• No results found

Technische Due Diligence naar het warmtenetwerk van

In document uw kenmerk : uw brief van : (pagina 175-191)

StadsVerwarming Purmerend B.V. (SVP)

R.v.d.Starre Oktober 2012

2

Inhoudsopgave.

Hoofdstuk bladzijde

0. Inleiding 3

1. Technische gegevens Warmtenet 4

2. Onderzoeken naar de staat van het warmtenet 5

3. Belangrijkste conclusies uit de onderzoeken naar het warmtedistributienet 6

3.1 Onderhoud 8

4. Kwaliteitsmaatregelen door SVP, ter verbetering van de warmte infrastructuur 9

4.1 Slimnet 11

4.2 Onderhoud 13

5. Nog te nemen kwaliteitsmaatregelen 14

6. Conclusies 15

3

0. Inleiding

HVC is in gesprek met de gemeente Purmerend om een belang van 51% te nemen in SVP. Om deze reden heeft HVC behoefte aan inzicht in de technische staat van het warmtenet van SVP.

Het is HVC bekend dat SVP een slechte reputatie heeft gehad, met name op het punt van de technische staat van het warmtenet. Naarmate mensen op een wat grotere afstand tot SVP staan

‘achtervolgd’ deze reputatie, van een onbeheersbare technische staat van het leidingnet, SVP nog steeds.

Dit rapport heeft de volgende opbouw:

1. Technische gegevens van het Warmtenet;

2. Welke onderzoeken zijn er in het verleden gedaan naar de technische staat van het warmtenetwerk van SVP;

3. De belangrijkste conclusies uit de onderzoeken naar de technische staat van de het warmtenetwerk van SVP;

4. Welke maatregelen zijn er op basis daarvan in het (recente) verleden genomen en wat zijn daar de resultaten van;

5. Welke maatregelen is SVP nog voornemens te nemen en welk resultaat moeten deze investeringen opleveren, welke investeringen zijn daarvoor opgenomen in de businesscase waarvan dit rapport onderdeel is;

6. De conclusie die we als HVC verbinden aan het voorgaande.

Het rapport gaat alleen over het warmtenetwerk van SVP. De warmte productie installaties zijn eigendom van Nuon Power Generation en maken geen deel uit van dit rapport.

4 1. Technische gegevens warmtenet.

De warmte voor het warmtenet van SVP wordt geproduceerd vanuit een STEG voorzien van

warmtebuffers en een hulpwarmtecentrale (HWC) Deze (warmte-) productiemiddelen zijn eigendom en in beheer van Nuon Power Generation (NPG) .

Het warmtedistributienet van SVP levert warmte in de vorm van heet stadsverwarmingwater.

Dit water wordt gebruikt voor de centrale verwarming bij klanten en eventueel voor het verwarmen van het warme tapwater. De warmte wordt direct getransporteerd door het warmtenet. Het warmtenet bestaat uit:

• Een Primair net, het net tussen de productiemiddelen en de onderstations;

• Een secundair net vanaf de onderstations naar de woningen.

Het secundaire net voorziet de aansluitingen naar klanten d.m.v. een afleverset/-installatie die de binneninstallatie van warmte voorziet. In de afleverset-/installatie is de warmtemeter ondergebracht en indien warm tapwater wordt geleverd is een warmtewisselaar in de set opgenomen.

Hieronder de belangrijkste gegeven van het warmtenet:

• De totale lengte van het warmtenet bedraagt 548 km, gelijk aan 249 km tracé. Tracé is het samenstel van de aanvoer- en retourleiding;

• De totale waterinhoud van het warmtenet bedraagt 7860 m3 en 4 x 4.000m3 (buffers);

• Totaal aantal aansluitingen ultimo 2012 bedraagt 25.459;

• In de woning geplaatste warmteafleversets in eigendom van SVP : 7.100;

• In de woning geplaatste warmteafleversets in particulier bezit : 18.030;

• Aantal onderstations: 140. Waarvan 58 inpandig, 75 uitpandig en 7 ondergronds;

• Aantal grootverbruik aansluitingen : 46.

5

2. Onderzoeken naar de technische staat van het warmtenet.

In het verleden zijn twee onderzoeken uitgevoerd naar het warmtenet.

Een systeemstudie uitgevoerd door Tebodin in januari 2006 en een onderzoek van Gastec in 1995.

