• No results found

BEHEERSPLAN ONROEREND ERFGOED

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "BEHEERSPLAN ONROEREND ERFGOED"

Copied!
39
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BEHEERSPLAN ONROEREND ERFGOED

Naam van het onroerend erfgoed:

Sint-Pieterskerk of Museumkerk van Oud-Rekem

Ligging (gemeente, deelgemeente, adres):

Groenplaats 2, Rekem (Lanaken)

Beheersplan opgemaakt door (naam en adres):

HEKATE erfgoedonderzoek Bostsestraat 1

3300 Tienen www.hekate.be

Opdrachtgever (naam en adres):

Gemeentebestuur Lanaken Jan Rosierlaan 1

3620 Lanaken

(2)

© HEKATE erfgoedonderzoek - www.hekate.be

2 Inhoud

1. IDENTIFICATIE en AFBAKENING ... 3

1.1. Administratieve gegevens ... 3

1.2. Perimeter van het gebied waarvoor een beheersplan wordt opgemaakt ... 3

1.3. Foto’s van het onroerend goed in zijn context ... 4

2. HISTORISCHE NOTA ... 5

2.1. Inleiding ... 5

2.2. Een nieuwe kerk aan de Groenplaats ... 5

2.3. De Sint-Pieterskerk in de 19de en de 20ste eeuw ... 8

2.4. Restauratiegeschiedenis ... 8

3. BESCHRIJVING en INVENTARIS van de erfgoedelementen ... 12

3.1. Context/omgeving ... 12

3.2. Exterieur ... 12

3.3. Interieur ... 15

3.4. Cultuurgoederen ... 20

4. BESCHRIJVING van de ERFGOEDWAARDEN ... 25

4.1. Historische waarde van de Sint-Pieterskerk ... 25

4.2. Artistieke waarde van de Sint-Pieterskerk ... 26

5. Onderbouwde VISIE op het TOEKOMSTIG BEHEER ... 27

5.1. Basisprincipes ... 27

5.2. Conservatie- en restauratiedoelstellingen op korte termijn ... 27

5.3. Bewaring van de cultuurgoederen in de kerk ... 29

5.4. Opnieuw bespeelbaar maken van het orgel ... 29

5.5. Handhaving van de functie als museumkerk en culturele ruimte ... 29

5.6. Goede bewaring en ontsluiting van de collectie ... 30

5.7. Praktische richtlijnen voor occasioneel gebruik van de kerk ... 31

6. OPSOMMING van de WERKZAAMHEDEN ... 32

7. Manier en tijdstip van OPVOLGING ... 38

8. BIJLAGEN ... 39

(3)

© HEKATE erfgoedonderzoek - www.hekate.be

3 1. IDENTIFICATIE en AFBAKENING

1.1. Administratieve gegevens Naam van het onroerend erfgoed:

‘Museumkerk Sint-Pieter’

Beschermingsbesluiten

De Sint-Pieterskerk van Oud-Rekem is beschermd als monument bij Koninklijk Besluit van 12 augustus 1969 en maakt deel uit van het dorpsgezicht ‘Oude kern Rekem’, beschermd bij Ministerieel Besluit van 28 september 1994.

Kadastrale ligging

Lanaken, 3e afdeling, sectie B, perceelnummer 525B Juridische toestand

Vastgesteld bouwkundig erfgoedrelict, ID 2993

Gewestplan Vlaanderen (01-09-1980): woongebied met cultureel, historische en/of esthetische waarde.

BPA ‘De stad en oud centrum’ (28 november 2002).

1.2. Perimeter van het gebied waarvoor een beheersplan wordt opgemaakt

(4)

© HEKATE erfgoedonderzoek - www.hekate.be

4 1.3. Foto’s van het onroerend goed in zijn context

Voorgevel van de Museumkerk

Luchtfoto van de onmiddellijke omgeving van de Museumkerk, met zicht op de oostzijde. Het langgerekte gebouw onderaan is het poortgebouw van het kasteel d’Aspremont-Lynden.

 Bing Maps

Interieur van de Museumkerk

(5)

© HEKATE erfgoedonderzoek - www.hekate.be

5 2. HISTORISCHE NOTA

2.1. Inleiding

De voormalige Sint-Pieterskerk, thans

“Museumkerk” bevindt zich aan de Groenplaats in de dorpskern van Rekem en fungeerde eeuwenlang als de parochiekerk.

De Sint-Pietersparochie kende een lange voorgeschiedenis die teruggaat tot de 10de eeuw, grotendeels gelocaliseerd binnen de begrenzingen van het kasteeldomein. Binnen het domein van een middeleeuwse burcht bevond zich een kapel vanaf 989. In 1231 werd de kapel vervangen door een kerkje. De middeleeuwse burcht maakte in de 16de eeuw plaats voor het huidige kasteel d’Aspremont- Lynden. Het kerkje werd in 1704 afgebroken.

De chronologie die aan de afbraak van dit kerkje voorafging, werd geregistreerd op een gedenksteen.1 Het onderzoek naar de geschiedenis van de kerk is sterk lokaal verankerd. Zo wijdde de Rekemse missionaris Raphaël Verbois twee omvattende publicaties aan de geschiedenis van Rekem, respectievelijk over het keizerlijk graafschap en over de verschillende kerken, kloosters en kapellen in Rekem. Het Rijksarchief in Hasselt bewaart het oude kerkarchief en het archief van de kerkfabriek en Agentschap Onroerend Erfgoed bewaart enkele dossiers over de recente restauratiecampagnes en enkele stukken uit het KCML archief over Rekem.2

2.2. Een nieuwe kerk aan de Groenplaats

Hoewel Rekem een onafhankelijke heerlijkheid was, was er toch een grote invloedssfeer van het Duitse Rijk omdat de heren van Rekem daar hun opvoeding en opleiding genoten. De gezaghebbende heer regeerde op autocratische wijze over Rekem en beheerste het volledige bestuur met uitzondering van het recht op de aanstelling van de pastoor en de priorin van het klooster. Dit recht behoorde sinds 1264 toe aan de abt van Beaurepart te Luik3 en leidde op het einde van de 17de eeuw tot hevige twisten tussen de abt van Beaurepart en graaf-kanunnik Maximiliaan-Frans Gobert (1649-1703) die het aanstellingsrecht als een gebrek ervaarde in zijn verder absolutistische gezag. Na de dood van zijn

1 De gedenksteen werd op het einde van de 18de eeuw, tijdens de Franse overheersing, uitgekapt uit de kerkmuur. De opschriften waren door de toenmalige pastoor overgenomen in het kerkregister vòòr de steen ontvreemd werd. De steen werd in de jaren ’70 van de 20ste eeuw teruggevonden in Rekem; VERBOIS, R., Geschiedenis der kerken kloosters en kapellen in Rekem, Rekem, 1965, p. 11-12.

2 Voor een volledig overzicht van de relevante bronnen over de Museumkerk wordt verwezen naar de bibliografie in bijlage.

De publicaties van Verbois dateren van de jaren ’60 en ’70 maar zijn nog steeds de referentie in het onderzoek naar de geschiedenis van de kerk; VERBOIS, R., Geschiedenis der kerken kloosters en kapellen in Rekem, Rekem, 1965; VERBOIS, R., Geschiedenis van Rekem en zijn keizerlijk graafschap, Rekem, 1972.

3 Voordien was dit het recht van de Cisterciënzerinnerabdij van Hocht (vanaf 1232) en nadien van de abt van de

Norbertinessen van Corniliënberg of Beaurepart (1261 met het akkoord nader bepaald in 1264); VERBOIS, R., Geschiedenis der kerken kloosters en kapellen in Rekem, Rekem, 1965, p. 12.

Luchtfoto van Oud-Rekem Vlaanderen vanuit de lucht

(6)

© HEKATE erfgoedonderzoek - www.hekate.be

6 broer in 1703 keerde de voordien in Wenen verblijvende graaf

Ferdinand (1643-1708) terug naar Rekem om de orde te herstellen. In 1704 werd een akkoord gesloten met de bisschop van Luik (tevens aartsbisschop van Keulen) waardoor graaf en bisschop opnieuw op goede voet stonden met elkaar.

Eén van de voorwaarden voor dit vredesakkoord was de bouw van een nieuwe kerk buiten de kasteelmuren.

Na het vrijmaken van een terrein door het onteigenen van een aantal woningen, werd in 1704 aangevat met de bouw van de kerk. De nieuwe kerk zou gebouwd worden op de Bleek, vandaag de Groenplaats, op een boogscheut van het kasteeldomein. Het ontwerp is opgevat als een niet- georiënteerde centraalbouw, ingeschreven in een Grieks kruis.

Nog voor de toren gebouwd werd, werd de werf al stilgelegd door ongenoegen van de graaf. In 1708 overleed graaf Ferdinand. Zijn zus, Anna Antonia († 1743), zou de bouwwerken en de inrichting van de nieuwe kerk verder financieren.

Gravin Anna Antonia d’Aspremont-Lynden de Reckem en haar echtgenoot graaf Claudius ’t Serclaes de Tilly en gouverneur van Maastricht, bleven kinderloos en schonken hun fortuin via stichtingen aan verscheidene goede doelen. Dankzij hun kapitaal en bereidwilligheid kon de kerk volledig afgewerkt worden. In 1722 gingen de bouwwerken opnieuw van start. De centraalbouw en het koor die reeds klaar waren, werden verbonden met een nieuw gebouwde toren. Er kwamen vier nieuwe vensters en het interieur werd voorzien van passend kerkmeubilair, waaronder een hoogaltaar in barokke stijl, heiligenbeelden en twee biechtstoelen met de wapenschilden van graaf ’t Serclaes de Tilly en gravin d’Aspremont-Lynden de Reckem.

