• No results found

Breng het geheel al roerend aan de kook Exploratief onderzoek naar multimodale kookinstructies op de verpakkingen van halffabrikaten

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Breng het geheel al roerend aan de kook Exploratief onderzoek naar multimodale kookinstructies op de verpakkingen van halffabrikaten"

Copied!
252
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Breng het geheel al roerend aan de kook

Exploratief onderzoek naar multimodale kookinstructies

op de verpakkingen van halffabrikaten

Masterscriptie

Shadira Lisette Leito

Eerste begeleider: Ielka van der Sluis S1657178

Tweede begeleider: Gisela Redeker Lierstraat 60

Communicatie- en Informatiewetenschappen 9742 PE Groningen

(2)

Voorwoord

Voor u ligt mijn afstudeerscriptie die ik heb geschreven voor het afronden van de master

Communicatie- en Informatiewetenschappen aan de Rijksuniversiteit te Groningen. In dit onderzoek staat de multimodaliteit in de kookinstructies op de verpakkingen van halffabrikaten centraal. Een belangrijk kenmerk van dit soort instructies is het samenspel van tekst en beeld. Dit onderzoek richt zich op de handelingen die weergegeven worden in zowel tekst als beeld. De manier waarop de handelingen zijn geanalyseerd, kan eventueel ook worden toegepast worden op andere genre instructies waardoor vervolgonderzoek een optie is. Dit onderzoek is de basis voor eventueel vervolgonderzoek.

De afgelopen maanden zijn zeer intensief geweest, met vele uren achter mijn laptop. Deze zijn echter nooit als vervelend ervaren doordat dit een interessant onderzoek is geweest met een leuk

onderwerp. Dit is mede mogelijk gemaakt door mijn zeer gewaardeerde scriptiebegeleiders Gisela Redeker en Ielka van der Sluis. De feedback- en overlegmomenten waren erg waardevol. Dankzij de goede begeleiding wilde ik het beste uit mezelf halen. Daarnaast wil ik mijn omgeving bedanken: mijn partner Richard, mijn grote mentale steun, voor het vele uren aanhoren, mijn moeder die meerdere malen er voor me was door te koken (niet met halffabrikaten) en tot slot mijn beste vriendin Patricia, die ook vele uren mij heeft aangehoord en me heeft gesteund.

(3)

Samenvatting

Dit onderzoek geeft inzicht in tekst-beeldverhoudingen in multimodale instructieve teksten, met als onderzoeksmateriaal kookinstructies op de verpakkingen van halffabrikaten. Een belangrijk kenmerk van multimodale instructieve teksten is het samenspel van tekst en beeld. Dit samenspel wordt geanalyseerd in deze masterscriptie.

Door de jaren heen zijn recepten veranderd om het de gebruiker gemakkelijker te maken. Deze veranderingen zijn zowel in de tekst als in de vormgeving te vinden (Lentz, Jansen en Feenstra, 2002). Waar in 1500 recepten als geheugensteun voor de ervaren kok met voorkennis dienden, kan een recept anno 2013 gezien worden als een gedetailleerde handleiding voor minder deskundige gebruikers. Een recept is ook anders ingedeeld dan vroeger qua vormgeving: waar vroeger recepten uit één zin

bestonden, onderbroken door Duitse komma’s, zijn moderne recepten opgedeeld in zinnen zinsdelen die gemarkeerd worden met punten, hoofdletters en komma’s. Daarnaast staan ingrediënten boven het recept, om te voorkomen dat de gebruiker ingrediënten over het hoofd ziet tijdens het lezen van het recept. De in dit onderzoek gebruikte kookinstructies voor halffabrikaten, producten die nog een verdere bewerking moeten ondergaan, zijn goede voorbeelden van de ontwikkelingen om het de gebruiker gemakkelijker te maken. Allereerst is een deel van de ingrediënten al aanwezig in de verpakking en daarnaast worden de handelingen, zoals roeren of bakken, niet alleen beschreven, maar ook (gedeeltelijk) uitgebeeld in het recept.

In dit onderzoek zijn 30 verpakkingen van halffabrikaten geanalyseerd en gecategoriseerd in hoofd- en subcategorieën. Over deze analyse zijn meerdere dingen te zeggen. Allereerst bleek dat de tekst-beeldverhouding scheef was. Van de 452 gecategoriseerde handelingen hadden 167 handelingen zowel tekst als beeld en 285 handelingen tekst of beeld (T:254, B:31). Er zijn meerdere verklaringen te bedenken waarom de tekst-beeldverhouding scheef is: wellicht zijn sommige categorieën lastig uit te beelden, worden niet alle ingrediënten uitgebeeld omdat de handeling centraal staat in plaats van het ingrediënt of zijn de handelingen getoond in het beeld voorbereidingen voor de handelingen in de tekst. De scheve tekst-beeldverhouding kan echter tot fouten leiden wanneer de gebruiker zich voornamelijk richt op één van de twee modaliteiten en daardoor mogelijk een handeling over het hoofd ziet.

De gecategoriseerde handelingen zijn onderverdeeld in hoofd- en subcategorieën. Uit de analyse bleek dat de hoofdcategorieën niet altijd gelijk gecategoriseerd waren (12 van de 167 waren niet gelijk gecategoriseerd). Vooral de hoofdcategorieën Plaatsen en Verwarmen worden door elkaar gehaald: de tekst omschrijft een handeling expliciet, waar het beeld een handeling impliciet laat of visa versa. De tekst kan bijvoorbeeld expliciet omschrijven dat de gebruiker wraps in de oven geplaatst moeten worden, terwijl het beeld toont dat de wraps al in de oven staan.

Tevens bleek dat er meer hoofdcategorieën dan subcategorieën gelijk gecategoriseerd werden (155 vs. 138 gelijk gecategoriseerd). Dit heeft een logische verklaring: de subcategorieën zijn fijner

gecategoriseerd waardoor er verschillen kunnen zitten in subcategorieën binnen een hoofdcategorie. Vooral bij de categorie Verwarmen komt het vaker voor dat het in het beeld niet geheel duidelijk is om welke subcategorie het gaat: in de tekst staat expliciet dat iets gekookt moet worden, maar het beeld laat iets zien wat gebakken wordt of visa versa. Daarnaast komt het voor dat het expliciet in de tekst staat dat ergens een deksel op moet, maar dit is niet te zien op beeld, waardoor het niet gelijk gecategoriseerd wordt.

(4)

Inhoudsopgave

Samenvatting ... 4 1. Inleiding ... 8 1.1 Aanleiding ... 8 1.2 Schrijfwijzer ... 9 2. Theoretisch kader ... 10 2.1 Inleiding ... 10 2.2 Instructieve teksten ... 10

2.2.1 Kookrecepten als instructieve teksten ... 10

2.2.3 Multimodale instructieve teksten ... 12

2.3 Kookinstructies voor halffabrikaten ... 12

2.3.1 Tekst ... 13 2.3.2 Beeld ... 13 3. Methode ... 15 3.1 Inleiding ... 15 3.2 Onderzoeksvraag ... 15 3.2.1 Operationalisatie ... 15 3.3 Corpus ... 17 3.4 Analysemethode ... 18 3.4.1 Tekstanalyse ... 18 3.4.2 Beeldanalyse ... 20 3.4.3 Beeld- en tekstanalyse ... 22 3.5 Validiteitscriteria ... 23 3.5.1 Credibility ... 23 3.5.2 Dependability ... 23 3.5.3 Confirmability ... 23 3.5.4 Transferability... 23 4. Resultaten ... 24 4.1 Inleiding ... 24 4.2 Algemene resultaten ... 24

4.2.1 Verdeling handelingen algemeen ... 24

4.2.2 Resultaten categorie Bewerken ... 24

4.2.3 Resultaten categorie Verwarmen ... 25

(5)

4.2.5 Resultaten categorie Overige ... 25

4.3 Resultaten kruistabel hoofdcategorieën ... 26

4.3.1 Bespreking groene labels ... 26

4.3.2 Bespreking rode labels ... 26

4.3.3 Bespreking grijze labels ... 28

4.4 Resultaten kruistabel subcategorieën ... 32

4.4.1 Bespreking groene labels ... 32

4.4.2 Bespreking rood/roze labels ... 32

4.4.3 Bespreking grijze labels ... 34

4.5 Opvallende zaken analyse ... 39

4.6 Conclusie Resultaten ... 42 5. Conclusie ... 43 6. Discussie ... 45 Literatuurlijst ... 47 Bijlage 1: Tekstanalyse ... 49 Bijlage 2: Beeldanalyse ... 87

Bijlage 3: Tekst- en Beeldanalyse ... 153

Bijlage 4: Corpus ... 224

MIT 1 - Knorr stoofpotje met champignons en ui ... 224

MIT 2 - Knorr wereldgerechten Russische stroganoff ... 225

MIT 3 - Knorr wereldgerechten Zuid-Afrikaanse bobotie ... 226

MIT 4 - Knorr wereldgerechten Turkse dürüm... 227

MIT 5 – Knorr Chinese Kippensoep ... 228

MIT 6 – Knorr Ovengebakken Tandoori Tilapiafilet ... 229

MIT 7 – Knorr Zigeunersaus... 230

MIT 8 – Knorr Franse Aardappelgratin ... 231

MIT 9 – Knorr Wereldgerechten Mexicaanse Burritos ... 232

MIT 10 - Maggi Hollands pannetje mix voor kip met prei champignon en ... 233

MIT 11 - Maggi Hollands pannetje mix voor hamlapjes met sperziebonen en ... 234

MIT 12 – Maggi Braadstomen gekruide gehaktballen met uitjes en champignons ... 235

