• No results found

uw kenmerk : uw brief van :

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "uw kenmerk : uw brief van :"

Copied!
207
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Aan:

De aandeelhouders van NV HVC (zie: geadresseerde)

NV HVC Jadestraat 1 1812 RD Alkmaar Postbus 9199 1800 GD Alkmaar

Telefoon (072) 5411 311 Fax: (072) 5411 344 www.hvcgroep.nl

ING 65.10.04.500 Rabobank 37.64.50.010 K.v.K. nr. 37061260 BTW nr NL 8106.96.459.B.01

datum : 6 november 2012

onderwerp : Algemene Vergadering van Aandeelhouders d.d. 6 december a.s.

uw kenmerk : uw brief van :

ons kenmerk : JZD

bijlage(n) : diversen

Geachte aandeelhouder,

Mede namens de Raad van Commissarissen nodig ik u hierbij uit voor deelname aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van HVC, die gehouden zal worden op donderdag 6 december a.s., aanvang 14.00 uur in het kantoor van HVC, Jadestraat 1 te Alkmaar. Agenda en stukken treft u hierbij aan.

Voorafgaand aan de vergadering is er vanaf 13.00 uur gelegenheid om gebruik te maken van een lunch.

Wij nodigen u daarvoor graag uit.

Ten behoeve van de voorbereiding van de vergadering wordt, zoals gebruikelijk, aan bestuurders en ambtenaren van aandeelhouders de mogelijkheid geboden deel te nemen aan een

informatiebijeenkomst. De locaties en data van deze vergaderingen zijn met de aandeelhoudende gemeenten en waterschappen afgestemd.

Wij verzoeken u om met bijgaand machtigingsformulier de naam op te geven van de persoon die uw organisatie als aandeelhouder in de vergadering vertegenwoordigt.

Ik verwacht u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Voor vragen of nadere informatie kunt u contact opnemen met de heer drs. J. van Raaij, telefoon 072-5411311 of per e-mail j.vanraaij@hvcgroep.nl.

Met vriendelijke groeten, HVC

Ir. W.C.H. van Lieshout MBA, algemeen directeur

Bijlagen:

• agenda en stukken

• machtigingsformulier voor vertegenwoordigers van aandeelhouders voor deelname aan de vergadering

(2)
(3)

Aanmeldingsformulier voor deelname aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van HVC d.d. 6 december 2012

De aandeelhouder:

_____________________________

(naam rechtspersoon)

Hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door:

_______________________

(naam bestuursvoorzitter)

Verklaart dat de heer/mevrouw: ___________________________

(naam)

zal optreden als vertegenwoordiger van voornoemde aandeelhouder tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van NV HVC d.d. 6 december 2012.

____________,_______________

(datum) (handtekening)

Voorafgaand aan de vergadering is er gelegenheid om vanaf 13.00 u gebruik te maken van een lunch. Wij verzoeken u om hieronder aan te geven of u hiervan gebruik wil maken.

Deelname aan de lunch:

o

Ja; aantal personen: …

o

Nee

Gaarne retour zenden vóór 1 december 2012.

per fax: 072 – 5411344 t.a.v. mw. K. Ten Boer of per e-mail: k.tenboer@hvcgroep.nl

(4)
(5)

Agenda voor de Algemene Vergadering van Aandeelhouders d.d. 6 december 2012

A. Regulier gedeelte

1. Opening en mededelingen

2. Agenda

Voorstel: ter vaststelling.

3. Besluitenlijst van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders d.d. 5 juli 2012 (bijlage) Voorstel: ter vaststelling.

4. Algemene ontwikkelingen en contextanalyse oktober 2012 (bijlage) In de vergadering zullen directie en raad van commissarissen aan de hand van de

contextanalyse de ontwikkelingen rond HVC toelichten.

Voorstel: ter bespreking.

5. Financiering van HVC (bijlagen)

Een voorstel met toelichting treft u bijgaand aan.

Voorstel: ter besluitvorming.

6. Discussienota HVC van ‘afval’ naar ‘grondstoffen & energie’ – nadere definiëring van

‘type 1’-activiteiten (bijlagen)

Een voorstel met toelichting treft u bijgaand aan.

Voorstel: ter vaststelling.

7. Stadsverwarming Dordrecht (bijlagen)

Een voorstel met toelichting treft u bijgaand aan.

Voorstel: ter besluitvorming.

8. Stadsverwarming Purmerend (bijlagen)

Een voorstel met toelichting treft u bijgaand aan.

Voorstel: ter bespreking.

9. Benoeming accountant (bijlage)

Een voorstel met toelichting treft u bijgaand aan.

Voorstel: ter besluitvorming 10. Rondvraag en sluiting

B. Vertrouwelijk gedeelte

Gemini

Ter vergadering zult u vertrouwelijk worden geïnformeerd over de stand van zaken rond de ontwikkeling van windpark Gemini.

(6)
(7)

Agendapunt 3

(8)
(9)

1

Besluitenlijst van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van NV HVC d.d. 5 juli 2012

Totaal geplaatst aantal aandelen A: 2.914; aandelen B: 397

Vertegenwoordigd ter vergadering: aandelen A: 2784 (96%); aandelen B: 397 (100%)

Ter vergadering vertegenwoordigde aandeelhouders:

a. Gemeente Almere, 173 aandelen A, vertegenwoordigd door de heer drs. J. Meindersma;

b. Gemeente Beemster, 11 aandelen A, vertegenwoordigd door de heer G.H. Hefting;

c. Gemeente Den Helder, 112 aandelen A, vertegenwoordigd door mevrouw S.C.G.M. den Dulk;

d. Gemeente Dronten, 48 aandelen A, vertegenwoordigd door de heer A. Poppe;

e. Gemeente Hollands Kroon, 31 aandelen A. vertegenwoordigd door mevrouw L.A.C. Franken;

f. Gemeente Lelystad, 93 aandelen A. vertegenwoordigd door de heer A. Poppe;

g. Gemeente Noordoostpolder, 62 aandelen A, vertegenwoordigd door de heer A. Poppe;

h. Gemeente Purmerend, 102 aandelen A. vertegenwoordigd door de heer R. Helm;

i. Gemeente Schagen, 31 aandelen A, vertegenwoordigd door de heer J.C.J. Beemsterboer;

j. Gemeente Smallingerland 78 aandelen A, vertegenwoordigd door de heer E. Berenst;

k. Gemeente Texel, 24 aandelen A, vertegenwoordigd door de heer E. Kooiman;

l. Gemeente Urk, 23 aandelen A, vertegenwoordigd door de heer A. Poppe;

m. Gemeente Zeevang, 8 aandelen A, vertegenwoordigd door de heer H. Schütt;

n. Gemeente Zijpe, 16 aandelen A, vertegenwoordigd door de heer B. Blonk;

o. Gemeente Zeewolde, 20 aandelen A, vertegenwoordigd door de heer A. Poppe;

p. Gemeenschappelijke regeling AIJZ, 529 aandelen A, vertegenwoordigd door de heer R.J. Linnekamp;

q. Gemeenschappelijke regeling CAW, 358 aandelen A, vertegenwoordigd door de heer P.M.

Westenberg;

r. Gemeenschappelijke regeling Gevudo, 529 aandelen A, vertegenwoordigd door de heer ing. A.J. Rijsdijk;

s. Gemeenschappelijke regeling Slibverwerking 2009, 397 aandelen B, vertegenwoordigd door de heer drs. J.G.M. Schouffoer MPA;

t. Gemeenschappelijke regeling VVI-Alkmaar e.o., 529 aandelen A, vertegenwoordigd door de heer J.P. Nagengast MBA;

u. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, 7 aandelen A, vertegenwoordigd door de heer drs. G.J. van Os.

1. Opening en mededelingen

De voorzitter, de heer drs. A. Verberk, opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom.

Spreker zegt tevens te verwelkomen en aan de vergadering te willen voorstellen de nieuwe financieel directeur van HVC, mevrouw drs. F. Wiersma RC. Tevens is aanwezig mevrouw drs.