De nog dienstige beelden en liturgische objecten uit de oude kerk werden overgebracht naar de nieuwe kerk en daar geïntegreerd. In dezelfde periode werd een gedenksteen, waarin de voorgeschiedenis van de kerk gegraveerd staat, boven de toegangsdeur ingemetseld.4

Omstreeks 1755 woedde er een grote brand in Rekem die 21 huizen verwoestte en ook de kerk zwaar teisterde: de toren en zolder van de kerk brandden helemaal uit, en een groot deel van het interieur en het orgel gingen verloren. Door de ruïneuze toestand van de kerk moesten de parochianen de dienst volgen in de kapel van het Norbertinessenklooster dat veel te klein was voor deze functie. Door allerlei omstandigheden werd er pas vele jaren later gestart met herstellingswerken.5 In 1773 werden renovatiewerken uitgevoerd en in 1775 een nieuwe sacristie gebouwd aan de evangeliekant (hier de westzijde) van de kerk.6 Ondertussen was ook het resterende meubilair gerestaureerd zoals de

4 Deze gedenksteen werd eerder al aangehaald in de historische nota 8; Ibidem: p. 48.

5 Ibidem: p. 50.

6 Ibidem: p. 59.

De Museumkerk in 1946 KIK-IRPA Brussel

Het hoofdaltaar in 1946

KIK-IRPA Brussel

(7)

© HEKATE erfgoedonderzoek - www.hekate.be

7 preekstoel, beelden en de biechtstoelen. De altaren

werden opgefrist met marmeren imitatie en een nieuwe laag vernis.7 Rond diezelfde periode werd er onder het koor een grafkelder voorzien voor de pastoors van de kerk. Deze bleef niet lang in gebruik omwille van restricties voor het handhaven van de hygiëne. Op het einde van de 18de eeuw werd een Rekemer landroede geplaatst in de vloer voor de communiebank aan het hoogaltaar nadat deze gebruikt werd voor de opmeting van de landerijen van het graafschap Rekem. De landroede werd vervaardigd in messing door H.B. Voncken van Maastricht en draagt het opschrift ‘Landroede – anno 1787’.8

Om de kerk volledig in ere te kunnen herstellen, moest er ook een nieuw orgel voorzien worden. De orgelbouwer Jan Beerens uit Weert leverde een nieuw eikenhouten orgel in 1776. In datzelfde jaar werd het in gebruik genomen. Zowel de orgelkast als de spaanbalg op zolder zijn de enige nog bewaarde orgelkast en spaanbalg uit het oeuvre van deze orgelmaker. De datum van het chronogram duidt op de vernieuwingen die het orgel onderging vermoedelijk in 1808 door de Maastrichtse orgelbouwer Joseph Binvignat. Het orgel zou zijn uitgebreid met een Onderpositief, een tweede bijkomend orgelwerk in de sokkel van de onderkast. Om dit Onderpositief te kunnen plaatsen werd de diepte van het hele orgelmeubel verdubbeld, en werd de frontzijde van het basement met gaten doorboord in functie van het uitklinken van de orgelpijpen. Ook de unieke papieren registeropschriften (etiketten) aan de achterzijde van het basement van de orgelkast moeten uit 1808 dateren.9 In 1904 werd het orgel opnieuw aangepast door orgelbouwer Joseph Joris.10 Vandaag is de orgelkast leeg omdat het orgel overgeplaatst werd naar de nieuwe parochiekerk na de functiewijziging.11

7 Volgens de publicatie ‘Rekem: de verassing van het Maasland’ zou de preekstoel uit ca. 1650 dateren en afkomstig zijn van de oude kerk binnen de kasteelmuren. Er is geen bronvermelding: VZW MAASLAND, Rekem: de verrassing van het Maasland, 2000: 61.

8 STORME, P., Bevindingsverslag Landroede 1787, Museumkerk te Rekem, 2007.

9 Info verkregen via mail dd 19.01.2018 van Michel Lemmens, erfgoedconsulent en expert orgels en klokken bij het Agentschap Onroerend Erfgoed. Er werd archivalisch geen bevestiging gevonden over de betrokkenheid van Joseph Binvignat uit Maastricht. Op de website http://www.marres.nl/orgels.htm is een korte biografische beschrijving te vinden van deze orgelmaker.

10 Infobordjes in de Museumkerk.

11 Info verkregen via mail dd 19.01.2018 van Michel Lemmens, erfgoedconsulent en expert orgels en klokken bij het Agentschap Onroerend Erfgoed.

Fragment van de Rekemer landroede

Het doksaal met het orgel

(8)

© HEKATE erfgoedonderzoek - www.hekate.be

8 2.3. De Sint-Pieterskerk in de 19de en de 20ste eeuw

In de Franse revolutie werd de gedenksteen boven de toegangsdeur ontvreemd door Franse soldaten en pas in 1973 werd deze teruggevonden. Tijdens de Franse Tijd was de kerk gesloten en in 1803 werd ze heropend voor de parochianen. In de loop van de 19de eeuw werden er enkele aanpassingen uitgevoerd. Zo kwam er in 1851 een nieuwe vloer, een nieuwe deuromlijsting voor het inkomportaal in 1854 en werd er in 1870 een nieuwe sacristie gebouwd aan de oostzijde van de kerk.12 Tegen het einde van de 19de eeuw werd de kerk veel te klein voor de parochianen en geraakte ze in verval. De discussie over de toekomst van de kerk zou nog jaren aanslepen. In de periode 1924-1925 werden uiteindelijk dringende herstellingswerken uitgevoerd: de toren werd verstevigd, het dak en twee glasramen werden vernieuwd en het huidige cassetenplafond - rijkelijk versierd met allerlei figuratieve motieven - verving het oorspronkelijke koepelplafond. De vervallen sacristie uit 1775 werd vervangen door een nieuwe aanbouw met herbruik van de materialen.13

Maar de vraag om een grotere kerk bleef bestaan. Na een reeks van voorontwerpen voor de uitbreiding van de oude kerk door provinciaal architect Herman Jaminé in 1884, en ontwerpen voor een nieuwe kerk van de hand van de architecten Boudewijn Rosier (1914 en 1925)

en Karel Gessler (1922) werd in 1941 aan de architecten Boxen & De Groodt opdracht gegeven om een nieuwe kerk te bouwen. De nodige fondsen werden door het ministerie vrijgemaakt na de Tweede Wereldoorlog, nadat er zekerheid was over de nieuwe bestemming van de oude kerk. Die kwam er pas in 1952, “nadat het ministerie kennis had gekregen dat de oude kerk met al wat ze bevat aan de gemeente was afgestaan om er een museum van te maken”14. In 1956, toen de nieuwe Sint-Pieterskerk ingewijd was, werd de oude parochiekerk onttrokken aan de eredienst en, zoals gepland, herbestemd als museum. Een aantal van de goederen uit de oude kerk werden naar de nieuwe kerk overgebracht, maar het grootste gedeelte van het kerkmeubilair is er bewaard gebleven. In 1969 werd de oude Sint-Pieterskerk beschermd als monument.

2.4. Restauratiegeschiedenis

De kerk werd sinds zijn herbestemming in 1956 tweemaal gerestaureerd, namelijk in 1989 en in 2013.

Sinds de restauratie van de Museumkerk in 1989 hangen er twee volautomatische klokken in de toren.

Door sponsoring kwamen daar later nog meerdere klokken bij zodanig dat er vóór elk uur een andere melodie kan worden gespeeld.

In 1989 en 2013 werd een grote algemene restauratiecampagne aangevat. Er werden restauratiewerken uitgevoerd aan gevels, daken, glasramen, meubilair en de afwerkingslagen van het interieur.15 Daarnaast werden de elektriciteit en de verwarming vernieuwd en sanitaire ruimtes voorzien.

12 VZW MAASLAND, Rekem: de verrassing van het Maasland, 2000: 62; Hasselt, Archief van het kadaster, Rekem, mutatieschets 1880/5.

13 VERBOIS R., Geschiedenis der kerken kloosters en kapellen in Rekem, Rekem, 1965, p. 98.

14 Ibidem: p. 100.

15 Het belang van Limburg, Restauratie Sint-Pieterskerk blijft een werk van lange adem, 07/06/1990: 13; Het belang van Limburg, In 12 jaar 65 miljoen voor kerkelijke gebouwen, 08/07/1993: 12.