Voor dit laatste onderzoek heeft het toenmalig energiebedrijf ENW opdracht gegeven.

De omvang van de systeemstudie van Tebodin betrof het gehele spectrum vanaf de

warmteproductiemiddelen, regeling en besturing van de warmtestromen , primair- en secundair leidingnet, onderstations en warmteafleversets/huisinstallaties. Ook heeft SVP een eigen onderzoek gestart in het kader van Mimosa. Dit onderzoek was met name gericht op structurele problemen aan de bedrijfsvoering, het deel wat het systeemonderzoek van Tebodin onvoldoende had belicht.

6

3. Belangrijkste conclusies uit de onderzoeken naar het warmtedistributie net;

De Belangrijke conclusies uit de onderzoeken naar de technische staat van de warmtedistributie netten zijn;

1.Drukval in het leidingnet.

Het primair leidingnet is gecontroleerd, de berekende drukverlies in het net bij een maatgevende koudeperiode komt over het algemeen goed overeen met de gemeten waarde en is de afwijking in ordegrootte van 1%. Er zijn een aantal knelpunten gelokaliseerd, waarbij met netaanpassing het tekort aan druk kan worden opgelost (Bedrijventerrein Wagenweg, Weidevenne). In het gebied Purmer Zuid zit in het leidingnet een belangrijke bottleneck, uit vergelijkende berekeningen blijkt dat de ringleiding in zijn totaliteit te klein was ten opzichte van het benodigde te transporteren

warmtevermogen.

2. Inregelen van CV installatie.

Het temperatuursverschil dat bij de diameterbepaling van het warmtenet wordt gehanteerd bedraagt 40K. Bij een aantal onderstations wordt deze waarde niet gehaald en komt uit op 20K en zelfs lager.

Een te laag temperatuurverschil wordt veroorzaakt doordat in de installatie van de warmteafnemers het aangeboden warme water onvoldoende wordt uitgekoeld. Dit heeft negatieve invloed op de te transporteren warmte en dus diameter van het warmtenet.

In oudere wijken hebben de afleversets geen drukverschilregelaar (Purmer en Gors). Het effect daarvan is dat de eerste woningen bij een niet (goed) ingeregelde installatie te veel warm CV-water afnemen en de laatste woningen te weinig krijgt. Dit wordt bij nieuwbouw deels opgelost d.m.v.

restrictieplaatjes in de leiding op te nemen, waardoor de maximale te leveren hoeveelheid water aan de woning wordt begrensd.

3. Warmte- en waterverliezen;

Uit analyse van de verschillen tussen de geproduceerde warmte en bij de afnemers gemeten warmteverbruik is gebleken dat in enig jaar er een warmteverlies van 35% is geconstateerd. Ook is gebleken dat het warmteverlies in het secundaire net 3 maal zo hoog is dan van het primaire warmtenet. Het warmteverlies is te hoog dan normaliter mag worden verwacht.

Als mogelijke oorzaken wordt aangegeven:

- Natte leiding-isolatie in de kruipruimte van de woningen, heeft een groot effect op warmteverlies.

- Leidingen liggen in grondwater.

- Lekkage van de warmteafleverset ten gevolge waarvan corrosie van de leidingen onder de woningen op zich uiteindelijk ook lekkage veroorzaakt.

- Waterverlies in het warmtenet , waardoor het suppletiewater moet worden opgewarmd.

- Veroudering van de PUR isolatie waardoor de isolatiewaarde afneemt met ca. 10%.

Daarnaast spelen aspecten zoals het warm houden van warmtebuffers een rol.

Suppletiewater (demiwater) t.g.v. lekkages, wordt aangevuld en geleverd door NPG.

7

4. Warmtemeting;

Warmte geleverd aan de verbruiker wordt d.m.v. een comptabele warmtemeter gemeten. Deze meters zijn altijd eigendom van het warmtebedrijf. Door de gefaseerde aansluiting van verbruikers zijn er door de jaren heen diverse type warmtemeters toegepast, waaronder mechanische meters.

Tegenwoordig worden de veel nauwkeuriger ultrasone warmtemeters toegepast.

Mechanische meters registreren een lager verbruik dan het werkelijke verbruik. Deze meters moeten worden vervangen.

5. Tapwaterverzwaring;

Een knelpunt wordt gesignaleerd bij aanvragen voor hogere warmwatercapaciteiten. In het verleden is rekening gehouden bij de dimensionering van het secundaire net met standaard 6 l/min aan warm tapwater. Bij de huidige nieuwe netten wordt rekening gehouden met 8 l/min aan warm tapwater.

