Auteurs Florence van Hunsel, Gerda Weits, Leàn Rolfes
Aantal meldingen fors gestegen in afgelopen twaalf jaar
Patiënten hebben baat bij geneesmiddelen, maar dragen ook de risico’s van de behandeling, zoals bijwerkingen.
Hun ervaringen, kennis, meningen en voorkeuren werden echter niet altijd even belangrijk gevonden als die van an- dere belanghebbenden bij het beoordelen van risico’s en baten van geneesmiddelen [1,2].
De laatste jaren is sprake van een kentering en wordt het patiëntenperspectief belangrijker bij besluiten over registratie en bewaking van geneesmiddelen [2,4]. Zowel in Nederland, waar patiënten al sinds 2003 zelf bijwerkingen kunnen mel- den bij Bijwerkingencentrum Lareb, en de rest van Europa.
Sinds 2012 zijn alle EU-lidstaten verplicht patiënten de mo- gelijkheid te geven bijwerkingen te melden [5].
Ondanks de sterke stijging van het aantal meldingen door patiënten in Nederland – in tegenstelling tot zorgverleners zoals apothekers, die achterblijven – is hier nog een wereld te winnen. Uit een peiling van de Consumentenbond bleek dat maar 17% van de Nederlanders Bijwerkingencentrum Lareb kent [6].
Ook internationaal gezien weten maar weinig patiënten (en zorgverleners) dat ze rechtstreeks bijwerkingen kunnen melden bij een bijwerkingencentrum. Afgelopen november werd in 22 landen daarom de Europese Bijwerkingenweek georganiseerd, met radiospotjes, animatiefilmpjes en korte infographics die via social media gedeeld werden.
In Nederland maakten diverse patiëntenorganisaties via hun eigen communicatiekanalen zoals websites, nieuws-
brieven, Facebook en Twitter patiënten hierop attent. Lareb ontving in die week 70% meer meldingen vergeleken met dezelfde week in 2015. Helaas is dit geen blijvende stijging;
herhaling van de boodschap blijft belangrijk.
Patiëntenorganisaties
Steeds vaker zoekt Lareb daarom contact met patiëntenver- enigingen om aandacht te vragen voor de rol die patiënten zelf kunnen spelen bij het bewaken van de medicatieveilig- heid. Zo zorgde een samenwerking met de Crohn en Coli- tis Ulcerosa Vereniging Nederland ervoor dat patiënten via enquêtes hun ervaringen met bijwerkingen konden delen [7]. Lareb kon met deze nieuwe informatie een signaal over azathioprine en het optreden van fotosensitiviteit verster- ken en vervolgens bespreken met het College ter Beoorde- ling van Geneesmiddelen (CBG) [8].
Een ander voorbeeld is de samenwerking met de organi- satie Impuls&Woortblind, een vereniging die de belangen behartigt van patiënten met AD(H)D. Met een vragenlijst werden (jong)volwassenen gevraagd naar hun ervaringen met geneesmiddelgebruik. De respondenten gaven aan positieve effecten te ervaren van geneesmiddelen, maar ook wel eens (75%) bijwerkingen te hebben [9].
Bij een dergelijk onderzoek staat een groep patiënten met een specifieke aandoening of ziekte centraal en wordt ge- vraagd welke geneesmiddelen er zoal gebruikt worden en wat de ervaringen daarmee zijn. Samenwerking met patiëntenorganisaties levert niet alleen waardevolle kennis op over het gebruik van geneesmiddelen, maar biedt ook de mogelijkheid deze kennis met patiënten te delen.
Impact bijwerkingen
Een belangrijke vraag is natuurlijk of de meldingen die rechtstreeks via patiënten binnenkomen ook nieuwe infor-
Patiënten als belangrijke bron van informatie bijwerkingen
Patiënten kunnen in Nederland sinds 2003 zelf bijwerkingen melden bij Bijwerkingencentrum Lareb. Daarmee loopt Lareb voorop in Europa.
Het aantal patiëntmeldingen is de afgelopen jaren enorm toegenomen:
van 173 in 2003 naar 8100 in 2015. Maar er is nog een wereld te winnen.
PATIËNTEN GEVEN INFORMATIE OVER DE IMPACT VAN EEN BIJWER- KING OP HET DAGELIJKS LEVEN
|
18
Pharm weekbl 13 januari 2017;152–1/2
N G E N P A T I Ë N T B I J W E R K I N G E N P A T I
matie opleveren, die mogelijk gemist wordt als alleen zorg- verleners melden. Eerder onderzoek van Lareb toonde aan dat de kwaliteit van de meldingen door patiënten over het algemeen goed is [10]. Daarnaast leveren zij een duidelijke bijdrage aan het detecteren van nieuwe bijwerkingen; in signaleringen over bijwerkingen in de periode 2010-2015 was 26,3% van de meldingen afkomstig van patiënten.