MIT 13 - Maggi mix voor gehakt met zuurkool en crème fraîchesaus ... 236

MIT 14 - Honig familiegerecht Indiase wraps ... 237

MIT 15 - Honig mix voor boerenomelet ... 238

MIT 16 - Kania Italiaanse lasagne ... 239

MIT 17 - Kania mix voor bami ... 240

MIT 18 – Albert Heijn Marokkaanse Couscous... 241

MIT 19 – Albert Heijn Taco Dinner kit ... 242

(6)

MIT 21 – Cup a Soup Extra met Tagliatelle & Tomaat Mozarella ... 244

MIT 22 – Koopmans Pannenkoeken Special... 245

MIT 23 – Koopmans American Pancakes ... 246

MIT 24 – Dr. Oetker Biscuitmix Basismix voor taart ... 247

MIT 25 – Dr. Oetker Kwarktaart Aardbei ... 248

MIT 26 – Albona Muffins Classic ... 249

MIT 27 – Casa Fiësta Burrito Diner Kit ... 250

MIT 28 – Bertolli risotto con funghi ... 251

MIT 29 - Conimex kip cashew mild gekruide kip met sojasaus, sperziebonen en ... 252

(7)

1. Inleiding

1.1 Aanleiding

Een denkbeeldig scenario: je moet na een lange dag werken nog boodschappen doen om te koken. Aardappels, vlees en groenten heb je gisteren al gegeten. Vandaag wil je iets exotischer, maar het moet snel klaar zijn. Al snel kom je bij de verpakkingen waarop exotische namen staan zoals: Knorr wereldgerechten, Zuid-Afrikaanse bobotie, Honig familiegerecht Indiase wraps of Conimex kip cashew mild gekruide kip met sojasaus, sperziebonen en cashewnoten. Je besluit voor de Indiase wraps te gaan, zoekt de benodigde verse ingrediënten bij elkaar, rekent af en gaat naar huis om te koken. Aan de hand van de instructie op de verpakking, meestal in de vorm van enkele plaatjes en bijbehorende stukjes tekst, bereid je het gerecht. Binnen een niet al te lange tijd heb je het eten klaar. Met behulp van de instructies, de kruiden en de sauzen uit het pakje heb je een heerlijk gerecht gemaakt.

Dit scenario is niet een ondenkbare situatie voor vele mensen. Dit onderzoek richt zich op het bovenstaande type tekst waarmee je halffabrikaten zoals de Indiase wraps kunt bereiden:

multimodale instructieve teksten (MITen). Om de betekenis te omschrijven splitsen we eerst de term multimodale instructieve teksten in instructieve teksten en multimodale teksten. Een instructieve tekst is een tekst die precies vertelt wat een lezer moet doen een bepaald resultaat te krijgen (Teunissen, 1998). Na het lezen van de instructieve tekst is het de bedoeling dat de lezer de taak kan uitvoeren. Een multimodale tekst wordt gedefinieerd als een tekst waarbij meerdere semiotische systemen worden gecombineerd (linguïstiek, visueel, audio, gebaren of ruimtelijk) (Shanahan, 2013). Wanneer deze twee definities vervolgens weer worden gecombineerd kunnen we stellen dat een gebruiker na het lezen van de MIT (waarschijnlijk) een taak kan uitvoeren aan de hand van de gecombineerde interpretatie van informatie uit meerdere modaliteiten. In dit onderzoek kijken we naar de linguïstieke en visuele semiotische systemen van de instructies voor halffabrikaten, kortom, naar tekst en beeld.

Binnen de MITen van halffabrikaten staan handelingen die de gebruiker moet uitvoeren om een gerecht te bereiden. Deze staan centraal in dit onderzoek. Hierbij wordt gekeken naar hoe de handelingen in zowel tekst als beeld worden weergegeven. Dit leidt tot de volgende

onderzoeksvraag:

Hoe worden handelingen bij het koken met halffabrikaten weergegeven in de instructies van de fabrikanten?

Dit onderzoek zal meer inzicht geven over tekst-beeldverhoudingen in multimodale instructieve teksten, met als focus recepten. Een belangrijk kenmerk van dit soort instructies is het samenspel van tekst en beeld. Door dat te analyseren kunnen de MITen beoordeeld en eventuele

(8)

1.2 Schrijfwijzer

Dit verslag is verdeeld zes hoofdstukken. Hoofdstuk twee biedt een theoretische kader waarin een overzicht wordt getoond van literatuur over dit

onderwerp. In hoofdstuk drie is de methode te vinden. Hoofdstuk vier toont een overzicht van de resultaten van de gemaakte analyse. In hoofdstuk vijf is de conclusie te vinden en tot slot zal er een discussie volgen in hoofdstuk zes.

Leeswijzer

Hoofdstuk 1: Inleiding

1.1 Aanleiding 1.2 Leeswijzer

Hoofdstuk 2: Theoretisch kader

2.1 Inleiding

2.2 Instructieve teksten

2.3 Kookinstructies voor halffabrikaten

Hoofdstuk 3: Methode 3.1 Inleiding 3.2 Onderzoeksvraag 3.3 Corpus 3.4 Analysemethode 3.5 Validiteitscriteria Hoofdstuk 4: Resultaten 4.1 Inleiding 4.2 Algemene resultaten

4.3 Resultaten kruistabel hoofdcategorieën 4.4 Resultaten kruistabel subcategorieën 4.5 Opvallende zaken analyse

4.6 Conclusie resultaten

(9)

2. Theoretisch kader

2.1 Inleiding

Multimodaliteit is een kenmerk in elk aspect van ons leven, we hebben dagelijks te maken met verschillende semiotische tekens. De uitdaging ligt in het duidelijk maken hoe verschillende semiotische systemen elkaar complementeren (Matthiessen, 2007). Dit hoofdstuk biedt een theoretische fundering aan dit onderzoek en biedt inzicht in (multimodale) instructieve teksten waarbij eerst instructieve teksten worden besproken in 2.2. Een instructieve tekst behoeft een andere manier van lezen, aangezien er handelingen verricht worden aan de hand van de tekst (Steehouder, 2008). In 2.3 worden aan de hand van de instructies op de onderzochte halffabrikaten tekst en beeld apart besproken. Handelingen worden in het corpus in zowel tekst als beeld

omschreven, beide op hun eigen manier: in de tekst worden de handelingen beschreven en in het beeld worden de handelingen getoond.

2.2 Instructieve teksten

Instructieve teksten hebben een bepaald doel: aan de hand van een aantal stappen moet een gebruiker in staat zijn om een doel te bereiken, een probleem op te lossen of een product te maken (Merill, 1985). Deze stappen informeren de gebruikers hoe ze iets moeten doen. Vaak wordt hierbij een onderscheid gemaakt tussen procedurele informatie en declaratieve informatie (Karreman en Steehouder, 2002), ook wel procedurele en beschrijvende taken genoemd (van Hooijdonk en Krahmer, 2005). Bij de procedurele taken worden de handelingen omschreven die de lezer moet uitvoeren, de voorwaarden waaronder dat moet gebeuren en de effecten van die handelingen. Een voorbeeld van procedurele taak is een recept. Een declaratieve taak omvat alle overige informatie. Declaratieve taken omvatten soms ook meer informatie over de werking en de toepassing van het systeem(Karreman en Steehouder, 2002). Een voorbeeld van een declaratieve taak is een wiskundig concept. Doordat procedurele en declaratieve taken verschillende type taken zijn, is het aannemelijk dat er ook verschillende type instructies nodig zijn. Een recept heeft een andere beschrijving nodig dan een wiskundig concept. Niet alleen het type taken, maar ook het leerdoel is anders. Waar men bij een procedurele taak een bepaalde handigheid krijgt, moet je bij declaratieve taak ook de procedure begrijpen. Daarnaast zijn er naast variaties tussen leerdomeinen, ook variaties binnen een domein. Sommige leertaken binnen een domein zijn makkelijker dan andere; dit kan leiden tot variatie in de instructie voor bepaalde taken. Bepaalde taken kunnen bijvoorbeeld beter uitgelegd worden met tekst terwijl andere taken wellicht beter uitgelegd kunnen worden met beeld of een combinatie van tekst en beeld (van Hooijdonk en Krahmer, 2008).

2.2.1 Kookrecepten als instructieve teksten

De handelingen bij het koken met recepten vallen onder procedurele taken. Het gaat er hierbij niet om de procedure te begrijpen, maar om een bepaalde handigheid te krijgen. Hoe deze handelingen zijn vormgegeven in instructies is door de jaren heen veranderd. Er is een groot verschil tussen recepten van 1500 en de moderne recepten (Lentz, Jansen en Feenstra, 2000). Recepten zijn o.a. gedetailleerder worden en de onderdelen van recepten worden duidelijker van elkaar

onderscheiden. Waar een vroeger recept bestond uit één zin, onderbroken door Duitse komma’s, zijn moderne recepten opgedeeld in zinnen en zinsdelen die gemarkeerd worden met punten,

hoofdletters en komma’s.

(10)

heeft te maken met tekstbegrip: een lezer construeert een tekstmodel en een situatiemodel. Het tekstmodel bestaat uit de “text base” en de”surface structure” (Kintsch, 1998). De text base is het geheel van proposities dat de betekenis van de tekst representeert. De surface structure is het geheel van alle woorden in een zin. Grammatica en woordkeuze spelen hier een grote rol. Daarnaast bestaat het tekstmodel ook uit een situatiemodel (Kintsch, 1998). Wanneer een lezer bijvoorbeeld een appeltaartrecept leest, bestaat het situatiemodel uit concepten die verbonden zijn met de ruimte (keuken), de handelingen (deeg rollen, appels schillen) en het einddoel (de bereide appeltaart). Het situatiemodel is afhankelijk van de ervaring en de voorkennis van de lezer. De voorraad ingrediënten die nodig zijn voor het recept is één van de onderdelen van het situatiemodel. De ontwikkeling die hier heeft plaatsgevonden is bepalend voor de verwachting die lezers tegenwoordig hebben van recepten. In vroegere recepten moest de lezer eerst het hele recept lezen om te weten welke ingrediënten er benodigd waren. Hierbij liep de lezer het risico om een ingrediënt over te slaan. In moderne recepten zien we dat het de lezer makkelijker wordt gemaakt door alle ingrediënten voor/boven het recept te plaatsen en hoe vaker dit voorkomt, hoe meer de lezer verwacht dat de ingrediënten voor/boven het recept staan(Lentz, Jansen en Feenstra, 2000).

