• No results found

DEFINITIEF RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK PARTICULIERE VO-SCHOOL Luzac Lyceum Breda Afdelingen mavo, havo en vwo

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "DEFINITIEF RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK PARTICULIERE VO-SCHOOL Luzac Lyceum Breda Afdelingen mavo, havo en vwo"

Copied!
13
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

DEFINITIEF RAPPORT VAN BEVINDINGEN

KWALITEITSONDERZOEK PARTICULIERE VO-SCHOOL Luzac Lyceum Breda

Afdelingen mavo, havo en vwo

Plaats: Breda

BRIN-nummer: 30BP-0

HB-nummer: 3515826

Onderzoek uitgevoerd op: 13-11-2012 Conceptrapport verzonden op: 26 november 2012 Rapport vastgesteld te Tilburg op: 15 april 2013

Reproductie van het rapport zonder toestemming van de inspectie of de school/instelling vindt niet plaats anders dan in zijn volledige vorm.

(2)
(3)

Inhoudsopgave

1. Inleiding………3

2. Bevindingen………..6

2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel………6

2.2 Beoordeling……….8

3. Toezichtarrangement………..12

Bijlage……….13

(4)

1. INLEIDING

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 13 november 2012 een onderzoek uitgevoerd op Luzac Lyceum Breda, de afdelingen mavo, havo en vwo, om een oordeel te kunnen uitspreken over de kwaliteit van het onderwijs op deze afdeling en over de naleving van wet- en regelgeving.

Aanleiding

De aanleiding voor dit onderzoek is het volgende.

De inspectie heeft voor Luzac Lyceum Breda, de afdelingen mavo, havo en vwo een risicoanalyse uitgevoerd. Uit deze analyse kwam naar voren dat er weinig examenkandidaten waren. In het examenjaar volgen de havo en vwo leerlingen onderwijs in Luzac College. Voor het schooljaar 2009-2010 waren de opbrengsten op de afdeling mavo onvoldoende. De resultaten op de afdeling mavo voldeden niet aan de norm van het verschil tussen het gemiddelde schoolexamencijfer en het centraal eindexamencijfer.

Op 20 maart 2012 heeft de inspectie op basis van het nieuwe waarderingskader met het bevoegd gezag besproken dat in 2012 en 2013 een bestandsopname plaatsvindt bij alle vestigingen en alle afdelingen. Daarbij zal de inspectie een onderzoek uitvoeren op alle kernindicatoren, ongeacht of er wel of geen tekortkomingen in de risicoanalyse zijn geconstateerd. In dit onderzoek wordt tevens nagegaan of de instelling aan enkele wettelijke voorschriften voldoet. De inspectie oordeelt in deze bestandsopname met de oordelen voldoende of onvoldoende. Bij het oordeel onvoldoende heeft de instelling één jaar na vaststelling van het definitieve inspectierapport de gelegenheid om de

tekortkomingen te herstellen. Aan wettelijke vereisten moet binnen de afgesproken termijn worden voldaan. Bij onvoldoende herstel volgt - op basis van nieuw onderzoek - een oordeel over een afdeling in termen van zwak of zeer zwak.

Toezichthistorie

Het Luzac Lyceum, particuliere school voor mavo, havo en vwo, is opgericht in 2006, Luzac Lyceum Breda een jaar later.

Op 28 augustus 2009 is door het Ministerie van OC&W een ‘licentie’ aan Luzac Lyceum Breda afgegeven ex artikel 56 van de Wet Voortgezet Onderwijs (WVO).

Het inspectie onderzoek op 24 november 2009, vooral gericht op de wettelijk verplichte

documenten, de opbrengsten en bevoegdheden, liet zien, dat het examenreglement moest worden bijgesteld conform het eindexamenbesluit, dat het jaarverslag vestigingsspecifiek

beschikbaar/openbaar moest worden en dat de opbrengsten op minimaal het normniveau gebracht moesten worden.

