Uw kenmerk OWB 114365-0002 Ons kenmerk 3142/ 7.b147
Onderwerp
Zaak 3142: Verlenging ontheffing Stibat
Geachte heren ….,
Door middel van uw brief van 27 augustus 2002 heeft u mij namens de Stichting Batterijen (hierna: Stibat) verzocht de ontheffing zoals verleend naar aanleiding van zaaknummer 51, getiteld ‘Stibat’, te verlengen in de zin van artikel 22 van de Mededingingswet (hierna: Mw). Ik bericht u als volgt.
Bij besluit van 18 december 1998 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: d-g NMa) aan Stibat ontheffing verleend van het verbod van artikel 6, eerste lid Mw ten aanzien van het via verwijderingsbijdragen gefinancierde collectieve inzamel- en verwijderingssysteem voor batterijen.
Deze ontheffing geldt vanaf de datum van indiening van het ontheffingsverzoek, te weten 1 januari 1998, en eindigt op de datum waarop de goedkeuring van de minister van VROM op grond van het Besluit
verwijdering batterijen afloopt, doch uiterlijk op 1 januari 2003. In hetzelfde besluit is de aanvraag om ontheffing afgewezen ten aanzien van de in het Stibat plan voorkomende bepalingen die betrekking hebben op het doorberekenen van de verwijderingsbijdrage aan de volgende schakel in de distributieketen en de daarmee verbonden verplichting deze apart op de factuur te vermelden, aangezien niet was voldaan aan de ontheffingsvoorwaarden.
Op 29 januari 1999 heeft Stibat tegen dit besluit bezwaar gemaakt, welk bij besluit van 31 mei 1999
ongegrond is verklaard. Vervolgens heeft Stibat haar verwijderingssysteem aangepast en de bepalingen in het plan die betrekking hebben op de verplichting tot doorberekening van de verwijderingsbijdragen en de afzonderlijke vermelding op de factuur uit haar plan verwijderd. Het thans voor verlenging van ontheffing voorgelegde plan bevat deze bepalingen evenmin.
In Staatscourant 191 van 4 oktober 2002 is mededeling gedaan van het verzoek om verlenging van de ontheffing van Stibat. Daarbij zijn belanghebbenden opgeroepen hun zienswijze schriftelijk of mondeling naar voren te brengen. De aanvraag en de daarop betrekking hebbende stukken zijn gedurende vier weken ter inzage gelegd ten kantore van de NMa. Er hebben zich naar aanleiding van de publicatie in de Staatscourant geen belanghebbenden gemeld.
In de aanvraag om verlenging van de ontheffing zijn geen substantiële wijzigingen aangetroffen ten aanzien van (de bepalingen van) het collectieve inzamel- en verwijderingssysteem waarvoor op 18 december 1998 ontheffing is verleend. Evenmin heeft de d-g NMa signalen uit de markt ontvangen waaruit blijkt dat thans anders zou moeten worden geoordeeld dan ten tijde van het verlenen van de ontheffing in 1998.
Gelet op het voorgaande kan de ontheffing op grond van artikel 22, eerste lid, Mw, worden verlengd, aangezien de voorwaarden, bedoeld in artikel 17, vervuld blijven. De verlenging van de ontheffing eindigt op de datum waarop de goedkeuring van de Minister van VROM op grond van het Besluit verwijdering batterijen afloopt, doch uiterlijk op 1 januari 2008.
Datum: w.g. 26 november 2002 A.W. Kist
Directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit
Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, Juridische Dienst, Postbus 16326, 2500 BH Den Haag