• No results found

Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 56 van 22 maart 1999

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 56 van 22 maart 1999"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BESLUIT

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Zaaknummer 1281 / Fina - Shell

I. MELDING

1. Op 17 maart 1999 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat Fina Nederland B.V. voornemens is zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet, over bedrijfsactiviteiten van Shell Nederland Verkoopmaatschappij B.V.. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 56 van 22 maart 1999. Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht.

II. PARTIJEN

2. Fina Nederland B.V. (hierna: Fina) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Zij maakt deel uit van de internationaal opererende

PetroFina Groep (hierna: Petrofina). De aandelen van PetroFina zijn genoteerd op de beurzen van Brussel, Parijs, Amsterdam, Frankfurt, Londen en de Zwitserse beurs.

3. De oliemaatschappij Total heeft op grond van Verordening 4064/89 van de Raad haar voornemen zeggenschap te verwerven over Petrofina bij de Europese Commissie aangemeld. De Europese Commissie heeft deze transactie inmiddels deels verwezen naar de nationale

mededingingsautoriteiten in Frankrijk en deels verenigbaar met gemeenschappelijke markt verklaard[1].

[1] Zaak IV/ M.1464 Total/ Petrofina, Beschikking van de Europese Commissie op grond van artikel 9 van Verordening (EEG) nr. 4064/ 89 van de Raad, 26 maart 1999; Beschikking van de Europese Commissie op grond van artikel 6(1)b van Verordening (EEG) nr. 4064/ 89 van de Raad, 26 maart 1999.

4. Petrofina is actief op het gebied van de exploratie en productie van ruwe olie en aardgas, raffinage, bevoorrading, transport en verkoop van

olieproducten, vervaardiging en verkoop van chemische producten en vervaardiging en verkoop van verfproducten. Fina exploiteert in Nederland onder meer 203 benzinestations waar motorbrandstoffen en de bijbehorende shopartikelen (zoals bijvoorbeeld: smeermiddelen, voedingsmiddelen en tijdschriften) worden verkocht.

5. Voorwerp van de onderhavige transactie zijn de activiteiten van Shell Nederland Verkoopmaatschappij B.V (hierna: Shell) ten aanzien van 27

(2)

benzinestations die het merk Shell voeren. Deze benzinestations zijn allen gelegen aan het Nederlandse wegennet en verkopen motorbrandstoffen en de bijbehorende shopartikelen (zoals bijvoorbeeld: smeermiddelen,

voedingsmiddelen en tijdschriften).

III. DE GEMELDE OPERATIE

6. De gemelde operatie, zoals uiteengezet in de "Sale and Purchase agreement for assets in the Netherlands" d.d. 4 maart 1999, betreft in concreto de overdracht van de activiteiten van Shell ten aanzien van 27 verkooppunten aan Fina. Een deel van deze verkooppunten wordt "in eigen beheer" gexploiteerd (men spreekt dan van "Company Operated") terwijl een ander deel in exploitatie is bij derden (men spreekt dan van "Dealer

Operated"). Wat betreft de Company Operated-verkooppunten leidt de transactie er toe dat Fina de exploitatie van deze verkooppunten overneemt.

Wat betreft de Dealer Operated-verkooppunten leidt de transactie er toe dat de rechten en verplichtingen van Shell met betrekking tot deze verkooppunten overgaan naar Fina.

IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT

7. De onderhavige transactie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet. De transactie leidt er toe dat Fina

zeggenschap verwerft over een bedrijfsactiviteit waarvan de omzet op de markt duidelijk kan worden vastgesteld.

8. Betrokken ondernemingen, in de zin van het Besluit vaststelling formulieren Mededingingswet (Staatscourant 1 van 2 januari 1998), zijn enerzijds Fina en anderzijds de activiteiten van Shell ten aanzien van de 27 verkooppunten.

9. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt.

V. BEOORDELING

A. Relevante markten

10. Zowel Fina als de Shell-verkooppunten zijn actief op het gebied van de verkoop van motorbrandstoffen en bijbehorende shopartikelen (zoals bijv.

smeermiddelen, voedingsmiddelen en tijdschriften) langs het Nederlandse wegennet.