Het inspectie onderzoek in december 2010 wees uit dat de school de vastgestelde tekortkomingen wat betreft de documenten had weggewerkt. Tegelijk stelde de inspectie vast dat de opbrengsten verbeterd waren, maar voor de afdeling mavo nog niet het normniveau gehaald hadden.

Luzac Lyceum Breda heeft op 1 oktober 2012 39 leerlingen ingeschreven, verdeeld over mavo (18), havo (13) en vwo (8). Examenleerlingen havo en vwo volgen onderwijs op het Luzac College Breda. Twee leerlingen - ingeschreven in 4 mavo van het Luzac College Breda volgen het onderwijs in Luzac Lyceum Breda. Luzac Lyceum Breda heeft 11 leerlingen uitbesteed aan het Luzac College Breda.

(5)

Onderzoeksopzet

De inspectie heeft de kernindicatoren onderzocht op de aspecten:

de opbrengsten, het onderwijsproces, de kwaliteitszorg en de wet- en regelgeving.

Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten:

- Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn.

- Analyse van documenten die betrekking hebben op zelfevaluatie-activiteiten van de school en van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft

toegestuurd en tijdens het schoolbezoek heeft overhandigd.

- Schoolbezoek, waarbij in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen. Bovendien heeft de inspectie over de kwaliteit van het onderwijs gesprekken gevoerd met het management.

- Op uw school is verder een gesprek gevoerd met leerlingen, docenten en zorgfunctionarissen.

- Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de bevindingen van het onderzoek besproken met de directie.

Toezichtkader

De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader VO 2011 (te vinden op www.onderwijsinspectie.nl). Dit waarderingskader is in maart 2012 aangepast voor particuliere exameninstellingen mavo, havo en vwo en overhandigd aan het bevoegd gezag. In 2013 zal dit toezichtkader op de site van de inspectie staan.

Voor de beoordeling van de opbrengsten is gebruikgemaakt van gegevens uit BRON, het

informatiesysteem van de Dienst Uitvoering Onderwijs van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, over de schooljaren 2010-2011 en 2011-2012.

In het jaarwerkplan verantwoordt de inspectie welke wettelijke aspecten zij in dat jaar in het bijzonder onderzoekt. Dit document is te vinden op www.onderwijsinspectie.nl .

Opbouw rapport

In hoofdstuk 2 zijn de bevindingen uit het onderzoek naar de onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften weergegeven. Deze worden gevolgd door een paragraaf waarin het oordeel van de inspectie wordt toegelicht en - waar mogelijk - de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer. In de bijlage is de normering voor de beoordeling van het onderwijsleerproces weergegeven.

(6)

2. BEVINDINGEN

2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel

In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader voortgezet onderwijs. De indicatoren met een asterisk zijn de

normindicatoren; zij spelen een beslissende rol bij de beoordeling van de kwaliteit van het onderwijs.

De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is.

Legenda:

1. onvoldoende 2. voldoende

3. niet te beoordelen

De inspectie heeft daarnaast onderzocht of wordt voldaan aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Of de school wel of niet voldoet aan deze wettelijke vereisten wordt tot uitdrukking gebracht met de score ‘ja’ of ‘nee’.

OPBRENGSTEN (per afdeling)

Opbrengsten; 1.4 is de norm voor (on) voldoende

opbrengsten 1 2 3

1.3 * De leerlingen van de opleiding mavo behalen voor het centraal examen de cijfers die mogen worden

verwacht. v

1.4 * Bij de opleiding mavo zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het

centraal examen van een aanvaardbaar niveau. v ONDERWIJSLEERPROCES (in de bijlage is de beoordelingsprocedure weergegeven)

