• No results found

Inleiding en voornaamste conclusies

In document uw kenmerk : uw brief van : (pagina 55-59)

HVC contextanalyse oktober 2012

Hoofdstuk 1 Inleiding en voornaamste conclusies

1.1 Inleiding

HVC is als nutsbedrijf voor duurzaam afvalbeheer en duurzame energie actief op terreinen die volop in ontwikkeling zijn. In deze contextanalyse worden deze ontwikkelingen beschreven en wordt de positie van HVC binnen die ontwikkelingen geschetst. Hoofdstuk 2 gaat daarbij met name in op de ontwikkeling op het gebied van grondstoffen. Hoofdstuk 3 en 4 gaan in op de energieproductie uit reststromen resp. andere duurzame bronnen. In hoofdstuk 5 worden de ontwikkelingen op het gebied van storten beschreven.

1.2 Belangrijkste conclusies

In deze paragraaf staan de belangrijkste conclusies op basis van beschouwing in de hoofdstukken 2 t/m 5.

Grondstoffen

Grondstofdenken huishoudelijk afval.

• Het terugwinnen van grondstoffen uit reststromen is een speerpunt van nationaal en internationaal beleid. Met 1 – 1,5 miljoen ton meer hergebruik moet het huishoudelijk afval een belangrijke bijdrage leveren aan de aangescherpte landelijke doelstelling.

• Om 60 - 65% materiaalhergebruik uit huishoudelijk afval te realiseren is een andere wijze van inzamelen noodzakelijk. Het concept van de grondstoffenbak (‘Droog en herbruikbaar’) kan een belangrijke bijdrage aan het realiseren van deze doelstellingen leveren.

• Inzamelen door middel van een grondstoffenbak en het verwerken van het gescheiden ingezamelde kunststof verpakkingsmateriaal maakt uitbreiding van de huidige

sorteercapaciteit in Nederland noodzakelijk.

• Vanuit haar positie op het gebied van integraal afvalbeheer biedt HVC door het bundelen van stromen meerwaarde voor haar aandeelhouders op het gebied van het sorteren en

vermarkten van deelstromen

• Het sorteren en vermarkten van mengstromen vereist specifieke deskundigheid en voldoende schaalgrootte waardoor samenwerking van HVC met derden op dit terrein gewenst is.

• Het voornemen tot afschaffen van statiegeld voor PET-flessen leidt op termijn tot een veranderende samenstelling voor het ingezamelde kunststofverpakkingsafval. De toename van de hoeveelheid PET in dit verpakkingsafval leidt tot verhoogde opbrengsten.

Grondstoffen uit reststromen

• De noodzaak voor het terugwinnen van fosfaat uit reststromen wordt breed erkend. De door HVC/SNB/Ecophos ontwikkelde natte extractie-route wint een groot deel van het fosfaat uit de verbrandingsassen van zuiveringsslib terug en levert een hoogwaardige meststof op.

• Om AVI-bodemassen in de toekomst zonder beperkingen toe te kunnen passen, moet de kwaliteit van de bodemassen worden verbeterd. Het reinigingsproces van HVC en Boskalis Dolman leidt zowel tot het terugwinnen van extra ferro en non-ferro als tot een vrij toepasbare bouwstof.

4

• De (secundaire) grondstoffenmarkt is een internationale markt waarbij o.a. economische ontwikkeling, schaarste en overheidsmaatregelen een rol in de prijsontwikkeling spelen. Dit maakt deze markt onvoorspelbaar.

Inzamelen

• Bij de grote inzamelbedrijven voor huishoudelijke restafval in Nederland blijft Van

Gansewinkel (met een nog steeds toenemend aandeel) markleider. Het aandeel van Sita in deze markt is al jaren dalend.

• Tegenover verschuivingen in de inzamelmarkt op basis van een concurrentie op prijs is een tendens om het inbesteden van inzamelactiviteiten binnen gemeenschappelijke regelingen onder te brengen.

Duurzame energie uit reststromen Afvalenergiecentrales

• Het aandeel duurzame energie dat door AEC’s in Nederland wordt geleverd neemt nog steeds toe en bedroeg in 2011 ca. 15% van de totale duurzame energieproductie.

• Door het bereiken van de maximale verwerkingscapaciteit, de economische ontwikkelingen en een toename van materiaalhergebruik, is er in Nederland een overschot aan capaciteit bij de AEC’s. In 2011 is een groot deel van dit overschot ingevuld door de import van brandbaar restafval en (incidenteel) het verbranden van brandbaar afval afkomstig van stortplaatsen.

• In diverse Europese landen wordt in strijd met het EU-beleid nog veel huishoudelijk afval gestort. In combinatie met stortbelastingen biedt dit perspectief om dit afval te importeren om de capaciteit van de Nederlandse AEC’s beter te benutten.

Martkontwikkelingen

• De overcapaciteit op de verbrandingsmarkt leidt tot een verdergaande reductie van de gemiddelde verwerkingstarieven voor het verbranden van (huishoudelijk) restafval.

• Deze verlaagde verwerkingstarieven leiden tot lagere inkomsten voor AEC’s waardoor de rentabiliteit van de verbrandingsinstallaties wordt verminderd.