Verzoeken om de warmtapwater capaciteit te verhogen naar 8 l/min, 10 l/min en zelfs 12 l/min moeten in enkele gevallen worden afgewezen indien de capaciteit van het secundaire net de warmte voor deze hoeveelheden niet kan leveren.

In Purmer Noord, Purmer Zuid en de Gors zijn veel onderstations waarvan de netten ontworpen zijn op een capaciteit van 5 l/min.

6. Datacommunicatie;

In 122 onderstations is een computer geplaatst, waarmee een aantal parameters uit het net kunnen worden afgelezen. De computers in de onderstations communiceren met de centrale computer via een kabelnet (eigendom SVP).

De bediening van het besturingssysteem zal door meer dan 1 personen mogelijk moeten zijn , om het stadsverwarmingssysteem minder kwetsbaar te maken. Voorts is het gewenst om de centrale

computer te verplaatsen van een onderstation naar het gebouw waar de onderhoudsactiviteiten worden gecoördineerd.

7. Aanbevelingen onderzoek Tebodin.

Voorts geeft het Tebodin rapport een aantal (aanvullende) aanbevelingen ter verbetering van de kwaliteit van het warmte distributienet, waarvan de belangrijkste zijn;

- Verwijderen van compensatoren uit het leidingnet

- Het verzwaren van de leidingdiameter bij vernauwingen in het net op het Ommeland en Salland.

- Het vervangen van diverse defecte (strategische) afsluiters.

- Aanpakken van secundaire leidingen in de kruipruimten die delen van het jaar in grondwater liggen - Beperken van ondergrondse onderstations.

8

3.1 Onderhoud.

Het rapport van Gastec van september 1995 vermeldt dat er (toen) geen preventief onderhoud is uitgevoerd op het primair- en secundaire leidingnetnet.

In het primaire net is het leksignaleringssysteem niet operationeel uitgevoerd.

Het rapport vermeld achterstallig onderhoud aan de onderstations.

Voorts zijn er kwalitatief slechte mofverbindingen in het net toegepast, zoals de aluminium plaatmof die afgewikkeld wordt met Densoleenband en in mindere mate de overschuifmof met Raychem krimpsleeves, waardoor uitwendige corrosie en mogelijk lekkage in het leidingnet verwacht mag worden.

Het secundaire net in de kruipruimte van de woningen zijn uitgevoerd met stalen leidingen die zijn nagisoleerd met PUR schalen en PVC bandage dus niet waterdicht. De leidingen liggen op een aantal plekken regelmatig in het grondwater. Voor de aansluiting van de secundaire leidingen op de binneninstallatie van de woning zijn tweesystemen toegepast: nageisoleerde stalen leidingen en flexibele leidingen PEX/PUR/PE waar slechte ervaringen mee zijn. De isolatie van de flexibele leidingen van het fabricaat Ecoflex is van slechte kwaliteit.

9

4. Kwaliteitsmaatregelen door SVP, ter verbetering van de warmte infrastructuur.

Maatregelen die in de recente verleden zijn genomen om de kwaliteit van het warmtedistributienet te verbeteren (in volgorde van de hierboven aangegeven bevindingen van de onderzoeken en rapportages);

ad 1. Drukval net

De drukvalberekeningen wijzen uit dat over het geheel genomen de diameters van het warmte net aan de ruime kant zijn. Het net is in algemene zin ruim gedimensioneerd.

SVP heeft een aanvullende leidingnetberekening laten uitvoeren het zgn. Termis-onderzoek versie 3.0 (januari 2010-2011), door COWI. De resultaten van dit onderzoek ondersteunt de

conclusies van het Tebodin systeemonderzoek. Uit de Termis berekening blijkt dat het drukverlies in het leidingdeel van Purmer Zuid te hoge waarden aangeeft, waardoor onvoldoende warmte geleverd zal worden in een koude periode. (NB. Op bepaalde punten heeft Tebodin ook verkeerde conclusies getrokken, met onnodige investeringen tot gevolg).

Vanwege een verbeterde hydraulische leidingkarakteristiek is het knelpunt in 2012 verholpen door de DN250 leiding te vervangen door een leiding DN300 over een lengte van 550 meter tracé.

