• No results found

Naar aanleiding van de melding op 29 september 2000, met betrekking tot de

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Naar aanleiding van de melding op 29 september 2000, met betrekking tot de"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BESLUIT

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Zaaknummer 2085/VINCI - Groupe GTM

Naar aanleiding van de melding op 29 september 2000, met betrekking tot de verkrijging van zeggenschap door VINCI S.A. over Groupe GTM S.A. en waarvan mededeling is gedaan in Staatscourant 194 van 6 oktober 2000 het volgende.

Na onderzoek van de melding en de daarbij ingediende gegevens, is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot de slotsom gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd, aangezien op grond van de ter beschikking staande gegevens met voldoende zekerheid kon worden vastgesteld dat er geen sprake is van een te onderzoeken markt in de zin van artikel 1, sub i, van het besluit gegevensverstrekking mededingingswet. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de

concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist. Datum: 18 oktober 2000

De directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit, voor deze:

w.g. Mr. M.G. Esteruelas Berlinguer Wnd. plv. hoofd Concentratiecontrole

(2)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een

Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een

Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een

Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een

Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een

Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een

Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een

Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een