Vraag nr. 190 van 1 juni 2001
van mevrouw MARLEEN VAN DEN EYNDE Roosterovens – Rookgaszuivering
Uit een rapport dat onlangs werd bekendgemaakt en ook uit een V I TO-studie terzake blijkt dat roos-terovens met rookgasverbrandingsinstallatie goed scoren (VITO : Vlaamse Instelling voor Te c h n o l o-gisch Onderzoek).
Nochtans waren roosterovens fel gecontesteerd de laatste jaren en bijgevolg werd op vele ervan een rookgasinstallatie geïnstalleerd.
1. Zijn alle roosterovens in Vlaanderen uitgerust met een rookgasinstallatie ?
2. Sinds wanneer beschikt elke roosteroven over een rookgasinstallatie ?
3. Werden deze installaties geplaatst op aanma-ning van de Vlaamse regering ?
4. Scoorden deze ovens ook goed zonder rookgas-i n s t a l l a t rookgas-i e, of waren het jurookgas-ist deze ovens drookgas-ie zwaar gecontesteerd waren ?
5. Is de minister ook van mening dat de proble-men met de roosterovens zijn opgelost ?
6. Voldoen alle roosterovens aan de gestelde nor-men ?
Antwoord
1. Zoals ook blijkt uit het rapport "Inventarisatie van de afvalverbrandingssector in V l a a n d e r e n " ( r e f. 2 0 0 1 / M I M / R / 0 3 0 , maart 2001), o p g e m a a k t door de V I TO in opdracht van de Openbare A f-valstoffenmaatschappij voor het Vlaams Ge-w e s t , zijn alle Vlaamse roosterovens uitgerust met een zeer uitgebreide rookgaswassing, t e n-einde te kunnen voldoen aan de voor hen gel-dende emissiegrenswaarden uit Vlarem II. 2. In de jaren tachtig waren de meeste V l a a m s e
roosterovens enkel uitgerust met een ont-s t o f f i n g ont-s i n ont-s t a l l a t i e. In de periode van 1994 tot 1996 werden alle installaties bijkomend uitge-rust met een installatie om de gassen te zuive-ren van zure polluenten (chloriden, fluoriden en s u l f a t e n ) . Installaties die niet werden uitgerust met dergelijke rookgaszuiveringsinstallatie wer-den gesloten. In de meeste gevallen betreft het een halfnatte wassing (injectie van kalkmelk en
mouwenfilter) of natte wassing (met zure en ba-sische trap).
Gelet op de introductie van de dioxinenorm voor bestaande installaties vanaf 1997, w e r d e n de installaties in 1996 en 1997 uitgerust met een injectiesysteem voor actieve kool om de dioxi-nes en furanen te capteren, of met een kataly-tisch systeem om ze af te breken.
Deze informatie is terug te vinden in het voor-noemde overzichtsrapport, waarbij is aangege-ven welk onderdeel van de rookgasreiniging in welk jaar in gebruik is genomen.
3. De rookgasreinigingsinstallaties werden ge-plaatst om te kunnen voldoen aan de geldende e m i s s i e n o r m e n . Deze normen werden in V l a-rem II opgenomen en vinden hun oorsprong in een Europese richtlijn voor verbranding van stedelijk afval.
Sinds 1995 bevat Vlarem II emissiegrenswaar-den voor de "klassieke" verontreinigende para-meters en in 1997 werd ook de emissiegrens-waarde voor dioxinen en furanen van kracht. 4. Zonder rookgasreiniging is het volstrekt
onmo-gelijk om de geldende emissiegrenswaarden voor de verbranding van afvalstoffen na te leven.
Alle ovens beschikken al meerdere jaren over installaties om de uitstoot van stof en verzuren-de verbindingen (HCl, H F, S O2) te beperken.
Zonder specifieke rookgasreiniging voor de be-perking van de uitstoot aan dioxinen en furanen konden de installaties echter niet voldoen aan de strenge Vlarem II-emissiegrenswaarde van 0,1 ng T E Q / N m3. Deze bijkomende
voorzienin-gen werden de voorbije jaren overal in gebruik genomen.
(HCl : w a t e r s t o f chloride ; HF : waterstoffluoride ; S O2: z w a v e l d i oxide ; ng : nanogram = 10- 9gram ;
TEQ : t ox i s ch equivalent ; N m3: normaal kubie
-ke meter – red.)
De exploitant is volgens Vlarem II verplicht het verbranden van afvalstoffen binnen vier uur stop te zetten indien er zich, wegens technisch onvermijdelijke stilleggingen, storingen of de-fecten aan rookgasreinigingsinstallaties, o v e r-schrijdingen van de emissiegrenswaarden zou-den voordoen.
Alle Vlaamse roosterovens voldoen nu reeds aan de nieuwe Europese richtlijn betreffende de verbranding van afval (2000/76/EG). Deze richt-lijn wordt in principe pas van kracht voor de Vlaamse roosterovens vanaf 28 december 2005. De installaties zijn ook onderworpen aan een zeer strenge monitoring. Praktisch alle polluen-ten (stof, CO en HCl) dienen te worden geme-ten (CO : k o o l s t o f m o n oxide – red.). Ook de uitstoot van dioxines dient continu te worden b e m o n s t e r d . Dit wordt nergens anders in Euro-pa verplicht gesteld.
Bij de minste overschrijding treedt de afdeling Milieu-inspectie onmiddellijk op.