• No results found

VLAAMSE COMMISSIE ONROEREND ERFGOED

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "VLAAMSE COMMISSIE ONROEREND ERFGOED"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VLAAMSE COMMISSIE ONROEREND ERFGOED

ADVIES VCOE 2020|030 VAN 8 OKTOBER 2020

OVER DE VOORLOPIGE BESCHERMING ALS MONUMENTEN VAN TWEE WEDEROPBOUWHOEVES IN WEST-VLAANDEREN, NAAR AANLEIDING VAN DE ADVIESVRAAG VAN MINISTER MATTHIAS DIEPENDAELE VAN 20 AUGUSTUS 2020

De Vlaamse Commissie Onroerend Erfgoed, rechtsgeldig samengesteld, brengt op 8 oktober 2020 volgend advies uit:

1. De VCOE ontving op 20 augustus 2020 adviesvragen van Matthias Diependaele, Vlaams minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed, over de voorlopige bescherming als monumenten van twee wederopbouwhoeves in West-Vlaanderen: wederopbouwhoeve

‘Kasteelhoeve’ met omwald huis, stal- en schuurvleugel en Sint-Annakapel in Diksmuide (Beerst) en wederopbouwhoeve ‘De Pollepel’ met cichorei- en tabaksast, en Britse schuilplaats in Ieper (Zillebeke).

De commissie spreekt zich in dit advies uit over de documenten in het kader van de voorlopige beschermingen, met name: (a) de ministeriële besluiten tot voorlopige bescherming, (b) de fotoregistraties, (c) de afbakeningsplannen, (d) de inhoudelijke dossiers en (e) de bijgevoegde criterianota en historische nota.

2. De commissie stelt vast dat beide beschermingsvoorstellen kaderen in de beschermingscampagne rond wederopbouwarchitectuur, en meer bepaald wederopbouwhoeves die na de Eerste Wereldoorlog werden opgetrokken in de Verwoeste Gewesten van West-Vlaanderen. De commissie vindt het positief dat opnieuw twee zeer goed gedocumenteerde dossiers voor advies worden voorgelegd. Elk beschermingsvoorstel gaat uitgebreid in op de historiek van de hoeve, het proces van wederopbouw en de plaats van het wederopbouwontwerp in het oeuvre van de architect(en). Daarnaast schetst de begeleidende historische nota de ruimere historische context, wat de relevantie en waardebepaling van deze individuele beschermingen ondersteunt.

Zoals eerder gesteld vindt de commissie het tevens zeer positief dat de beschermingsvoorstellen steunen op een gebiedsdekkende thematische (her)inventarisatie van wederopbouwhoeves in de Verwoeste Gewesten. De criterianota motiveert dit onderzoek, bakent het thema geografisch, chronologisch en typologisch af en duidt de gemaakte selectie. In totaal werden twaalf hoevesites geselecteerd als beschermenswaardig. Zeven daarvan werden in het verleden reeds voorgedragen voor bescherming – al dan niet in pakket – en zes werden inmiddels ook effectief beschermd.1 Voorliggende dossiers vullen de lijst verder aan. De commissie vraagt zich bijgevolg af of de drie resterende, niet-beschermde hoeves in de selectie alsnog voor bescherming zullen worden voorgelegd. Omwille van de thematische en historische samenhang is het aangewezen hierbij zoveel mogelijk te bundelen. Bijkomend had de commissie graag geweten of – behalve voor hoeves – ook onderzoek naar andere wederopbouwarchitectuur gepland is.

De commissie benadrukt nogmaals haar waardering voor de criterianota, waarin ook de van

1 VCOE 2019 019 – advies bescherming zes wederopbouwhoeves in West-Vlaanderen; VCOE 2019 065 – advies bescherming wederopbouwhoeve De Roode Poort. De commissie merkt op dat zes wederopbouwhoeves definitief werden beschermd op 22 januari 2020. Voor wederopbouwhoeve De Roode Poort in Middelkerke, geadviseerd door de commissie op 12 december 2019, werd (nog) geen voorlopige bescherming ingesteld.