P.W.C. Beliën RA, accountant van Deloitte. De voorzitter constateert dat vrijwel alle aandeelhouders aanwezig zijn. Voor het overige zijn er geen mededelingen.

2. Agenda

De voorzitter stelt voor om in verband met de aanwezigheid van de accountant agendapunt 5. te behandelen vóór agendapunt 4. De vergadering stelt de agenda voor het overige ongewijzigd vast.

3. Besluitenlijst van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders d.d. 30 juni 2011

De besluitenlijst wordt ongewijzigd vastgesteld. Op verzoek van de vergadering wordt het verslag eerder toegezonden, vooruitlopend op de eerstvolgende vergadering.

4. Algemene ontwikkelingen en update contextanalyse

Voor een toelichting op de algemene ontwikkelingen geeft de voorzitter het woord aan de heer ir. W.C.H. van Lieshout MBA, algemeen directeur.

De directeur geeft een presentatie. De sheets zullen als bijlage bij de notulen worden

(10)

2 meegezonden.

De heer Nagengast informeert naar de mogelijkheid om door vermarkting van de know-how van HVC inkomsten te genereren. Spreker zegt dat PWN met de licentiëring van

waterzuiveringstechniek een goed voorbeeld is.

De directeur zegt dat HVC zich hier tot nu toe niet op heeft gericht en dat hij bereid is de mogelijkheden daarvan te verkennen.

De heer Nagengast geeft aan dat de VVI-gemeenten instemmen met de koers die HVC is ingeslagen, met name op het gebied van Droog en Herbruikbaar.

De heer Linnekamp zegt dat gemeenten worden gestimuleerd om steeds beter het afval te scheiden. Het is daarom belangrijk de afzet van gescheiden ingezamelde stromen gezamenlijk te ondernemen. Spreker zegt dat hiertoe al enkele stappen zijn gezet, maar dat er waarschijnlijk nog betere resultaten kunnen worden behaald.

De directeur zegt dit te beamen. HVC is echter maar een kleine partij in de grondstoffenbranche en daarbij komt dat veel gemeenten zelf de regie willen houden over de ingezamelde stromen. HVC zoekt naar mogelijkheden om aandeelhouders een beter alternatief te bieden.

De presentatie van de directeur en de contextanalyse geven voor het overige geen aanleiding tot vragen.

5. Directieverslag en jaarrekening 2011

De heer Rijsdijk merkt op dat HVC kennelijk gekozen heeft voor een wijziging van de

afschrijvingsmethode per 1 januari 2011; het zou beter zijn geweest als deze keuze vooraf aan de aandeelhouders was voorgelegd.

De voorzitter zegt de vraag over de achtergrond van de wijziging en het moment van toepassing daarvan voor een toelichting te willen voorleggen aan de accountant.

Mevrouw Beliën zegt dat de waarde van de installaties op diverse wijze kan worden vastgesteld.

Gebruikelijk is deze waarde lineair af te schrijven. HVC hanteerde tot nu toe een annuïtaire afschrijving, die weliswaar vaker door overheden wordt toegepast, maar waarvan voortzetting niet langer wenselijk is. Zo is deze methode per 1 januari van dit jaar niet meer toegestaan voor woningbouwverenigingen. Met een overgang naar lineaire afschrijving wordt tevens aangesloten bij de richtlijnen voor de jaarverslaggeving. De wenselijkheid om over te gaan naar lineaire afschrijving is eerder bij HVC aan de orde gesteld, overigens niet als advies zoals dat dit jaar voorlag.

De voorzitter zegt dat directie en raad van commissarissen op basis van dit advies besloten hebben tot wijziging van de afschrijvingsmethode. De toepassing van lineaire afschrijving leidt de komende jaren voor HVC tot een hogere afschrijvingslast, omdat recentelijk is geïnvesteerd in nieuwe installaties. Bovendien worden realistische afschrijvingstermijnen gehanteerd. Dit tezamen leidt tot lagere resultaten de komende jaren. Onder de huidige economische omstandigheden is dat een extra last. Desalniettemin biedt voor de langere termijn een lineaire afschrijving meer zekerheid. Ook onder de huidige omstandigheden is het beter de afschrijvingslasten niet naar de toekomst te verschuiven. Spreker licht verder toe dat de totale afschrijvingslasten gedurende de resterende afschrijvingstermijn gelijk blijven, ongeacht de gekozen afschrijvingsmethode en ook is er geen effect op de feitelijke kasstromen. Het advies van de accountant hield mede in de

overgang naar lineaire afschrijving reeds per 1 januari 2011 door te voeren. Het bezwaarlijke moment van implementatie was onderdeel van de gesprekken met de accountant over dit onderwerp.

De heer Linnekamp vraagt mevrouw Beliën of er ten aanzien van de waardering van de activa andere discussies spelen die mogelijk voor verrassingen kunnen zorgen.

Mevrouw Beliën zegt dat dit niet het geval is. Periodiek wordt getoetst of de in de jaarrekening weergegeven waarde van de activa juist wordt ingeschat. Dat is volgens spreekster het geval.

De vergadering heeft voor het overige geen vragen meer voor de accountant. Mevrouw Beliën verlaat hierop de vergadering.

(11)

3

De voorzitter licht voorts het proces van besluitvorming door directie en raad van commissarissen ten aanzien van de jaarrekening toe en geeft aan tot welke conclusies dit heeft geleid.

Voor het overige leiden het directieverslag en de jaarrekening niet tot vragen of opmerkingen.

De vergadering besluit met algemene stemmen:

a. De jaarrekening 2011 vast te stellen;

b. Het resultaat, minus EUR 11.219.000,- te onttrekken aan het eigen vermogen dat hiermee afneemt tot EUR 87,7 miljoen;

c. Het bestuur decharge te verlenen voor het gevoerde beheer;

d. De raad van commissarissen decharge te verlenen voor het gehouden toezicht.

De voorzitter dankt de aanwezigen voor het gestelde vertrouwen.

6. Uitgangspunten meerjarenperspectief 2012

De voorzitter zegt dat de meerjarenraming in de vooroverleggen uitgebreid aan de orde is

geweest. Een belangrijk discussiepunt betrof de tarieven, die in tegenstelling tot de presentatie van vorig jaar, geen daling meer laten zien. De achtergrond van de gepresenteerde lichte tariefstijging houdt verband met belangrijk afgenomen inkomsten uit afvalverwerking.

De heer Nagengast zegt dat naar de mening van de VVI de huidige forse gemeentelijke bezuinigingsinspanningen zich moeilijk verhouden met stijgende tarieven. Spreker pleit daarom voor een nullijn.

De heer Linnekamp geeft aan dat AIJZ de voorkeur geeft aan een structurele oplossing.

Tariefsverhogingen passen daar niet in en zijn ook moeilijk uit te leggen. In het meerjarenscenario wordt ook ingezet op bezuinigingen. Verliezen zullen volgens spreker primair hieruit moeten worden gedekt.

Ook de heer Blonk en veel andere vertegenwoordigers spreken zich uit voor het achterwege laten van tariefsverhogingen.

De directeur zegt dat de tarieven van HVC gedurende een groot aantal jaren zijn gedaald, vaak met een gelijktijdige stijging van gemeentelijke tarieven. Vooralsnog behoren de tarieven van HVC tot de laagste in Nederland. Door de economische omstandigheden in de branche kan niet worden ontkomen aan opbrengstverhogingen. Vanzelfsprekend gaan hieraan forse bezuinigingen vooraf.

Zoals al in de presentatie aan de orde kwam, neemt HVC forse bezuinigingsmaatregelen, waaronder het ontslag van een relatief groot aantal medewerkers. De tariefstijging in het

meerjarenscenario is feitelijk een bevriezing, omdat voor 2013 slechts de helft van de inflatie wordt doorberekend. Veel externe kostenstijgingen zijn immers onontkoombaar.

