit van (…) E1-verbindingen niet voor 1 april 1999 aan VersaTel leveren. Het afdwingen van de levering betekent dat andere marktpartijen ernstig gedupeerd worden. Het college is van oordeel dat KPN in deze situatie naar een alternatieve oplossing moet zoeken. Daarmee komt het college aan VersaTel’s tweede vordering.

Beoordeling tweede vordering van VersaTel

63. VersaTel verlangt van KPN als alternatieve oplossing dat KPN het verkeer van haar klanten afwikkelt. Vervolgens zou KPN de gegevens van dit verkeer, de zogenaamde Call Detail Records (CDR), aan VersaTel dienen te overhandigen, opdat VersaTel vervolgens zelf de rekeningen naar haar klanten kan sturen. KPN heeft naar aanleiding van dit verzoek aangegeven wat de

consequenties van het honoreren van een dergelijk verzoek zouden zijn voor haar interne bedrijfsprocessen.

Het college acht VersaTel’s verzoek om KPN, als alternatief voor de gevraagde

interconnectiecapaciteit, te verplichten het verkeer van haar klanten af te wikkelen in beginsel geen onredelijk alternatief. Dit alternatief leidt naar alle waarschijnlijkheid niet of nauwelijks tot een extra belasting van het netwerk van KPN. Het zou in hoge mate om verkeer gaan, dat KPN op dit moment reeds vervoert en voor KPN dus geen problemen hoeven op te leveren. Bovendien zou op deze manier afgehandeld verkeer de toch al zwaar belaste interconnectieverbindingen van VersaTel niet verder belasten.

64. Het college is het niet eens met de stelling van KPN, dat hetgeen VersaTel vraagt, zal leiden tot ingewikkelde ingrepen in KPN’s administratieve proces van het versturen van rekeningen.

Het college is van oordeel dat de door KPN beweerde ingrepen in haar interne processen en de door KPN gestelde gevolgen hiervan zich niet hoeven voor te doen. Volgens het college is het mogelijk dat KPN op een veel eenvoudigere wijze de administratieve oplossing levert die VersaTel heeft gevraagd. Randvoorwaarden

65. Het college acht het van belang de volgende randvoorwaarden vast te stellen waaraan een dergelijke administratieve oplossing dient te voldoen:

a)

de oplossing dient zo min mogelijk in te grijpen in de bestaande processen van KPN;

b)

het gebruik van de bestaande billing and accounting systemen van zowel KPN als van VersaTel moet zo veel mogelijk worden nagestreefd. Partijen kunnen zich hiermee in de markt

onderscheiden;

c)

het beschikbaar komen van de CDR’s dient zo min mogelijk te worden beïnvloed door de interne processen van KPN;

(13)

e)

er moet sprake zijn van gelijke behandeling tussen het retail-verkeer van KPN en het wholesale-verkeer van KPN;

f)

de invoering van de administratieve migratie op korte termijn moet mogelijk zijn.

66. Het college denkt dat er een administratieve oplossing mogelijk is die aan bovengenoemde criteria voldoet. In deze oplossing kan KPN, zoals VersaTel vraagt, het verkeer van klanten van VersaTel vervoeren. Die klanten zouden via een ‘virtuele carrier selectcode’ kunnen aangeven dat zij door middel van administratieve migratie van VersaTel’s dienstverlening gebruik willen maken. Door het gebruik van een dergelijke code kan KPN registreren hoeveel verkeer deze klanten van VersaTel via KPN afhandelen. Deze virtuele carrier selectcode kan tevens worden gebruikt om de CDR’s van gesprekken die via VersaTel gerouteerd hadden dienen te worden, te selecteren en in een eenvoudig sorteerproces uit te filteren.

KPN routeert in geval van administratieve migratie de gesprekken dus niet naar VersaTel, maar handhaaft de normale routering door haar eigen net. De virtuele code wordt gebruikt om de CDR’s afkomstig van klanten van VersaTel die gebruik maken van de administratieve oplossing te kenmerken, zodat later op dit kenmerk gesorteerd kan worden en op eenvoudige wijze kunnen worden afgesplitst.

Het college is van oordeel dat het door VersaTel voorgestelde alternatief van administratieve migratie een reëel alternatief vormt indien KPN niet kan voldoen aan haar leveringsplicht. Het college zegt haar medewerking aan deze oplossing toe door een ‘virtuele carrierselectiecode’ aan VersaTel ter

beschikking te stellen.