(2)

toepassing geachte erfgoedwaarden en selectiecriteria worden gedefinieerd en toegelicht.2 Vooral bij de erfgoedwaarden is het positief dat de criterianota telkens expliciet aangeeft in welke mate de Kasteelhoeve en hoeve De Pollepel hieraan beantwoorden en dit in relatie tot de andere geselecteerde hoeves. Volledigheidshalve vraagt de commissie om de overzichtstabel op pag. 18 wel te actualiseren op basis van de in de ministeriële besluiten effectief toegekende erfgoedwaarden. Het is de commissie bovendien minder duidelijk hoe de selectiecriteria werden getoetst voor deze specifieke dossiers. Enkel bij ‘ensemblewerking’ verwijst de criterianota naar de samenhang tussen de hoevegebouwen en andere erfgoeditems. Voor hoeve De Pollepel staat de criterianota tevens afzonderlijk stil bij de representativiteit en context van de site. De commissie kan op basis van de algemene definities evenwel afleiden dat beide hoeves ook goed scoren op ‘herkenbaarheid’ en enkele zeldzame karakteristieken bezitten zonder dat deze worden gespecificeerd. In dat opzicht herinnert de commissie eraan dat eenzelfde criterium meerdere invullingen kan kennen. De commissie vraagt aldus in de criterianota verder te verduidelijken in welke mate de Kasteelhoeve en hoeve De Pollepel beantwoorden aan de selectiecriteria, in het bijzonder de zeldzaamheid, herkenbaarheid, representativiteit en context.

3. De artikels 1 van de ministeriële besluiten leggen de voorlopige bescherming als monumenten vast en verwijzen naar de afbakeningsplannen en de fotoregistraties die als bijlagen bij de beschermingsbesluiten werden gevoegd.

Voor de Kasteelhoeve in Diksmuide omvat de voorgestelde afbakening het omwalde opperhof met landhuis en het voormalige neerhof met stal- en schuurvleugel en hondenhok, alsook de erfoprit, de Sint-Annakapel en de aansluitende huisweides. De recente landbouwloodsen ten noorden en ten westen worden niet mee opgenomen in de bescherming. De commissie ondersteunt deze afbakening die de gave ensemblewerking tussen de historische gebouwen en de directe omgeving vrijwaart.

Met betrekking tot hoeve De Pollepel merkt de commissie op dat de afgebakende hoevegebouwen en huisweide met poel en chicorei- en tabaksast rechtstreeks aansluiten op de perimeter van de als monument beschermde begraafplaats ‘Railway Dugout Burial Ground’. De voorgestelde afbakening versterkt op die manier de samenhang van beide sites als erfgoedcluster.

Voor de Britse schuilplaats aan de overzijde van de Komenseweg wordt een afzonderlijke perimeter van twee meter rondom de bunker afgebakend. Het is positief dat dit kleine erfgoeditem aldus mee wordt beschermd. Het inhoudelijk dossier verduidelijkt immers dat de Britse schuilplaats deel uitmaakt van dezelfde erfgoedcluster en tijdens de Eerste Wereldoorlog waarschijnlijk diende voor het transport van gewonden van en naar de medische post in de hoeve.

Ook visueel-ruimtelijk bleef dankzij het open grasland de link met de hoevesite en de aanpalende begraafplaats bewaard. De commissie is daarom van mening dat een geïsoleerde afbakening van de bunker deze historische, ruimtelijke en visuele band onvoldoende erkent. De commissie suggereert te onderzoeken of hier alsnog een overgangszone kan worden ingesteld ter ondersteuning van de samenhang tussen Britse schuilplaats en hoeve.

4. De artikels 2 van de ministeriële besluiten verwijzen allereerst naar de erfgoedwaarden die de bescherming van de twee wederopbouwhoeves verantwoorden.

2 VCOE 2019 019 – advies bescherming zes wederopbouwhoeves in West-Vlaanderen.

(3)

historisch cultureel architecturaal artistiek archeologisch Industrieel- archeologisch Ruimtelijk- structurerend Volkskundig

Kasteelhoeve x x x x x

Hoeve De Pollepel x x x x x x

Overzicht toegekende erfgoedwaarden

De commissie ondersteunt de toekenning van een historische, culturele en architecturale waarde aan beide hoeves. Bij de historische waarde van de Kasteelhoeve vraagt de commissie evenwel aanvullend te verwijzen naar de bakstenen en funderingen die werden gerecupereerd in het wederopbouwontwerp. Dergelijke materiële getuigen van de voorgeschiedenis van de site dragen volgens de commissie namelijk mee bij tot de historische herkenbaarheid van het geheel. In datzelfde opzicht vermeldt de criterianota (pag. 15) het hergebruik van oude bouwmaterialen in de onderbouw van de muren van het landhuis. Daarnaast gaan ook de kelders met tongewelf mogelijk terug op het 17de- of vroege 18de-eeuwse gebouw. Hierin lijkt de Kasteelhoeve overigens te verschillen van de volledig verwoeste en in overwegend nieuwe materialen heropgebouwde Pollepelhoeve.