De heer Westenberg vraagt hoe de geraamde stijging van personeelskosten zich verhoudt tot de toegelichte bezuinigingsinspanningen. De directeur zegt dat de bezuinigingen, zoals op het gebied van personeelskosten, in het meerjarenscenario separaat zijn geraamd. De post personeelskosten heeft betrekking op de autonome personeelskostenontwikkeling, die de landelijke CAO-Afval &

Milieu volgt.

De voorzitter zegt dat de nieuwe tarieven voor 2013 in een brief nader worden gemotiveerd. Eind dit jaar zal een aandeelhoudersvergadering worden belegd waarin nader wordt ingegaan op de maatregelen ter verbetering van de financiële positie van HVC. Ook onder het volgende agendapunt komt dit aan de orde.

7. Discussienota: HVC van ‘afval naar grondstoffen & energie’

De voorzitter licht de achtergronden van de ontwikkeling van HVC gedurende de laatste jaren toe.

Waar in het kader van een duurzaam afvalbeheer eerst de aandacht lag bij het realiseren en exploiteren van een moderne afvalverbrandingsinstallatie met energieterugwinning komt het accent twintig jaar later te liggen op grondstoffenmanagement. De productie van duurzame energie sluit aan op de CO2-doelstellingen van aandeelhouders. Financiering van de activiteiten van HVC was tot voor kort nooit een issue maar door de financiële crisis is dat veranderd. De solvabiliteitseisen

(12)

4

die aan banken worden gesteld zijn belangrijk aangescherpt, waardoor de voorwaarden voor kredietverlening aan bedrijven eveneens zijn verzwaard. Zo vormt het relatief geringe eigen vermogen van HVC, het gevolg van een keuze voor zo laag mogelijke tarieven, nu een

belemmering om zonder aanvullende maatregelen activiteiten te kunnen financieren. In dat kader licht de voorzitter tevens toe dat het negatief resultaat en het besluit om dit resultaat ten laste te brengen van het eigen vermogen mede geleid heeft tot een terughoudende opstelling van financiers bij herfinanciering.

Ter voorbereiding van te kiezen maatregelen is met de aandeelhouders informeel vooroverleg gevoerd. Er is een bestuurlijke klankbordgroep en een ambtelijke begeleidingsgroep

samengesteld, die veel werk hebben verricht. Het was niet eenvoudig, maar dankzij de bijdragen van de aandeelhouders, kon een eenduidig voorstel worden ontwikkeld. Spreker vraagt de heer Linnekamp als woordvoerder van de klankbordgroep om de procedure en werkwijze toe te lichten.

De heer Linnekamp licht toe dat bij het onderwerp uitvoerig is stilgestaan. Er hebben diverse bijeenkomsten plaatsgevonden. De ontwikkeling naar grondstoffen is relatief nieuw. HVC heeft zich altijd ten dienste van haar aandeelhouders opgesteld. Er is zelfs geopperd dat HVC soms zich te veel laat leiden door de wensen van haar aandeelhouders. De brede discussie die met HVC is gevoerd wordt zeer op prijs gesteld en leidt tot een betere focus. Spreker zegt HVC hiermee te complimenteren.

Als vertegenwoordiger van AIJZ geeft de heer Linnekamp aan dat verwacht mag worden dat voor activiteiten die in het verlengde liggen van de gangbare bedrijfsvoering (de activiteiten genoemd onder type 1.) een grotere financieringsbehoefte ontstaat. Ter voorbereiding op de hiervoor gevraagde garantstelling dient de AVA niet pas te worden geïnformeerd over een voorstel op het moment dat de aandeelhouders voor een vergadering worden uitgenodigd. Spreker zegt dat het wenselijk is een meerjareninvesteringsperspectief voor te leggen, zodat aandeelhouders in een vroeg stadium kunnen anticiperen op eventuele financieringswensen.

De voorzitter zegt de vraag te begrijpen en zegt toe zorg te dragen voor invulling van deze wens.

De heer Linnekamp zegt voorts dat een ander punt van aandacht de investering in de warmtenetten betreft. AIJZ vraagt zich af of alle uitbreidingen op het gebied van warmte-

infrastructuur wel in dezelfde mate aansluiten op de bedrijfsvoering van HVC. Niet is altijd duidelijk of het gaat om zelfstandige netwerken of dat het gaat om aansluitingen op een AVI. Ook de relatief lage rendementen zijn een punt van aandacht. Nu kapitaal schaars wordt, zal hier selectiever naar gekeken moeten worden.

De heer Berenst geeft aan dat de noodzaak van de transitie duidelijk is. Het verschil tussen typen 1. en 4. is helder, maar dat geldt volgens spreker niet voor het verschil tussen typen 2. en 3. Ook vraagt spreker zich af wie uiteindelijk besluit over de typering van een investering. Ten aanzien van dit laatste punt merkt de voorzitter op dat uiteindelijk de AVA een besluit neemt.

De directeur zegt dat type-3-activiteiten relatief kleinschalige projecten betreffen die in het kader van innovatie van belang zijn. Het risicoprofiel daarvan is daarom ook hoger. Type-2-activiteiten betreffen (grootschalige) projecten op het gebied van verduurzaming die niet direct gelinkt zijn aan wettelijke taken. Om die reden is het niet gewenst dat minderheden bij meerderheid van stemmen gedwongen zouden kunnen worden tot betrokkenheid bij een type-2-activiteit. Het is aan elke individuele aandeelhouder om te bepalen of hij betrokken wil zijn bij type-2-investeringen.

De heer Schouffoer zegt blij te zijn met de voorliggende notitie. Het geeft de waterschappen meer ruimte om te beslissen om al dan niet in bepaalde activiteiten te participeren. Spreker zegt graag te zien dat een voorstel om te investeren in een bepaalde activiteit gepaard gaat met een due-

diligence-onderzoek, dan wel een andere vorm van second opinion.

De directeur zegt dat in overleg met de aandeelhouders hieraan een nadere invulling kan worden gegeven. Over het algemeen wordt voor belangrijke investeringsvoorstellen altijd een due- diligence-onderzoek uitgevoerd.

De heer Westenberg zegt dat het CAW instemt met de notitie maar dat er behoefte bestaat om voor de raadsleden van de betrokken gemeenten een werkconferentie te organiseren die hun gelegenheid geeft om aansluiting te houden bij de ontwikkelingen van HVC.

(13)

5

De voorzitter vraagt mevrouw Vos om een en ander met het CAW af te stemmen.

De heer Poppe zegt dat het voorstel zijns inziens een uitbreiding van leningen onder garantstelling inhoudt. Daarnaast is het spreker niet duidelijk welke projecten onder deze garantstelling vallen en wat hiervan de financiële consequenties zijn. Spreker zegt dat de Flevolandse gemeenten beseffen dat collectieve inbreng van alle afvalstromen nodig is en dat ook het inbrengen van deelstromen wenselijk is, immers het niet inbrengen van afvalstromen heeft collectieve gevolgen. De wensen van de individuele gemeenten en die van het collectief kunnen echter uiteen lopen. Spreker zegt dat de Flevolandse gemeenten weliswaar waardering hebben voor hetgeen tot nu toe is bereikt, maar dat het nog te vroeg is om met de notitie zoals deze nu voor ligt in te stemmen. Wel leeft er de wens om op bestuurlijk niveau met HVC van gedachten te wisselen ten aanzien van de activiteiten, benoemd onder type 1. Spreker zegt ten slotte dat de Flevolandse gemeenten vooral ook behoefte hebben aan nadere informatie.

De heer Meindersma zegt dat Almere blij is dat HVC het samen uit, samen thuis-principe nader specificeert door onder meer een indeling in verschillende typen activiteiten. Het onderscheid tussen de typen 1. en 2. is Almere nog niet helemaal duidelijk. Dit zal eerst nader moeten worden uitgewerkt, voordat de gemeente met het voorstel kan instemmen.