Ook blijkt uit het Termis-onderzoek dat het gebied Weidevenne een druk- en capaciteitsprobleem heeft als de volle warmtecapaciteit (in de toekomst ) wordt gevraagd.

Het plaatsen van een boosterpomp of productiecapaciteit d.m.v. een hulp warmte centrale (HWC) in Weidevenne en Kwadrant Europa wordt als oplossing aangegeven.

ad 2. Inregelen van CV installatie

Uitkoeling van de aangeboden warmte door verhogen van het temperatuurverschil wordt bij nieuwe aansluitingen in de warmteleveringscontracten gespecificeerd.

Bij bestaande aansluitingen is het beleid aangepast en wordt de bewoner op de hoogte gebracht van het nut en noodzaak van een goed ingeregelde installatie.

(zie ook onder punt 6, Keurmerkinstallateurs).

ad 3. Warmte- en waterverliezen

Hoge grondwaterstanden zijn mede de veroorzaker van hoge warmteverliezen in het secundaire net.

De leidingen zijn niet waterdicht geïsoleerd. Vervangen van dit leidingsysteem door een waterdicht systeem i.c. kunststofleidingsysteem maakt onderdeel uit van het ingezette vervangingsbeleid.

SVP heeft een beleid ingezet ter verbetering van het warmtenet en warmteverliezen in het bijzonder.

Tot op heden zijn van de volgende aantallen woningen, de distributie- en huisaansluitleidingen vervangen door het kunststof leidingsysteem (Flexalink).

2008: 15 woningen (eerste pilot Steelflex) 2009: 16 woningen (eerste pilot FlexaLink)

In de periode 2010 t/m 2012 zijn in totaal 1874 woningen de secundaire (stalen) leidingen vervangen.

10

Alle Ecoflex leidingen die met knelkoppelingen zijn uitgevoerd worden vervangen, de totale lengte hiervan bedraagt: 5016 meter tracé. Reeds vervangen:

In 2008 320 meter In 2009/2010 200 meter In 2010 615 meter In 2011 245 meter ad 4. Warmtemeting

Bij vervanging van warmte afleversets die in particulier eigendom zijn, wordt door SVP de

warmtemeter geleverd en door de installateur in de set geplaatst. De set wordt gecontroleerd op de eisen door SVP gesteld zoals het aanbrengen van een drukverschilregelaar in de set.

In de periode 2010 t/m 2012 heeft SVP zelf in totaal 1950 afleversets preventief vervangen.

Dit project is daarmee in 2012 geheel afgerond.

In het net zijn geen mechanische meters in de afleversets-/installaties meer aanwezig. In de periode van 2007 t/m medio 2012 zijn alle mechanische meters vervangen door Ultrasone meters

Bij het vervangen van een set doet de betreffende installateur een melding bij SVP. Na plaatsing wordt door SVP de installatie gecontroleerd en de warmtemeter verzegeld. Een eventueel nieuw te plaatsen meter wordt door de installateur opgehaald bij SVP.

ad 5. Tapwaterverzwaring.

Daar waar uit de netberekening blijkt dat Tapwaterverzwaring door het net geleverd kan worden wordt de vraag voor verhoging wamtapwatercapaciteit gehonoreerd.

Er worden geen specifieke acties ondernomen om in het algemeen het secundaire warmtenet te verzwaren om aan de vraag van verhoging van de warmtapwater capaciteit te voldoen.

Bij correctieve vervanging van het secundaire net wordt rekening gehouden met de mogelijkheid voor het leveren van hogere wamtapwatercapaciteit.

ad 6. Datacommunicatie.

Het besturingssysteem is door meerdere medewerkers te bedienen, dit knelpunt is opgelost.

Op dit moment loopt een pilot project om het besturingssysteem de komende jaren binnen het structurele onderhoudsbudget te kunnen modificeren naar de huidige standaard, d.w.z.

communicatie via IP en serverdatabase.

ad 7. Aanvullende aanbevelingen onderzoek Tebodin.

Het Tebodin rapport een aantal aanbevelingen ter verbetering van de kwaliteit van het warmte distributienet, waarvan de belangrijkste zijn;

- Verwijderen van compensatoren uit het net.

In periode Tebodin/Nuon zijn de compensatorputten verwijderd.

In het primaire net zijn nog enkele opstartcompensatoren aanwezig. Deze maken echter onderdeel uit van het leidingsysteem tijdens de aanleg van de leiding en zullen niet worden vervangen.