Niet alleen de volgorde en de benodigde ingrediënten zijn belangrijk in een recept, maar ook welke handelingen er uitgevoerd moeten worden hoort in een recept te staan. Ook hier is een verandering waar te nemen (Lentz, Jansen en Feenstra, 2000). In moderne recepten worden meer handelingen omschreven vergeleken met vroegere soortgelijke recepten. In een recept vóór 1900 van appeltaart staan minder handelingen, maar de appeltaarten toen werden niet heel anders gemaakt dan de appeltaarten nu en toch worden er nu meerdere handelingen beschreven. Bepaalde

basishandelingen blijven hetzelfde zoals appels schillen, in stukjes snijden, etc. terwijl enkele handelingen zoals rozijnen wassen en het klutsen van een ei, in latere recepten werden gevonden. Bepaalde bovenstaande handelingen lijken vanzelfsprekende handelingen, maar worden toch beschreven in het appeltaartrecept (Lentz, Jansen en Feenstra, 2000). Een goed voorbeeld hiervan is de handeling ‘appels in stukjes snijden’. Deze handeling lijkt logisch omdat hele appels lastig in een taart passen. Toch staat de handeling ‘in stukjes snijden’ in het recept. Deze handeling kan dan ook gezien worden als houvast voor de gebruiker, het zijn retrieval cues die de overige handelingen, zoals een bakvorm invetten en deeg uitrollen, uit de knowledge base activeren (Kintsch, 1998). Het zijn allemaal handelingen die horen bij het bakken van een appeltaart en blijkbaar activeert het lezen van één handeling de kennis voor de overige handelingen. Kortom: de kennis van de basishandelingen is wellicht niet onmiddellijk beschikbaar, maar door het lezen van het recept wordt de kennis

geactiveerd in het lange termijngeheugen (Lentz, Jansen en Feenstra, 2000).

Daarnaast zijn er handelingomschrijvingen die mogelijk een gevolg zijn van kooksituatie- en gebruikersveranderingen door de tijd heen (Lentz, Jansen en Feenstra, 2000). Een handeling zoals ‘het bestrooien van de tafel met bloem’ kwamen in vroegere recepten niet voor. Men ging er vroeger vanuit dat de gebruikers de kennis van deeg maken (waarbij je dus de tafel bestrooit met bloem) vanzelf activeerden bij het lezen van de handeling ‘maak het deeg’. De basiskennis van koken was vroeger groter, waardoor de handelingen die bij bijvoorbeeld ‘deeg maken’ horen bekend waren zonder dat een uitgebreide instructie nodig was. Een andere verandering is de kooksituatie. Waar vrouwen vroeger kookten in een donkere rokerige keuken met open vuur, kookt men nu in een omgeving waar meer licht en hygiëne is. De combinatie van deze twee veranderingen bewerkstelligt dat een gebruiker de instructies op een bepaalde manier leest. Er wordt nu tijdens het koken gelezen in plaats van voorafgaand aan het koken, dit heeft wellicht ervoor gezorgd dat de lay-out van

(11)

Ook dankzij de gebruikersverandering is de functie van recepten enigszins veranderd (Lentz, Jansen en Feenstra, 2000). In 1500 dienden kookrecepten als geheugensteun voor de ervaren kok met voorkennis. Anno 2013 kan een recept gezien worden als een gedetailleerde handleiding voor minder deskundige gebruikers en het wordt de gebruiker steeds makkelijker gemaakt door o.a. ingrediënten voor/boven het recept te plaatsen en de instructies zijn uitgebreider geworden door de jaren heen. De in dit onderzoek gebruikte kookinstructies voor halffabrikaten zijn goede

voorbeelden van de ontwikkeling in het makkelijk maken voor de gebruiker: allereerst is een deel van de ingrediënten al aanwezig in de verpakking en daarnaast worden de handelingen niet alleen beschreven, maar ook (gedeeltelijk) uitgebeeld in het recept. Op deze manier krijgt de lezer informatie via twee modi binnen.

2.2.3 Multimodale instructieve teksten

Een belangrijk kenmerk van multimodale instructieve teksten is het samenspel van tekst en beeld. Dit samenspel zorgt voor een gunstig effect op het leren, verwerken en het onthouden van een tekst (van Hooijdonk en Krahmer, 2005; Carney en Levin, 2002; Larkin en Simon,1987; Maes en

Schilperoord, 2002). Het leren van informatie van zowel declaratieve en procedurele taken verloopt beter wanneer deze in twee modaliteiten wordt getoond in plaats van één (van Hooijdonk en Krahmer, 2005). In principe is een tekstuele instructie uitermate geschikt om concrete en abstracte zaken te beschrijven. De lezer moet echter zelf een mentale voorstelling maken. Dit kan zorgen voor overbelasting in het werkgeheugen. Afbeeldingen kunnen zorgen voor minder belasting van dit werkgeheugen: deze hebben de kracht om informatie expliciet te maken die vaak bij tekstuele instructies impliciet blijven (Larkin en Simon, 1987). Daarnaast helpen afbeeldingen ingewikkelde teksten duidelijker te maken, ze helpen de gegeven informatie te organiseren en te onthouden (Carney and Levin, 2002). Tevens zorgt visuele ondersteuning voor een kleine afstand tussen de tekst en de taak (Maes en Schilperoord, 2002). De gebruiker ziet welke handelingen hij hoort uit te voeren. Er zijn meerdere verklaringen waarom visuele informatie unimodale informatie rijker en stabieler maakt (Maes en Schilperoord, 2002; Gibson, 1979; Sweller, 1994). De Information Pickup Theory (Gibson, 1979) is een theorie waarbij wordt gesteld dat mensen bij het uitvoeren van handelingen zich sterk laten leiden door affordances (kenmerken van objecten waaruit mogelijke handelingen met deze objecten afgeleid kunnen worden) in afbeeldingen. Een voorbeeld hiervan is een mes in een afbeelding. De gebruiker weet dan dat in iets gesneden moet worden. Kortom: een afbeelding van een object of gereedschap kan volstaan, de handeling zelf hoeft niet afgebeeld te worden. Dit maakt aannemelijk dat bij instructieve teksten het verstandig is om de objecten af te beelden waar handelingen mee uitgevoerd moeten worden. Deze verwachting wordt bevestigd in het onderzoek van Glenberg en Robertsen (1999) die aantonen dat het gemakkelijker is om zinnen naar

afbeeldingen (en daarmee affordances op te roepen) om te zetten wanneer tekst en beeld gelijktijdig worden gepresenteerd.

Een andere verklaring kan gevonden worden in de Cognitive Load theorie (Sweller, 1994;1999). Deze theorie gaat ervan uit dat men beschikt over slechts één actieve werkgeheugenlocatie en de grootste uitdaging van informatieverwerking en taakvoering ligt in het beperken van de cognitieve belasting van dat werkgeheugen. Door visuele informatie te gebruiken kunnen lezers de informatieverwerking en taakuitvoering simultaan verwerken met bijvoorbeeld tekst. Objecten en relaties daartussen worden op een holistische wijze gepresenteerd in beeld en daardoor fungeert het als één geheugeneenheid en wordt cognitieve overbelasting tegengegaan. Met andere woorden: een gebruiker kan de instructies op de verpakkingen van de halffabrikaten simultaan verwerken. 2.3 Kookinstructies voor halffabrikaten

(12)

2.3.1 Tekst

In kookinstructies voor halffabrikaten worden handelingen beschreven via tekst zoals ‘was de preiringen’ en ‘plaats de schaal in de oven’. Dit type tekst valt onder instructie en moet op een andere manier worden gelezen dan bijvoorbeeld een verhaal (Steehouder, 2008). Lezers van

instructies lezen “actiegericht, selectief, schakelend en redenerend” (Steehouder, 2008:108). Voor de instructies zijn de volgende van toepassing: actiegericht, schakelend en redenerend. Dit houdt in dat ze allereerst steun zoeken bij het uitvoeren van een taak, kortom, ze zijn actiegericht. Uitleg en bijzonderheden wordt hierbij niet vaak gelezen, tenzij het echt interessant en belangrijk is. Tevens leest een lezer schakelend, de instructies worden stap voor stap gelezen en uitgevoerd in plaats van alles van tevoren lezen en vervolgens uit te voeren. Ten slotte gebruiken lezers ook eerdere

ervaringen met dezelfde en vergelijkbare taken bij het uitvoeren van een taak. Ze lezen redenerend en bepalen aan de hand van het effect van hun acties hoe ze verder moeten. Dit is vaak overigens zonder de instructies raad te plegen.

In de stapsgewijze procedures moet ook rekening worden gehouden met hoe de handelingen omschreven zijn in verband met het verwerken van de informatie (Steehouder en Karreman, 2000). Hierbij wordt voornamelijk gekeken naar de woordkeus en zinsbouw bij handelingsinstructies. Handelingen hoeven namelijk niet per se letterlijk als handelingen geformuleerd te zijn. Een zin als “Was de prei” is explicieter dan “De gewassen prei kan nu gesneden worden” omdat er een handelingswerkwoord gebruikt wordt (wassen) in een gebiedende wijs. Dit is de meeste directe formulering van een actie in een instructie (Steehouder, 2008). Daarnaast kan een handeling worden omschreven door de onbepaalde wijs: “Na het wassen kan de prei worden gesneden”. Deze

formulering kan gezien worden als minder nadrukkelijk, minder direct en minder concreet dan de gebiedende wijs. Een derde manier om handelingen te omschrijven is het gebruik van modale werkwoorden of bijwoorden. Dit wordt voornamelijk gebruikt als een actie niet verplicht is. De laatste vorm om handelingen te omschrijven maakt gebruik van de lijdende vorm. Deze vorm is bijvoorbeeld geschikt als in het midden moet blijven wie een bepaalde actie uitvoert. In de meeste instructies van halffabrikaten wordt vooral gebruik gemaakt van de gebiedende wijs. Uit onderzoek blijkt dat dit effectief is: instructies worden het snelst en het best gelezen als ze zo expliciet en direct mogelijk zijn (Steehouder en Karreman, 2000).

