• No results found

Beleid en instrumenten

In document uw kenmerk : uw brief van : (pagina 81-85)

Huishoudelijk afval in Nederland

Hoofdstuk 4 Duurzame energie uit andere bronnen

4.1 Beleid en instrumenten

Het kabinet wil daarnaast dat in 2020 14%24 van de Nederlandse energiebehoefte afkomstig is uit hernieuwbare bronnen, zoals wind of biomassa. In 2011 bedroeg de bijdrage vanuit duurzame bronnen aan de Nederlandse energievoorziening 4,3%. De haalbaarheid van de doelstelling wordt gelet op deze stand van zaken steeds meer betwijfeld25.

De huidige lage CO2-prijs in de CO2-emissiehandel betekent dat dit instrument op dit moment (vrijwel) geen rol van betekenis speelt om de inzet van fossiele brandstoffen te ontmoedigen. De mogelijke (afhankelijk van de kabinetsformatie) invoer van een ‘kolentax’ is een aanvullend instrument om de inzet van steenkool te ontmoedigen. Daarnaast onderzoekt het kabinet de mogelijke invoer van een leveranciersverplichting,

Stimuleringsregeling duurzame energie (SDE+)

De SDE+ regeling is het instrument dat de Rijksoverheid inzet om de productie van duurzame energie te stimuleren. Evenals in 2011 is de SDE+ regeling in 2012 gefaseerd opengesteld met een maximum totaal budget van € 1,7 miljard. Per fase wordt een toenemend subsidiebedrag per eenheid

duurzaam geproduceerde energie beschikbaar gesteld. Op deze wijze worden aanvragen die minder subsidie aanvragen eerder beloond. Een belangrijke verandering t.o.v. voorgaande jaren was de toevoeging van duurzame warmte als categorie.

Vanwege het maximaal beschikbare budget hebben aanvragen die ingediend worden in een eerdere fase een grotere kans op toekenning dan aanvragen in een latere fase. Het grootste deel van de zon-pv en hernieuwbare warmte én WKK is ingediend in de eerste fase. Wind op land en mest co-vergisting is vooral ingediend in fase 2. Op 17 september j.l. (zie bijlage 1) was er voor ruim € 3,8 miljard aan SDE+ subsidie aangevraagd. Daarmee is ruim 2 maal zoveel budget aangevraagd als er totaal beschikbaar is. Er is veel subsidie aangevraagd voor budget voor geothermie projecten, thermische conversie van biomassa en groen gas productie m.b.v. mestcovergisting. Het aantal aanvragen was het grootste (73%) voor zon-pv (alleen grootverbruiker aansluitingen) maar met minder dan 1% is het beslag op het totaal aangevraagde budget erg gering.

Toekomst SDE+

Via de huidige SDE+ regeling wordt duurzame energieproductie met de laagste meerkosten t.o.v.

fossiel gestimuleerd. De hiervoor benodigde middelen worden op dit moment nog uit de rijksbegroting gefinancierd maar m.i.v. 1 januari 2013 zal dat (tevens) via een opslag op de energierekening plaats vinden. Een andere manier om de productie van duurzame energie te

24het regeerakkoord VVD – PvdA ‘Bruggen slaan’ van 29 oktober 2012 heeft deze ambitie naar boven bijgesteld tot 16%.

25Zie bijvoorbeeldhet Planbureau voor de Leefomgeving;

http://www.pbl.nl/nieuws/nieuwsberichten/2012/hernieuwbare-energie-nederland-mist-doelstelling-2020-ondanks-sterke-groei

32

stimuleren is door een zgn. leveranciersverplichting met een (jaarlijks) oplopende verplichting voor het aandeel duurzame energie. In het regeerakkoord VVD – PvdA ‘Bruggen slaan’ van 29 oktober 2012 wordt aangegeven dat wordt ingezet op een optimale mix ingezet van subsidies (SDE+) en mogelijk ook de leveranciersverplichting en bijmengverplichtingen. In verband met de verhoogde ambities worden de uitgaven SDE+ verhoogd en komen er middelen beschikbaar voor het stimuleren van bij- en meestook van biomassa in kolen- en gascentrales.