De commissie erkent tevens dat de Kasteelhoeve artistieke waarde bezit omwille van het gaaf bewaarde interieur dat een totaalconcept vormt met de architectuur.

Aan de Kasteelhoeve wordt verder een archeologische waarde toegekend omwille van de bewaarde walgrachtstructuur (opgenomen in de Centraal Archeologische Inventaris) en de vooroorlogse funderingen van het landhuis. Dergelijk archeologisch potentieel wordt daarentegen niet toegeschreven aan hoeve De Pollepel. Niettemin werd ook deze hoeve in situ heropgebouwd op een locatie met lange voorgeschiedenis, zij het in aangepaste configuratie.

Afgezien van het logistieke belang als ‘Transport Farm’ en de functie van verpleegpost en begraafplaats tijdens de Eerste Wereldoorlog, maakte de hoevesite eeuwenlang deel uit van zwaar bevochten gebied rond Ieper. De vastgestelde archeologische zone ‘Historische stadskern van Ieper’ reikt tot dicht tegen de betreffende percelen, die door hun ligging en eigendomsverhoudingen steeds nauw verbonden waren met de stadsgeschiedenis. Het lijkt de commissie dan ook zeer waarschijnlijk dat nog aanwezige funderingen en bodemsporen meer inzicht kunnen verschaffen in de voorgeschiedenis, evolutie en het oorlogsverleden van deze site.

De commissie vraagt dit archeologisch potentieel te onderzoeken en desgevallend ook aan hoeve De Pollepel de archeologische waarde toe te kennen.

Tot slot erkent de commissie dat hoeve De Pollepel zich onderscheidt door een industrieel- archeologische waarde en een ruimtelijk-structurerende waarde. In tegenstelling tot de Kasteelhoeve krijgt deze site tevens een volkskundige waarde omwille van het Lourdesgrotje in de voortuin ‘als uiting van volksdevotie’. De commissie meent evenwel dat ook de Sint-Annakapel aan de erftoegang van de Kasteelhoeve getuigt van een devotionele traditie. Het was overigens gebruikelijk om de erftoegang van hoeves te accentueren met een kapel. Bij het definiëren van de volkskundige waarde van wederopbouwhoeves verwijst de criterianota (pag. 17) zelfs

(4)

uitdrukkelijk naar het voorbeeld van de Sint-Annakapel. De commissie vraagt daarom de volkskundige waarde toe te kennen aan de Kasteelhoeve.

De artikels 2 van de beschermingsbesluiten identificeren tevens de erfgoedkenmerken en - elementen van de hoeves. De commissie waardeert de bijzonder gedetailleerde beschrijvingen, maar vraagt volledigheidshalve te expliciteren dat de recente garage en het houten stalletje bij de Kasteelhoeve alsook de recente stalaanbouw aan de cichorei- en tabaksast van hoeve De Pollepel geen erfgoedwaarde bezitten. De commissie vraagt tevens te verduidelijken of de treurwilg op de omwalling rond het landhuis al dan niet opgenomen wordt in de bescherming.

Het bijschrift van de fotoregistratie (foto 19) stelt namelijk dat deze boom geen erfgoedwaarde heeft zonder dat dit verder wordt geduid in het dossier.

5. De beheersvisies voor de te beschermen monumenten zijn opgenomen in de artikels 3 van de ministeriële besluiten. De uitgebreide en gerichte doelstellingen bieden een sterke houvast voor het toekomstige behoud en beheer van de gebouwen, de interieurs, de omgevingsaanleg en kleinere erfgoedelementen.