2.3.2 Beeld

In kookinstructies voor halffabrikaten worden handelingen getoond via beeld, soms wordt een handeling letterlijk getoond (een vloeistof die in een pan wordt geschonken), soms gebeurt dit impliciet (een lepel in een pan). Beide soorten beeld kunnen effect hebben op de interactie tussen de informatie en de lezer (Maes en Schilperoord, 2002). Dit kan voorkomen in verschillende fasen en aspecten: vanaf het eerste contact met de boodschap (is de boodschap opgemerkt?) via de cognitieve verwerking (wordt de boodschap begrepen?) tot de gevolgen van de boodschap wat betreft het denken en handelen van de lezer (beïnvloedt de boodschap het gedrag?). Beeld kan een hulpmiddel zijn om in één van de bovenstaande fasen een gunstig effect te bewerkstelligen. Beeld heeft hierbij verschillende functies: perceptie, waarbij beelden de aandacht trekken en hierdoor ervoor zorgen dat lezers een boodschap opmerken. Decodering, waarbij beelden eventuele problemen met de code van boodschappen voorkomen of oplossen. Begrip, waarbij beelden op verschillende manieren (bijvoorbeeld door onderdelen van objecten te tonen) tot beter begrip leiden. Integratie, waarbij beelden de integratie van nieuwe kennis in bestaande voorkennis

(13)

natuurgetrouw voor te stellen waardoor objecten herkenbaar worden. Dit is ook te zien in de halffabrikaten waarbij er handelingen, zoals iets in stukken verdelen, worden getoond die we vaak wel kennen, maar het hier als nieuwe kennis toepassen.

Ondanks dat objecten en handelingen natuurgetrouw afgebeeld worden, is er wel altijd sprake van een soort vertekening (Maes en Schilperoord, 2002). Daarbij tonen verschillende soorten beeld ook verschillende soorten vertekeningen. Er zijn vertekeningen bij illustraties, maar ook foto’s (William en Harkus, 1998). Illustraties kunnen gezien worden als visuele weergaven waarbij de wereld vanuit een bepaald perspectief nagemaakt wordt. Hieronder vallen “schetsen, tekeningen, pictogrammen, dwarsdoorsneden en voorstellingen waarin alle onderdelen van een apparaat in hun onderlinge relatie worden gevisualiseerd” (Maes en Schilperoord, 2002:160). Foto’s suggereren de werkelijkheid ‘echt’ met alle details weer te geven, maar ook hier is er sprake van vertekening door de vele

(14)

3. Methode

3.1 Inleiding

In de vorige twee hoofdstukken is er een inleiding gegeven tot dit onderzoek en vormt het theoretisch kader een theoretische fundering voor dit onderzoek. In dit hoofdstuk wordt de gehanteerde onderzoeksmethoden omschreven. De volgende paragraaf behandelt de hoofdvraag, drie deelvragen en de operationalisatie waar de belangrijkste gehanteerde termen gedefinieerd worden. In de daaropvolgende paragraaf wordt de analysemethode besproken. In paragraaf 3.5 wordt de analyseprocedure besproken. Tot slot eindigt het hoofdstuk met de validiteitscriteria. 3.2 Onderzoeksvraag

De onderzoeksvraag luidt:

Hoe worden handelingen bij het koken met halffabrikaten weergegeven in de instructies van de fabrikanten?

Deze vraag kan beantwoord worden door eerst de drie deelvragen te beantwoorden: 1. Hoe worden handelingen bij het koken met halffabrikaten beschreven in tekst? 2. Hoe worden handelingen bij het koken met halffabrikaten gerepresenteerd in beeld? 3. Hoe verhouden tekst en beeld zich tot elkaar in de kookinstructies?

Deze deelvragen worden beantwoord aan de hand van de operationalisatie. 3.2.1 Operationalisatie

Bij de operationalisatie wordt uitleg gegeven bij de belangrijkste begrippen die voorkomen in dit onderzoek. Dit is een tweeledige bespreking. Allereerst worden de begrippen van de

onderzoeksvraag geoperationaliseerd. Vervolgens worden de definities van de gebruikte hoofd- en subcategorieën van handelingen besproken door de ze te definiëren en voorbeelden uit de tekst erbij te tonen.

1. operationalisatie onderzoeksvraag:

o Halffabrikaat = product dat nog een verdere bewerking moet ondergaan (encyclo.nl1

). o Instructies = een tekst die precies vertelt wat de lezer moet doen om een bepaald resultaat

te krijgen.

2. operationalisatie hoofd- en subcategorieën van handelingen:

In dit onderzoek is er een onderscheid gemaakt tussen hoofd- en subcategorieën. Deze categorieën zijn voortgekomen uit observatie van de handelingen die zijn beschreven op de verpakkingen van de halffabrikaten. Door ze te categoriseren kon er onderzocht worden welke handelingen voorkwamen en hoe vaak deze voorkwamen.

Om de handelingen in kaart te brengen die bij het koken met halffabrikaten aan de orde komen, zijn de kookinstructies op de verpakkingen bestudeerd. De daar geïdentificeerde handelingen zijn geclassificeerd in de volgende hoofd- en subcategorieën:

1

(15)

Hoofdcategorieën Definitie

hoofdcategorieën

Subcategorieën Definitie

subcategorieën

Voorbeelden uit het MIT corpus

1. Bewerken 1. Een ingrediënt

wordt bewerkt. Dit houdt in dat het ingrediënt na de bewerking bijvoorbeeld in stukken verdeeld is, een andere vorm heeft of het gesplitst wordt van iets anders.

1.1 In stukken verdelen 1.2 Splitsen 1.3 Mengen 1.4 Overige bewerkingen 1.1 Een ingrediënt is na de bewerking in stukken verdeeld 1.2 Een ingrediënt is na de bewerking gesplitst van een andere substantie 1.3 Een ingrediënt is na de bewerking gemengd met een ander ingrediënt 1.4 Overige

bewerkingen die de bovenstaande termen niet dekken, zoals oprollen en invetten

1.1 Snijd de prei in ringen (MIT 10)

1.2 Laat vervolgens goed uitlekken (MIT 10)

1.3 Roer alles goed door elkaar (MIT 28)

1.4 Rol ze op (MIT 14)

2. Verwarmen 2. Een ingrediënt

wordt verwarmd. Dit kan zijn door het te koken, branden, bakken, stoven etc. 2.1 Koken 2.2 Braden 2.3 Bakken 2.4 Stomen 2.5 Stoven 2.6 Ruimte zonder ingrediënt erin opwarmen 2.1 Het ingrediënt wordt gaar gemaakt in een kokende vloeistof

(leefwijzer.com2) 2.2 Het ingrediënt wordt gaar gemaakt in weinig vetstof en in een afgesloten verhitte ruimte (leefwijzer.com²) 2.3 Het ingrediënt wordt gaar gemaakt in een kleine hoeveelheid hete vetstof, na die in een open pan bruin te kleuren

(leefwijzer.com²) 2.4 Het ingrediënt door middel van waterdamp gaar maken (vandale.nl3) 2.5 Het ingrediënt wordt gaar gemaakt in weinig vetstof, aangelengd met weinig vloeistof in

2.1 Laat het 12 min. zachtjes doorkoken (MIT 28)

2.2 Braad hierin het vlees aan (MIT 1)

2.3 Bak de uien en champignons enkele minuten mee (MIT 1) 2.4 Laat het geheel vervolgens ca. 5 min. met een deksel op de pan zachtjes stomen (MIT 13) 2.5 Laat het geheel op laag vuur met de deksel op de pan

ongeveer 1,5 uur stoven (MIT 1) 2.6 Verwarm de oven voor op 200°C, hete lucht op 180°C (MIT 13)

2

Leefwijzer.com

(http://leefwijzer.wordpress.com/2009/02/22/wat-is-het-verschil-tussen-koken-stoven-bakken-en-braden/) Geraadpleegd op 27 mei 2013

3

(16)

een goed afgesloten ruimte

(leefwijzer.com²) 2.6 Een ruimte wordt opgewarmd zonder ingrediënt erin

3. Plaatsen 3. Het gerecht

wordt ergens geplaatst. Dit kan gaan om een onderdeel van het gerecht, zoals de subcategorie “toevoegen”, of om het heel gerecht zoals de subcategorie “plaatsen om te verwarmen” 3.1 Toevoegen 3.2 Plaatsen om te verwarmen 3.3 Plaatsen om af te koelen 3.4 Plaatsen zonder specifiek aangeduide functie 3.1 Er wordt iets toegevoegd 3.2 Iets wordt als geheel gepakt ergens geplaatst om

verwarmd te worden. Dit kan een bv. een pan of een

ovenschaal zijn 3.3 Iets wordt als geheel ergens geplaatst om af te laten koelen. Dit kan bv. een pan of een ovenschaal zijn 3.4 Iets wordt als geheel ergens geplaatst zonder dat er een specifieke reden voor wordt gegeven. Dit kan een bv. een pan of een ovenschaal zijn

3.1 Voeg tenslotte nog eens 250 ml water en de inhoud van dit zakje toe (MIT 1)

3.2 Plaats de Wraps 5-10 minuten in de oven (MIT 14) 3.3 Laat de taart vervolgens op een rooster afkoelen (MIT 24) 3.4 Serveer de risotto direct met de salade apart (MIT 28)

4. Overige 4. Overige

handelingen die iets zeggen over zowel de

handeling als het proces 4.1 Herhalen 4.2 Eindigen 4.1 Een bepaalde handeling wordt herhaald 4.2 Iets wordt beëindigd door een bepaalde handeling

4.1 Herhaal dit tot de saus op is (MIT 16)

4.2 Eindig met een laagje saus (MIT 16)

3.3 Corpus

In deze paragraaf wordt de selectiecriteria, vindplaatsen en aantallen van de MITen behandeld. Bij het selecteren van de MITen is er rekening gehouden met enkele criteria:

 Een MIT moet een stapsgewijze procedure met een bepaalde volgorde bevatten.  De procedure moet minimaal drie stappen bevatten

 Een MIT heeft per stap een al dan niet genummerde alinea tekst en een al dan niet genummerde beeld.