Een aantal van de signalen die Lareb vond waren groten- deels op patiëntmeldingen gebaseerd zoals ‘duloxetine en shock-like sensations’ [11].
Waarin de meldingen van patiënten en zorgverleners duide- lijk verschillen is dat patiënten meer informatie geven over de impact van de bijwerking op het dagelijks leven [12].
Deze informatie wordt nog niet altijd optimaal benut [13].
Het nieuwe meldformulier dat Lareb aan het ontwikkelen is, zal ook een vraag over de hevigheid van de bijwerking bevatten, zodat hier op een meer gestructureerde manier naar gevraagd kan worden.
Ook wordt naar nieuwe manieren gezocht om infor- matie over de impact van bijwerkingen op de kwaliteit van leven uit te vragen. Een grote groep melders van bijwerkingen naar aanleiding van de verpakkingswissel van Thyrax (levothyroxine) in 2014/2015 kreeg een vra- genlijst opgestuurd. Zogeheten COOP/WONCA-kaarten worden gebruikt als instrument om te vragen naar de kwaliteit van leven voor en na de bijwerking. Uit de respons bleek dat afname in kwaliteit van leven door bijwerkingen met dit instrument gestructureerd in kaart gebracht kan worden [14].
Barrières
In veel landen staat het melden van bijwerkingen door pa- tiënten nog in de kinderschoenen. Van de 141 landen die recent deelnamen aan een internationaal onderzoek gaven 34 aan dat patiënten nog niet kunnen melden. In de landen waar dat wel kon, worden meldingen van patiënten onder meer gebruikt voor het opsporen van nieuwe bijwerkingen.
Sommige landen verzamelen alleen meldingen van patiën- ten, maar gebruiken ze niet actief. Barrières bij het creëren van een meldcultuur voor patiënten en het gebruiken van gemelde informatie zijn vooral van financiële aard, maar ook het gebrek aan scholing van de patiëntenpopulatie in diverse landen speelt een rol [15].
Sinds mei 2013 is Bijwerkingencentrum Lareb officieel aangewezen als WHO Collaborating Centre for Pharmacovigi- lance in Education and Patient Reporting. Onlangs riep Lareb samen met een aantal internationale collega’s op tot een
‘renaissance’ in het bewaken van de geneesmiddelenveilig- heid door het systeem te verbeteren opdat beter gebruik gemaakt kan worden van patiëntmeldingen [13]. Lareb zal ook helpen het melden van bijwerkingen door patiënten verder te ontwikkelen en richtlijnen op te zetten over hoe andere landen hiermee kunnen omgaan.
Florence van Hunsel (apotheker-epidemioloog), Gerda Weits (farmakundige) en Leàn Rolfes (apotheker) zijn werkzaam bij Bijwerkingencentrum Lareb.
Zie voor de literatuurreferenties: pw.nl.
9000 8000 7000 6000 5000 4000 3000 2000 1000 90000
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
AANTAL MELDINGEN PER MELDGROEP BIJ LAREB VAN 2001-2015.
Zorgverleners blijven achter
– patiënten, – apothekers, – huisartsen, – socoaalgeneeskundigen,
– ziekenhuisapothekers, – specialisten, – verpleegkundigen,
– andere zorgverleners
LIM : beloop bijwerkingen DOAC ’s
Informatie direct van de patiënt staat centraal in de intensieve monitoring van geneesmiddelen (LIM) waar- voor patiënten sinds 2006 door hun apotheker uitgeno- digd kunnen worden. Op dit moment worden de direct werkende orale anticoagulantia (DOAC’s) gevolgd met LIM. Deze studie focust op het beloop van de bijwerkin- gen en de impact op het dagelijks leven van patiënten.
Begin 2017 zal er een project van start gaan waarin Lareb en Service Apotheek samen een nieuwe digitale inclusiemethode in de ICT-toepassing NControl ontwik- kelen, met als doel het verhogen van het aantal inclu- sies. Tevens start binnenkort de monitor biologische geneesmiddelen, waarbij patiënten die een biologisch geneesmiddel gebruiken bij inflammatoire aandoenin- gen in het ziekenhuis worden gevraagd mee te doen.
De focus van deze monitor ligt op een snelle herken- ning van (batchgerelateerde) bijwerkingen bij deze middelen [16].
19 |
P
harm weekbl 13 januari 2017;152–1/2