(9)

© HEKATE erfgoedonderzoek - www.hekate.be

9 Hieronder volgt een opsomming van uitgevoerde werkzaamheden:

Restauratie 1989-1996 exterieurwerken:

1. Plaatselijk herstel van de daken

Restauratie 1989-1996 interieurwerken:

2. Behandeling van het opstijgend vocht door injectie

3. Afbraak van de 18de eeuwse sacristie aan de oostzijde van de kerk 4. Heropbouw van deze zone tot kluis en sanitaire ruimte

5. Herstellen van de centrale verwarming

6. Herstellen en vernieuwen van elektriciteitswerken 7. Brandvrij maken van de zoldervloer

8. Verhogen van het sneeuwdak

9. Herstellen en vernieuwen van het pleisterwerk 10. Herschilderen van de muren

11. Tijdelijk verwijderen van de vloer om plaatsing van isolatie, vloerverwarming en elektriciteit mogelijk te maken

12. Herinrichting van de nieuwe sacristie als vergaderlokaal en bureel 13. Restauratie van de altaarschilderijen

14. Restauratie van de glasramen 15. Restauratie van het beeldhouwwerk

16. Restauratie van de muurschildering achter het hoofdaltaar: voorzetdoek met kopie 17. Restauratie van de plafondschilderingen

18. Restauratie van het orgelfront

Restauratie 2013-2015 exterieurwerken:

19. Vernieuwen dakbedekking: leien, bebordingen, kepers, gordingen, muurplaten en dakoversteken

20. Behandeling van de houtaantasting van dakgebinten en roosteringen 21. Restauratie en herschilderen van de bakgoten

22. Vernieuwen van de aangetaste dakafvoeren

23. Plaatsen van disconnectieputten op het rioleringsstelsel om aantasting van de afvoerbuizen door rioolgassen tegen te gaan

24. Behandelen van de verroeste ijzerdelen 25. Vernieuwen van de dakaansluitingen

(10)

© HEKATE erfgoedonderzoek - www.hekate.be

10 26. Plaatsen van nieuwe Europees genormeerde klim- en ladderhaken

27. Plaatsing nieuwe houten vloer

28. Herstellen en keuren van de bliksemafleider 29. Restauratie en herschilderen van de dakkapellen 30. Plaatsen van afdeksteen op de oude bakstenen schouw

31. Restauratie, reinigen en vernieuwen van de aansluitingen van de galmborden 32. Plaatselijk herstel van het gevelvoegwerk

33. Nazicht, herstel en herschilderen van het houten buitenschrijnwerk 34. Vernieuwen van de gebroken beglazing

35. Plaatselijk verankeren van muurscheuren 36. Reiniging van gevelverontreiniging

37. Behandelen van de ijzeren geveldelen zoals diefijzers

38. Herplaatsen van de verzakte kasseistrook naast de kerktoren op gestabiliseerd zand

Restauratie 2013-2015 interieurwerken:

39. Plaatselijk herstel van het aangetaste pleisterwerk en schilderwerk

40. Uitvoeren van vocht- en zoutmetingen en injecteren van de muren op plaatsen met opstijgend vocht

41. In de sacristie aan oostzijde: verwijderen van de aangetaste bepleisteringen en losgekomen wandtegels

42. Vernieuwen van het sanitair met een nieuwe indeling met een gehandicaptentoilet 43. Toegankelijk maken van de zolder boven het sanitair via een plafondluik

44. Herschilderen van de communiebank

45. Voorzien van ijzeren poortjes met ene kruk aan de binnenzijde ter plaatse van de servitude - nooduitgang

46. Versterking van de doksaalbalk met chemisch verankerde verstevigingen die weggewerkt werden met een eikenhouten bekleding16

47. Restauratie van het vroeg 20ste-eeuwse plafond: plaatselijk herstel van platen en beschildering 48. Restauratie en behandeling van de houten torentrap tegen houtaantasting

49. Restauratie en behandeling van de aangetaste houten vloerroosteringen in de toren 50. Herstel van het plafond boven het torengelijkvloers

51. Hoger plaatsen van de kasseien voor de torendeur zodat de bestaande houten mindervalidehelling verwijderd kon worden

52. Restauratie van het torenuurwerk

16 Mondelinge informatie, verkregen op 16.01.2018 van mw. Sofie Merckx, diensthoofd patrimonium Lanaken.

(11)

© HEKATE erfgoedonderzoek - www.hekate.be

11 53. Plaatsing van een uilenkast in de toren

54. Na plaatsing van de houten zoldervloer bleek dat de oude verbindingen van het dakgebinte en het decoratieve plafond van de kerk verzakkingen vertoonden. Daarom werden het gebinte en de zoldervloer met metalen verbindingen gestabiliseerd. Dit werd als bijkomend werk uitgevoerd volgens berekeningen en uitvoeringstekeningen van de ingenieur stabiliteit.

(12)

© HEKATE erfgoedonderzoek - www.hekate.be

12 3. BESCHRIJVING en INVENTARIS van de erfgoedelementen1718

3.1. Context/omgeving

De Museumkerk bevindt zich aan de zuidzijde van de Groenplaats, op een boogscheut van het kasteel d’Aspremont Lynden en in de dorpskern van Oud- Rekem.

De kerk is vrijstaand. Rondom het rechthoekige plein loopt een weg die het plein verbindt met de Engelenstraat en de Oude God. Aan elke zijde van de Groenplaats is er bebouwing, uitgezonderd aan de noordzijde. Het perceel aan noordzijde wordt aan straatzijde afgelijnd door een bakstenen muur. Deze muur verbindt het Poortgebouw van het kasteel en de woning met huisnummer 4 van de Groenplaats. Op de historische kaarten staat er aan deze kant wel bebouwing ingetekend. Vandaag is het perceel braakliggend en behoort het tot de zone ‘Residentie Oud-Reckeim’ dat ontwikkeld wordt tot woongebied.

De Groenplaats is deels aangelegd met kasseien, deels met asfalt en er is ruime parkeergelegenheid voor auto’s. Aan de oostzijde van het plein bevindt zich het poortgebouw van het kasteel d’Aspremont Lynden, dat vandaag een restaurant huisvest met dezelfde naam. In het midden van het plein bevindt zich een schandpaal. Deze bevond zich oorspronkelijk voor het gerechtshof – vroeger in het pand Onder de Linden 5 – en werd verplaatst naar de Groenplaats.

3.2. Exterieur

De volledige kerk is opgebouwd uit baksteen met details in maaskalksteen, Maastrichtersteen en enkele 20ste eeuwse restauraties in Euvillesteen. De complexe dakstructuur bestaat uit gekruiste zadeldaken met schilddaken en een dakbedekking van leien. Een houten kroonlijst op klossen omzoomt het volledige dak. De toren en een gedeelte van de centraalbouw rusten op een kalkstenen plint.

De kerk is gebouwd als centraalbouw, ingeschreven in een Grieks kruis.19 De plattegrond ontvouwt zich als een centraal volume met een korte uitbouw aan west- en oostzijde, een groter en meer geprononceerd koor met vlakke afsluiting aan de zuidzijde en een aangebouwde toren aan de noordzijde. Telkens twee glas-in-loodvensters verlichten respectievelijk de centraalbouw en het koor en zijn voorzien van voorzetbeglazing langs de buitenzijde. De vensters aan het koor zijn gedeeltelijk blind aan de onderzijde.

17 De erfgoedkenmerken en -elementen zijn in vet aangegeven.

18 De auteur van de foto’s is HEKATE Erfgoedonderzoek, tenzij anders aangegeven.

19 GEUKENS, B., Fotorepertorium van het Meubilair van de Belgische Bedehuizen, Provincie Limburg, Kanton Maasmechelen, 1979: p. 29.

Luchtfoto van de Museumkerk met onderaan in beeld het poortgebouw van het kasteel d’Aspremont – Lynden.  Bing Maps

(13)

© HEKATE erfgoedonderzoek - www.hekate.be

13 De naar het noorden gerichte toren bestaat uit vijf geledingen, gescheiden door één kalkstenen en voorts Maastrichterstenen lijsten, waarvan de bovenste twee rondom rond gaan. Ellipsvormige vensters in Maastrichterstenen omlijsting en met gesculpteerde sluitstenen openen de toren aan noord-, oost- en westzijde. De oostelijke zijde van de toren telt vier vensters, de westelijke zijde drie en de noordkant twee. In de bovenste geleding is er aan alle zijden een rondbogig galmgat met licht uitspringende sluitstenen en imposten. Het dak van de toren bestaat uit een gedrukte koepel en een spitsbekroning met getrapte aanzet en rondboogvormige dakkapellen aan elke zijde van het leien dak.

Zowel de daken van de toren en van het koor zijn bekroond met een kruisbeeld.

Aan de oostzijde van de toren is de omlijsting van een dichtgemetste deur te zien in hardstenen omlijsting.20 De toegang van de kerk bevindt zich aan de noordzijde onder de voorstaande, vierkante toren: een neoclassicistische rondboogdeur21 is gevat in een rechthoekige omlijsting van blauwe hardsteen, gevormd door pilasters met verdiepte panelen onder een hoofdgestel, een rondboogopening met geprofileerd beloop, verdiepte spiegels in de zwikken en een voluutvormige sluitsteen. Rechts van de toegangsdeur hangt een fragment van de gedenksteen die verwijst naar de voltooiing van de kerk dankzij Gravin Anna Antonia d’Aspremont- Lynden en haar echtgenoot graaf Claudius ’t Serclaes de Tilly. De nederlandse vertaling van de tekst op de steen luidt: “Claude de Tilly, Generaal van het leger der Verenigde Mogendheden, Veldmaarschalk, Luitenant en Keizerlijk Kamerheer, tevens Katholiek Gouverneur en zijne Excellentie Mevrouw Gravin d’Aspremont hebben deze (toren) gebouwd. Lezer bidt tot God.”22

De toren is verbonden via afgeschuinde hoeken met de uit baksteen opgetrokken centraalbouw. Deze verbindingsmuur omvat een oculus in Euvillesteen aan beide zijden van de toren. Het metselwerk van de overgang tussen de toren en het centraalbouw vormt een vrij grillige bouwnaad. De oorzaak van het onregelmatige karakter van deze overgang is allicht het gevolg van de constructie van de kerk die zich in twee fases voltrok: het centraalbouw werd opgebouwd ca. 1707 en de toren ca. 1722. Aan de oost- en westzijde bevinden er zich hoge rondboogvensters in kalkstenen omlijsting met negblokken.