(17)

MIT Jensma (2013) MIT 1 - Knorr stoofpotje met champignons en ui MIT 13 MIT 2 - Knorr wereldgerechten Russische

stroganoff

MIT 19

MIT 3 - Knorr wereldgerechten Zuid-Afrikaanse bobotie

MIT 20

MIT 4 - Knorr wereldgerechten Turkse durum MIT 51 MIT 10 - Maggi Hollands pannetje mix voor kip

met prei champignon en Champignonsaus

MIT 14

MIT 11 - Maggi Hollands pannetje mix voor hamlapjes met sperziebonen en

jachtsaus

MIT 50

MIT 13 - Maggi mix voor gehakt met zuurkool en crème fraîchesaus

MIT 16

MIT 14 - Honig familiegerecht Indiase wraps MIT 17

MIT 15 - Honig mix voor boerenomelet MIT 18

MIT 16 - Kania Italiaanse lasagna MIT 21

MIT 17 - Kania mix voor bami MIT 49

MIT 28 – Bertolli risotto con funghi MIT 15

MIT 29 - Conimex kip cashew mild gekruide kip met sojasaus, sperziebonen en

Cashewnoten

MIT 22

MIT 30 - Nescafé Latte Hazelnut MIT 99

3.4 Analysemethode

De analysemethode van dit verkennend onderzoek is gedaan in drie stappen, waarbij eerst de tekst apart, vervolgens het beeld apart en tot slot de tekst en beeld gezamenlijk is geanalyseerd .

Hieronder volgt een uiteenzetting van deze stappen. 3.4.1 Tekstanalyse

In de tekstanalyse zijn de handelingen omschreven in de tekstuele instructies op de verpakkingen van de halffabrikaten gecategoriseerd aan de hand van de operationalisatie van de hoofd- en

subcategorieën (paragraaf 3.2.1).

Voordat de handelingen gecategoriseerd kunnen worden, moet er rekening worden gehouden met enkele criteria, te beginnen met de analyse-eenheden:

 In enkele gevallen worden zinnen samengevoegd tot één alinea, waardoor de stappen geminderd worden. In het voorbeeld hieronder zijn bijvoorbeeld twee stappen samengevoegd tot één stap.

VB. MIT 23

MIT Stappen in corpus Analyse-eenheid MIT Handeling Hoofdcategorie Subcategorie

23 Stap 1 Doe de mix in een beslagkom Mix in beslagkom doen

Plaatsen Toevoegen

23 Stap 1 Voeg de melk toe Melk

toevoegen

Plaatsen Toevoegen 23 Stap 1 (op de

verpakking stap 2)

Roer het geheel met een garde of mixer tot een glad beslag

(18)

 Een stap kan bestaan uit meerdere handelingen. Deze handelingen worden per analyse-eenheid besproken.

o Een analyse-eenheid bestaat uit een zin met een persoonsvorm. Soms wordt de persoonsvorm elliptisch weggelaten, waardoor er meerdere handelingen in één analyse-eenheid kunnen staan.

Vb. MIT 1 Bak de uien en champignons enkele minuten mee

o Wanneer er meer handelingen in één analyse-eenheid staan doordat de

persoonsvorm elliptisch is weggelaten, wordt de analyse-eenheid herhaald, om vervolgens de bijbehorende handeling, hoofdcategorie en subcategorie per deelzin te bespreken. Zie voorbeeld:

MIT Stappen in corpus

Analyse-eenheid MIT Handeling Hoofdcategorie Subcategorie

1 Stap 1 Bak de uien en champignons enkele minuten mee

Uien meebakken Verwarmen Bakken

1 Stap 1 Bak de uien en champignons enkele minuten mee

Champignons meebakken

Verwarmen Bakken

Tijdens het categoriseren moet er ook rekening worden gehouden met enkele criteria. Er wordt bijvoorbeeld niet gekeken naar de tekst buiten de analyse-eenheden om. Dit geldt voor meerdere soorten handelingen:

 Conditionele handelingen, omdat dit niet-verplichte handelingen zijn.

Vb. MIT 16 Gebruik 400 ml melk en 250 ml water als u verse groente aan de lasagne toevoegt

 Toelichtingen/Waarschuwingen, omdat dit een specificatie van handelingen zijn. Vb. MIT 12 Let op: het sluitingsclipje zit in de braadzak gevouwen

 Analyse-eenheden die een fase aangeven, omdat dit een specificatie is van de opeenvolgende stappen in het proces.

Vb. MIT 24 Voorbereiden (5 minuten)

 Er wordt bij de analyse-eenheden alleen gekeken naar de Nederlandstalige zinnen. Vertalingen worden niet meegenomen in de analyse.

Tot slot zijn er enkele criteria op het gebied van woordbetekenis:

 Er wordt bij de handelingen gekeken naar de gecontextualiseerde betekenis van een woord; deze kan afwijken van de lexicale betekenis van het woord. Hieronder een voorbeeld waarbij de context een andere betekenis geeft aan het woord. In de

toelichting bij de tekstanalyse in bijlage 2 staan de overige gevallen waarin woorden een gecontextualiseerde betekenis hebben.

Vb. MIT 1 Afblussen = water toevoegen om iets af te laten koelen. Dit valt te classificeren onder Plaatsen (subcategorie: toevoegen)

 Er zit een zekere beperking aan het gebruik van de gecontextualiseerde betekenis. Werkwoorden die betrekking hebben op een reeks handelingen, zoals "herhalen" of "eindigen (met)", worden in hun lexicale betekenis geanalyseerd en niet met betrekking tot de contextueel geïmpliceerde individuele handelingen

Vb. MIT 9 Eindig met een laagje saus

(19)

Vb. MIT 1 Braad hierin het vlees aan = het vlees aanbraden gebeurt in deze MIT in een pan zonder deksel. Om deze reden valt het onder de hoofdcategorie Verwarmen en onder de subcategorie bakken, in plaats van de subcategorie braden.

3.4.2 Beeldanalyse

In de beeldanalyse zijn de handelingen omschreven in de visuele instructies op de verpakkingen van de halffabrikaten. Deze handelingen worden op parallelle wijze gecategoriseerd als de handelingen in de tekstuele instructies. Er missen echter wel vier subcategorieën bij beeld die wel voorkomen in de tekstanalyse, namelijk: Splitsen, Stomen, Plaatsen om af te koelen en Eindigen.

Voordat de handelingen gecategoriseerd kunnen worden, moet er rekening worden gehouden met enkele criteria, te beginnen met de analyse-eenheden:

Elke afgebeelde handeling vormt een aparte analyse-eenheid; de afbeelding wordt hiervoor zo vaak als nodig herhaald in opeenvolgende regels van de analysetabel.  Het is niet van belang of de afbeelding van de MIT een foto of illustratie is.

Tijdens het categoriseren moet er ook rekening worden gehouden met enkele criteria. Er wordt bijvoorbeeld niet gekeken naar de tekst buiten de analyse-eenheden om. Dit geldt voor meerdere soorten handelingen:

 Nummers/cijfers in afbeeldingen, omdat dit een visualisatie is van de opeenvolgende stappen in een proces. Dit wordt ook niet genoemd in de analyse. Zie hieronder voor voorbeeld.

 Klokjes/tijdsaanduidingen in de afbeeldingen, omdat dit een specificatie van een handeling is. Zie hieronder voor voorbeeld.

MIT Voorbeeld MIT 14

 Maatbekers/kommen/bekers achter een pan/kom in de afbeeldingen, omdat het niets zegt over de handeling. Zie hieronder voor voorbeeld.

(20)

MIT 16

 Conditionele handelingen in de afbeeldingen, omdat dit niet-verplichte handelingen zijn. Uitleg voorbeeld: in de afbeelding hieronder zijn er twee setjes personen afgebeeld, dit moet twee volwassenen en twee kinderen voorstellen. Boven deze personen zijn twee half opgerolde wraps afgebeeld, de één met een pepertje en een plusje erboven en de ander met niks erboven. Het toevoegen van een pepertje wordt alleen voor de wraps van de volwassenen aanbevolen.

MIT Voorbeeld MIT 14

 Toelichtingen/waarschuwingen in de afbeeldingen, omdat dit een specificatie van een handeling is.

Uitleg voorbeeld: in de afbeelding hieronder is een geopende zak met gehaktballen afgebeeld. Uit de geopende zak komt damp en er is een waarschuwend teken naast de zak te zien. Dit wil zeggen dat de gebruiker voorzichtig moet zijn bij het openen van de zak, omdat deze heet kan zijn.

MIT Voorbeeld MIT 12

Tot slot zijn er enkele criteria op het gebied van woordbetekenis:

 Er wordt bij de handelingen gekeken naar de gecontextualiseerde betekenis van een

afbeelding. Hieronder een voorbeeld waarbij de context een andere betekenis geeft aan de afbeelding.