- Het verzwaren van de leidingdiameter bij vernauwingen in het net op het Ommeland en Salland.

In de U-lus is deze verzwaring uitgevoerd in 2012 (zie ook onder punt 1) De voorgestelde verzwaring op Salland/Ommeland is aan de andere zijde van de U uitgevoerd.

- Het vervangen van diverse defecte (strategische) afsluiters.

In de periode Nuon/Tebodin zijn de meest urgente strategische afsluiters vervangen/verwijderd. In de periode van SVP zijn een aantal defecte afsluiters in de DN500 vervangen/verwijderd (2009) Op dit moment wordt planmatig in de komende jaren overbodige primaire afsluiters verwijderd en benodigde strategische afsluiters zullen worden vervangen.

11

- Aanpakken van secundaire leidingen in de kruipruimten die delen van het jaar in grondwater liggen Zie onder punt 3.

- Beperken van ondergrondse onderstations.

In 2012 is het eerste ondergrondse onderstation vervangen.

In de komende 2 jaar zullen de resterende 7 ondergrondse stations worden aangepakt en bovengronds worden uitgevoerd.

De lekdetectie wordt operationeel uitgevoerd op de nieuw aan te leggen primaire leidingen.

Bovendien wordt 2 maal per jaar preventief naar lekken in het leidingnet gezocht met behulp van een gastraceermethodiek.

Keurmerk installateur.

Structureel zijn door SVP maatregelen genomen om de CV- installateur bekend te maken met het product stadsverwarming. Op dit moment zijn 11 installateur door opleiding van hun medewerkers gekwalificeerd als keurmerkinstallateur.

Doel van het Keurmerk voor Installateurs is om het service level van installateur op een acceptabel niveau te brengen opdat klanten op de correcte manier worden bediend, kunnen beschikken over een correct functionerende binneninstallatie en dat het stadsverwarmingwater voldoende wordt uitgekoeld/benut om verliezen in het gehele systeem te beperken.

Als onderdeel van het project “WarmteBewust” (waar het Keurmerk een onderdeel van is) gaat zowel SVP als de keurmerkinstallateur de eigenaar/bewoner informeren over het nut en het voordeel van inregelen. Uiteindelijk is de bedoeling dat de eigenaren vanwege het nut/noodzaak de

installaties gaan inregelen en dat SVP op de hoogte is van de inregeling van installaties. Op termijn zal controle en handhaving ook worden meegenomen.

4.1 SlimNet.

Op basis van eerder genoemde rapporten en de aanbevelingen die daarin gedaan zijn heeft SVP een notitie "SlimNet" opgesteld.

Het doel van SlimNet is het verbeteren van de energie-efficiency van het distributienet op basis van de volgende fysische uitgangspunten:

• Verminderen van de warmteverliezen door:

a. Verlagen van het temperatuurverschil tussen medium (stadsverwarming water in de leidingen) en omgeving;

b. Verkleinen van het buitenoppervlak van de leidingen;

c. Verbeteren van isolerende eigenschappen van de netdelen.

• Optimaler samenspel tussen distributiepompen en hydraulische karakteristiek van het net als functie van de warmtevraag.

In het rapport SlimNet wordt aangegeven de volgende acties uit te voeren:

• Selectief preventieve vervanging onder gelijktijdige re-engineering (kleinere diameters en minder leidinglengtes) van:

a. distributie- en huisaansluitleidingen bij circa 4000 woningen door geprefabriceerd flexibel en duurzaam kunststof materiaal (Flexalink);

b. delen van het primaire net (flex-leidingen).

• Verlagen van gemiddelde temperatuur in het distributienet in twee stappen:

a. Stooklijnverlaging: Huidige stooklijn bepaalt de aanvoertemperatuur als functie van de buitenluchttemperatuur. Stooklijnverlaging benut de mogelijkheid om de

aanvoertemperatuur bij gelijkblijvende buitenluchttemperatuur te verlagen.

12

b. Vraag gestuurde productie: geen stooklijn meer hanteren maar temperaturen en drukken aanpassen aan de omstandigheden.

• Cascadering: Verdere uitnutting van de warmte (retour) bij warmtepompen/laagtemperatuur-verwarming.

• Implementatie van energie- en distributiemanagement: elimineren van hydraulische knelpunten en het proactief en zo optimaal mogelijk afstemmen van de productie en distributie op de actuele warmtevraag.