Als woordvoerder van de klankbordgroep wijst de heer Linnekamp erop dat de bijeenkomsten van de klankbordgroep juist tot doel hebben om deze discussies te voeren. Spreker zegt de

Flevolandse gemeenten te willen uitnodigen om hieraan ook bestuurlijk deel te nemen.

De heer Rijsdijk geeft aan dat Gevudo zich kan vinden in de voorliggende notitie. Vanuit risicoperspectief is het wel de vraag of de grens van 10 miljoen euro, waarbinnen de raad van commissarissen zelfstandig tot investeringen kan besluiten, niet naar beneden moet worden bijgesteld. Spreker zegt dat dit de aandeelhouders meer comfort kan geven.

De voorzitter zegt dit onderwerp mee te zullen nemen in de verdere uitwerking, maar wijst erop dat er een zekere grens dient te zijn waarbinnen het bestuur zelfstandig kan zorg dragen voor de bedrijfsvoering.

Mevrouw Franken geeft aan dat Hollands Kroon zich eveneens kan vinden in het voorstel.

Afrondend vat de voorzitter als volgt samen.

Naar aanleiding van het voorstel tot kennisneming van de punten 1-5 en instemming met de punten 6 en 7 van de notitie zegt spreker te concluderen dat de vergadering zich in ruime meerderheid achter het voorstel schaart. Op grond van het verzoek van Flevolandse

aandeelhouders zal een nadere definiëring plaatsvinden van type1- activiteiten. Ook zal een meerjareninvesterings- en financieringsplan voor type 1 activiteiten worden toegevoegd. In samenspraak met de klankbordgroep zal het voorstel op deze punten worden uitgewerkt, waarbij naast de financiering van nieuwe activiteiten tevens de herfinanciering van type-1-activiteiten aan de orde komt. Nadat de notitie ten aanzien van deze punten is uitgewerkt en de klankbordgroep daarmee heeft ingestemd, wordt deze ter besluitvorming voorgelegd aan de AVA die dit najaar zal worden gehouden.

8. Masterplan Waterschappen

De voorzitter licht toe dat het masterplan Waterschappen weliswaar ter instemming voorligt, maar dat het op dit moment vooral aan de deelnemende waterschappen is om over de voortzetting van de samenwerking met HVC een besluit te nemen. De heer Schouffoer zegt dat de waterschappen tegen het eind van dit jaar een definitief standpunt zullen innemen. Spreker zegt de samenwerking positief te ervaren. Er is bovendien hoop op een mogelijke uitbreiding van het aantal

waterschappen.

De vergadering stemt met algemene stemmen in met het masterplan waterschappen.

9. Warmtelevering Dordrecht

De voorzitter zegt het voorliggende voorstel voor warmtelevering in Dordrecht te willen aanhouden, ter voorbereiding van besluitvorming over deze investering als type-1-activiteit, dit najaar. In dat kader vraagt spreker naar een voorlopige mening van de aandeelhouders.

De heer Linnekamp vraagt aandacht voor risicobeheersing en de relatief lage rendementen die hiermee zijn gemoeid. De heer Nagengast kan zich in het voorstel vinden. Ook de heer Schouffoer

(14)

6

is positief en geeft aan dat het project in verbinding staat met de RWZI-installatie. Ook de heren Westenberg en Berenst en mevrouw Franken spreken zich positief uit.

De voorzitter constateert dat het voorstel inhoudelijk op breed draagvlak kan rekenen.

Besluitvorming zal plaatsvinden in relatie tot de nader uitgewerkte notitie zoals besproken onder agendapunt 7.

10. Rondvraag en sluiting

De heer Schouffoer vraagt de directeur om een korte notitie over het afstel van de voorgenomen investering in Belwind, waarmee spreker zijn verenigde vergadering kan informeren. De directeur zegt dit toe.

Naar aanleiding van de ontwikkelingen bij HVC zegt de heer Schütt graag meer inzicht te verkrijgen in het krachtenveld waarin HVC zich bevindt. De voorzitter geeft aan dat hierop nader wordt ingegaan in de volgende, meer uitgebreide, contextanalyse die dit najaar zal verschijnen.

De voorzitter licht toe dat de benoemingstermijn van de heer ir. F.G. van Hoek als commissaris vandaag eindigt. Spreker dankt de heer Van Hoek voor zijn jarenlange inzet als lid van de raad van commissarissen. Het is aan de betrokken gemeenten om te komen tot een nieuwe

commissarisbenoeming. Ten slotte dankt de voorzitter de aanwezigen voor hun bijdrage en sluit hij de vergadering.

(15)

Algemene Vergadering van Aandeelhouders

5 juli 2012

(16)

Algemene ontwikkelingen

1. Organisatie 2. Grondstoffen 3. Energie

4. Financiën

(17)

Organisatie (1)

Nieuwe organisatiestructuur

• Nieuwe clustering bestaande activiteiten

• Focus op grondstoffen en energie - Grondstoffen: vermeerderen van

hergebruik

- Energie: produceren groene energie

en verwerken niet-herbruikbare

stoffen

(18)

Organisatie (2)

Nieuwe directiestructuur:

Algemeen directeur: Wim van Lieshout

Strategie: Dion van Steensel

Financiën: Femke Wiersma

Grondstoffen: Nico Mensing

Energie : Chris Kuijten

Staf/P&O: Albrecht Bresters

(19)

Grondstoffen (1)

Doel: - maximaliseren van hergebruik en waardeverhoging grondstoffen - voldoen aan hergebruikdoelstellingen Rijk

Methode: - nieuwe vormen van afvalinzameling en –scheiding: ‘Droog & Herbruikbaar’.

Gefaseerde implementatie:

- proeven ‘Droog & Herbruikbaar’ in Sliedrecht en Noordoostpolder tussenstand: resultaten succesvol

+ klantvriendelijkheid, motivatie burgers, kwaliteit en sorteerbaarheid droge stromen

- systeem afhankelijk van ontwikkeling scheidingstechnieken

→ vervolgproef voor check consistentie resultaten en logistieke optimalisatie

(20)

Grondstoffen (2)

Doelstelling vervolg:

In HVC-verband meerwaarde creëren: maximaliseren hergebruik in combinatie met afbouw verbrandingscapaciteit

Fasen:

→ onderzoek naar te selecteren grondstoffen (realiseren meerwaarde financiën/milieu)

→ onderzoek naar mogelijkheden van scheiding (evt. handpicking) / opwerking en/of (integrale) afzet en

→ onderzoek naar samenwerkingsmogelijkheden met andere publieke partijen

→ AVA december 2012: voorstel aan de hand van businesscase en dekking

van exploitatieverlies AEC’s (na bezuinigingen en invulling restcapaciteit

met importafval.

(21)

Grondstoffen (3)

- Borging continuïteit inzameling en afzet papier, glas en textiel na faillissement VAOP

- Opstelling afvalbeleidsplannen en uitvoeringsplannen voor alle DVO-gemeenten

- Integratie van ondersteunende diensten bij Inzameling

(klantenservice, logistiek, onderhoud)

(22)

Energie

1. Energie uit afval 2. Biomassa

3. Warmte 4. Wind op zee 5. Wind op land 6. Zon

7. Lokale duurzame energiebedrijven

8. Verduurzaming aandeelhouders

(23)

Energie

1. Energie uit afval (1)

Markt verbrandbaar afval: overcapaciteit

→ prijsdruk bedrijfsafval naar niveau importtarieven (EUR 45 – EUR 50/ton)

→ forse daling inkomsten (in 2011 6% verbrandingscapaciteit onbenut;

landelijk 15% onbenut)

(24)

Energie

1. Energie uit afval (2)

Verwerkte tonnen

(25)

Energie

1. Energie uit afval (3)

Energieproductie

(26)

Energie

1. Energie uit afval (4)

Ontwikkeling landelijke

tarieven

(27)

Energie

1. Energie uit afval (5)

Slibverbrandingsinstallatie

Hoeveelheden dalen door maatregelen bij RWZI’s (vergisting/ontwatering)