(21)

3.4.3 Beeld- en tekstanalyse

Na de tekst en het beeld apart te hebben geanalyseerd, komt de volgende analyse: de beeld- en tekstanalyse. Bij deze analyse wordt de tekst- en beeldcategorisatie gecombineerd. De tekst van de MITen wordt hierbij gematcht met de beschrijving van het beeld van de MIT. Zie hieronder voor voorbeelden: Tekst: MIT Stappen in corpus Analyse-eenheid MIT

1 Stap 2 Laat het geheel

op laag vuur met de deksel op de pan ongeveer 1,5 uur stoven Beeld:

MIT Stappen in corpus Analyse-eenheid afbeelding MIT Wat staat er in de afbeelding?

1 Stap 2 De pan met deksel erop waarin

meerdere ingrediënten te zien zijn

Tekst en beeld: MIT Stappen in corpus

Analyse-eenheid MIT Tekst Analyse-eenheid MIT Beeld 1 Stap 2 Laat het geheel op laag vuur met

de deksel op de pan ongeveer 1,5 uur stoven

Na de beeld- en tekstanalyse te hebben uitgevoerd, moeten de gevonden resultaten verder geanalyseerd worden. Dit wordt gedaan aan de hand van de volgende labels:

GC = dezelfde categorieën

(22)

Deze categorisering geldt voor zowel de hoofd- als de subcategorieën. Zie hieronder voor een voorbeeld. MIT Stappen in corpus Analyse-eenheid MIT Tekst Analyse-eenheid MIT Beeld Hoofdca tegorie tekst Hoofdcategorie beeld Relatie Subcategorie tekst Subcategorie beeld Relatie 1 Stap 1 Verhit 2 eetlepels (vloeibare) margarine in een braadpan Verwar men T Bakken T

1 Stap 1 Braad hierin

het vlees aan

Verwar men

Verwarmen GC Bakken Bakken GC

3.5 Validiteitscriteria

In dit paragraaf wordt de betrouwbaarheid van dit onderzoek besproken aan de hand van de interne validiteit, de externe validiteit en de betrouwbaarheid.

3.5.1 Credibility

Hierbij is het belangrijk of het onderzoek logisch klinkt voor vakgenoten (Baxter en Babbie,

2004:297). Aan deze eis voldoet dit onderzoek, doordat de categorisatie stap voor stap is gedaan. De conclusies zijn gebaseerd op een duidelijke en overzichtelijke analyse waardoor de resultaten valide zijn.

3.5.2 Dependability

Hierbij wordt duidelijk voor de lezer hoe de onderzoeker het onderzoekproces uitvoert, hoe de data geïnterpreteerd worden (Baxter en Babbie, 2004:298). Hierbij is het belangrijk dat dit helder is beschreven. Ook aan deze eis voldoet ons onderzoek. Hierbij kan verwezen worden naar de vorige eis. De analyse is stap voor stap gedaan. De lezer kan precies nagaan hoe het categorisatieproces is verlopen.

3.5.3 Confirmability

Hierbij wordt duidelijk hoe de gegevens gekoppeld zijn aan de bronnen (Baxter en Babbie, 2004:298). Dit onderzoek voldoet aan dit onderzoek. De analyse is systematisch aangepakt. De begrippen uit de operationalisatie komen voort uit literatuur of uit observatie van de data.

3.5.4 Transferability

(23)

4. Resultaten

4.1 Inleiding

Dit hoofdstuk bespreekt de resultaten van de data. In paragraaf twee worden allereerst de algemene resultaten besproken om vervolgens elke categorie apart te bespreken. In drie en vier worden de kruistabellen van de hoofdcategorie en subcategorie besproken. In paragraaf vijf staan de opvallende zaken uit de analyse centraal. Tot slot is er een korte samenvatting van dit hoofdstuk in paragraaf zes te vinden.

4.2 Algemene resultaten

In deze paragraaf worden eerst de verdeling van de handelingen in het algemeen besproken. Vervolgens worden de hoofd- en subcategorieën per categorie besproken.

4.2.1 Verdeling handelingen algemeen

Er zijn 452 handelingen gecategoriseerd in het corpus. Hiervan hadden 167 handelingen zowel tekst als beeld en 285 handelingen konden in ofwel tekst, ofwel beeld gecategoriseerd worden (zie tabel 1). Hierbij kunnen er enkele zaken vastgesteld worden. Allereerst is het aantal handelingen dat zowel in tekst als in beeld gevonden kunnen worden beduidend lager vergeleken met de handelingen die in ofwel de tekst ofwel het beeld gevonden kunnen worden (167 vs. 285 handelingen). Daarnaast is er een aanzienlijk verschil tussen de het aantal handelingen die alleen in tekst of beeld gevonden kunnen worden: 254 handelingen in tekst vs. 31 handelingen in beeld. Het bovenstaande resultaat komt voort uit de analyse van zowel tekst als beeld. Wanneer de tekst- en beeldanalyse afzonderlijk worden bekeken komen we op een ander resultaat: er zijn 421 handelingen in de tekst en 198 handelingen in beeld.

Tabel 1: Verdeling handelingen algemeen

Tekst & beeld Tekst of Beeld Totaal

Aantal handelingen 167 285 (T:254 B:31) 452

4.2.2 Resultaten categorie Bewerken

In tabel 2 zijn de resultaten van de categorie Bewerken te vinden. Deze categorie bestaat uit vier subcategorieën bij tekst en drie subcategorieën bij beeld. Uit nadere analyse van tabel 2 blijkt allereerst dat er een categorie ontbreekt: Splitsen. Daarnaast is er een groot verschil tussen beeld en tekst. Waar er 129 handelingen (28,5%) bij tekst in deze categorie gecategoriseerd worden, zijn er slechts 49 (10,8%) gecategoriseerd bij beeld. Wat betreft het aantal is het verschil logisch, aangezien er meer handelingen in tekst dan in beeld staan (421 vs. 198 handelingen). Als laatste valt op dat de grootste subcategorie Mengen is; deze maakt met respectievelijk 14,6% bij tekst en 7,6% bij beeld een groot deel uit van de categorie Bewerken.

Tabel 2: Resultaat categorie Bewerken

Tekst Beeld

Aantal Percent Aantal Percent

1. Bewerken 129 28,5% 49 10,8%

1.1 In stukken verdelen 31 6,9% 10 2,2%

1.2 Splitsen 21 4,6% - -

1.3 Mengen 66 14,6% 34 7,5%

(24)

4.2.3 Resultaten categorie Verwarmen

In tabel 3 zijn de resultaten van de categorie Verwarmen te vinden. Deze categorie bestaat uit zes subcategorieën bij tekst en vijf subcategorieën bij beeld. Uit nadere analyse van tabel 3 blijkt

allereerst dat er een categorie ontbreekt: Stomen. Daarnaast is er een groot verschil tussen beeld en tekst. Waar er 114 handelingen (25,2%) bij tekst in deze categorie gecategoriseerd worden, zijn er slechts 57 gecategoriseerd (12,6%) bij beeld. Deze categorie volgt dus het globale patroon dat er meer handelingen in tekst dan in beeld aanwezig zijn. Er zijn twee subcategorieën die een groot deel van de categorie Verwarmen beslaan; koken en bakken. Bakken is met het aantal van 12,4% bij tekst en 6% bij beeld de grootste subcategorie. Koken is de tweede grote subcategorie met het aantal van 7,3 bij tekst en 4,4% bij beeld.

Tabel 3: Resultaten categorie Verwarmen

Tekst Beeld

Aantal Percent Aantal Percent

2. Verwarmen 114 25,2% 57 12,6% 2.1 Koken 33 7,3% 20 4,4% 2.2 Braden 15 3,3% 6 1,3% 2.3 Bakken 56 12,4% 27 6% 2.4 Stomen 1 0,2% - - 2.5 Stoven (braden/stoven) 2 0,4% 3 0,7%

2.6 Ruimte zonder ingrediënt erin opwarmen 7 1,5% 1 0,2%

4.2.4 Resultaten categorie Plaatsen

In tabel 4 zijn de resultaten van de categorie Plaatsen te vinden. Deze categorie bestaat uit vier subcategorieën bij tekst en drie subcategorieën bij beeld. Uit nadere analyse van tabel 4 blijkt allereerst dat er een categorie ontbreekt: Plaatsen om af te koelen.

Daarnaast is er een aanzienlijk verschil tussen tekst en beeld. Waar er 176 handelingen (38,9%) bij tekst in deze categorie gecategoriseerd worden, zijn er slechts 89 gecategoriseerd (19,7%) bij beeld. Deze categorie volgt dus het globale patroon dat er meer handelingen in tekst dan in beeld aanwezig zijn. Een interessante observatie in tabel 4 is dat in deze tabel de grootste categorieën van tekst en beeld niet geheel overeenkomen. Bij de tekst is de subcategorie Toevoegen overduidelijk de grootste categorie met een aandeel van 30,8%. De categorie Plaatsen zonder specifiek aangeduide functie een aandeel van 6,6% ook een subcategorie die niet over het hoofd moet worden gezien. De grootste subcategorie bij beeld is Toevoegen, met een aandeel van 18,8%.

Tabel 4: Resultaten categorie Plaatsen

Tekst Beeld

Aantal Percent Aantal Percent

3. Plaatsen 176 38,9% 89 19,7%

3.1 Toevoegen 139 30,8% 85 18,8%

3.2 Plaatsen om te verwarmen 3 0,7% 1 0,2%

3.3 Plaatsen om af te koelen 5 1,1% - -

3.4 Plaatsen zonder specifiek aangeduide functie 30 6,6% 3 0,7%

4.2.5 Resultaten categorie Overige

(25)

Tabel 5: Resultaten categorie Overige

Tekst Beeld

Aantal Percent Aantal Percent

4. Overige 2 0,4% 3 0,7%

4.1 Herhalen 1 0,2% 3 0,7%

4.2 Eindigen 1 0,2% - -

4.3 Resultaten kruistabel hoofdcategorieën

In tabel 6 zijn de resultaten te vinden van de vier hoofdcategorieën in een kruistabel. De beschrijving van deze resultaten is tweeledig. Allereerst worden de algemene resultaten besproken van de hoofdcategorieën om vervolgens de kruistabel te bespreken.

