• No results found

Vraag nr.34van 26 oktober 1998van mevrouw VERA DUA

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr.34van 26 oktober 1998van mevrouw VERA DUA"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 34

van 26 oktober 1998 van mevrouw VERA DUA Bebossing – Lokalisatiestudie

De beleidsbrief die de minister in oktober 1995 heeft neergelegd in de bevoegde commissie van het Vlaams Parlement, vermeldt dat de uitbreiding van het areaal van openbaar bos onder meer zal wor-den gericht op bosarme regio's. De ruimtelijke vertaling van deze beleidsintentie is terug te vinden in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Ook de acties 108 en 114 van het Vlaams milieubeleids-plan 1997-2001 beogen de implementatie van voor-meld beleidsprincipe.

Op vorige parlementaire vragen heeft de minister geantwoord dat grootschalige bebossingprojecten op een wetenschappelijk onderbouwde manier worden aangepakt om versnippering en verstoring te vermijden of te beperken. Deze wetenschappe-lijke studies, waarbij externe deskundigen uit uni-versiteiten, intercommunales, verenigingen en andere worden ingezet, beogen het aanwijzen van de meest geschikte locaties voor deze bossen, waarbij de verstoring ten aanzien van andere secto-ren en grondgebruikers tot het minimum wordt beperkt.

1. Voor welke gebieden is een dergelijke lokalisa-tiestudie uitgevoerd of in uitvoering ?

Wanneer werden eventueel de eindrapporten gepubliceerd ?

2. Wat was bij elke studie het resultaat van het wetenschappelijk onderzoek ?

Hoeveel locaties werden in de respectieve stu-dies onderzocht ?

Wat was in elk van de gevallen de meest geschikte locatie en welk bosareaal betrof het telkens ?

3. Welke initiatieven werden reeds genomen om de resultaten van de diverse studies op het ter-rein tot uitvoering te brengen ?

Hoeveel dossiers en voor welke oppervlakte werden voor elk van de projecten opgestart voor de verwerving van gronden voor bebos-sing ?

Hoeveel hectare werd hierbij reeds effectief verworven ?

Hoeveel hectare werd hiervan reeds bebost of voor natuurlijke verbossing gereserveerd ? Voor hoeveel hectare werden reeds kredieten vastgelegd op de begroting en zijn de onderhan-delingen ten behoeve van de verwerving nog aan de gang ?

Voor hoeveel hectare zijn er aankoopdossiers in voorbereiding ?

Wat is de termijn binnen dewelke voor de in voorbereiding zijnde dossiers een beslissing wordt verwacht ?

Volgens welke criteria worden de verkoopsaan-biedingen binnen de perimeters van de onder-scheiden projecten beoordeeld ?

Wordt op alle aanbiedingen van gronden bin-nen voormelde perimeters ingegaan, of wordt ook op bepaalde aanbiedingen niet ingegaan ? Voor hoeveel hectare in de respectieve perime-ters werd eventueel niet ingegaan op een aan-bieding ?

Wie nam in dat geval de beslissing om niet op deze aanbiedingen in te gaan en om welke reden ?

4. Wordt volgens de minister voldoende vooruit-gang geboekt in het realiseren van zijn beleids-opties tot de aanleg van bossen in bosarme regio's ?

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In de studie "De institutionele en bestuurskundige efficiën- tie en effectiviteit van de muskusratbestrijding in het Vlaamse gewest" die in 1995 door

Welke bedragen werden sedert 1995 door de firma overgemaakt aan het Vlaams Gewest in uitvoering van de overeenkomst inzake de terugvloei van een gedeelte van de winst

In het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontrei- niging door meststoffen, gewijzigd door het decreet van 20 december 1995,

In het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontrei- niging door meststoffen, gewijzigd door het decreet van 20 december 1995,

In artikel 6 van het mestdecreet is bepaald dat producenten die gebruik maken van laag-fosfor- voeder, mits goedkeuring door de Mestbank en voor de bedrijfssituatie 1996, de in

cent van deze niet-gezinsveeteeltbedrijven kan de bedoelde notificatie niet krijgen wegens de bedrijfsgrootte en hoeveel procent kan deze notificatie niet krijgen omdat

Hoe groot is de totale verbrandingscapaciteit voor huishoudelijk afval van de bestaande ver- brandingsinstallaties in het Vlaams Gewest2. Hoeveel verbrandingsovens (en welke)

Op welk contract heeft deze veroordeling door de Europese Commissie betrekking, wat is de kostprijs van de opdracht en aan welke firma werd de opdracht onderhands