Aanbod

2010 320.000 ton 2011 302.000 ton Masterplan slib:

samenwerking tussen waterschappen en waterschapsbedrijven kan leiden tot betere afstemming tussen aanbod en

verwerkingscapaciteit

(28)

Energie

1. Energie uit afval (6) Bio-enenergiecentrale E-productie

2011: 213 GWh 2010: 204 GWh 2009: 207 GWh

Bijstoken slibgranulaat voor Hollands Noorderkwartier

Proef bijstoken riet en maaisel van onderhoud (water)wegen

(29)

Energie

2. Biomassa - Vergisten:

Middenmeer en Zwolle (samen met Rova)

Conclusie proefbedrijf: vergisting en gasproductie zijn organische processen die een langer dan verwachte periode van inregelen en uitbalanceren vergen

- Torrefactie:

Topell

Optimalisering productieproces

(30)

Energie

3. Warmte

- Alkmaar

Uitbreiding netwerk volgt woningbouw/-renovatieprogramma - Zaanstad/Heerhugowaard/Langedijk

Operatie en resultaten na overname verlopen naar wens - Warmtenet Dordrecht: voorstel AVA

- Stadsverwarming Purmerend: onderzoeksproject

(31)

Energie

4. Wind op zee

- Belwind (32 MW): aangeboden participatie niet meer voor HVC

beschikbaar door uitoefening van voorkeursrecht door aandeelhouder

- Duitsland: windpark Borkum West II (46 MW; realisatiefase)

- Gemini: Nederlands windpark benoorden Schiermonnikoog (90 MW, projectfase)

Selectie van aannemer (Van Oord) en turbineleverancier (Siemens)

Bankgarantie aan Staat

(32)

Energie

5. Wind op land Gerealiseerd:

- Hollandse Delta (1 turbine; 0,66 MW) - Sortiva (2 turbines; 4,6 MW)

- Burgerveen-Oost (A4/A44) (3 turbines; 3,9 MW) Initiatieven:

- Energiezorg (Afvalzorg/HVC) 2+ turbines, min. 4,6 MW)

- Boekelermeer Alkmaar (2 turbines, 4,6 MW)

(33)

Energie

6. Zon

Nederland: - 40 projecten op agrarische bebouwing

- gemeentelijke projecten in uitvoering, afhankelijk van SDE - Zon in de Kop

Duitsland: benutting daken van twee skihallen

Samenwerking van HVC binnen Horizon Energy bv wordt ontbonden.

(34)

Energie

7. Lokale duurzame energiebedrijven

- Energie Coöperatie Dordrecht (ECD): in oprichting - Demra: voorbereiding besluitvorming

- Flevoland (Deon): afhankelijk van realistische aanpak.

(35)

Energie

8. Verduurzaming aandeelhouders Energieproductie 2011:

844 GWh

- 811 GWh elektrisch - 33 GWh thermisch) Energievisies afgerond

Teruglevering duurzame energie naar aandeelhouders 100%

CO2-credits op basis van aanlevering biomassa en

deelname in HVC

(36)

Financiën

1. Resultaat

2. Analyse verschil resultaat 2010-2011 3. Stand eigen vermogen

4. Schattingswijziging 5. Financiering

6. Meerjarenprognose

7. Bezuinigingen en opbrengstverhogingen

(37)

Financiën

1. Resultaat (1)

-15 -10 -5 0 5 10 15 20

2011 2010 2009 2008 2007 2006 2005 2004 2003

Resultaat na vpb voor dividend (€ mln) Resultaat voor vpb (€ mln) Provisie en dividend (€ mln)

2005 incidentele baten overname Gevudo NV 2006 incidentele baat

aanpassing vpb%

2007 hogere personeelskosten (cao en formatie) en incidentele lasten beëindiging CBL en overnames

2008 structureel resultaat Bio- energiecentrale

2009 prijsdaling energie en reststoffen

2010 overnames en grondverkoop

2011 Schattingswijziging, versnelde afschrijving goodwill

obv annuitaire afschr

obv lineaire afschr

(38)

Financiën

2. Resultaat (2)

Analyse verschil resultaat 2011-2010

- Resultaat vóór belastingen 2010: EUR 8,9 miljoen - Resultaat vóór belastingen 2011: -/- 11,2 miljoen

Verschil: -/- 20 miljoen

Incidentele posten 2011:

- hogere afschrijvingslasten door schattingswijziging (-/- EUR 15,1 miljoen);

- versnelde afschrijving goodwill (-/- 1,5 miljoen);

- hogere opbrengst metaalprijzen (EUR 1 miljoen)

Incidentele posten 2010: EUR 2,5 miljoen

Afname genormaliseerd resultaat 2011 ten opzichte van 2010: EUR 1,9 miljoen

Oorzaken:

- tariefsverlaging aandeelhouders (-/- 1,3 miljoen)

- positief resultaat warmtenetten Zaanstad, Heerhugowaard, Langedijk: (EUR 0,4 miljoen) - (aandeel in) negatief resultaat Horizon Energy bv (-/- 0,8 miljoen)

(39)

Financiën

3. Stand eigen vermogen

(40)

Financiën

4. Schattingswijziging

– NL: ‘richtlijnen voor de jaarverslaggeving’ van de Raad voor de jaarverslaggeving leidend voor keuze afschrijvingsmethode

- HVC vanaf oprichting tot boekjaar 2010: annuïtaire afschrijvingsmethode.

Motivatie: stabiele kapitaallasten, stabiel tarief en aansluiting bij gemeentelijke systematiek.

- Ingang boekjaar 2011: overgang naar lineaire afschrijvingsmethode Reden:

• Aansluiting met de branche, gewijzigde marktomstandigheden en LAP2 Gevolg:

• Tot 2019 hogere kapitaallasten (2011: effect € 12,5 miljoen extra aflopend naar nihil in 2019)

• Over gehele afschrijvingsperiode afschrijvingen gelijk

• Geen invloed kasstromen, alleen boekhoudkundige afschrijving

(41)

Financiën

5. Financiering (1)

Leningenportefeuille gegarandeerd/overig

Leningen (* € 1.000) Aandeel-

houders A

Aandeel-

houders B 31-12-2011 31-12-2010

Gegarandeerde leningen

Langlopende leningen 616.015 55.515 671.530 621.059

Kortlopende leningen - 65.000

Totaal 616.015 55.515 671.530 686.059

gemiddeld rentepercentage 4,15% 4,21%

Niet gegarandeerde leningen 243.528 187.138

gemiddeld rentepercentage 3,91% 3,55%

Totaal leningen (inclusief aflossingsverplichtingen) 915.058 873.197

gemiddeld rentepercentage 4,09% 4,07%

(42)

Financiën

5. Financiering (2)

Proces financiële herstructurering

- Aanleiding: verscherpte eisen financiële sector leiden tot verscherpte eisen financiële positie HVC: solvabiliteit, ratio’s, kostprijs+ (lage marges)

- Juli 2011: melding aan AVA inzake urgentie: voorstel tot ontwikkeling nieuwe financieringsstructuur

- Najaar 2011 - voorjaar 2012: totstandkoming discussienota met klankbordgroep

uit aandeelhouders

(43)

Financiën

5. Financiering (3)

Opstellen Discussienota leidt tot vragen:

- welke financieringsmogelijkheden zijn denkbaar (storten eigen vermogen, gegarandeerde leningen, private financiering, enz.)

- welk type activiteiten komt voor welk type financiering in aanmerking - welk proces van besluitvorming

- welke urgentie

(44)

Financiën

5. Financiering (4)

Uitwerking (1):

- Onderscheid in 4 typen van activiteiten, die in hoofdzaak aansluiten op (a) wettelijke of (b) autonome taken

- Type 1 activiteiten: direct voortvloeiend uit wettelijke taken, schaalgrootte vraagt collectieve uitvoering (domein grondstoffen/energietoepassingen restafval en biomassa/terugwinning fosfaten uit slib)

- Type 2 activiteiten: houden verband met niet-verplichte, autonome keuzes (binnen

het veld duurzame energie bijvoorbeeld wind, geothermie, grootschalig zon)

(45)

Financiën

5. Financiering (4) Uitwerking (2):

Klankbordgroep:

- Er is niet 1 financieringsoplossing. Versterking financierbaarheid HVC kan in plaats van garantstelling ook door storting eigen vermogen. Andere vormen van kapitaalverstrekking leiden veelal tot belangrijk hogere kosten.