20 Verbois schrijft dat deze deur leidde naar een opbergruimte die afgebroken werd wanneer de sacristie aan de oostkant werd gebouwd in 1817. Er is geen bronvermelding en er werden door ons geen sporen of archiefdocumenten gevonden die deze stelling konden staven. VERBOIS R., Geschiedenis der kerken kloosters en kapellen in Rekem, Rekem, 1965, p. 73.

21 De hardstenen omlijsting van de toegangsdeur werd vernieuwd in 1854; Ibidem: p. 73.

22 Info verkregen via mail dd 16/01/2018 van Mathieu Maessen.

Zicht op de noordgerichte toren van de Museumkerk

(14)

© HEKATE erfgoedonderzoek - www.hekate.be

14 Tot slot is aan de westelijke zijde van de toren een uurwerk in smeedijzer en vergulde wijzers te zien.

Vermoedelijk dateert het van de 17de eeuw.23

Aan weerszijden van het koor bevindt zich telkens een sacristie. Aan oostelijke zijde een rechthoekige aanbouw en aan de westelijke kant een rechthoekige bebouwing met een afgeschuinde hoek. Beide sacristieën bestaan uit één bouwlaag, met drielichten in plattebandomlijstingen, en hergebruikt materiaal. Ze werden later aangebouwd dan de kerk. De oostelijke sacristie dateert van 1870 en de

westelijke van 1925.24

23 Agentschap Onroerend Erfgoed 2016: Parochiekerk Sint-Pieter [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/971 (geraadpleegd op 19 december 2017); GEUKENS, B., Fotorepertorium van het Meubilair van de Belgische Bedehuizen, Provincie Limburg, Kanton Maasmechelen, 1979.

24 De westelijke sacristie dateert van 1925 en verving een constructie uit 1775.

Westgevel van de Museumkerk met sacristie.

(15)

© HEKATE erfgoedonderzoek - www.hekate.be

15 3.3. Interieur25

De centraalbouw bestaat uit een gelijkvloers en een zolder, de toren uit vijf niveaus en een zolder. Door de compacte centraalbouw en de eenledige opstand lijkt de kerk zich bij het binnentreden te ontplooien als één geheel: vanaf de dubbele toegangsdeur tussen toren en centraalbouw is de hele ruimte tot aan het koor in één oogopslag te aanschouwen. De gezoete hardstenen vloer in grijs en zwart dambordpatroon uit 185126 bedekt de volledige oppervlakte van de kerk, uitgezonderd de sacristieën, waar de vloerbedekking aan westzijde uit nieuwe tegels en aan oostzijde uit nieuw parket bestaat.

Het volledige kerkinterieur, inbegrepen het portaal, werd bepleisterd. In de centraalbouw worden de wanden in de hoeken en rond de raampartijen afgewisseld met getrapte pilasters in groene en roze tinten die bekroond zijn met een hoofdgestel en versierd door blindvensters met guttae. De verticaliteit van de ruimte wordt benadrukt door deze pilasters met hoofdgestel, uitlopend in een fries waarop het plafond steunt. De centrale ruimte van de kerk wordt getypeerd door de gepolychromeerde vlakke houten zoldering van eternitpanelen uit 1925. Het plafond bestaat uit een cassettenstructuur met sierlijsten. Het raster van het kaderwerk volgt de vorm van het plafond. De profilering wordt gevormd door kwartronde latjes die op de snijlijnen der vlakken zijn aangebracht. Het plafond is rondom rond afgelijnd door een geaccentueerd hoofdgestel, bestaande uit een kroonlijst en een doorlopende fries.

25 Agentschap Onroerend Erfgoed 2016: Parochiekerk Sint-Pieter [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/971 (geraadpleegd op 29 december 2017); GEUKENS, B., Fotorepertorium van het Meubilair van de Belgische Bedehuizen, Provincie Limburg, Kanton Maasmechelen, 1979.

26 Info verkregen van Mathieu Maessen.

Interieur van de Museumkerk met zicht op het hoofdaltaar

(16)

© HEKATE erfgoedonderzoek - www.hekate.be

16 Boven het hoofaltaar is de fries gedecoreerd met guirlandes. Het volledige plafond werd polychroom beschilderd in neo-renaissance stijl met patronen van arabesken in groen- en roodtinten in de cassettevelden. De grondkleur van deze gesjabloneerde schilderingen is gebroken wit, de figuren zijn uitgevoerd in rood en goud, omlijstingen en diverse decoratieve slingers zijn opgehoogd met wit (of zilver). Terugkomende siermotieven zijn gestileerde bloemen zoals leliën, diverse geometrische figuren, stralenkransen en symbolen van de evangelisten. Centraal in het plafond is een cassette met het pauselijk embleem en de letters ‘S’ en ‘P’ refererend naar Sint-Pieter. Deze casette vertoont een barst. Het plafond werd tijdens de meest recente restauratiecampagne gerestaureerd.

Achter het hoofdaltaar was er oorspronkelijk een schildering in barokke stijl met trompe l’oeil. De schildering geeft een halfronde apsis weer met cassetten, ondersteund door pilasters waarbij het lijkt alsof het licht vanuit de kerk in de absis valt. Het geheel is lineair uitgewerkt in grisaille.27 De schildering was in slechte staat en fragmentarisch bewaard. Een doek met een exacte kopie werd over de originele geplaatst.

De kerk wordt natuurlijk verlicht door vier rondboogvensters met glas-in-lood in een vlakke natuurstenen omlijsting, bovenaan gedecoreerd met gestucte gepolychromeerde guirlandes en een gekleurde profilering. Deze glasramen dateren van de vernieuwingscampagne van 1925 en werden in neogotische stijl uitgevoerd door het Luikse atelier Osterrath, in ‘verre américain’, kathedraalglas,

‘chûte de Versailles’ en Saint-Just antiek glas.28 Het glasraam in het koor aan de oostzijde toont verscheidene medaillons. Boven de vroegere sacristie is de beeltenis van Johannes de Doper te zien.

De raamopening is groter dan de hoogte van de vensters. Bij de bouw van de nieuwe sacristie werd een gedeelte van het venster afgebroken en de opening werd dichtgemetseld.29 De glasramen in de centraalbouw omvatten het silhouet van Sint-Petrus aan westzijde en van Sint-Petronella aan oostzijde.

Sint-Petrus is afgebeeld met een boek en een sleutel en onderaan is een wapenschild van de schenker, ridder Lagasse de Locht, te zien. Sint-Petronella is afgebeeld met bezem. De glasramen werden gerestaureerd in 1993.30

Tussen toren en centraalbouw bevindt zich de processiedeur. Deze beschilderde houten deur met twee vleugels en opendraaiend bovenlicht werd volledig geopend wanneer er een processie uitging zodanig dat het baldakijn door die deur gedragen kon worden.31

Op het eerste verdiep leidt een 18de-eeuwse houten deur naar het doksaal. Het doksaal is omzoomd met een houten balustrade. De balustrade vormt één geheel met het orgel en dateert uit 1776. Het orgel dateert oorspronkelijk van hetzelfde jaar maar werd in de loop der eeuwen aangepast. De orgelkast in Louis XVI – stijl heeft een chronogram met de vermelding ‘IN NOVO ORGANO CANTATE CANTICA DOMINO’ en is gedateerd 1808. Het orgel is opgebouwd uit een basement met twee rechthoekige roosters als klankkasten voor de orgelpijpen. Daarboven een onderkast met onderpositief in de sokkel en bovenwerk met vijf registers pijpen. De houten opbouw is afgewerkt met verguld

27 Restauratieverslag Sint-Pieterskerk: speciale restauratietechnieken van schilderijen, beeldhouwwerk, zoldering, grisaille, in opdracht van Gemeentebestuur Lanaken, z.d.

28 De glasramen van het koor zijn in dezelfde stijl uitgevoerd en komen terug in de ontwerptekeningen van het atelier Osterrath maar er is geen archievalisch bewijs dat deze werkelijk uit 1925 dateren. Ibidem; Fonds Osterrath via Isabelle Lecocq.

29 Archief Agentschap Onroerend Erfgoed: DL 133 Lanaken (Rekem), Sint-Pieterskerk Interieur: THEYS, D., Restauratieverslag, s.d.: p. 1.

30 Archief Agentschap Onroerend Erfgoed: DL 133 Lanaken (Rekem), Sint-Pieterskerk Interieur: THEYS, D., Restauratieverslag, s.d.: p. 1; Inventaris Ivo Bakelant: Te raadplegen via het online repertorium aangeboden door het KIK.