HVC en SDE+

HVC heeft in 2012 subsidieverzoeken voor de SDE+ ingediend voor de volgende projecten:

• in de categorie ‘Afvalverbranding Uitbreiding Warmte’ voor 20 MWth vanuit AVI Alkmaar.

Deze aanvraag is gehonoreerd.

• In de categorie ‘geothermie’ 39 MWth voor het project Geothermie Westland. De

beschikking op deze aanvraag wordt meegenomen in de besluitvorming over de uitvoering van dit project.

• In de categorie ‘wind op land’ is in fase 2 voor Windpark Nauerna (2x windturbine 3 MW).

Deze aanvraag is nog in procedure.

4.2 Wind

Na de inzet van biomassa is windenergie de meest kosteneffectieve wijze om op grote schaal duurzame energie te produceren. In 2011 leverde windenergie ruim 18% van de totale hoeveelheid duurzaam geproduceerde energie in Nederland. Doordat de kostprijs van windenergie hoger ligt dan de kostprijs van uit fossiele brandstoffen geproduceerd elektriciteit, zijn subsidies nog nodig voor de realisatie van nieuw vermogen. .

4.2.1 Wind op land

De Rijksoverheid heeft als ambitie om in 2020 6.000 MW windvermogen op land te hebben gerealiseerd. De groei van wind op land is de afgelopen jaren echter vrij gering waardoor eht geïnstalleerd vermogen al een paar jaar iets meer dan 2.000 MW bedraagt. Door meerdere

provincies (o.a. Noord-Holland, Friesland en Flevoland) zijn de plaatsingsmogelijkheden voor nieuwe windturbines sterk beperkt. Een belangrijk uitgangspunt voor deze provincies is het saneren van bestaande kleinschalige windparken en het vervangen daarvan door een beperkt aantal

grootschalige parken.

Om de doorgroei naar 6000 MW windenergie op land mogelijk te maken, wil het Rijk ruimte bieden voor grootschalige windparken van meer dan 100 MW. Het Rijk is voor dergelijke grootschalige windparken verantwoordelijk voor de coördinatie van de vergunningverlening en de ruimtelijke inpassing via de zogenoemde Rijkscoördinatieregeling (RCR). Vanwege de impact op het landschap en de leefomgeving wil het Rijk grootschalige windparken concentreren in een beperkt aantal, hiervoor geschikte, gebieden (fig. 11). Een groot deel van deze zoekgebieden liggen in provincies die erg terughoudend zijn in het bieden van ruimte voor nieuwe windenergieprojecten. De door het Rijk op te stellen Structuurvisie Windenergie op Land is bedoeld om duidelijkheid te bieden aan burgers en marktpartijen over de gebieden die het Rijk geschikt vindt voor grootschalige windenergie en onder welke ruimtelijke randvoorwaarden. De structuurvisie is hiermee tevens een ruimtelijk

toetsingskader voor initiatieven voor grootschalige windparken. De kennisgeving van het voornemen

33

om een Structuurvisie Windenergie op Land op te stellen is op 14 september 2012 verschenen in de Staatscourant.

Figuur 11. Gebieden in Nederland die volgens het Rijk in aanmerking komen voor de realisatie van grootschalige windparken.

HVC en wind op land

HVC heeft 3 projecten wind op land gerealiseerd met een totaal vermogen van ruim 9 MW. Een verdubbeling van dit opgestelde vermogen wordt voorzien door realisatie van 2 turbines in de Boekelermeer en 2 turbines samen met Afvalzorg op een stortlocatie van Afvalzorg.

34 4.2.2 Wind op zee

De kostprijs voor wind op zee is aanzienlijk hoger26 dan de kostprijs van wind op land. Het

uitgangspunt van de huidige subsidieregeling (SDE+) is dat er zoveel mogelijk duurzame energie moet worden geproduceerd tegen zo laag mogelijke kosten. Het subsidiebedrag in de vrije categorie in de SDE+ regeling is zo laag, dat daarmee geen nieuwe wind op zee projecten rendabel kunnen worden gerealiseerd. Nadat de huidige plannen zijn gerealiseerd, waaronder het plan-Gemini waarin HVC participeert, heeft Nederland rond 2020 957 megawatt aan windenergie op zee, aanzienlijk lager dan de oorspronkelijke planning van 6.000 MW.