- Voor type 1-activiteiten ligt garantstelling voor de hand,

- Substantiële betrokkenheid bij nieuwe type 2-activiteiten die worden voorgelegd ter besluitvorming aan AVA alleen op basis van individuele keuze.

- Beslisboom schetst besluitvormingsproces voor toekomstige investeringen.

(46)

Financiën

5. Financiering (5) Urgentie!

Eisen aan financiers – en eisen van financiers aan HVC - nemen op basis van wet- en regelgeving in hoog tempo toe. Discussienota is daarom fase 1.

Vervolgstappen zijn noodzakelijk.

Beëindiging projecten: ‘Droog & Herbruikbaar’ wordt voortgezet, overige

projecten worden beëindigd tenzij substantiële opbrengst milieu en financiën en

financierbaarheid conform te nemen AVA-besluiten voldoet aan eisen bank.

(47)

Financiën

6. Meerjarenprognose

Gekozen uitgangspunten zijn gericht op verhoging eigen vermogen, solvabiliteit en

debt-service coverage ratio (noodzakelijk voor financierbaarheid en daarmee continuïteit ) Maatregelen:

- vollast door import - bezuinigingen

- opbrengstverhogingen

Realiseren meerjarenperspectief is moeilijke opgave: ontwikkelingen 2012 stemmen niet

tevreden.

(48)

Financiën

7. Bezuinigingen en opbrengstverhogingen

Intensivering van Koers 2015 door extra taakstelling:

- Bezuinigingen (z.s.m. naar EUR 13 miljoen op jaarbasis) - externe kosten

- personeelskosten (inkrimping personele organisatie, ontslagen: sociaal plan) - Opbrengstverhogingen (EUR 6 miljoen)

- bevriezing en gedeeltelijke indexatie tarieven

- elektriciteitslevering baseren op groothandelsprijzen

(49)

Agendapunt 4

(50)
(51)

1

HVC contextanalyse oktober 2012

(52)
(53)

2

Inhoud

Hoofdstuk 1 Inleiding en voornaamste conclusies ... 3 1.1 Inleiding ... 3 1.2 Belangrijkste conclusies... 3 Hoofdstuk 2 Grondstoffen ... 7 2.1 EU-beleid ... 7 2.2 ‘Meer waarde uit afval’ ... 7 2.3 Anders inzamelen ... 9 2.4 Sorteren ... 11 2.5 Grondstoffen uit afvalwater ... 12 2.6 Bodemassen ... 14 2.7 Ontwikkeling grondstoffenmarkt. ... 14 2.8 Ontwikkeling bedrijven ... 15 Hoofdstuk 3 Duurzame energie uit reststromen ... 19 3.1 Afvalenergiecentrales ... 19 3.2 Biomassa ... 25 3.3 Ontwikkeling markt ... 28 Hoofdstuk 4 Duurzame energie uit andere bronnen ... 31 4.1 Beleid en instrumenten ... 31 4.2 Wind ... 32 4.3 Zon-PV ... 34 4.4 Koppelen vraag en aanbod ... 35 4.5 E-mobiliteit ... 36 4.6 Warmte ... 36 4.7 Ontwikkeling energiemarkt. ... 37 4.8 Ontwikkeling bedrijven ... 40 Hoofdstuk 5 Storten ... 41

(54)
(55)

3

Hoofdstuk 1 Inleiding en voornaamste conclusies

1.1 Inleiding

HVC is als nutsbedrijf voor duurzaam afvalbeheer en duurzame energie actief op terreinen die volop in ontwikkeling zijn. In deze contextanalyse worden deze ontwikkelingen beschreven en wordt de positie van HVC binnen die ontwikkelingen geschetst. Hoofdstuk 2 gaat daarbij met name in op de ontwikkeling op het gebied van grondstoffen. Hoofdstuk 3 en 4 gaan in op de energieproductie uit reststromen resp. andere duurzame bronnen. In hoofdstuk 5 worden de ontwikkelingen op het gebied van storten beschreven.

1.2 Belangrijkste conclusies

In deze paragraaf staan de belangrijkste conclusies op basis van beschouwing in de hoofdstukken 2 t/m 5.

Grondstoffen

Grondstofdenken huishoudelijk afval.

• Het terugwinnen van grondstoffen uit reststromen is een speerpunt van nationaal en internationaal beleid. Met 1 – 1,5 miljoen ton meer hergebruik moet het huishoudelijk afval een belangrijke bijdrage leveren aan de aangescherpte landelijke doelstelling.

• Om 60 - 65% materiaalhergebruik uit huishoudelijk afval te realiseren is een andere wijze van inzamelen noodzakelijk. Het concept van de grondstoffenbak (‘Droog en herbruikbaar’) kan een belangrijke bijdrage aan het realiseren van deze doelstellingen leveren.

• Inzamelen door middel van een grondstoffenbak en het verwerken van het gescheiden ingezamelde kunststof verpakkingsmateriaal maakt uitbreiding van de huidige

sorteercapaciteit in Nederland noodzakelijk.

• Vanuit haar positie op het gebied van integraal afvalbeheer biedt HVC door het bundelen van stromen meerwaarde voor haar aandeelhouders op het gebied van het sorteren en

vermarkten van deelstromen

• Het sorteren en vermarkten van mengstromen vereist specifieke deskundigheid en voldoende schaalgrootte waardoor samenwerking van HVC met derden op dit terrein gewenst is.

• Het voornemen tot afschaffen van statiegeld voor PET-flessen leidt op termijn tot een veranderende samenstelling voor het ingezamelde kunststofverpakkingsafval. De toename van de hoeveelheid PET in dit verpakkingsafval leidt tot verhoogde opbrengsten.

Grondstoffen uit reststromen

• De noodzaak voor het terugwinnen van fosfaat uit reststromen wordt breed erkend. De door HVC/SNB/Ecophos ontwikkelde natte extractie-route wint een groot deel van het fosfaat uit de verbrandingsassen van zuiveringsslib terug en levert een hoogwaardige meststof op.

• Om AVI-bodemassen in de toekomst zonder beperkingen toe te kunnen passen, moet de kwaliteit van de bodemassen worden verbeterd. Het reinigingsproces van HVC en Boskalis Dolman leidt zowel tot het terugwinnen van extra ferro en non-ferro als tot een vrij toepasbare bouwstof.

(56)

4

• De (secundaire) grondstoffenmarkt is een internationale markt waarbij o.a. economische ontwikkeling, schaarste en overheidsmaatregelen een rol in de prijsontwikkeling spelen. Dit maakt deze markt onvoorspelbaar.

Inzamelen

• Bij de grote inzamelbedrijven voor huishoudelijke restafval in Nederland blijft Van

Gansewinkel (met een nog steeds toenemend aandeel) markleider. Het aandeel van Sita in deze markt is al jaren dalend.

• Tegenover verschuivingen in de inzamelmarkt op basis van een concurrentie op prijs is een tendens om het inbesteden van inzamelactiviteiten binnen gemeenschappelijke regelingen onder te brengen.

Duurzame energie uit reststromen Afvalenergiecentrales

• Het aandeel duurzame energie dat door AEC’s in Nederland wordt geleverd neemt nog steeds toe en bedroeg in 2011 ca. 15% van de totale duurzame energieproductie.

• Door het bereiken van de maximale verwerkingscapaciteit, de economische ontwikkelingen en een toename van materiaalhergebruik, is er in Nederland een overschot aan capaciteit bij de AEC’s. In 2011 is een groot deel van dit overschot ingevuld door de import van brandbaar restafval en (incidenteel) het verbranden van brandbaar afval afkomstig van stortplaatsen.

