• No results found

Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 211 van 2 november 1999

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 211 van 2 november 1999"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BESLUIT

Zaaknummer: 1606/ Origin - Eneco

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

I. MELDING

1. Op 27 oktober 1999 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat Origin Nederland B.V. voornemens is zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet, over activiteiten op IT-gebied van N.V. Eneco. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 211 van 2 november 1999.

II. PARTIJEN

2. Origin Nederland B.V. (hierna: Origin) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Origin maakt deel uit van de Philips Groep; Koninklijke Philips Electronics N.V. heeft via haar 100%-dochteronderneming Origin B.V.

een belang van 98% in Origin. Origin is, als enige in de Philips Groep, actief op het gebied van het aanbieden van diensten op het gebied van

informatietechnologie (IT).

3. Orineco B.V. i.o. (hierna: Orineco) is een door Automatiserings Centrum Nutsbedrijven B.V. (hierna: ACN) op te richten besloten vennootschap naar Nederlands recht. ACN is een dochter van N.V. Eneco en is actief op het gebied van de productie, het beheer en de ontwikkeling van

informatiesystemen. In Orineco zal de interne IT-dienstverlening worden ingebracht van N.V. Eneco.

III. DE GEMELDE OPERATIE

4. De gemelde operatie is de overname van Orineco door Origin, zoals beschreven in de door partijen bij de melding overgelegde Letter of intent van 20 september 1999, welke later is aangevuld met een overeenkomst tot overdracht van aandelen tussen ACN en Origin. De gemelde operatie houdt in dat ACN de activiteiten die zij aan Origin wenst over te dragen, zal inbrengen in Orineco. Nadat deze activiteiten zijn ingebracht, neemt Origin deze activiteiten over door middel van het kopen van de aandelen van Orineco B.V.

IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT

(2)

5. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet. De hierboven, onder punt 4, omschreven transactie leidt er toe dat Origin uitsluitende zeggenschap verwerft over Orineco.

6. Betrokken ondernemingen, in de zin van het Besluit vaststelling formulieren Mededingingswet (Staatscourant 1 van 2 januari 1998), zijn de Philips Groep en Orineco.

7. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt.

V. BEOORDELING Relevante markten

Relevante productmarkt(en)

8. Partijen stellen dat de relevante productmarkt die voor IT-diensten is, aangezien Origin en Orineco beide actief zijn op dit gebied. Orineco is niet actief op het gebied van de verkoop van hard- en software aan eindgebruikers.

Volgens partijen behoeft de markt voor IT-dienstverlening geen nadere segmentering.

9. In eerdere besluiten[1] is een onderscheid gemaakt tussen enerzijds IT- dienstverlening en anderzijds de verkoop van hard- en software aan

eindgebruikers. Ook is in eerdere besluiten[2] de mogelijkheid open gehouden voor een nadere segmentering op het gebied van IT-dienstverlening.

10. In het onderhavige geval kan in het midden worden gelaten of sprake is van n markt voor IT-dienstverlening of dat een nadere segmentering van de productmarkten nodig is, omdat de uiteindelijke beoordeling hierdoor niet wordt benvloed (zie de punten 13 en verder).

Relevante geografische markt

11. Partijen gaan uit van een tot Nederland beperkte geografische markt, conform de gevestigde beschikkingspraktijk en overeenkomstig de realiteit van de IT-dienstenmarkt.

12. In het onderhavige geval kan, zoals in verschillende eerdere besluiten[3], worden aangenomen dat de markt voor IT-dienstverlening beperkt is tot Nederland, gelet op de vereiste samenwerking tussen leveranciers en clinten, de daarvoor van belang zijnde communicatie in de landstaal en de lokale aanwezigheid om after-sales-ondersteuning te verlenen.

B. Gevolgen van de concentratie

13. Partijen dragen aan dat schattingen van de Nederlandse IT-dienstenmarkt in 1998 variren van ruim 6 miljard tot circa 7,6 miljard gulden[4]. Het

marktaandeel van Origin bedraagt bij de eerstgenoemde schatting circa [20 3o%]* en bij de laatstgenoemde schatting circa [20 30%]. Door de

(3)

voorgenomen concentratie neemt het marktaandeel van Origin op het gebied van IT-diensten in Nederland met [o 5%] tot [0 5%] toe. Naast Origin is een aantal andere sterke spelers in de markt actief, zoals Getronics, CAP Gemini, Pink Roccade, CMG en IBM, die volgens partijen alle een aanzienlijk marktaandeel hebben.