67. In geval van administratieve migratie kan KPN de desbetreffende VersaTel klanten op haar normale wijze tariferen en factureren en zorg dragen voor de incasso. VersaTel stuurt in dat geval haar klanten geen rekening, maar verleent de klant een korting op de rekening van KPN, ter hoogte van het verschil tussen de rekening van KPN en het bedrag dat VersaTel aan haar klant in rekening zou hebben gebracht als zij over voldoende interconnectiecapaciteit zou hebben beschikt. VersaTel verrekent met KPN het verschil tussen het door KPN aan de klant in rekening gebrachte tarief en het interconnectietarief dat VersaTel zou hebben betaald aan KPN, indien het verkeer bij VersaTel zou zijn afgeleverd. VersaTel zal eveneens eenmalige kosten moeten maken om dit proces te

implementeren. VersaTel kan ook deze kosten in rekening brengen bij KPN op basis van werkelijk gemaakte kosten.

68. Het college beseft dat deze regeling nog uitwerking behoeft. VersaTel zal zich bijvoorbeeld bij het overeenkomen van de korting prudent dienen op te stellen. Immers, zodra KPN de overeengekomen capaciteit kan leveren, zal VersaTel haar contracten met haar klanten zelf dienen na te komen. Het college benadrukt dat administratieve migratie een tijdelijk alternatief is voor de daadwerkelijke levering van interconnectiecapaciteit en daarom slechts een oplossing vormt zolang KPN niet aan haar leverplicht kan voldoen. Wanneer KPN de gevraagde interconnectiecapaciteit daadwerkelijk heeft geleverd aan VersaTel, dient de administratieve migratie te worden beëindigd en dient VersaTel de virtuele carrierselectiecode weer terug te geven aan het college. Het college benadrukt verder dat de administratieve migratie op de wijze zoals het college zich die voorstelt ongevoelig is voor fraude. Gebruikers die ten onrechte gebruik maken van de virtuele carrier selectcode zullen immers van VersaTel geen korting krijgen.

(14)

71. Het college is van oordeel dat KPN en VersaTel binnen twee weken na dit oordeel nadere

afspraken over deze dienstverlening contractueel dienen vast te leggen. Het college is van oordeel dat KPN binnen één maand na datum van dit besluit haar centrales zodanig moet hebben ingericht dat alle gesprekken die vooraf gegaan worden door de virtuele carrier selectcode van VersaTel op dezelfde wijze behandeld worden als het Retail verkeer van KPN. De CDR’s van deze gesprekken moeten de virtuele carrier selectcode van VersaTel bevatten. Het college is verder van oordeel dat KPN binnen één maand na de datum van dit oordeel het sorteerproces van CDR’s ten behoeve van VersaTel dient te hebben geïmplementeerd en te hebben getest. Indien KPN dit proces niet voor alle centrales binnen één maand na de datum van dit besluit kan realiseren, dient KPN binnen 14 dagen na de datum van dit besluit aan te geven in welke gebieden zij verwacht administratieve migratie te kunnen bieden binnen de door het college bepaalde termijn en wanneer zij verwacht dat dit voor de overige gebieden geldt.

72. Het college benadrukt dat de administratieve oplossing slechts één mogelijke oplossing is die voldoet aan de randvoorwaarden die door het college zijn gedefinieerd. Partijen zijn vrij om onderling oplossingen te bedenken die nog beter aansluiten aan hun interne bedrijfsprocessen. Voorwaarde is echter dat ook deze oplossingen zo veel mogelijk voldoen aan de door het college hierboven gedefinieerde randvoorwaarden.

Beoordeling derde vordering van VersaTel

73. Ook bij de beoordeling van de derde vordering van VersaTel is een uitgangspunt de leverplicht van KPN. Indien niet geleverd kan worden wat VersaTel heeft besteld, dient KPN hiervoor een redelijk alternatief aan te bieden. Het college is van oordeel dat ook de mogelijkheid van virtuele PoPs in dat opzicht dient te worden onderzocht.

74. Het college neemt kennis van het verweer van KPN dat zij VersaTel geen virtuele PoP’s kan aanbieden, omdat zij het verkeer van andere RAP’s wegens een tekort aan transportcapaciteit niet kan slepen naar het interconnectiepunt van VersaTel in (...).

75. KPN heeft tevens opgemerkt dat VersaTel, anders dan VersaTel eerder had doen blijken, het netwerk van VersaTel niet heeft uitgerold naar andere RAP’s in het land. Volgens KPN heeft VersaTel daardoor zichzelf een mogelijkheid ontnomen om op andere punten in het netwerk van KPN

interconnectiecapaciteit geleverd te krijgen. Het college is van oordeel dat de snelheid waarmee VersaTel haar netwerk uitrolt KPN niet ontslaat van haar leverplicht. Het college is bovendien van oordeel dat VersaTel geen plicht heeft haar ‘backbone’ of hoofdnet versneld uit te rollen en vervolgens op regionale punten te koppelen met het net van KPN. Op grond van haar leverplicht dient KPN in beginsel interconnectiecapaciteit te leveren daar waar VersaTel dit verlangt.