31 Info verkregen via mail dd 17/01/2018 van Mathieu Maessen.

(17)

© HEKATE erfgoedonderzoek - www.hekate.be

17 rocaille houtsnijwerk.Vandaag is de orgelkast leeg omdat het orgel in de jaren ’50 overgeplaatst werd naar de nieuwe parochiekerk na de functiewijziging.32

Het hoofdaltaar in het koor dateert van ca. 1725 maar werd hersteld in ca. 1775 en 1783. Het is opgebouwd uit hout en beschilderd met marmerimitatie en toont centraal in het fronton de wapens van 't Serclaes de Tilly en d'Aspremont-Lynden de Reckem, de schenkers van het altaar.33 Een boogvormig fronton in marmerimitatie wordt ondersteund door vier wit geschilderde pijlers met verguld ionisch kapiteel. De bovenbouw van het altaar met centraal het altaarstuk ‘De genezing door Sint-Petrus’ uit 1775, geschilderd door Anton Zollinger34, wordt ondersteund door een brede onderbouw in marmerimitatie, voorzien van twee deuren die naar de achterzijde van het altaar leiden. Twee 17de- eeuwse beelden bekronen deze onderste geleding: aan de linkerkant Onze-Lieve-Vrouw met kind en aan de rechterkant de heilige Jozef. Twee 18de-eeuwse wandlichten maken eveneens deel uit van de onderbouw, net als twee engelenbeelden op sokkels die geïntegreerd zijn in de trappartij van het hoofdaltaar: de Engel van het Geloof aan de linkerkant, de Engel van de Hoop aan de rechterkant. De altaartafel met een tabernakel, zes kandelaars en twee reliekhouders staat bovenop een houten beschilderde trappartij. Vòòr de altaartafel staan er twee grotere kandelaars. Een modern dienstaltaar staat voor het hoofdaltaar.

Het oostelijk portiekaltaar is opgetrokken uit hout en is bekroond met de Heilige Geest in de gedaante van een duif. Bij het herstel na de brand van de kerk ca. 1775 werd het beschilderd met marmerimitatie en gewijd aan het Heilig Kruis in 1780. Twee consoles met voluut ondersteunen een houten kandelaar.

Het bevat een schilderij op doek met voorstelling van Maria Magdalena aan de voet van het kruis van Christus.

Het westelijk portiekaltaar in hout is bekroond met het Oog Gods in een stralenkrans en de marmerimitatie dateert eveneens van ca. 1775.35 Het werd gewijd in 1780 aan Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekte Ontvangenis en Sint-Nicolaas.36 Het bevat een schilderij op doek met voorstelling van de Tenhemelopneming van Maria. De altaarstukken in academische stijl van de beide portiekaltaren werden eveneens uitgevoerd door Anton Zollinger in 1775 en geschonken door graaf en gravin von Wolkenstein – Trostburg.37

De eikenhouten preekstoel dateert van 1650 maar leed zware schade in de brand van 1755. De preekstoel werd hersteld en ca. 1774 werd een trap toegevoegd met een smeedijzeren balustrade.38 Deze trap is nog te zien op een foto uit 194639 maar is thans verdwenen. De iconografie bestaat uit de symbolen van de evangelisten.

Aan de noordoostelijke en noordwestelijke wanden van de centraalbouw bevindt zich telkens een biechtstoel. Beide biechtstoelen dateren oorspronkelijk van ca. 1722 wanneer ze geschonken werden

32 Infobordjes in de Museumkerk.

33 VERBOIS R., Geschiedenis der kerken kloosters en kapellen in Rekem, Rekem, 1965, p. 59, 110.

34 Archief Agentschap Onroerend Erfgoed: DL 133 Lanaken (Rekem), Altaarschilderijen, s.d.: p. 4.

35 In Verbois wordt verwezen naar het ‘marberiseren’ of ‘vernissen’ van de portiekaltaren ten tijde van het herstel van de kerk, ca. 1775. Of de portiekaltaren de brand overleefd hebben wordt niet verduidelijkt. Het lijkt erop dat de zijaltaren de brand overleefden maar dit kan niet bevestigd worden. In ‘VERBOIS, R., Geschiedenis van Rekem en zijn keizerlijk graafschap, Rekem, 1972, p. 7’ wordt er expliciet vermeld dat het hoofdaltaar en de biechtstoelen oorspronkelijk dateren van 1723. Over de zijaltaren wordt geen uitspraak gedaan; VERBOIS R., Geschiedenis der kerken kloosters en kapellen in Rekem, Rekem, 1965, p. 59.

36 VERBOIS R., Geschiedenis der kerken kloosters en kapellen in Rekem, Rekem, 1965, p. 69.

37 Archief Agentschap Onroerend Erfgoed: DL 133 Lanaken (Rekem), Altaarschilderijen, s.d.: p. 4.

38 GEUKENS, B., Fotorepertorium van het Meubilair van de Belgische Bedehuizen, Provincie Limburg, Kanton Maasmechelen, 1979: 30.

39 Databank BaLAT, KIK-IRPA: http://balat.kikirpa.be/object/58669.

(18)

© HEKATE erfgoedonderzoek - www.hekate.be

18 aan de kerk door gravin d’Aspremont – Lynden de Reckem maar werden aangepast in de 2de helft van de 19de eeuw. Het fronton toont de wapenschilden van de familie ’t Serclaes de Tilly en de familie d’Aspremont – Lynden de Reckem.

Verspreid over de kerk zijn er een aantal wandlichten in messing te bemerken die geschonken werden in de 18de en 19de eeuw, getuige de inscripties. Het gaat om een wandlicht geschonken door weduwe Van Om, gedateerd 1ste helft van de 18de eeuw, een wandlicht geschonken door weduwe I.M. Humbli - Kusters, gedateerd 1797 en gesitueerd aan de linkerzijde van het westelijk portiekaltaar en een wandlicht gedateerd 1838 en gesitueerd aan de rechterzijde van het oostelijk portiekaltaar.

De gelijkvloerse bouwlaag van de toren vormt de toegangsruimte tot de kerk. De vloerbedekking bestaat er uit grote rechthoekige tegels in blauwe steen in halfsteens verband. De 18de-eeuwse eiken trap met een houten hoofdbaluster en fijne smeedijzeren balustrade leidt naar het doksaal en verder naar de zolders en de verdiepingen in de toren. Het lijkt erop dat de hoofdbaluster oorspronkelijk niet bij deze trap hoorde en hergebruikt werd voor deze trapleuning.

Een foto uit 194640 toont de trap zoals hij er vandaag nog steeds uitziet. De eikenhouten lambrisering die de trap omzoomde, is niet meer aanwezig. Onder de trap is er een geschilderde ingemaakte kast met paneelwerk en deur in abelenhout.41 Een doopvont met marmeren kuip uit 1661 staat in een nis aan de oostelijke zijde van het inkomportaal.

De vloeren van de bovenliggende verdiepingen bestaan uit eikenhout. Het eerste verdiep in de toren heeft een dubbele houten deur met bovenlicht met metalen roedeverdeling in groen en wit glas die leidt naar het doksaal. In de westelijke muur werd een raam dichtgemetst. Aan het plafond is een magazijnbalg opgehangen, daterend uit de tweede helft van de 19de eeuw.42 Dit verdiep werd witgekalkt, de verdiepingen daarboven niet. Het tweede verdiep kan bereikt worden door een houten trap met oorspronkelijke houten overkapping en een ingewerkte deur. Hier bevinden zich de gewichten voor het uurwerkmechanisme dat een verdiep hoger staat. Op het derde verdiep bevindt zich zoals reeds aangehaald, het uurwerkmechanisme en een schijnbaar 19de eeuwse kopie van de klok Sint-Pieter. Een witte branddeur leidt naar de zolderverdieping van de centraalbouw.

De vierde geleding heeft een betonnen vloer en kan bereikt worden via een luik in een afscherming van plaatmateriaal boven een houten trap. De klokkenstoel strekt zich uit in de toren over de vierde en vijfde geleding.

De voormalige sacristieën zijn toegankelijk via het koor door dubbele houten geschilderde deuren uit 1925.43 Vanuit het exterieur zijn beide ruimtes eveneens toegankelijk. De sacristie aan de oostzijde is

40 Databank BaLAT, KIK-IRPA: http://balat.kikirpa.be/object/58598

41 Archief Agentschap Onroerend Erfgoed: DL 133 Lanaken (Rekem), Ontwerp restauratie, s.d.: p. 3.

42 Info Info verkregen via mail dd 05.03.2018 van Michel Lemmens, erfgoedconsulent en expert orgels en klokken bij het Agentschap Onroerend Erfgoed.

43 Ibidem: p. 2.

(19)

© HEKATE erfgoedonderzoek - www.hekate.be

19 sinds de meest recente restauratie (2013-2015) herbestemd tot hal met kluis en sanitaire ruimte. De westelijke sacristie werd herbestemd tot polyvalente ruimte voor bezoekers. De aankleding en de interieurelementen zijn vermoedelijk oorspronkelijk. Onder de schouwmantel is er een gietijzeren ronde kachel. De houten vierlichtvensters zijn voorzien van houten binnenluiken met metalen hang- en sluitwerk. De beplanking en dragende structuur van het plafond is decoratief afgewerkt. Alle interieurelementen met uitzondering van de houten vloer werden in dezelfde lichtgrijze tint geschilderd.

Het dakgebinte van de kerk dateert van 1772 nadat het oorspronkelijke dak volledig uitbrandde in de grote brand van 1755. De houten beplanking werd volledig vernieuwd in de laatste restauratiecampagne van 2013-2015. Op zolder is de spaanbalg bewaard die bij het orgel van Jan Beerens hoort.

In de toren bevindt zich een modern klokkenspel van 13 klokken uit 1989 met volautomatische sturing.

De bronzen klok ‘Sint-Pieter’, gegoten in 1873 door J.B.N. en F.A. Gaulard uit Tongeren, maakte vroeger deel uit van de klokkentoren maar hangt nu op het derde verdiep.

