Vraag nr. 95 van 15 januari 1999
van de heer JOHAN MALCORPS
Vellen van bomen – Natuurvergunningplicht De toepassing van het regeringsbesluit van 23 juli 1998 ter uitvoering van het decreet betreffende na-tuurbehoud en het natuurlijk milieu, waarbij inge-volge de artikels 9 en 10 een natuurvergunning-plicht wordt ingesteld voor vegetatiewijzigingen, vormt voor een aantal gemeenten een probleem wat de kapvergunningen voor bomen betreft. Tot nu toe vonden een aantal gemeenten, zoals Diksmuide, de rechtsgrond voor hun kapvergun-ningen in het ministerieel besluit van 26 maart 1984 inzake bouwvergunningen, en dit voor hun volledige grondgebied. Dit was een zeer eenvoudi-ge en kortlopende administratieve procedure. Voornoemd regeringsbesluit legt nu ook een na-tuurvergunningplicht op voor vegetatiewijzigingen in landschappelijk waardevolle agrarische gebie-den, en overlapt of vervangt derhalve de vroegere kapvergunningen in die delen van de gemeenten waar landschappelijk waardevol agrarisch gebied aanwezig is.
1. Blijft het bovenvermeld ministerieel besluit zijn uitwerking inzake kapvergunningen behouden voor het hele gemeentelijk grondgebied, of geldt het enkel nog voor de delen van de ge-meente die niet tot het landschappelijk waarde-vol agrarisch gebied behoren, en waarom ? 2. Behoort het tot de beleidsopties van de minister
de gemeenten daarover duidelijkheid te ver-schaffen via een rondschrijven nopens de kap-vergunningen, en zo ja, binnen welke termijn ? N.B. Deze vraag werd eveneens gesteld aan de
heer Steve Stevaert, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Openbare Werken, Vervoer en Ruimtelijke Ordening.
Antwoord
Een gecoördineerd antwoord zal worden verstrekt door de heer Steve Stevaert, minister vice-presi-dent van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Openbare Werken, Vervoer en Ruimtelijke Orde-ning.
(Gecoördineerd antwoord : Bulletin van Vragen en Antwoorden nr. 9 van 5 maart 1999, blz. 1138 –