De commissie vindt het positief dat de mogelijkheid wordt voorzien van nieuwe functies mits afgestemd op de draagkracht van de gebouwen en voor zover de erfgoedelementen en - kenmerken worden gerespecteerd. Dergelijk (her)gebruik kan de instandhouding bevorderen. De commissie merkt daarbij op dat beide wederopbouwhoeves op heden actieve landbouwbedrijven zijn. In functie daarvan werd onder meer de imposante stal- en schuurvleugel van de Kasteelhoeve gedeeltelijk omgevormd tot hoevewinkel. Op basis van de fotoregistratie schijnen ook de schuur en de stallen van hoeve De Pollepel nog een agrarische functie te vervullen, hoewel het dossier hierover geen informatie verschaft. De commissie vindt het daarom aangewezen uitdrukkelijker te verwijzen naar de mogelijke bestendiging van het huidige agrarische gebruik. De commissie vraagt in de beheersvisies op te nemen dat de landbouwuitbating ongewijzigd kan worden voortgezet.

Daarnaast merkt de commissie op dat de beheersdoelstellingen inzake houtwerk voorzien in de optie van een ‘historisch herstel’ van verdwenen oorspronkelijk houtwerk. Deze beheersdoelstellingen voorzien tevens de vervanging ‘naar historisch model’ van nog bewaard houtwerk na grondige evaluatie van de toestand. De commissie benadrukt dat beide opties strikt genomen betrekking hebben op een nieuwe ‘reconstructie’ en dus geen herstel. In het geval van de vervanging van niet-authentiek houtwerk is het bovendien steeds aangewezen te reconstrueren naar oorspronkelijk model. In die zin vindt de commissie het woord ‘geopteerd’ te vrijblijvend klinken. Wat betreft nog bewaard oorspronkelijk houtwerk meent de commissie dat een historische restauratie altijd de voorkeur geniet. Vervangende reconstructies zijn enkel aangewezen wanneer de fysieke toestand geen behoud toelaat. De commissie vraagt de beheersdoelstellingen inzake houtwerk in die zin te corrigeren en minder vrijblijvend te formuleren.

Verder formuleert de commissie enkele specifieke bemerkingen:

a. Voor hoeve De Pollepel vraagt de commissie om in beheersdoelstelling 4° aan te vullen dat het (her)schilderen van houtwerk dient te gebeuren in de rood-wit kleurstelling kenmerkend voor hoeves die eigendom waren van de Commissie Burgerlijke Godshuizen.

b. Indien aan hoeve De Pollepel een archeologische waarde wordt toegekend (cf. par. 4 van dit advies), vraagt de commissie om hieromtrent een beheersdoelstelling in te schrijven naar analogie met beheersdoelstelling 13° voor de Kasteelhoeve.

(5)

c. Voor de Kasteelhoeve vraagt de commissie in beheersdoelstelling 6° in te schrijven dat de in 2019 gedemonteerde luiken van het zoldervenster in de oostelijke zijgevel opnieuw worden aangebracht, voor zover dit nog niet gebeurde.

d. Tevens met betrekking tot de Kasteelhoeve schrijft beheersdoelstelling 8° een eventuele reconstructie voor van de later aangepaste schouwmond, -wangen en -balk van de schouwen in de noordvleugel. De commissie vraagt deze latere aanpassingen te verduidelijken en de beheersdoelstelling desgevallend te beperken tot de minder oorspronkelijke schouw en bakoven in de ‘kook- & bakplaats’. In het inhoudelijk dossier is er enkel voor deze schouw sprake van latere aanpassingen. De schouwmond en -wangen van de schouw in de keuken worden daarentegen omschreven als ‘vormelijk oorspronkelijk’.

e. De commissie vraagt tot slot om voor de Kasteelhoeve beheersdoelstelling 12° te verduidelijken of te schrappen. Hierin wordt uitgegaan van een mogelijke aanplant van een hoogstamboomgaard op de huisweides alsook van de mogelijke vervanging en verplaatsing (met 1 m) van de veekeringshaag. Het is de commissie evenwel onduidelijk hoe deze ingrepen de erfgoedwaarden van de site vrijwaren, dan wel versterken. Er wordt verder niet ingegaan op de historische aanwezigheid van een hoogstamboomgaard of aangepaste inplanting van de haag.

6. De artikels 4 van de ministeriële besluiten formuleren de voorschriften voor instandhouding en onderhoud van de te beschermen monumenten. De commissie kan deze voorschriften ondersteunen.

7. De toelatingsplichten voor de te beschermen monumenten worden opgenomen in artikel 5 van de ministeriële besluiten. De commissie wijst erop dat de omgevingswerken opgenomen onder 5°c, 5°e en 5°j grotendeels overlappen. Ook toelatingsplichten 5°d en 5°k inzake de aanplant, het vellen of rooien van bomen kunnen worden gebundeld.