Verder zijn er een aantal hardstenen graftekens daterend uit de 16de tot de 18de eeuw die deel uitmaken van de collectie van de Museumkerk.44 Het gaat om:

1. De hardstenen grafsteen van Ferdinand d'Aspremont-Lynden de Reckem en Elisabeth de Furstenberg, gedateerd ca. 1662 met wapenschilden en zestien kwartieren (noordoostelijke wand). Deze grafsteen komt oorspronkelijk uit het Norbertinessenklooster. De grafsteen bevindt zich sinds 1963 in de kerk45;

44 In totaal worden er vier grafmonumenten vermeld in de inventaris van het FMBB uit 1969 in de aanloop van de bescherming..

45 Info verkregen via mail dd 17/01/2018 van Mathieu Maessen.

(20)

© HEKATE erfgoedonderzoek - www.hekate.be

20 2. De grafsteen geplaatst door pastoor Salm naar aanleiding voor de bouw van een grafkelder

voor zichzelf en zijn opvolgers, gedateerd 1774. Pastoor Salm werd zelf niet begraven in deze kelder maar zijn opvolger wel. Sinds 1961 is de steen goed zichtbaar in de vloer ingewerkt recht tegenover het koor. Het opschrift luidt: “HAC ECCLESSIA DEI RESTAURATA COGITANS DE MORTE, HIC LOCUM SEPULTURÆ PRO SE ET PASTORIBUS POST SE OBITURIS ELIGEBAT NUNC ET ORNABAT FRATER LEONARDUS SALM PASTOR,R.I.P.1774”.

3. Het hardstenen grafkruis van Jan Vischer van Reckem uit de 16de eeuw.

4. Het hardstenen grafkruis van Jan Ernens en echtgenote Maria Alofs uit 1679.

1. 2. 3. 4.

In 1946 en in 1969 werden twee fotocampagnes gerealiseerd door het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium. De foto’s hebben voornamelijk betrekking op de interieurelementen en kunnen beschouwd worden als een inventarisatie van het interieur van de kerk ten tijde van de bescherming.

De wandafwerking van de kerk bestond na de restauratie van 1925 uit gepleisterde muren en een dennenhouten lambrisering, beschilderd in imitatie eik. Ook de dubbele houten deuren naar de sacristieën dateren uit deze campagne.46 In het koor bestond deze lambrisering uit rechthoekige panelen bovenaan afgezoomd met een profiellijst en onderaan met een plint. De lambrisering van de centraalbouw bestaat uit verticale latten afgezoomd met een plint onderaan. Deze lambrisering is hernomen in het ingangsportaal onder de toren, althans in 1946. Er zijn geen foto’s beschikbaar van de torenruimtes in 1969. Vandaag is deze lambrisering niet meer aanwezig.

3.4. Cultuurgoederen Situering

De kerk is sinds 1956 ingericht als Museumkerk. Ze bezit een erfgoedcollectie die rechtstreeks gerelateerd is aan de voormalige liturgische functie van het gebouw. Het thema van de collectie is gericht op de belangrijkste fasen in het leven van een Christen: de geboorte, het doopsel, het huwelijk en de dood. Een aantal objecten in de kerk nemen een belangrijke plaats in als referentiepunten in de collectie van de kerk en maken deel uit van het historische kerkpatrimonium.

Rechtsgrond voor de bescherming

De voormalige Sint-Pieterskerk werd als monument beschermd bij koninklijk besluit van 12 augustus 1969 omwille van haar historische en artistieke waarde. Basis voor de bescherming was de Monumentenwet van 1931. Dat betekent dat alle roerende goederen die onroerend zijn door

46 Archief Agentschap Onroerend Erfgoed: DL 133 Lanaken (Rekem), Ontwerp restauratie, s.d.: p. 2.

(21)

© HEKATE erfgoedonderzoek - www.hekate.be

21 bestemming, samen met de kerk beschermd zijn. Roerende goederen die onroerend zijn door incorporatie - nagelvast, deel uitmakend van een wandbeschot of geplaatst in of op een daartoe gemaakte nis of sokkel - worden automatisch als beschermd beschouwd en zijn opgenomen in de beschrijving van het interieur (zie 3.3. Interieur). Roerende goederen die de die zich in het monument bevonden op het moment van de bescherming, die de erfgoedwaarde van de kerk versterken en waarvan kan aangetoond worden dat de eigenaar ze blijvend aan het gebouw wilde verbinden, gelden als ‘cultuurgoederen’. Voor die goederen worden hieronder de wilsintentie van de eigenaar, de historische en de waardeversterkende band met de kerk aangetoond.

Lijst van cultuurgoederen met motivering

Er bevinden zich een aantal beelden in de kerk op een daarvoor gemaakte sokkel. Dat maakt hen onroerend door ornamentele bestemming:

- Sint-Johannes Nepomucenus (gepolychromeerd hout, door Renier Delcommune, 1784):

➔ Historische band en wilsintentie: gemaakt voor de kerk na de restauratie van de kerk in 1773 ten gevolge van de brand in 1755. Het beeld is geplaatst op een daartoe gemaakte sokkel en is roerend door incorporatie

➔ Waardeversterkende band: Het beeld maakt integraal deel uit van de historische aankleding van de kerk en ondersteunt zo de artistieke waarde van de kerk.

- Sint-Augustinus van Hippo (gepolychromeerd hout, tweede helft 17de eeuw):

➔ Historische band en wilsintentie: het beeld werd overgebracht van de oude naar de nieuwe kerk en is geplaatst op een daartoe gemaakte sokkel waardoor het roerend is door incorporatie.

➔ Waardeversterkende band: Het beeld maakt integraal deel uit van de historische aankleding van de kerk en ondersteunt zo de artistieke waarde van de kerk.

- Sint-Norbertus (gepolychromeerd hout, eind 17de eeuw):

➔ Historische band en wilsintentie: het beeld werd overgebracht van de oude naar de nieuwe kerk en is geplaatst op een daartoe gemaakte sokkel waardoor het roerend is door incorporatie.

➔ Waardeversterkende band: Het beeld maakt integraal deel uit van de historische aankleding van de kerk en ondersteunt zo de artistieke waarde van de kerk.

- Sint-Petrus als paus (gepolychromeerd hout, eind 17de eeuw):

➔ Historische band en wilsintentie: het beeld werd overgebracht van de oude naar de nieuwe kerk en is geplaatst op een daartoe gemaakte sokkel waardoor het roerend is door incorporatie.

➔ Waardeversterkende band: Het beeld maakt integraal deel uit van de historische aankleding van de kerk en ondersteunt zo de artistieke waarde van de kerk.

- Sint-Rochus van Montpellier met hond en engel (gepolychromeerd hout, eind 17de eeuw):

➔ Historische band en wilsintentie: het beeld werd overgebracht van de oude naar de nieuwe kerk en is geplaatst op een daartoe gemaakte sokkel waardoor het roerend is door incorporatie.

➔ Waardeversterkende band: Het beeld maakt integraal deel uit van de historische aankleding van de kerk en ondersteunt zo de artistieke waarde van de kerk.

(22)

© HEKATE erfgoedonderzoek - www.hekate.be

22 - Sint-Petronella (gepolychromeerd hout, eerste helft 18de eeuw):

➔ Historische band en wilsintentie: na de restauratie van de Petronellakapel in 1750 en de kerkbrand van 1755 overgebracht naar de gerestaureerde kerk en geplaatst op een daartoe gemaakte sokkel waardoor het beeld roerend is door incorporatie.

➔ Waardeversterkende band: Het beeld maakt integraal deel uit van de historische aankleding van de kerk en ondersteunt zo de artistieke waarde van de kerk.

- Sint-Antonius van Padua (gepolychromeerd hout, tweede helft 18de eeuw):

➔ Historische band en wilsintentie: na de kerkbrand van 1755 in de gerestaureerde kerk geplaatst op een daartoe gemaakte sokkel waardoor het beeld roerend is door incorporatie.

➔ Waardeversterkende band: Het beeld maakt integraal deel uit van de historische aankleding van de kerk en ondersteunt zo de artistieke waarde van de kerk.

- Sint-Franciscus van Assisi (gepolychromeerd hout, tweede helft 18de eeuw):

➔ Historische band en wilsintentie: na de kerkbrand van 1755 in de gerestaureerde kerk geplaatst op een daartoe gemaakte sokkel waardoor het beeld roerend is door incorporatie.

➔ Waardeversterkende band: Het beeld maakt integraal deel uit van de historische aankleding van de kerk en ondersteunt zo de artistieke waarde van de kerk.

Volgende goederen zijn onroerend door wilsbestemming en dus cultuurgoed:

− Sint-Johannes Nepomucenus, gepolychromeerd hout, ca. 1700

➔ Historische band en wilsintentie: afkomstig uit de voormalige kasteelkerk47, door de kerkfabriek samen met de kerk aan de gemeente geschonken in 1954 om in de kerk te blijven en nog steeds in de kerk bewaard.

➔ Waardeversterkende band: Het beeld, dat getuigt van een hoge artistieke kwaliteit, werd van de kasteelkerk naar de Sint-Pieterskerk overgebracht om de nieuwe kerk aan te kleden en maakt deel uit van de historische aankleding van de kerk. Als dusdanig legt het de link tussen de oude en de nieuwe parochiekerk en versterkt het de historische en artistieke waarde van de kerk.

