• No results found

Vraag nr. 105 van 28 januari 1999 van de heer JOHAN MALCORPS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 105 van 28 januari 1999 van de heer JOHAN MALCORPS"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 105 van 28 januari 1999

van de heer JOHAN MALCORPS

Bedrijfsterrein Maes-Eelen Schoten – Sanering In de zaak Maes-Eelen werden door de rechtbank relatief zware straffen uitgesproken, zowel ten aan-zien van de exploitant als van een leverancier. De Milieu-inspectie, OVAM (Openbare Afvalstoffen-maatschappij voor het Vlaams Gewest) en de cura-tor sloten een samenwerkingsverband om de gifti-ge smurrie weg te halen en te laten verwerken bij het gespecialiseerde bedrijf Eco-Oil in Engeland. Maar daarmee is het terrein nog niet volledig gesa-neerd. Een volledige saneringsoperatie (inclusief afgraving van gronden) zou minstens 72 miljoen kosten. De curator hoopt een overnemer voor de gronden te vinden, maar eventuele kopers zouden moeten opdraaien voor de sanering. Wat ernstige twijfel doet rijzen over het aantal gegadigden dat zich zal aandienen.

1. Wat is de planning voor de definitieve sanering van dit terrein ?

2. Komt er na een overheidsinbreng in de verwij-dering van de afval ook een overheidsinbreng in de sanering van de gronden en zo ja, op welke termijn ?

3. Wordt er met name door de overheid op toege-zien dat er op deze economisch waardevolle site in Schoten niet tot in lengte van dagen een zwart gat achterblijft ?

4. Is het niet aangewezen dat in het kader van de schaarste aan bedrijventerreinen door de minis-ter, eventueel in overleg met de minister be-voegd voor Economie, een aangepast beleid wordt uitgestippeld ?

5. Is er nog enige kans dat de kosten voor de reeds geleverde verwijderingswerken op het terrein van Maes-Eelen en de kosten voor de verwer-king van de afvalolie in Engeland kunnen wor-den gerecupereerd van de veroordeelde bedrij-ven ?

Antwoord

1. Voor het perceel met kadastrale kenmerken : gemeente Schoten 3de afd., sectie C, nr. 454 W, werd op 13 januari 1998 een aanmaning tot het uitvoeren van een beschrijvend bodemonder-zoek verstuurd aan de curator in het kader van artikel 30 van het decreet van 22 februari 1995 betreffende de bodemsanering.

Op 15 september 1998 heeft de curator een voorstel van beschrijvend bodemonderzoek, op-gesteld door de erkende bodemsaneringsdes-kundige EcoVSB, ingediend ; dit onderzoek werd conform verklaard op 9 oktober 1998. De uitvoering van het beschrijvend bodemonder-zoek is lopende.

2. De afval op het terrein werd verwijderd in op-dracht van de curator, en dit onder toezicht van de afdeling Milieu-inspectie Antwerpen van de administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Water-beheer (Aminal).

De OVAM heeft op dit terrein geen ambtshalve verwijdering uitgevoerd.

3. Het perceel werd door de Vlaamse regering op 21 mei 1997 aangewezen als historisch veront-reinigde grond waar bodemsanering moet plaatsvinden. Het perceel is in die mate veront-reinigd dat het werd ingedeeld onder prioriteit 1, dit wil zeggen dat de sanering moet aangevat zijn vóór eind 2006.

Een aanmaning tot uitvoeren van een beschrij-vend bodemonderzoek werd verstuurd op 13 ja-nuari 1998. Afhankelijk van de resultaten van het beschrijvend bodemonderzoek zal de OVAM de termijn bepalen waarbinnen het bo-demsaneringsproject moet worden opgesteld. 4. In het begin van vorig jaar werd een opdracht

gegeven aan professor Bocken van de Universi-teit Gent, met name om te onderzoeken welke alternatieven kunnen worden gevonden voor de financiering van de bodemsanering. De bedoe-ling hiervan is tweeledig, namelijk enerzijds de sanering van historisch verontreinigde gronden versnellen en anderzijds een oplossing bieden voor de sanering van die gronden waar de fi-nanciering niet evident is.

De studiegroep heeft recentelijk een eerste ont-werprapport over deze opdracht afgewerkt ; ik zal zeer binnenkort voorstellen om dit rapport te bespreken in de Commissie voor Leefmilieu en Natuurbehoud van het Vlaams Parlement. 5. Aangezien de OVAM geen ambtshalve

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Luchtvervuiling vanuit Duinkerke – Metingen Uit het antwoord van de minister op mijn monde- linge vraag in de Commissie voor Leefmilieu en Natuurbehoud van 12 februari 1998 over

Ook kunnen overstorten een ernstig gevaar bete- kenen voor de gezondheid van het vee dat uit de vervuilde rivieren drinkt en zelfs voor de volksge- zondheid ; voorzover dit in

§ 1 van titel II van het Vlarem worden vóór de aanvang van de stortactiviteiten en nadien, tweemaal per jaar voor categorie 1- en 2-stortplaatsen en jaarlijks voor

Een gecoördineerd antwoord zal worden verstrekt door de heer Steve Stevaert, minister vice-presi- dent van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Openbare Werken, Vervoer

In het besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1998 tot vaststelling van nadere regels ter uitvoe- ring van het decreet van 21 oktober 1997 betreffen- de het natuurbehoud en

Blijft het bovenvermeld ministerieel besluit zijn uitwerking inzake kapvergunningen behouden voor het hele gemeentelijk grondgebied, of geldt het enkel nog voor de delen van de

In februari 1998 werd een studie afgerond door het VITO (Vlaamse Instelling voor Technologisch On- derzoek) in opdracht van de Vlaamse Milieumaat- schappij met een onderbouwd

De stu- die van februari 1998 uitgevoerd door VITO, waar- naar de Vlaamse volksvertegenwoordiger verwijst, werd mee opgenomen in het onderzoek over de aanpassingen van