Relevante productmarkt

11. Partijen stellen dat de relevante productmarkt de markt voor de verkoop van motorbrandstoffen langs zowel het onderliggend als het hoofdwegennet betreft.

(3)

12. De activiteiten op het gebied van verkoop van motorbrandstoffen kunnen worden onderverdeeld naar enerzijds soorten brandstof (benzine, dieselolie en autogas) die worden verkocht en anderzijds de locatie van het verkooppunt (hoofdwegennet of onderliggend wegennet).

13. Met betrekking tot de segmentatie naar type brandstof kan worden opgemerkt dat de verschillende typen brandstof doorgaans tegelijk worden aangeboden. Partijen hebben in dit verband naar voren gebracht dat tot ten minste 1 januari 1999 voor benzinestations langs het hoofdwegennet de verplichting bestond om alle gangbare soorten motorbrandstoffen te verkopen.

Ook de Europese Commissie is eerder uitgegaan van productmarkt voor de detailhandel in motorbrandstoffen die zowel benzines, dieselolie als autogas omvat[2].

[2] Zie bijvoorbeeld: Zaak IV/ M.1464 Total/ Petrofina, Beschikking van de Europese Commissie, 26 maart 1999, 7, Zaak IV/ M.727 - BP/ Mobil, Beschikking van de Europese Commissie, 7 augustus 1996, 30.

14. Met betrekking tot het onderscheid tussen benzinestations gelegen aan het hoofdwegennet en die gelegen aan het onderliggende wegennet kan worden opgemerkt dat de toepasselijke regulering en het vergunningenbeleid verschillen vertonen. Ook de marktposities van de aanbieders vertonen verschillen indien een onderscheid wordt gemaakt tussen het hoofdwegennet en het onderliggende wegennet[3]. De vraag of deze verschillen tot gevolg hebben dat aparte relevante markten afgebakend dienen te worden, kan in de onderhavige procedure echter onbeantwoord blijven omdat de uiteindelijke beoordeling van de effecten van de concentratie daardoor niet wordt benvloed (zie punt 20).

[3] Zie bijvoorbeeld: Ministerie van Economische Zaken, Naar nieuwe concurrentie voor benzine langs de snelweg, eindrapport van de 1e fase van de MDW-werkgroep benzinemarkt, Den Haag, april 1998 alsmede : Research voor beleid, De benzinemarkt op het onderliggende wegennet , Leiden, augustus 1998.

Relevante geografische markt

15. Ten aanzien van de geografische dimensie van de relevante markt stellen partijen dat deze ten minste nationaal is omdat het merendeel van de benzinestations een merk van een (inter)nationaal opererende

oliemaatschappij voert, reclamecampagnes en loyaliteitssystemen nationaal zijn georinteerd en de verkoopprijzen binnen Nederland slechts geringe verschillen vertonen. De distributiemarges in Nederland vertonen significante verschillen met die in omringende EU-lidstaten[4].

[4] Coopers & Lybrand, Onderzoek naar de prijsopbouw van Euro 95 en diesel in Nederland, Belgi, Duitsland, Frankrijk en Groot Brittanni, november 1996.

16. Gelet op het feit dat de verkoop van motorbrandstoffen een

detailhandelsactiviteit is, zou de geografische markt vanuit het perspectief van de afnemers mogelijkerwijs beperkt zijn tot de respectievelijke

aantrekkingsgebieden van de betrokken benzinestations. De

aantrekkingsgebieden overlappen elkaar echter. Bovendien opereren de belangrijkste spelers op de markt op nationale schaal en worden de

concurrentieparameters doorgaans ook op nationaal niveau bepaald. Dit alles heeft tot gevolg dat de concurrentiestructuur in de verschillende

aantrekkingsgebieden binnen Nederland weinig verschillen vertoont. In het onderhavige geval kan een exacte afbakening van de relevante geografische markt echter achterwege blijven omdat de uiteindelijke beoordeling daardoor niet door wordt benvloed (zie punt 21).

(4)

B. Gevolgen van de concentratie

17. In de onderhavige zaak kan in het midden blijven of voor de berekening van de marktaandelen een onderscheid gemaakt moet worden tussen "company- operated" en "dealer-operated" benzinestations, aangezien de uiteindelijke beoordeling daardoor niet wordt benvloed. In het navolgende zullen de

marktaandelen worden berekend op basis van het totaal aantal verkooppunten dat een bepaald merk motorbrandstoffen voert.