− Reliëf met de Aanbidding van de herders in albast, 16de eeuw

➔ Historische band en wilsintentie : afkomstig uit de voormalige kasteelkerk48, door de kerkfabriek samen met de kerk aan de gemeente geschonken in 1954 om in de kerk te blijven en nog steeds in de kerk bewaard.

➔ Waardeversterkende band: Het bas-reliëf, dat getuigt van een hoge artistieke kwaliteit, werd van de kasteelkerk naar de Sint-Pieterskerk overgebracht om de nieuwe kerk aan te kleden en maakt deel uit van de historische aankleding van de kerk. Als dusdanig legt het de link tussen de oude en de nieuwe parochiekerk en versterkt het de historische en artistieke waarde van de kerk.

47 GEUKENS, B., Fotorepertorium van het Meubilair van de Belgische Bedehuizen, Provincie Limburg, Kanton Maasmechelen, 1979: 30.

48 GEUKENS, B., Fotorepertorium van het Meubilair van de Belgische Bedehuizen, Provincie Limburg, Kanton Maasmechelen, 1979: 30.

(23)

© HEKATE erfgoedonderzoek - www.hekate.be

23

− Zilveren godslamp, 1774, gemerkt ‘F.J. Augsburg’

➔ Historische band en wilsintentie : Geschonken door gravin d’Aspremont – Lynden de Reckem – de Cocorsrowitz en vermeld in de inventaris van de kerk uit 1777.49 Door de kerkfabriek samen met de kerk aan de gemeente geschonken in 1954 om in de kerk te blijven en nog steeds in de kerk bewaard.

➔ Waardeversterkende band: De godslamp - symbool voor de aanwezigheid van het Heilig Sacrament in het tabernakel en Christus’ tegenwoordigheid in de kerk - is uitgevoerd in fijn zilverwerk en getuigt van een hoge artistieke kwaliteit. Als onmisbaar object in een katholieke kerk, ondersteunt de godslamp de artistieke waarde van het beschermde kerkgebouw. Geschonken door Gravin d’Aspremont - de Lynden legt de godslamp bovendien de link tussen de kerk en het nabijgelegen grafelijk kasteel en ondersteunt als dusdanig de historische waarde van de kerk.

− Jezus aan het kruis (zonder kruishout), hout, gedateerd tweede helft 17de eeuw.

➔ Historische band en wilsintentie : Afkomstig uit de voormalige kasteelkerk, door de kerkfabriek samen met de kerk aan de gemeente geschonken in 1954 om in de kerk te blijven en nog steeds in de kerk bewaard.50

➔ Waardeversterkende band: De gekruisigde Christus, die getuigt van een hoge artistieke kwaliteit, werd van de kasteelkerk naar de Sint-Pieterskerk overgebracht om de nieuwe kerk aan te kleden en maakt deel uit van de historische aankleding van de kerk. Als dusdanig legt het de link tussen de oude en de nieuwe parochiekerk en versterkt het de historische en artistieke waarde van de kerk.

− Reliëf of gevelsteen met hoofd van Christus omringd door de twaalf apostelen, gedateerd 18de eeuw, arduin

➔ Historische band en wilsintentie : Volgens het FMBB en Verbois oorspronkelijk afkomstig van de abdij van Beaurepart en bevond zich in de pastorie aan de Groenplaats. De gevelsteen werd allicht in de kerk geplaatst door de kerkfabriek na de sloop van de pastorie. In 1954 door de kerkfabriek samen met de kerk aan de gemeente geschonken om in de kerk te blijven en nog steeds in de kerk bewaard.51

➔ Waardeversterkende band: De gevelsteen - een fraai staaltje steensculptuur van hoge artistieke kwaliteit - draagt het blazoen van de abdij van Beaurepart. Hij legt de link tussen de parochie en de abdij van Beaurepart (zie 2.2. ‘Een nieuwe kerk aan de Groenpaats’) en versterkt als dusdanig de historische waarde van de kerk.

− Koffer met beslag

➔ Historische band en wilsintentie: Deze koffer met geheim sluitwerk in smeedwerk uit de 18de eeuw werd gebruikt om de meest waardevolle objecten van de kerk in

49 ARA Hasselt, Archief van de Kerkfabriek van Rekem, 1176, 2: verslagregisters van de beraadslagen van de kerkraad, Inventaire général des ornements, linges etc de l’église paroissiale de Reckem du 1777 avec la continuation, 1777, p. 1.

50 ARA Hasselt, Archief van de Kerkfabriek van Rekem, 1176, 2: verslagregisters van de beraadslagen van de kerkraad, Inventaire général des ornements, linges etc de l’église paroissiale de Reckem du 1777 avec la continuation, 1777, p. 8: … au grand autel, un crucifix de bois ….

51 ARA Hasselt, Archief van de Kerkfabriek van Rekem, 1176, 2: verslagregisters van de beraadslagen van de kerkraad, Inventaire général des ornements, linges etc de l’église paroissiale de Reckem du 1777 avec la continuation, 1777.

(24)

© HEKATE erfgoedonderzoek - www.hekate.be

24 te bewaren. Door de kerkfabriek samen met de kerk aan de gemeente geschonken in 1954 om in de kerk te blijven en nog steeds in de kerk bewaard.

➔ Waardeversterkende band: de koffer getuigt van een zeer hoge artistieke kwaliteit en is tevens een fraai staaltje techniek door het complexe en ornamenteel uitgewerkte vergrendelingsysteem. De koffer was onmisbaar voor een veilige bewaring van waardevolle objecten in de kerk. Als dusdanig ondersteunt de koffer de historische en artistieke waarde van de kerk.

Rechtszekerheid

Omwille van de rechtszekerheid – zowel voor de eigenaar als voor de toezichthoudende overheid – en op basis van hoger geformuleerde motivering strekt het tot aanbevelen om aan het beschermingsbesluit van 12 augustus 1969 de lijst van cultuurgoederen toe te voegen, zoals opgenomen in bijlage 5 bij dit beheersplan en zoals voorzien in het Onroerenderfgoeddecreet, artikel 6.2.1. 5°.

(25)

© HEKATE erfgoedonderzoek - www.hekate.be

25 4. BESCHRIJVING van de ERFGOEDWAARDEN

4.1. Historische waarde van de Sint-Pieterskerk

De rijke architectuur van het oude centrum van Rekem doet vermoeden dat Rekem niet altijd een gewone plattelandsgemeente geweest is. Dit vroegere stadstaatje was eeuwenlang het centrum van het graafschap Reckheim dat deel uitmaakte van het Heilig Roomse Rijk. De boeiende geschiedenis van Rekem gaat terug tot het neolithicum, toen de omgeving reeds door mensen bewoond was.

Al sinds het einde van de 10de eeuw bestond er in Rekem een kapel voor de parochianen. Daarna werd een kerkje gebouwd binnen het kasteeldomein van de graven. De huidige Museumkerk werd gebouwd in de periode van twee eeuwen graafschap Reckheim, van 1623 tot 1795 en kwam er na afbraak van dit kerkje. In haar rol als parochiekerk kon de Sint-Pieterskerk beschouwd worden als het middelpunt van het maatschappelijke leven. Deze rol wordt nog versterkt door de historisch centrale ligging aan de Groenplaats en aan de ingang van het kasteeldomein. De kerk werd nog gebruikt voor de eredienst tot 1956 waarna de nieuwe Sint-Petruskerk de functie van parochiekerk overnam. Daarna werd ze herbestemd tot museum en bouwde ze een significante functie op binnen de huidige context van Rekem als toeristische aantrekkingspool. Daarnaast wordt de ruimte gebruikt voor culturele activiteiten en wordt verhuurd voor onder andere tentoonstellingen indien deze passen binnen de context en respect tonen tegenover de ruimte. Als culturele spil in het dorp neemt de kerk een belangrijke plaats in het Rekemse gemeenschapsleven.

De kerk is vanaf haar constructie in de 18de eeuw een prominent deel van de geschiedenis van Rekem.

Deze geschiedenis is innig verweven met de grafelijke familie d’Aspremont-Lynden de Reckem die het graafschap bestuurde tot 1795. De stempel van de familie is vandaag nog steeds aanwezig in de aankleding van het interieur. Bij het binnentreden van de centraalbouw is er aan de linkerzijde een grafsteen tentoongesteld van graaf Ferdinand d'Aspremont-Lynden de Reckem en Elisabeth de Furstenberg. De wapenschilden van de familie sieren de biechtstoelen en het hoofdaltaar die door hen gefinancierd werden.52 Bovendien is de bouwgeschiedenis van de kerk sterk beïnvloed door de financiële ondersteuning van de familie.

Op architectuurhistorisch vlak is de typologie van centraalbouw ingeschreven in een Grieks kruis uitzonderlijk in de provincie Limburg. Dit type grondplan dat de verticaliteit van de ruimte benadrukt, is tevens in Vlaanderen weinig voorkomend.53

De historisch-archeologische waarde van de kerk zit vervat in de aanwezigheid van de graven van parochianen, onder andere leden van de grafelijke familie die begraven werden in de kerk. Op het einde van de 18de eeuw werd er een kleine grafkelder gebouwd voor de pastoors. In totaal werd een 40-tal mensen begraven in de kerk.

Door de combinatie van al deze elementen uit de geschiedenis van Rekem die gerepresenteerd worden in de materialiteit van het gebouw, getuigt de Museumkerk van een grote historische waarde.

Bovendien creëert ze via haar culturele rol een inkijk in de geschiedenis van de kerk, de gemeente en het Rekemse dagelijkse leven.