In de tabel zijn enkele interessante punten te zien. Van die vier categorieën is de categorie Plaatsen de grootste in zowel tekst als beeld met het aantal van 176 (38,9%) en 89 (19,7%). Daarnaast is het interessant dat de categorie Overige de enige categorie is waar het aantal in beeld groter is dan in tekst (3 vs. 2). Hier is wel een kanttekening bij dat het relatief laag getal het lastig maakt om hier verdere conclusies uit te trekken.

Er zijn ook enkele interessante punten te zien in de kruistabel. De bespreking hiervan is ook meerledig, gekoppeld aan een kleur in de tabel:

4.3.1 Bespreking groene labels

Groene labels geven aan dat de handeling in tekst en beeld overeenkomt. Wanneer de groene cellen worden opgeteld zijn er 155 handelingen in de hoofdcategorieën waarbij tekst en beeld gelijk aan elkaar zijn. De opmerkelijke cellen zijn hier waar het aantal gelijk is aan nul. Hier zijn twee van te vinden; de eerste nul heeft een logische verklaring. Deze staat in de tekstrij en Geen-beeldkolom. Een handeling moet ofwel tekst ofwel beeld bevatten. De andere is echter wel interessant. Deze staat in de Overige-tekstrij en Overige-beeldkolom. Er is niet één handeling in de categorie Overige zowel in tekst als beeld voorkomt. Echter, zoals eerder benoemd, door het laag aantal handelingen in deze categorie is het lastig om verdere conclusie hieruit te trekken. 4.3.2 Bespreking rode labels

Rode labels geven aan dat de handeling in tekst en beeld niet overeenkomt. Wanneer de rode cellen worden opgeteld komt het twaalf keer voor in de hoofdcategorieën dat labels niet gelijk

gecategoriseerd werden. De meeste gevallen kunnen gevonden worden in de

Bewerken-tekstrij/Plaatsen-beeldkolom. Kortom, de categorieën Bewerken en Plaatsen worden door elkaar gehaald. Daarnaast worden de hoofdcategorieën Plaatsen en Verwarmen ook vaker door elkaar gehaald. Hier kunnen drie gevallen gevonden worden in de Plaatsen-tekstrij/Verwarmen-beeldkolom en twee in de Verwarmen-tekstrij/Plaatsen-beeldkolom. Hieronder enkele voorbeelden uit het corpus:

Onderstaand voorbeeld laat een typisch geval zien van hoe de hoofdcategorieën Bewerken en Plaatsen door elkaar gehaald kunnen worden. In de tekst staat dat de Indiase Spicemix door het resterende kipmengsel gemengd moet worden. Met andere woorden: er wordt impliciet geschreven dat je het zakje Spicemix moet toevoegen. Je ziet echter expliciet in het beeld dat een zakje Spice wordt toegevoegd. Kortom: het beeld laat expliciet zien wat de tekst impliciet omschrijft. Interessant is dat het asymmetrische categorieën zijn: er is geen rode markering bij de

(26)

Voorbeeld Tekst: Bewerken, Beeld: Plaatsen MIT Stappen in corpus Analyse-eenheid MIT Tekst Analyse-eenheid MIT Beeld Hoofdcat egorie tekst Hoofdcateg orie beeld Relat ie Subcategor ie tekst Subcategorie beeld Relat ie 14 Stap 5 Meng de Indiase Spicemix door het resterende kipmengsel

Bewerken Plaatsen VC Mengen Toevoegen VC

Het onderstaand voorbeeld is een typerend geval van hoe de hoofdcategorieën Plaatsen en Verwarmen door elkaar gehaald kunnen worden. De handelingen komen op hetzelfde neer; in de tekst staat dat de Wraps in de oven geplaatst moeten worden en het beeld laat zien dat de Wraps al geplaatst zijn. Waar de tekst expliciet omschrijft dat de Wraps in de oven geplaatst moeten worden, laat het beeld dit impliciet zien door de schaal met de Wraps binnen de oven te tonen.

Voorbeeld Tekst: Plaatsen, Beeld: Verwarmen MIT Stappen in corpus Analyse-eenheid MIT Tekst Analyse-eenheid MIT Beeld Hoofdcat egorie tekst Hoofdcategor ie beeld Relatie Subcategor ie tekst Subcategorie beeld Relatie 14 Stap 6 Plaats de Wraps 5-10 minuten in de oven

Plaatsen Verwarmen VC Plaatsen

om te verwarmen

Braden VC

Het onderstaand voorbeeld is ook een typerend geval van hoe de hoofdcategorieën Plaatsen en Verwarmen door elkaar gehaald kunnen worden. De tekst omschrijft hier dat de uien en

champignons meegebakken moeten worden, waarmee impliciet wordt gezegd dat de uien en champignons al zijn toegevoegd. Het beeld laat expliciet zien hoe de champignons aan de pan toegevoegd worden. Met andere woorden: het beeld laat expliciet zien wat de tekst impliciet omschrijft.

Voorbeeld Tekst: Verwarmen, Beeld: Plaatsen MIT Stappen in corpus Analyse-eenheid MIT Tekst Analyse-eenheid MIT Beeld Hoofdcat egorie tekst Hoofdcategor ie beeld Relatie Subcategor ie tekst Subcategorie beeld Relatie

1 Stap 1 Bak de uien en champignons enkele minuten mee Verwarm en

Plaatsen VC Bakken Toevoegen VC

(27)

4.3.3 Bespreking grijze labels

Grijze labels geven aan dat de handeling in ofwel tekst ofwel beeld voorkomt. Wanneer de grijze cellen worden opgeteld zijn er 285 handelingen in de hoofdcategorieën waarvan ofwel tekst ofwel beeld gecategoriseerd zijn. Hiervan zijn 254 alleen in de tekst te vinden en 31 alleen in beeld. De grootste categorie hiervan is Plaatsen (T:104, B:11). Op de tweede plaats, met een relatief laag verschil is de categorie Bewerken; het verschil is respectievelijk 21 (5,2%) in tekst en 1 (3,2%) in beeld. Hieronder enkele voorbeelden uit het corpus met (mogelijke) verklaringen:

Voorbeelden zoals dat in de tabel hieronder komen vaak voor in het corpus. Er worden meerdere ingrediënten toegevoegd; er worden echter maar een bepaald aantal ingrediënten getoond in de afbeelding, waardoor de overige ingrediënten alleen in de tekst gecategoriseerd kunnen worden. Wellicht dat niet alle ingrediënten uitgebeeld konden worden omdat het er bijvoorbeeld teveel waren, of omdat het niet om het ingrediënt ging, maar om de handeling.

Voorbeeld Plaatsen Tekst MIT Stappen in corpus Analyse-eenheid MIT Tekst Analyse-eenheid MIT Beeld Hoofdcat egorie tekst Hoofdcategor ie beeld Relatie Subcategor ie tekst Subcategorie beeld Relatie 2 Stap 4 Voeg de inhoud van het zakje 'aardappelpu ree' toe Plaatsen T Toevoegen T

Het voorbeeld hieronder kan vergeleken worden met het eerder genoemde voorbeeld van de categorie Plaatsen (tekst) uit MIT 2. Een ingrediënt wordt bewerkt, dit wordt echter niet altijd getoond in de afbeelding. Wellicht geven de subcategorieën meer inzicht in het type subcategorie dat het minst wordt afgebeeld.

Voorbeeld Bewerken Tekst MIT Stappen in corpus Analyse-eenheid MIT Tekst Analyse-eenheid MIT Beeld Hoofdcat egorie tekst Hoofdcategor ie beeld Relatie Subcategor ie tekst Subcategorie beeld Relatie

28 Stap 1 Snijd deze

grof

Bewerken T In stukken

verdelen

T

Het voorbeeld in de tabel hieronder is een typisch voorbeeld van gevallen waarbij de categorie Plaatsen enkel in beeld te vinden is. Het beeld kan niet aan tekst gekoppeld worden omdat het twee verschillende handelingen zijn die ook niet op hetzelfde neerkomen; met andere woorden, er is hier geen sprake van het impliciet-explicietverhaal. Wellicht is het beeld een aanvulling op de tekst en is de handeling in het beeld een voorbereiding voor de handeling in de tekst: voordat je met een garde kan roeren in de inhoud van de pan, moet de inhoud eerst aan de pan toegevoegd worden.

(28)

7 Stap 1 Plaatsen B Toevoegen B

7 Stap 1 Roer met

een garde de inhoud van dit zakje met 250ml koud water in een pan

Bewerken T Mengen T

De tabel hieronder bevat een typisch geval van een afbeelding waarbij een ingrediënt in stukken wordt verdeeld, maar deze handeling niet in de tekst wordt omschreven. Wellicht is het beeld een aanvulling op de tekst; in dit geval is het beeld belangrijk voor de volgende handeling waarbij in het beeld te zien dat de sperziebonen in de pan al in stukken zijn verdeeld.