• In diverse Europese landen wordt in strijd met het EU-beleid nog veel huishoudelijk afval gestort. In combinatie met stortbelastingen biedt dit perspectief om dit afval te importeren om de capaciteit van de Nederlandse AEC’s beter te benutten.

Martkontwikkelingen

• De overcapaciteit op de verbrandingsmarkt leidt tot een verdergaande reductie van de gemiddelde verwerkingstarieven voor het verbranden van (huishoudelijk) restafval.

• Deze verlaagde verwerkingstarieven leiden tot lagere inkomsten voor AEC’s waardoor de rentabiliteit van de verbrandingsinstallaties wordt verminderd.

• Na een periode van grote verschuivingen in de afgelopen jaren, is de verwachte rust op de markt nog niet weergekeerd. Vooruitlopend op over enkele jaren aflopende contracten worden op dit moment contracten verlengd c.q. aanbestedingen gedaan om op deze wijze te profiteren van de huidige lage markttarieven.

Overige biomassastromen

• Er is sprake van een geleidelijke vermindering in het aanbod van zuiveringsslib. Daarnaast is een aantal installaties (m.n. thermische drooginstallaties) afgeschreven. Deze ontwikkelingen kunnen worden opgevangen door het optimaal inzetten van de bestaande

verwerkingsinstallaties. Daarvoor is het maken van afspraken tussen alle betrokken partijen (waterschappen, verwerkers) noodzakelijk.

• De bouw van een grootschalige BEC in Delfzijl veroorzaakt een toenemende druk op de markt voor b-hout t.b.v. energieopwekking.

• Door het vergisten speelt gft een toenemende rol bij de productie van duurzame energie uit biomassa. Door (o.a.) financiële en technische belemmeringen blijft de productie van energie uit gft achter bij de door de sector in 2010 uitgesproken ambities.

(57)

5 Duurzame energie uit overige bronnen

SDE+

• Het belangrijkste instrument voor de Rijksoverheid om duurzame energieproductie te stimuleren is de SDE+. Met als alternatief een leveranciersverplichting is de toekomst van dit instrument onzeker.

• Met name door een aantal omvangrijke warmteprojecten, was de SDE+ in 2012 in fase 1 al overtekend.

Wind en zon

• De ontwikkeling van wind op land stagneert. Maatschappelijke weerstand en (daardoor) een meer terughoudend beleid van met name provincies, belemmert de ontwikkeling van nieuwe kleine en middelgrote projecten.

• Zonder aanvullende stimulering wordt de rijksambitie van wind op zee niet gehaald.

• Door de sterke kostprijsverlaging van zon-pv, stijgt de toepassing van zon-pv sterk. Omdat de op deze wijze geproduceerde elektriciteit voor kleinverbruikerstoepassingen goedkoper is dan ingekochte elektriciteit, is subsidie niet meer nodig.

Prijsontwikkeling warmte en elektriciteit

• Door de economische ontwikkelingen is er op dit moment een overschot aan (productiecapaciteit voor) elektriciteit. Voorgenomen aanzienlijke nieuwbouw van productiecapaciteit zal deze overcapaciteit verder doen toenemen. De verkoopprijs van elektriciteit zal de komende jaren naar verwachting beslist niet stijgen.

• Via het ‘Niet Meer Dan anders-principe’ is de ontwikkeling van de gasprijs van belang voor de opbrengst van door HVC geleverde warmte. Door de aanpassing in de opbouw van de

energiebelasting voor aardgas nemen de opbrengsten van warmtelevering aan bedrijven voor HVC licht toe.

Storten

• De hoeveelheid afval die in Nederland wordt gestort neemt steeds verder af en bedraagt in 2011 ca. 2% van de totale hoeveelheid afval.

• Het vervallen van de stortbelasting noodzaakt de door de minister toegezegde verscherpte handhaving van stortverboden om te voorkomen dat er alsnog afval, dat op een andere wijze (b.v hergebruik, AEC) verwerkt moet worden, op de stortplaatsen terecht komt.

• Het gecontroleerd sturen van afbraakprocessen in stortplaatsen (‘Duurzaam storten’), kan de noodzaak voor eeuwig durende nazorg, inclusief de daarbij behorende financiële reservering, voorkomen.

(58)

6

(59)

7

Hoofdstuk 2 Grondstoffen

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het nationale en internationale beleid gericht op het zuiniger omgaan met grondstoffen. Om meer reststromen geschikt te maken voor materiaalhergebruik is een andere wijze van inzamelen en een aanvulling op de sorteercapaciteit noodzakelijk. De

ontwikkelingen op dit punt worden beschreven waarbij specifiek aandacht wordt besteed aan de

‘statiegelddiscussie’. Voor de grondstoffen uit afvalwater speelt met name fosfaat een belangrijke rol terwijl bij de bodemassen een kwaliteitsverbetering nodig is om op lange termijn en goede afzet te garanderen. De ontwikkelingen van de secundaire grondstoffenmarkt worden globaal beschreven.

Tenslotte wordt in dit hoofdstuk ingegaan op de belangrijkste ontwikkelingen bij de bedrijven die actief zijn op het gebied van inzamelen en recyclen.

2.1 EU-beleid

Het efficiënt omgaan met natuurlijke grondstoffen is één van de speerpunten van het EU-beleid (‘Flagship Initiatives’) en dient o.a. de volgende doelen:

• Verzekeren beschikbaarheid van schaarse grondstoffen (w.o. verminderde afhankelijkheid export van deze schaarse grondstoffen uit beperkt aantal landen die deze export beperken met het oog op eigen gebruik of als politiek drukmiddel).

• Verminderen negatieve milieu-effecten door het winnen van grondstoffen;

• Stimuleren economische ontwikkeling.

Het verhogen van het percentage recycling speelt een belangrijke bij het realiseren van de EU- ambities. Dit leidt immers tot een verminderde vraag naar primaire grondstoffen, een verhoogd hergebruik van grondstoffen die anders ‘verspild’ zouden worden en een verminderd energiegebruik door het winnen en bewerken van primaire grondstoffen.

2.2 ‘Meer waarde uit afval’

Op 25 augustus 2011 heeft staatssecretaris Atsma zijn beleidsbrief ‘Meer waarde uit afval’ aan de leden van de Tweede Kamer gestuurd. In deze brief heeft Atsma aangegeven het percentage

recycling voor afval te willen verhogen van 80 naar 83%. Deze ambitie moet worden gerealiseerd o.a.

door een aanzienlijke verhoging van het percentage recycling voor huishoudelijk afval. Uit de samenstellingsgegevens van huishoudelijk (rest)afval (fig. 1) blijkt dat er ondanks de gescheiden inzameling van diverse deelstromen, nog steeds aanzienlijke hoeveelheden herbruikbare

componenten (gft, papier/karton, kunststoffen, glas, ferro en non-ferro, textiel) in het huishoudelijk restafval aanwezig zijn. Recycling van huishoudelijk afval ligt al jaren rond de 50%. De ambitie is om het percentage materiaalhergebruik te verhogen tot 60-65% in 2015.

(60)

8 Figuur 1. Samenstelling huishoudelijk restafval 20111. Advies werkgroep

De staatssecretaris van Milieu heeft de afvalbranche gevraagd een advies uit te brengen over de wijze waarop deze forse toename van recycling van huishoudelijk afval kan worden gerealiseerd.

Hiervoor is een brede werkgroep opgericht met vertegenwoordigers van gemeenten, regionale publieke afvalbedrijven, grote private afvalbedrijven en de representanten van twee

brancheorganisaties en ondersteund door Agentschap NL. Het advies van deze werkgroep ‘Hoe kunnen we 2/3 van het huishoudelijk afval recyclen’ is op 24 mei 2012 aan staatssecretaris Atsma aangeboden.