52 Zie bijlage 4 achteraan: Wapenschilden van de familie ’t Serclaes de Tilly en d’Aspremont – Lynden de Reckem.

53 Een zoektocht in de Inventaris Onroerend Erfgoed op het type ‘centraalbouw’ in kerkelijke architectuur leverde slechs 13 hits op, wat wijst op een weinig voorkomende typologie.

(26)

© HEKATE erfgoedonderzoek - www.hekate.be

26 4.2. Artistieke waarde van de Sint-Pieterskerk

De artistieke waarde van de Museumkerk zit voornamelijk vervat in de hoge ensemblewaarde van de collectie beeldhouwwerk, schilderijen en kerkmeubilair en in de afwerking van het gebouw met stijlkenmerken uit de barok en rococo, refererend naar de sterke invloedssfeer van het Heilig Duitse Rijk. De erfgoedcollectie van de Museumkerk is rechtstreeks gerelateerd aan de voormalige liturgische functie van het gebouw. Sinds 1956 is de Sint-Pieterskerk ingericht als museum.

In de interieurafwerking vallen de rijkelijk versierde altaren op met de barokke trompe l'oeil muurschildering als blikvanger rond het hoofdaltaar. Referenties naar de Duitse rococo zijn aanwezig in het interieur zoals de rocaille versiering op de consoles die het doksaal ondersteunen en de gesculpteerde reliekhouders die zich op het hoofdaltaar bevinden. De 18de-eeuwse biechtstoelen, met de wapenschilden van de families ’t Serclaes de Tilly en d’Aspremont – Lynden de Reckem, werden uitgevoerd in barokke stijl. De barokke preekstoel dateert van het midden van de 17de eeuw. Het grootste gedeelte van het kerkmeubilair werd voor de kerk gemaakt, zoals de biechtstoelen. Het orgel uit 1766 werd voor de kerk gemaakt door orgelmaker Joannes Beerens maar vandaag rest er enkel nog de orgelkast die zich op het doksaal bevindt en de spaanbalg op zolder. Andere stukken zijn afkomstig van de oude kasteelkerk, de voorloper van deze kerk. In 1925 werd de interieurafwerking aangepast door toevoeging van het gepolychromeerde plafond, gedecoreerd met arabesken, afgewisseld met wapenschilden en de symbolen van de evangelisten.

De hoge artistieke waarde van de Museumkerk is te situeren in het geheel van het artistiek waardevolle en lokaal verankerde patrimonium dat zich nog steeds in de oorspronkelijke context bevindt.

(27)

© HEKATE erfgoedonderzoek - www.hekate.be

27 5. Onderbouwde VISIE op het TOEKOMSTIG BEHEER

5.1. Basisprincipes

Elke bescherming als monument heeft tot doel om het gebouw en de goederen die er integrerend deel van uitmaken, zo goed mogelijk over te leveren aan toekomstige generaties. Het begrip

‘bescherming’ moet daarbij heel letterlijk genomen worden: de eigenaar is gehouden het monument te beschermen tegen beschadiging, vernieling en verwaarlozing (passief behoud) door middel van regelmatig onderhoud en herstel (actief behoud). In dat onderhoud en herstel moet de eigenaar rekening houden met de erfgoedwaarden, de erfgoedkenmerken en de erfgoedelementen die aan de basis lagen van de bescherming en zoals beschreven in de hoofdstukken 3 en 4 van dit beheersplan.

De Museumkerk werd beschermd omwille van haar historische en artistieke waarde. Ze dient zo lang mogelijk bestendigd te worden in al haar materiële componenten. In de eerste plaats behelst dat de instandhouding van de externe en interne decoratieve en constructieve elementen door middel van vakkundig onderhoud en conserverende ingrepen. Bewaren gaat daarbij voor vernieuwen. De inspectieverslagen en aanbevelingen van Monumentenwacht – tweejaarlijks voor het exterieur en vijfjaarlijks voor het interieur - zullen daarbij richtinggevend zijn.

Voorgenomen ingrepen worden in (voor)overleg met Onroerend Erfgoed besproken. Elke beheersdaad vraagt om een geïntegreerde en duurzame aanpak waarbij de impact wordt afgetoetst aan de volledige site, in al zijn componenten: archeologisch en gebouwd erfgoed. Ingrepen dienen de beschermde erfgoedkenmerken en -elementen te respecteren en te ondersteunen. Ze zullen een meerwaarde vormen voor de erfgoedwaarden van de kerk, en mogen de draagkracht van de beschermde site niet overschrijden. Ingrepen, verbouwingen en aanpassingen die onoordeelkundig of onherroepelijk zijn of die een verlies van de beschreven en gemotiveerde erfgoedwaarden impliceren, zijn niet toegestaan. Specifieke ingrepen - bijvoorbeeld werken aan cultuurgoederen, het orgel, ingrepen in de bodem en werken aan afwerkingslagen in de kerk - worden steeds voorafgegaan door een vooronderzoek.

5.2. Conservatie- en restauratiedoelstellingen

Zoals reeds aangehaald in 5.1 Basisprincipes dient een regelmatig en passend onderhoud voor de Museumkerk gegarandeerd te worden. Zowel het interieur als het exterieur van de Museumkerk werd recent gerestaureerd, met de definitieve oplevering in juli 2017. Na een inspectie van Monumentenwacht ter opvolging van de voorlopige oplevering van de restauratie werden nog een aantal werkpunten geregistreerd. Een aantal van deze werkpunten moeten nog uitgevoerd worden en worden hieronder beschreven54.

1. Op langere termijn dienen er maatregelen getroffen te worden ter conservatie van de natuurstenen waterlijsten, raamdorpels, raamomlijstingen en geprofileerde deuromlijsting.

Momenteel vertonen deze lichte verwering en mosgroei. In afwachting van een ingreep dienen deze elementen gemonitord te worden.

2. De muurplaat aan het dak aan de zuidzijde van de toren is deels onderbroken en dient doorgetrokken te worden. Dit kan best gemonitord worden en eventueel aangepast.

3. Monumentenwacht stelde in oktober 2015 vast dat het cassettenplafond doorbuigt ten gevolge van de drukbelasting van de dakconstructie. Die drukbelasting werd verholpen en het

54 Gebaseerd op de richtlijnen opgesteld door Monumentenwacht, Inspectieverslag L2503/30179/2015/B, 27/10/2015.

(28)

© HEKATE erfgoedonderzoek - www.hekate.be

28 plafond werd gerestaureerd (zie 2.4. Restauratiegeschiedenis). Tijdens het onderzoek in functie van het beheersplan werden opnieuw barsten geconstateerd, onder meer in de centrale cassette met het pauselijke embleem en de cassette met het Mattheusmedaillon. Het plafond lijkt dus nog niet gestabiliseerd. Het is dan ook belangrijk dat het plafond het minstens jaarlijks gemonitord wordt. Om het decoratieve plafond van verdere schade te behoeden, wordt sterk afgeraden om de kerkzolder nog te betreden, behalve voor onderhouds- of inspectiewerken.

Kleine groepen van bezoekers of toeristen kunnen een blik werpen op de prachtige dakstructuur van de kerk vanop de bezoekerszone aan de ingang van de zolder, zoals in rood aangeduid op onderstaand plan.

4. Voor alle werken aan de cultuurgoederen dient een restaurateur aangesteld te worden.

5. In 2007 werd een conditierapport opgesteld van de landroede die sinds het einde van de 19de eeuw is ingewerkt in de vloer aan de communiebank. Een conservatiebehandeling wordt voorgesteld. De mogelijkheden die aangereikt worden, vertrekken vanuit een demontage van de landroede. Dit houdt een risico in omdat de staat van het materiaal onbekend is. Daarom wordt gesuggereerd om een negatief of mal e maken van de landroede in de staat waarin ze zich vandaag bevindt. Op die manier kan er, in geval van degradatie, op termijn een reconstructie gemaakt worden.

Zolderplan met aanduiding van de bezoekerszone (rood) - plan:

Architectenbureau Michel Jansen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Een tweede maar langwerpig gebouw, met korte gevelzijde dwars op de rooilijn, bevindt zich aan de westzijde van de site (perceel 45). De voorgevel is georiënteerd naar de westzijde

De werken voor beveiliging tegen brand, vandalisme, en diefstal, de isolatie en comfortwerken en de werken die voortvloeien uit andere regelgevingen, die rechtstreeks ingrijpen

De commissie spreekt zich in voorliggend advies uit over volgende documenten die de commissie ontving in het kader van de adviesvraag over de definitieve bescherming als

Ook de hoeve Madelstede bewaart nog een (weliswaar beperkter) restant van een smalspoor met wissels. De commissie suggereert daarom ook om in de beheersvisie voor de hoeve

Indien aan hoeve De Pollepel een archeologische waarde wordt toegekend (cf. 4 van dit advies), vraagt de commissie om hieromtrent een beheersdoelstelling in te schrijven

Maatregel 4: vastleggen losliggende stenen met hydraulische kalkmortel, waarbij metselwerkelementen vreemd aan het originele metselwerk verwijderd worden.

© HEKATE erfgoedonderzoek - www.hekate.be 8 Een villa voor Hendrik Dumont en zijn gezin.. Eén van de eerste bewoners van de Statiestraat, was veearts Hendrik

Lijst van ZEN-erfgoed met aanduiding op kaart x Lijst van open erfgoed met aanduiding op kaart x Lijst van ontsluitingswerken voor open erfgoed die in aanmerking.. komen voor