Uit metingen blijkt dat SlimNet zijn eerste resultaten boekt. In onderstaande tabel staan de verbeteringen van het warmteverlies weergegeven.

Wijkdeel Jaartal renovatie Verbetering warmteverlies (%)

OPZ16/OPZ18 (1) 2010 30,5

OPN08 2011 40,7

OPN10 2011 26,4

OPN12 2012 40,3

OPZ03 2012 12,4

OPN31 2012 20,9

OPZ18 (2) 2012 37,0

Ook in het warmteverlies en het aantal storingen is een dalende trend waarneembaar.

Jaar Warmteverlies (GJ) # storingen

2008 427.158 117

2009 402.167 133

2010 399.579 95

2011 371.395 77

13 4.2 Onderhoud.

Het preventief onderhoud aan het primair net loopt na de bevindingen van het Gastec rapport gedurende vele jaren. Dit betreft voornamelijk de afsluitercontrole en het 2x per jaar draaien van de kogelkranen om deze in goede conditie te houden. De kwaliteit (chemische waarden) van het primaire water wordt iedere maand gecontroleerd. Zoals hierboven bij punt 7 aangegeven zijn er diverse correctieve maatregelen in het primaire net genomen om de kwaliteit van het net te verbeteren.

De onderstations zijn in een preventief onderhoudsschema opgenomen, ondergrondse onderstations worden bovengronds uitgevoerd (zie punt 7).

Een grote verbeterslag in het secundaire net is ingezet binnen het beleid SlimNet; warmteverliezen en de vele lekkages zullen hiermee worden opgelost.

14 5. Nog te nemen kwalteitsmaatregelen.

In de planning van SVP wordt conform SlimNet en Mimosa vervolg gegeven aan het vervangen van netdelen in de komende jaren.

Ook het warmteverlies zal de komende jaren verder terug gedrongen worden. Hiervoor zullen de stalen (defecte) secundaire leidingen met een hoog warmteverlies door het kunststof leidingsysteem (Flexalink) vervangen worden.

Voor 2013 t/m 2015 staan per jaar 720 woningen in de planning om te worden gerenoveerd.

In totaal zijn er dan onder 4034 woningen de slechtste secundaire leidingen door Flexalink kunststof leidingen vervangen.

Na 2015 zal de vervanging van distributie- en huisaansluitleidingen door FlexaLink onder het structureel onderhoudsbudget vallen.

Ecoflex leidingen die met knelkoppelingen zijn uitgevoerd moeten allen worden verwijderd uit het net. Nog uit te voeren in de komende jaren: 3636 meter tracé Ecoflex.

Hiervan is bekend dat om verschillende redenen het vervangen van de leidingen op de volgende moeilijkheden zal stuiten:

- OPZ22 kan niet zomaar vervangen worden (Eco-wijk) eerst onderzoek nodig (500 meter) - OPZ12 kan niet zomaar vervangen worden, eventueel FlexaLink project. (900 meter) - Wheredijk, vervanging is niet mogelijk, momenteel in overleg met bewoners.(1000 meter) - Westerweg 56 is erg complex, 1 woning met slootkruisingen ed. (165 meter)

- Westerweg 45a en 45b, gaat door tuinen heen ed. Momenteel wordt nagedacht over een alternatief (60 meter)

- Westerweg 49, gaat door tuin heen (50 meter) - Golfhotel naar de bijgebouwen (250 meter)

- Van Burgplein, goed plannen i.v.m. markt (36 meter)

- Grotenhuysweg 2, niet vervangen, maar laten vervallen. Overleg klant en gemeente nodig (75 meter)

- Johan Abersonstraat 60, door tuin en waterkruising (35 meter) - Luitje Broekemastraat 6, door tuin en waterkruising (35 meter)

- Narcissenstraat 1, nog onderzoek nodig waar zich flex bevindt. Overleg met gemeente over blijven bestaan school tot…

- Primulastraat 2, school wordt binnenkort gesloopt. Waarschijnlijk wel rooien (180 meter) Verder zullen ook nog onderstaande punten in de komende tijd opgepakt worden:

• Project Charon: het vervangen van ondergrondse onderstations door bovengrondse exemplaren.

• Project Charon: het vervangen van ondergrondse onderstations door bovengrondse exemplaren.

In document uw kenmerk : uw brief van : (pagina 175-191)