Terzijde is het college overigens van oordeel dat de interpretatie van KPN betreffende de door VersaTel abusievelijk verstrekte prognose van 28 december 1998 onterecht is. KPN merkte direct op dat het hier waarschijnlijk ging om een misverstand en verzocht VersaTel deze prognose te

bevestigen. VersaTel heeft aan dit verzoek voldaan en heeft de prognose gecorrigeerd. 76. Het college is van oordeel dat indien KPN niet kan voldoen aan haar plicht tot levering aan VersaTel van (…) E1-verbindingen voor het eerste kwartaal van 1999, KPN het verkeer van VersaTel op een alternatieve wijze moet verwerken.

Het college is van oordeel dat KPN alles dient te doen om aan haar leverplicht te voldoen, ook indien dat zou betekenen dat zij transportcapaciteit van derden zou moeten afnemen.

H. BESLUIT

Het college stelt terzake van het geschil tussen VersaTel en KPN de volgende regels vast: Ten aanzien van de eerste vordering van VersaTel:

(15)

non-discriminatoire wijze te verdelen. Omdat het college er in het kader van deze procedure voorlopig van uit gaat dat toewijzing van de eerste vordering van VersaTel er toe zou leiden dat KPN daardoor andere marktpartijen zal moeten benadelen, wijst het college deze vordering voorlopig af. Dit ontslaat KPN echter niet van haar leverplicht. Indien KPN als gevolg van de schaarste niet in staat is haar leverplicht aan VersaTel na te komen, dient KPN door middel van alternatieve leveringen VersaTel in staat te stellen de gevraagde capaciteit af te nemen.

Ten aanzien van de tweede vordering van VersaTel:

KPN dient indien zij VersaTel niet op een andere manier de gevraagde capaciteit kan leveren, VersaTel door middel van de hierboven omschreven administratieve oplossing de door VersaTel bestelde capaciteit te leveren. Daartoe dient KPN met VersaTel binnen twee weken na datum van dit besluit afspraken te maken over de implementatie van de administratieve oplossing langs de door het college voorgestelde lijnen.

Ten aanzien van de derde vordering van VersaTel:

KPN dient, indien zij jegens VersaTel niet kan voldoen aan haar leveringsplicht, VersaTel op alternatieve wijze de gevraagde capaciteit ter beschikking te stellen. KPN dient daarom te onderzoeken of levering van de gevraagde capaciteit door middel van virtuele PoP’s een mogelijk alternatief zou bieden. Indien KPN zelf onvoldoende transmissiecapaciteit heeft om in dit alternatief te kunnen voorzien, dient zij deze capaciteit bij derden in te kopen. KPN dient over dit eventuele

alternatief binnen een maand na datum van dit besluit het college te rapporteren, danwel binnen een maand aan VersaTel een aanbod als gevraagd door VersaTel te doen toekomen.

Het college wijst in het kader van dit voorlopig besluit af hetgeen door partijen meer of anders is gevorderd.

HET COLLEGE VAN DE ONAFHANKELIJKE POST EN TELECOMMUNICATIE AUTORITEIT, namens het college,

Prof. Dr. J.C. Arnbak, voorzitter.

Indien VersaTel of KPN zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen zij binnen zes weken, aanvangende met ingang van de dag na die waarop dit besluit is bekendgemaakt, daartegen een bezwaarschrift indienen bij de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit.

Het bezwaarschrift moet worden gericht aan:

Het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit Postbus 90420

2509 LK Den Haag

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ik vind het belangrijk een overzicht te zien van de producten van de concurrentie in deze markt. Bijvoorbeeld: een overzicht van de grote spelers op de markt

De thans bestaande praktijk waarbij het abonnees bij een overstap naar een andere aanbieder tevens duidelijk is dat hun toestemming voor de gidsvermelding wordt gecontinueerd,

Gezien het belang van een goed werkende aanmeldingsprocedure, het feit dat thans niet voldoende aannemelijk is gemaakt dat de door KPN geboden aanmeldingsprocedure aan haar abonnees

In dit besluit FTA-MTA5 (rand nummer 280) wordt beschreven dat reeds verleende toegang ingetrokken kan worden indien deze toegang redelijkerwijs niet langer kan worden

Op basis van de marktaandelen in bovenstaande tabel is er geen reden om aan te nemen dat als gevolg van de onderhavige concentratie op de markten voor: (i) inzameling

Voor zover het personeelsadvertenties betreft met een regionaal of lokaal bereik (en dus niet een onderdeel van een landelijke advertentiecampagne) lijkt aannemelijk dat hierdoor

UPC verzoekt primair te bepalen dat KPN Telecom voor 28 juni 2000 geen transitvergoeding mocht vragen voor het afwikkelen van verkeer naar het mobiele netwerk van KPN Telecom dan

Uit het verzoek van Tele2 leidt het college af dat haar C(P)S diensten niet alleen mógelijk worden door bijzondere toegang voor gebruikers die beschikken over een aansluiting op