• Na een periode van grote verschuivingen in de afgelopen jaren, is de verwachte rust op de markt nog niet weergekeerd. Vooruitlopend op over enkele jaren aflopende contracten worden op dit moment contracten verlengd c.q. aanbestedingen gedaan om op deze wijze te profiteren van de huidige lage markttarieven.

Overige biomassastromen

• Er is sprake van een geleidelijke vermindering in het aanbod van zuiveringsslib. Daarnaast is een aantal installaties (m.n. thermische drooginstallaties) afgeschreven. Deze ontwikkelingen kunnen worden opgevangen door het optimaal inzetten van de bestaande

verwerkingsinstallaties. Daarvoor is het maken van afspraken tussen alle betrokken partijen (waterschappen, verwerkers) noodzakelijk.

• De bouw van een grootschalige BEC in Delfzijl veroorzaakt een toenemende druk op de markt voor b-hout t.b.v. energieopwekking.

• Door het vergisten speelt gft een toenemende rol bij de productie van duurzame energie uit biomassa. Door (o.a.) financiële en technische belemmeringen blijft de productie van energie uit gft achter bij de door de sector in 2010 uitgesproken ambities.

5 Duurzame energie uit overige bronnen

SDE+

• Het belangrijkste instrument voor de Rijksoverheid om duurzame energieproductie te stimuleren is de SDE+. Met als alternatief een leveranciersverplichting is de toekomst van dit instrument onzeker.

• Met name door een aantal omvangrijke warmteprojecten, was de SDE+ in 2012 in fase 1 al overtekend.

Wind en zon

• De ontwikkeling van wind op land stagneert. Maatschappelijke weerstand en (daardoor) een meer terughoudend beleid van met name provincies, belemmert de ontwikkeling van nieuwe kleine en middelgrote projecten.

• Zonder aanvullende stimulering wordt de rijksambitie van wind op zee niet gehaald.

• Door de sterke kostprijsverlaging van zon-pv, stijgt de toepassing van zon-pv sterk. Omdat de op deze wijze geproduceerde elektriciteit voor kleinverbruikerstoepassingen goedkoper is dan ingekochte elektriciteit, is subsidie niet meer nodig.

Prijsontwikkeling warmte en elektriciteit

• Door de economische ontwikkelingen is er op dit moment een overschot aan (productiecapaciteit voor) elektriciteit. Voorgenomen aanzienlijke nieuwbouw van productiecapaciteit zal deze overcapaciteit verder doen toenemen. De verkoopprijs van elektriciteit zal de komende jaren naar verwachting beslist niet stijgen.

• Via het ‘Niet Meer Dan anders-principe’ is de ontwikkeling van de gasprijs van belang voor de opbrengst van door HVC geleverde warmte. Door de aanpassing in de opbouw van de

energiebelasting voor aardgas nemen de opbrengsten van warmtelevering aan bedrijven voor HVC licht toe.

Storten

• De hoeveelheid afval die in Nederland wordt gestort neemt steeds verder af en bedraagt in 2011 ca. 2% van de totale hoeveelheid afval.

• Het vervallen van de stortbelasting noodzaakt de door de minister toegezegde verscherpte handhaving van stortverboden om te voorkomen dat er alsnog afval, dat op een andere wijze (b.v hergebruik, AEC) verwerkt moet worden, op de stortplaatsen terecht komt.

• Het gecontroleerd sturen van afbraakprocessen in stortplaatsen (‘Duurzaam storten’), kan de noodzaak voor eeuwig durende nazorg, inclusief de daarbij behorende financiële reservering, voorkomen.

6

7

Hoofdstuk 2 Grondstoffen

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het nationale en internationale beleid gericht op het zuiniger omgaan met grondstoffen. Om meer reststromen geschikt te maken voor materiaalhergebruik is een andere wijze van inzamelen en een aanvulling op de sorteercapaciteit noodzakelijk. De

ontwikkelingen op dit punt worden beschreven waarbij specifiek aandacht wordt besteed aan de

‘statiegelddiscussie’. Voor de grondstoffen uit afvalwater speelt met name fosfaat een belangrijke rol terwijl bij de bodemassen een kwaliteitsverbetering nodig is om op lange termijn en goede afzet te garanderen. De ontwikkelingen van de secundaire grondstoffenmarkt worden globaal beschreven.

Tenslotte wordt in dit hoofdstuk ingegaan op de belangrijkste ontwikkelingen bij de bedrijven die actief zijn op het gebied van inzamelen en recyclen.

2.1 EU-beleid

Het efficiënt omgaan met natuurlijke grondstoffen is één van de speerpunten van het EU-beleid (‘Flagship Initiatives’) en dient o.a. de volgende doelen:

• Verzekeren beschikbaarheid van schaarse grondstoffen (w.o. verminderde afhankelijkheid export van deze schaarse grondstoffen uit beperkt aantal landen die deze export beperken met het oog op eigen gebruik of als politiek drukmiddel).

• Verminderen negatieve milieu-effecten door het winnen van grondstoffen;

• Stimuleren economische ontwikkeling.

Het verhogen van het percentage recycling speelt een belangrijke bij het realiseren van de EU-ambities. Dit leidt immers tot een verminderde vraag naar primaire grondstoffen, een verhoogd hergebruik van grondstoffen die anders ‘verspild’ zouden worden en een verminderd energiegebruik door het winnen en bewerken van primaire grondstoffen.

In document uw kenmerk : uw brief van : (pagina 55-59)