8. Tot slot formuleert de commissie volgende detailopmerkingen bij de inhoudelijke dossiers, de bijgevoegde historische nota en criterianota:

a. De historische nota (pag. 66) vermeldt de Sint-Annakapel bij de Kasteelhoeve als voorbeeld van een kapel die in de jaren 1920 werd opgetrokken in regionalistische architectuur om de erftoegang te accentueren. Ook de criterianota hanteert deze datering (pag. 12). Het inhoudelijk dossier wijst evenwel uit dat de betreffende kapel pas in 1930 werd gebouwd.

Ook is er geen aanwijzing dat er voor de oorlog een kapel bij de hoeve stond. De commissie vraagt de historische nota op dit punt te corrigeren.

b. In het inhoudelijk dossier van de kasteelhoeve moet op pag. 24 in verband met de kapel verwezen worden naar het kadasterplan van ‘1937’ in plaats van ‘1973’.

9. Op basis van bovenstaande argumentatie en opmerkingen geeft de commissie een voorwaardelijk gunstig advies voor de voorlopige bescherming als monumenten van wederopbouwhoeve

‘Kasteelhoeve’ en wederopbouwhoeve ‘De Pollepel’.

Voor beide beschermingsdossiers vraagt de commissie:

− in de criterianota de overzichtstabel met erfgoedwaarden (pag. 18) te actualiseren en verder te verduidelijken in welke mate de hoeves beantwoorden aan de selectiecriteria;

− in de beheersvisies op te nemen dat huidige landbouwfuncties ongewijzigd kunnen worden verdergezet;

(6)

− de beheersdoelstellingen inzake houtwerk te corrigeren en minder vrijblijvend te formuleren.

Voor de Kasteelhoeve vraagt de commissie in het bijzonder:

− in de motivering van de historische waarde te verwijzen naar de bakstenen en funderingen die werden gerecupereerd in het wederopbouwontwerp;

− de volkskundige waarde toe te kennen;

− bij de erfgoedelementen en -kenmerken te expliciteren dat de recente garage en het houten stalletje geen erfgoedwaarde bezitten;

− beheersdoelstellingen 6, 8 en 12 aan te vullen (luiken zoldervenster) of te verduidelijken (schouw en bakoven, inrichting omgeving).

Voor hoeve De Pollepel vraagt de commissie in het bijzonder:

− te onderzoeken of voor de Britse schuilplaats een overgangszone kan worden ingesteld;

− te onderzoeken of een archeologische waarde kan worden toegekend en desgevallend hieromtrent een beheersdoelstelling op te nemen;

− bij de erfgoedelementen en -kenmerken te expliciteren dat de recente stalaanbouw aan de cichorei- en tabaksast geen erfgoedwaarde bezit;

− beheersdoelstelling 4 aan te vullen inzake het schilderen van houtwerk.

Namens de Vlaamse Commissie Onroerend Erfgoed,

Edith Vermeiren Ondervoorzitter

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Met het voorstel van de Commissie wordt beoogd de handhaving van de communautaire sociale voorschriften te verbeteren door het aantal controles op te voeren, de kwaliteit van de

De verstoring van de windvang is zorgwekkend. De molen wordt ernstig gestoord in het functioneren. De kwaliteit van de windvang is van zuidwest via het westen naar noordwest

Met het besluit van de Vlaamse Regering van 21 november 2014 tot aanstelling van de voorzitter en de leden van de Vlaamse Commissie voor Onroerend Erfgoed werd de commissie

Op basis van bovenstaande argumentatie en opmerkingen geeft de commissie een voorwaardelijk gunstig advies voor de voorlopige bescherming als cultuurhistorisch landschap van

➔ Historische band en wilsintentie: het beeld werd overgebracht van de oude naar de nieuwe kerk en is geplaatst op een daartoe gemaakte sokkel waardoor het roerend

De commissie spreekt zich in voorliggend advies uit over volgende documenten die de commissie ontving in het kader van de adviesvraag over de definitieve bescherming als

Overwegende dat de wederopbouwhoeve ‘De Pollepel' met cichorei- en tabaksast, en Britse schuilplaats als monument culturele waarde bezit die als volgt wordt gemotiveerd:..

Ook de hoeve Madelstede bewaart nog een (weliswaar beperkter) restant van een smalspoor met wissels. De commissie suggereert daarom ook om in de beheersvisie voor de hoeve