Vraag nr. 133 van 26 maart 2004
van de heer JAN LOONES
Zwembaden op campings – Redders
Ik verwijs naar mijn eerdere initiatieven omtrent de reddersproblematiek in de campingsector.
Ik stelde onder meer vragen aan de twee voorgan- gers van de minister, de toenmalige ministers van Leefmilieu Vera Dua (vraag nr. 139 van 30 maart 2001 ; Bulletin van Vragen en Antwoorden nr. 13 van 25 mei 2001, blz. 1768) en Ludo Sannen (vraag nr. 20 van 30 oktober 2003 ; Bulletin van Vragen en Antwoorden nr. 5 van 12 december 2003, blz. 1217).
De sector, bij monde van de Campingfederatie CKVB, dringt al geruime tijd aan op een versoepe- ling van de reglementering inzake toezicht op de zwembaden, gezien het nijpend tekort aan gedi- plomeerde redders.
Het aantreden van een nieuwe minister van Leef- milieu stelt de sector uiteraard geenszins gerust wat de afhandeling van dit "zwembaddossier" be- treft.
Toen ik in mijn vraag aan toenmalig minister San- nen wees op het feit dat het probleem nog steeds niet werd verholpen, beloofde de minister te over- wegen aan de vraag van de sector tegemoet te komen. Het voortijdige ontslag van de minister schept verwarring over deze belofte.
De sector vreest bovendien dat het ministerschap van de huidige minister van Leefmilieu als een in- terimperiode wordt beschouwd, waardoor het
"zwembaddossier" alweer zal belanden bij een nieuwe minister van Leefmilieu, met alle uitstel van dien.
1. Ziet de minister mogelijkheden om de Vlarem- reglementering te versoepelen inzake de eisen gesteld aan redders die toezicht houden op zwembaden in campings ?
2. Betekent dit dat men nog tijdens deze legisla- tuur tot een definitieve uitspraak komt in dit dossier ?
Antwoord
1. Vooreerst wil ik benadrukken dat de problema- tiek van redders en toezicht bij zwembaden een aangelegenheid betreft die in eerste instantie tot de bevoegdheid behoort van mijn collega bevoegd voor Volksgezondheid.
Als gevolg van een opdracht terzake heeft de afdeling Milieuvergunningen in overleg met de bevoegde administratie Gezondheidszorg aan mijn voorganger een voorontwerp van Vlarem- wijziging voorgelegd dat voor kleine en ondiepe zwembaden lagere eisen stelde aan de aan te stellen redder. Na terugkoppeling met de Cam- pingfederatie bleek dat de voorgelegde Vlarem- wijziging niet in voldoende mate een oplossing bood voor de problemen waarmee de cam- pingsector te kampen heeft.
Mijn voorganger kreeg vanuit enerzijds de zijde van de administratie en vanuit anderzijds de zijde van de campingsector, bovendien tegen- strijdige berichten met betrekking tot de effec- tieve haalbaarheid van de huidige regels. Ik wens deze tegenstrijdigheden nog uit te klaren in overleg met alle partijen.
2. Bedoelde Vlarem-aanpassing is opgenomen in het ontwerp van "Grote Vlarem-trein" waarvan de procedure tot goedkeuring door de Vlaamse regering lopende is. Ik wens in elk geval deze Vla- rem-wijziging nog voor te leggen aan de Vlaamse regering in de huidige legislatuur. Het advies van de inspecteur van Financiën is gevraagd.
Terzelfder tijd wil ik op heel korte termijn een rondetafel organiseren, om de voorliggende Vlarem-wijzigingen eventueel nog bij te sturen, om tegemoet te komen aan de noden van de sector in die gevallen waar een versoepeling van de regelgeving verantwoord lijkt.