Voorbeeld Bewerken Beeld MIT Stappen in corpus Analyse-eenheid MIT Tekst Analyse-eenheid MIT Beeld Hoofdcat egorie tekst Hoofdcategor ie beeld Relatie Subcategor ie tekst Subcategorie beeld Relatie

3 Stap 1 Bewerken B In stukken

verdelen

B

3 Stap 2 Rul en bak

het gehakt in een

koekenpan of wok bruin en gaar

Bewerken Bewerken GC Mengen Mengen GC

(29)

Voorbeeld mogelijke fout door richten op één modaliteit MIT Stappen in corpus Analyse-eenheid MIT Tekst Analyse-eenheid MIT Beeld Hoofdcat egorie tekst Hoofdcategor ie beeld Relatie Subcategor ie tekst Subcategorie beeld Relatie

3 Stap 2 Rul en bak

het gehakt in een

koekenpan of wok bruin en gaar

Bewerken Bewerken GC Mengen Mengen GC

3 Stap 2 Rul en bak

het gehakt in een koekenpan of wok bruin en gaar Verwarm en T Bakken T 3 Stap 2 Voeg de inhoud van het zakje ‘kruidenmix’ en de sperziebone n toe Plaatsen T Toevoegen T 3 Stap 2 Voeg de inhoud van het zakje ‘kruidenmix’ en de sperziebone n toe Plaatsen T Toevoegen T

3 Stap 2 Bak deze

vervolgens voor 5 min. mee

Verwarm en

Verwarmen GC Bakken Bakken GC

(30)

HCBeeld Totaal

Geen 1. Bewerken 2. Verwarmen 3. Plaatsen 4. Overige

Count 0 10 7 11 3 31

Geen % within HCTekst 0,0% 32,3% 22,6% 35,5% 9,7% 100,0%

% within HCBeeld 0,0% 20,4% 12,3% 12,4% 100,0% 6,9%

Count 83 39 0 7 0 129

1. Bewerken % within HCTekst 64,3% 30,2% 0,0% 5,4% 0,0% 100,0%

% within HCBeeld 32,7% 79,6% 0,0% 7,9% 0,0% 28,5%

Count 65 0 47 2 0 114

HCTekst 2. Verwarmen % within HCTekst 57,0% 0,0% 41,2% 1,8% 0,0% 100,0%

% within HCBeeld 25,6% 0,0% 82,5% 2,2% 0,0% 25,2%

Count 104 0 3 69 0 176

3. Plaatsen % within HCTekst 59,1% 0,0% 1,7% 39,2% 0,0% 100,0%

% within HCBeeld 40,9% 0,0% 5,3% 77,5% 0,0% 38,9%

Count 2 0 0 0 0 2

4. Overige % within HCTekst 100,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 100,0%

% within HCBeeld 0,8% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,4%

Count 254 49 57 89 3 452

Totaal % within HCTekst 56,2% 10,8% 12,6% 19,7% 0,7% 100,0%

% within HCBeeld 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0%

Legenda:

(31)

4.4 Resultaten kruistabel subcategorieën

In tabel 7 zijn de resultaten te vinden van de subcategorieën in een kruistabel. Ook deze

beschrijvingen zullen tweeledig zijn; er wordt wederom begonnen met de algemene resultaten van de subcategorieën om vervolgens de kruistabel te bespreken.

De subcategorie Toevoegen is de grootste in zowel tekst als beeld met het aantal van 139 (30,8%) in tekst en 85 (18,8% ) in beeld. Interessant hierbij is dat geen enkele subcategorie in de buurt komt, de subcategorie Toevoegen is een echte koploper.

Naast de algemene resultaten zijn er ook enkele interessante punten te zien in de kruistabel. De bespreking hiervan is meerledig, gekoppeld aan een kleur in de tabel:

4.4.1 Bespreking groene labels

Groene labels geven aan dat de handeling in tekst en beeld overeenkomt.. Wanneer de groene cellen worden opgeteld zijn er 138 handelingen in de subcategorieën waarbij beeld en tekst gelijk aan elkaar zijn. Er zijn twee groene labels waar het aantal gelijk is aan nul. De eerste heeft een logische verklaring. Deze staat in de Geen-tekstrij en Geen-beeldkolom. Ook hier geldt dat een handeling ofwel tekst ofwel beeld moet bevatten. De tweede is ook nu weer interessanter. Deze staat in de Herhalen-tekstrij en Herhalen-beeldkolom en zou kunnen suggereren dat Herhalen niet in beide modaliteiten tegelijk voorkomt. Echter, door het laag aantal Herhaalhandelingen in het corpus is het lastig om hier verdere conclusies uit te trekken. Het laatste opmerkelijke punt is dat de groene lijn niet geheel diagonaal loopt. De oorzaak hiervan is dat enkele subcategorieën wel in tekst, maar niet in beeld voorkomen. De subcategorieën zijn: Splitsen, Stomen, Plaatsen om af te koelen en Eindigen. 4.4.2 Bespreking rood/roze labels

Rood/roze labels geven aan dat de handeling in tekst en beeld niet overeenkomt.. Wanneer de rode cellen worden opgeteld zijn er 27 handelingen in de subcategorieën waarbij beeld en tekst niet gelijk aan elkaar zijn.

Allereerst valt op dat dit aantal aanzienlijk hoger is dan de rode cellen bij de hoofdcategorieën (27 in subcategorieën vs. 12 in hoofdcategorieën). Enkele rode cellen zijn ook al benoemd bij de analyse van de hoofdcategorieën, hierbij hadden de rode cellen verschillende hoofdcategorieën. Deze analyse is echter fijner gecategoriseerd waardoor er verschillen kunnen zitten in subcategorieën binnen een hoofdcategorie en er meer verschillende categorieën (VC) gevonden kunnen worden. Een goed voorbeeld hiervan zijn de subcategorieën van de hoofdcategorie Verwarmen; in totaal zijn hier zeventien handelingen die niet gelijk gelabeld zijn. Hiervan zijn drie handelingen overigens gelabeld als braden of stoven bij tekst en als braden/stoven bij beeld, waardoor er veertien handelingen overblijven die niet gelijk gelabeld zijn. Deze drie handelingen kunnen als niet problematisch beschouwd worden, om deze reden zijn deze handelingen gecategoriseerd als dezelfde categorieën (GC) en wordt het niet rood gelabeld. De reden hiervoor is dat de tekst

specifiek benoemt of het om braden of stoven gaat en het uit beeld niet geheel duidelijk wordt of het om braden of stoven gaat. Bij beide handelingen wordt een ingrediënt “gaar gemaakt in weinig vetstof in een afgesloten verhitte ruimte” (leefwijzer.com). Het verschil is dat bij stoven er nog een kleine hoeveelheid vloeistof aan de pan toegevoegd wordt. Dit is echter lastig te zien in beeld.

(32)

Het voorbeeld in de tabel hieronder is een typisch geval van hoe de subcategorieën Bakken en Koken door elkaar gehaald kunnen worden. In de tekst staat dat iets meegebakken moet worden, echter we zien in het beeld dat er een brei-achtige massa in de pan zit, wat staat voor koken. Dit is overigens symmetrische subcategorieën.

Voorbeeld Tekst: Bakken, Beeld: Koken MIT Stappen in corpus Analyse-eenheid MIT Tekst Analyse-eenheid MIT Beeld Hoofdcat egorie tekst Hoofdcategor ie beeld Relatie Subcategor ie tekst Subcategorie beeld Relatie

10 Stap 2 Bak deze

even mee

Verwarm en

Verwarmen GC Bakken Koken VC

Dit zijn, zoals hierboven genoemd, symmetrische subcategorieën. De Koken-tekstrij is niet gelijk aan de Bakken-beeldkolom. In de tekst staat dat het geheel aan de kook gebracht moet worden, maar in het beeld zien we duidelijk er iets gebakken wordt.

Voorbeeld Tekst: Koken, Beeld: Bakken MIT Stappen in corpus Analyse-eenheid MIT Tekst Analyse-eenheid MIT Beeld Hoofdcat egorie tekst Hoofdcategor ie beeld Relatie Subcategor ie tekst Subcategorie beeld Relatie

9 Stap 2 Breng het

geheel aan de kook

Verwarm en

Verwarmen GC Koken Bakken VC

Ook het voorbeeld hieronder is een typisch voorbeeld hoe subcategorieën in de hoofdcategorie Verwarmen door elkaar gehaald kunnen worden. In de tekst staat dat de omelet in een pan met een deksel erop gebakken moet worden. Volgens de operationalisatie valt dit onder de subcategorie Braden. We zien in het beeld echter een pan zonder deksel, wat volgens de operationalisatie onder Bakken valt. Bakken-Braden zijn overigens geen symmetrische subcategorieën.

Voorbeeld Tekst: Braden, Beeld: Bakken MIT Stappen in corpus Analyse-eenheid MIT Tekst Analyse-eenheid MIT Beeld Hoofdcat egorie tekst Hoofdcategor ie beeld Relatie Subcategor ie tekst Subcategorie beeld Relatie 15 Stap 4 Bak de omelet, met een deksel op de pan, op middelhoog vuur in enkele Verwarm en

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wanneer er inhoudelijk naar de tekst wordt gekeken, valt op dat wat betreft Action Type, Action Status en Action Aspect alleen de subcategorie Obligatory is gedaald in 2016, zie

Één Geest die allen inspireert, één Heer, die eenheid leert.. Wij dragen

Op allerlei fronten wordt dus gewerkt aan een betere toekomst voor de wiskunde in Nederland, door de handen ineen te slaan en tevens uit de mouwen te steken. Wat dat betreft wil ik

Daarom heeft de commissie zich vanaf het begin van haar werkzaamheden optimaal ingespannen om zoveel mogelijk mensen van binnen en buiten de partij te spreken, binnengekomen

Heeft de schuldeiser aan de schuldenaar meegedeeld dat hij niet langer schuldeiser is, omdat de vordering door hem is overgedragen aan een ander, dan zijn voor de schuldenaar

12 De Hoge Raad geeft die visie als volgt weer: ‘Blijkens hetgeen onder 8.2 in de conclusie van het Openbaar Ministerie wordt weergegeven, stelt die Raad zich op het standpunt

Het doel van deze nota is om u voor het reces te informeren over de wijzigingen die zijn aangebracht in het wetsvoorstel uitbreiding bestuurlijk instrumentarium naar aanleiding

Het ging hem niet alleen om diplomatieke vriendelijkheid, maar om het diepe inzicht dat de kerken door de Heer zelf geroe- pen zijn de eenheid zichtbaar te maken waartoe God de