18. De onderhavige transactie heeft tot gevolg dat het aantal Fina-

verkooppunten in Nederland toeneemt met 27 tot een totaal aantal van 230 (19 hoofdwegennet, 211 onderliggend wegennet). Het marktaandeel van Fina in zowel volume- als omzettermen neemt daardoor met ongeveer [...][5] toe maar blijft ver beneden de 10%.

19. Indien wordt gekeken naar de effecten van de transactie op de

gezamenlijke marktpositie van Total en Fina in Nederland (zie punt 3) ontstaat het volgende beeld. Als gevolg van de transactie neemt het aantal

verkooppunten in Nederland van Total en Fina gezamenlijk met 27 toe tot een aantal van 557 (25 hoofdwegennet, 532 onderliggend wegennet). Het

gezamenlijke marktaandeel van Total en Fina in zowel volume- als

omzettermen neemt daardoor met ongeveer [...][6] toe maar blijft beneden de 15%. Indien wordt gekeken naar de marktaandelen van alle spelers op de markt, namen Total en Fina in 1998 respectievelijk de vijfde en zesde plaats in op de ranglijst na Shell, BP/Mobil, Texaco en Esso.

[5/6}vertrouwelijk, gewist voor publicatie

20. Ook indien zou worden uitgegaan van aparte markten voor

benzinestations gelegen aan het hoofdwegennet en benzinestations gelegen aan het onderliggende wegennet, leidt de concentratie niet tot

mededingingsproblemen. In aantallen verkooppunten gemeten verkrijgen Total en Fina tezamen een aandeel van ongeveer 10% langs het hoofdwegennet en ongeveer 15% langs het onderliggende wegennet[7].

[7] Berekend op basis van gegevens van partijen en gegevens uit: BOVAG, Cijfers en Trends 1998.

21. Er zijn geen aanwijzingen dat de transactie leidt tot

mededingingsproblemen op eventueel af te bakenen lokale of regionale geografische markten. Gelet op het feit dat deze transactie in de aantrekkingsgebieden van de betrokken verkooppunten leidt tot een verkleining van het marktaandeel van marktleider Shell is het ook niet aannemelijk dat dergelijke problemen zullen optreden als gevolg van de concentratie.

22. Gelet op het voorgaande kan worden geconcludeerd dat de onderhavige concentratie niet leidt tot het ontstaan of de versterking van een economische machtspositie.

VI. CONCLUSIE

23. Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de

(5)

Nederlandse mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.

24. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de

Nederlandse mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist.

Datum: 22-04-1999

De directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit, voor deze:

w.g. Drs. R.J.P. Jansen Hoofd Concentratiecontrole

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM, Rotterdam.

Aan de inhoud van deze pagina's kunt u geen rechten ontlenen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een

Ten slotte betogen partijen dat ook als VPM zeggenschap zou uitoefenen over andere ondernemingen, het niet zeker is dat deze ondernemingen tot dezelfde groep als GIMV moeten

Indien de nationale markt voor verhuur van onroerend goed als mogelijke deelmarkt van de markt voor het beleggen in en exploiteren van onroerend goed, nader zou worden

Dit vormt volgens partijen een sterke aanwijzing dat voor gebruikers die Nederlands als moedertaal hebben, Nederlandse en niet-Nederlandse wetenschappelijke boeken substitueerbaar

Middels dit onderzoek wordt antwoord gegeven op de vraag: ‘Welke metacognitieve kennis hebben leerlingen in de onderbouw van het voortgezet onderwijs over het voorbereiden en

machtspositie kan ontstaan of worden versterkt op de markt voor verhuur van kranen met een hijscapaciteit vanaf circa 500 ton die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke

Daarnaast is het zo dat het CBb in zijn uitspraak van 29 juni 2010 heeft aangegeven dat de Raad de eventuele verrekening kan spreiden over meerdere jaren en dat hij

Bij besluit van 18 december 1998 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: d-g NMa) aan Stibat ontheffing verleend van het verbod van artikel