De werkgroep constateert dat er een trendbreuk nodig is om de doelstellingen te realiseren (fig. 2);

optimalisatie van de huidige wijze van gescheiden inzameling zal slechts tot een beperkte toename van het percentage hergebruik leiden. Daarom adviseert de werkgroep om naast goede

communicatie en het leren van elkaars best-practices te komen tot afrekenbare doelstellingen voor zowel gemeenten als voor het bedrijfsleven. Voor gemeenten kunnen hierbij restafvaldoelstellingen per gemeenten (met differentiatie naar hoogbouwpercentages) worden geformuleerd. Voor het bedrijfsleven gaat het om het vaststellen van scherpe(re) hergebruiksdoelstellingen. De werkgroep geeft aan dat de wijze van financiering van recycling een politieke keuze is maar adviseert om de financiering van het sluiten van materiaalketens die op dit moment nog niet rendabel zijn, via producentenverantwoordelijkheid te dekken.

1Samenstelling huishoudelijk restafval, resultaten sorteeranalyses 2011. Agentschap NL , februari 2012

(61)

9

Figuur 2. Noodzakelijk trendbreuk om 65% materiaalhergebruik te realiseren.

2.3 Anders inzamelen

Veel Nederlandse gemeentes gaan over tot een andere wijze van inzamelen. De twee belangrijkste argumenten om anders in te zamelen zijn:

• Het verhogen van het percentage hergebruik van het huishoudelijk afval;

• Het verlagen van de kosten door het verminderen van de hoeveelheid huishoudelijk restafval dat naar AEC’s moet worden afgevoerd.

Ontwikkelingen HVC

HVC is volop bezig door een andere inzameling een groter percentage materiaalhergebruik uit huishoudelijk afval te realiseren. HVC initiatieven op dit punt zijn o.a.

• verbeterde voorlichting en communicatie inclusief het voor onze aandeelhouders via Extranet beschikbaar stellen van voorbeeld-voorlichtingsmateriaal;

• samenwerken met kringloopbedrijven met als gevolg meer product- en materiaalhergebruik;

• verbetering van de dienstverlening via afvalbrengstations waardoor meer deelstromen uit het (grof) huishoudelijk afval gescheiden worden aangeleverd;

• Op basis van het principe van maximaal 3 bakken aan huis via een grondstofbak (‘Droog en herbruikbaar’) de burger makkelijk maken om herbruikbare deelstromen aan te leveren. De gemengde fractie droog en herbruikbaar wordt via nascheiding omgezet in voor

hoogwaardig hergebruik geschikte monostromen.

Ontwikkelingen elders in Nederland

Aan het op een andere wijze inzamelen wordt op een aantal verschillende manieren invulling gegeven:

• Door Van Gansewinkel wordt in de gemeente Krimpen aan den IJssel onder de naam

‘basisbak’ een vergelijkbare methode als ‘Droog en herbruikbaar’ onderzocht. Ook hierbij is sprake van het gecombineerd inzamelen van droge componenten gevolgd door nascheiding.

0 100 200 300 400 500 600

1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011* 2012 2013 2014 2015

Kilogram per inwoner

Huishoudelijk afval in Nederland

Totaal huishoudelijk afval Gescheiden afval

32%

50%

65%

(62)

10

• Bij omgekeerd inzamelen worden de herbruikbare deelstromen bij de burger aan huis ingezameld. Het restafval moet door de burgers worden weggebracht naar (vaak ondergrondse) verzamelcontainers. Voorbeelden van gemeenten waar deze wijze van inzamelen wordt geïmplementeerd zijn o.a. Utrecht (wijk Lunetten), Zwolle

(gemeentebreed), Steenwijkerland en Arnhem.

• Het ‘Afval loont’- concept waarbij burgers een financiële vergoeding krijgen voor de ingeleverde deelstromen. Dit systeem wordt hieronder nader toegelicht.

• Bij diftar-systemen betaalt de burger afhankelijk van het daadwerkelijk aanbieden van afval (hoeveelheid, frequentie). Door waardevolle grondstoffen (b.v. gft) goedkoper (soms gratis) in te zamelen t.o.v. het huishoudelijk restafval, wordt een betere afvalscheiding gerealiseerd.

Diftar wordt al op grote schaal in met name zuid en oost Nederland toegepast. Ruim een derde deel van de Nederlandse gemeentes heeft een vorm van diftar2 waarbij dit aantal geleidelijk toeneemt.

• Een combinatie van systemen waarbij b.v. omgekeerd inzamelen wordt aangevuld met een diftar-systeem.

‘Afval loont’

Een bijzondere vorm van anders inzamelen is het concept ‘Afval loont’ dat als pilot project is uitgevoerd in de gemeente Pijnacker-Nootdorp. De kern van dit concept is dat de burgers een financiële vergoeding krijgen voor de bij één van de Ryck-filialen ingeleverde deelstromen oud papier en karton, kunststofverpakkingen, textiel en kleine elektrische apparaten. De pilot is gestart op 17 september 2011 en het evaluatierapport van deze pilot is in juli 2012 gepubliceerd.

De pilot wordt tot 1 januari 2013 voortgezet in de gemeenten Pijnacker-Nootdorp terwijl besluitvorming, inclusief de daarbij behorende verhoging van de afvalstoffenheffing, binnen de gemeente wordt voorbereid om de uitvoering met 3 jaar te verlengen. Er zijn nog geen andere gemeenten bekend die tot invoering van dit concept over zullen gaan.

Op basis van de eindrapportage van deze pilot verwacht HVC geen grootschalige implementatie van dit concept omdat

• dit leidt tot een hogere afvalstoffenheffing (€ 15,- per huishouden);

• het serviceniveau voor de waardevolle componenten te laag is omdat de burgers juist deze stromen moeten wegbrengen;

• huishoudens die door preventie minder waardevolle stromen als afval produceren minder in de gelegenheid zijn om een verhoogde afvalstoffenheffing terug te verdienen;

• met dit systeem de hergebruiksdoelstellingen voor huishoudelijk afval niet worden gehaald.

Raamovereenkomst verpakkingen

Op 5 maart 2012 heeft staatssecretaris Atsma een brief naar de Tweede Kamer gestuurd waarin hij de toekomst van het inzamelen en hergebruik van verpakkingen heeft geschetst. Als bijlage bij deze brief was het Onderhandelakkoord als vervolg op de Raamovereenkomst verpakkingen bijgevoegd. In dit onderhandelakkoord waren afspraken met betrekking tot hergebruik en inzameling van afval afkomstig van verpakkingen vastgelegd. Dit betrof o.a. afspraken op het gebied van bekostiging, het

2 Afvalstoffenheffing 2012. Agentschap NL ( september 2012)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De *stukken liggen vanaf 22 oktober tot 3 november 2009 in de fractiekamer ter

03-16 Voorstel betreft: ontslag op eigen verzoek en benoeming (burger) commissielid fractie GroenLinks7. 03-17 Voorstel betreft: ontslag op eigen verzoek en benoeming (burger)

Voorstel tot besluit: De algemene vergadering verleent kwijting aan de commissaris van de vennoot- schap “NEIF MONTOYER BV” voor de uitoefening van zijn mandaat gedurende het

als de Vennootschap een gewijzigde agenda heeft bekendgemaakt die één of meer nieuwe voorstellen tot besluiten bevat over onderwerpen die oorspronkelijk opgenomen waren in de

Door gebiedsspecifiek beleid voor het omgaan met deze grond vast te stellen, mag hierop een uitzondering worden gemaakt met als voorwaarde dat dit geen risico voor de

Voor te stellen aan de raad, via de commissie Zorg en Welzijn, de nota "Zorgeloos (op)groeien in Midden-Drenthe" vast te stellen.. Besluit Commissie Zorg en Welzijn De

Om aan de toepassing van artikel 344, § 2 WIB 1992 te ontsnappen, zou de heer Dupont de aandelen van een bestaande SPF van een derde kunnen aankopen. Die rechtshandeling valt

 Ondanks de verbetermogelijkheden die wij bij de Regio Twente signaleren en wij in deze management letter onder uw aandacht brengen, concluderen wij op basis van de door