In de nog op te stellen Structuurvisie Windenergiegebieden op Zee gaat het Rijk binnen de

zoekgebieden op de Noordzee (vastgelegd in het Nationaal Waterplan), te weten “Hollandse Kust”

en “Ten Noorden van de Waddeneilanden”, specifieke gebieden voor windenergie op zee aanwijzen.

Evenals bij wind op land streeft het Rijk ook hier naar concentratie van windenergie in een beperkt aantal daarvoor geschikte gebieden.

Op basis van de ontwikkelingen op het gebied van financiering en/of ruimtelijke ontwikkeling worden op korte termijn geen nieuwe wind op zee projecten verwacht. Mede daardoor zal de

oorspronkelijke ambitie van 6.000 MW op zee in 2020 waarschijnlijk niet worden gerealiseerd.

HVC en wind op zee

HVC participeert in twee wind op zee projecten nl. in Duitsland in windpark Borkum West II (46 MW;

realisatiefase) en in Nederland in windpark Gemini (ten noorden van Schiermonnikoog, 90 MW, projectfase). Binnen het huidige Nederlandse subsidieregime worden geen nieuwe wind op zee projecten met eventuele mogelijkheden voor HVC-participatie voorzien.

4.3 Zon-PV

De grote vraag naar zonnepanelen, veroorzaakt door gunstige subsidieregelingen in o.a. Duitsland, heeft geleid tot een sterke verhoging van de industriële massaproductie van panelen met name in China. Mede hierdoor is de prijs voor zonnepanelen de laatste jaren sterk gedaald (fig. 12). Deze daling zet nog steeds door; in Nederland zijn de kosten voor pv-panelen sinds april 2012 met 25%

gedaald27. De kWh-prijs voor de door deze panelen geproduceerde elektriciteit is hiermee gedaald tot onder de consumentenprijs. Hierdoor is de zgn. grid parity bereikt. Gecombineerd met de

wettelijk verplichting voor leveranciers om te salderen28 en de (tijdelijke) subsidieregeling leidt dit tot terugverdientijden voor zon-pv systemen van minder dan 10 jaar.

26het regeerakkoord VVD – PvdA ‘Bruggen slaan’ van 29 oktober 2012 zet in op het stimuleren van innovatie om deze kostprijs versneld om laag te brengen.

27http://www.zonnestroomnl.nl/

28Salderen is het gegeven dat aan het elektriciteitsnet teruggeleverde zonnestroom mag worden verrekend met uit het net geïmporteerde stroom. Wie b.v. 2800 kWh stroom afneemt van het energiebedrijf en zelf met zonnepanelen 1000 kWh opwekt en teruglevert aan het energiebedrijf, hoeft slechts voor 1800 kWh afgenomen stroom te betalen.

35 Figuur 12. Prijsontwikkeling zonnepanelen

Voor grootschalige toepassingen wordt de elektriciteit tegen ‘marktprijs’ verkocht. Deze marktprijs is aanzienlijk lager dan het consumententarief waardoor de (bruto) kostprijs op dit moment nog hoger is dan de opbrengst. Door gebruik te maken van voor het bedrijfsleven toegankelijke financiële instrumenten zoals EIA en Vamil, zijn mogelijk ook grootschalige projecten rendabel te realiseren.

HVC en zon-pv

HVC heeft via een samenwerkingsverband met Horizon Energy bv geïnvesteerd in 40 projecten op agrarische bebouwing in Nederland. HVC investeert in zon-pv, b.v. op daken van aandeelhouders, op basis van reguliere uitgangspunten m.b.t. rentabiliteit. Voor toepassingen bij particulieren, b.v. het project zon in de kop, ondersteunt HVC initiatiefnemers door het (tegen kostprijs) beschikbaar stellen van menskracht/faciliteiten.

In document uw kenmerk : uw brief van : (pagina 81-85)