14. In 1999 is de Nederlandse markt voor IT-dienstverlening in omvang toegenomen.[5] Het is niet aannemelijk dat de actuele marktaandelen van partijen in belangrijke mate verschillen van de door partijen opgegeven marktaandelen, in de zin dat de huidige marktaandelen aanzienlijk groter zullen zijn.

15. In eerdere besluiten[6] is gewezen op het feit dat de IT-branche een competitief en dynamisch karakter kent. Er is sprake van een groot aantal marktdeelnemers en een snelle ontwikkeling van de IT-dienstenmarkt. Een dergelijke dynamiek kan een prikkel zijn voor potentile concurrenten om toe te treden tot de markt.

16. Gelet op voornoemde geringe toevoeging van marktaandeel, het grote aantal marktdeelnemers en de marktdynamiek, bestaat er geen reden om aan te nemen dat de voorgenomen concentratie leidt tot het ontstaan of versterken van een economische machtspositie die tot gevolg heeft dat een

daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.

VI. NEVENRESTRICTIES

17. Partijen hebben verzocht een aantal afspraken aan te merken als nevenrestrictie. Deze afspraken zijn vervat in een Raamovereenkomst, waarvan de relevante passages door partijen zijn overgelegd. De afspraken tussen partijen betreffen, kort weergegeven en voor zover hier relevant:

- een Supply-Agreement tussen Eneco en Origin, die inhoudt in dat Orineco, onder zeggenschap van Origin, gedurende een periode van drie jaar IT- diensten zal blijven leveren aan Eneco;

- een omzetgarantie door Eneco aan Orineco van een minimumomzet gedurende de eerste drie jaren na totstandbrenging van de concentratie.

18. De Supply-Agreement en de omzetgarantie kunnen als noodzakelijk voor en rechtstreeks verbonden aan de verwezenlijking van de concentratie worden beschouwd. Van belang hierbij is enerzijds, in het kader van de continuteit van de productie van Eneco, het waarborgen van de voorheen intern binnen Eneco geleverde IT-diensten en anderzijds de bescherming van de koper, Origin. De duur van de afspraken lijkt niet langer dan noodzakelijk voor de verwezenlijking van de concentratie. Derhalve kunnen de in punt 17 genoemde afspraken als nevenrestricties worden beschouwd.

VII. CONCLUSIE

19. Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de

(4)

Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.

20. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de

Nederlandse mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist.

21. Gelet op de overwegingen in punt 18 is de directeur-generaal van oordeel dat, voor zover de in punt 17 omschreven clausules een overeenkomst vormt als bedoeld in artikel 6 van de Mededingingswet, dat artikel ingevolge artikel 10 van de Mededingingswet, niet geldt voor deze overeenkomst.

Datum: 22-03-2000

De directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit, voor deze:

w.g. Drs R.J.P. Jansen Hoofd Concentratiecontrole

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM, Rotterdam.

---

[1] Zie bijvoorbeeld het besluit van 4 december 1998 in zaak 1139/CSS CCN, punt 10.

[2] Zie bijvoorbeeld het besluit van 11 november 1999 in zaak 1566/

PinkRoccade ACDIS, punten 10 en 11.

[3] Zie bijvoorbeeld het besluit van 11 maart 1998 in zaak 93/Wang Olsy, punt 9, het besluit van 28 juni 1999 in zaak 1366/Origin Akzo, punt 11, en het besluit van 21 januari 2000 in zaak 1699/CSS Lacis, punt 12.

[4] De Fenit-Marktmonitor 1998-1999 (1999) schat de totale IT-markt voor 1998 in op 21,5 miljard, waarvan 6.020 miljoen bestond uit dienstverlening.

Het rapport IT services spending in the Netherlands 1997-2002 van International Data Corporation uit 1998 komt tot een schatting van 6.474 miljoen gulden voor de Nederlandse markt voor IT-dienstverlening. Volgens de AME Burogids 1999-2000, Trends in de Nederlandse ICT-industrie van april 1999 kende de Nederlandse markt voor IT-diensten in 1998 een omzet van 7,6

(5)

miljard gulden.

* Vertrouwelijke gegevens zijn weggelaten.

[5] Zie het rapport IT service spending in the Netherlands 1998-2003, IDC, 1999, p. 5, waar de omvang van de Nederlandse IT-markt wordt geschat op ruim 10 miljard gulden.

[6] Zie bijvoorbeeld 1139/CSS CCN, reeds aangehaald, punt 18, en 1366/Origin Akzo, punt 14.

Aan de inhoud van deze pagina's kunt u geen rechten ontlenen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke

Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een

Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een

Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een

Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een

Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een

Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een

Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een