Leerstofaanbod 1 2 3

2.1 * De aangeboden leerinhouden in de onderbouw voldoen aan

de wettelijke vereisten. v

2.2 * De aangeboden leerinhouden in de bovenbouw zijn dekkend

voor de examenprogramma’s. v

2.3 * De school met een substantieel percentage taalzwakke leerlingen heeft bij alle vakken een aanbod aan leerinhouden

dat past bij de talige onderwijsbehoeften van deze leerlingen. o 2.4 De school heeft een specifiek aanbod om sociale competenties

te ontwikkelen. v

2.5 De school heeft een aanbod gericht op bevordering van actief burgerschap en sociale integratie, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit in de samenleving.

v

Onderwijstijd 1 2 3

3.1 De uitval van geplande onderwijsactiviteiten blijft beperkt. v 3.2 Het ongeoorloofd verzuim van leerlingen is beperkt. v 3.3 De leerlingen maken efficiënt gebruik van de onderwijstijd. v

(7)

Schoolklimaat 1 2 3 4.1 De ouders zijn betrokken bij de school door de activiteiten die

de school daartoe onderneemt. v

4.2 De leerlingen voelen zich aantoonbaar veilig op school. v 4.3 Het personeel voelt zich aantoonbaar veilig op school. v 4.4 * De school heeft inzicht in de veiligheidsbeleving van

leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het

gebied van sociale veiligheid op de school voordoen. v 4.5 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het

voorkomen van incidenten in en om de school. v

4.6 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op de afhandeling

van incidenten in en om de school. v

4.7 * Het personeel van de school zorgt ervoor dat de leerlingen

op een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan. v 4.8 * Het personeel stimuleert het welbevinden en de motivatie

van de leerlingen. v

Didactisch handelen 1 2 3

5.1 * De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof. v 5.2 * De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. v 5.3 * De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. o

Differentiatie 1 2 3

6.1 De aangeboden leerinhouden maken afstemming mogelijk op

de onderwijsbehoeften van de individuele leerlingen. v 6.2 De leraren stemmen de instructie af op verschillen in

ontwikkeling tussen de leerlingen. o

6.3 De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op

verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. v 6.4 De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in

ontwikkeling tussen de leerlingen. v

ZORG EN BEGELEIDING

Systematisch volgen van vorderingen van leerlingen 1 2 3 7.1 * De school kan aantonen dat zij de prestaties en de

ontwikkeling van de leerlingen systematisch volgt. v 7.2 De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in

de ontwikkeling van de leerlingen. v

Extra zorg voor specifieke onderwijshulpvragen 1 2 3 8.1 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt

de school tijdig de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. v

8.2 * De school voert de zorg planmatig uit. o

8.3 De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg. o 8.4 De school zoekt de structurele samenwerking met

ketenpartners waar noodzakelijke interventies op

leerlingniveau haar eigen kerntaak overschrijden. v

(8)

KWALITEITSZORG (voor een voldoende oordeel moeten de indicatoren 9.1 t/m 9.7 voldoende zijn) Systematisch behoud en verbetering van onderwijskwaliteit 1 2 3 9.1 De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar

leerlingenpopulatie. v

9.2 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen. v 9.3 De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces. v 9.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. v 9.5 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces (80%

bevoegd gegeven lessen). v

9.6 De school waarborgt de kwaliteit van het schoolexamen en van

andere toetsinstrumenten. v

9.7 De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de

gerealiseerde onderwijskwaliteit. v

9.8 De school draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijs gericht op bevordering van actief burgerschap en sociale integratie, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit van de samenleving.

v

Wet- en regelgeving

Nee Ja N1 Door of namens het bestuur is de vastgestelde schoolgids naar de

inspectie gestuurd en deze schoolgids bevat de verplichte onderdelen

(WVO art. 24a en 24c).

N2 Door of namens het bestuur is het vastgestelde schoolplan naar de inspectie gestuurd en dit schoolplan bevat de verplichte onderdelen

(WVO art. 24 en 24c).

N3 De school verzorgt minimaal 80% bevoegd gegeven lessen én heeft

een VOG voor al het personeel. (art 33 WVO).

N4 Door of namens het bestuur zijn het Examenreglement en het PTA naar de inspectie gestuurd en beide voldoen inhoudelijk aan de

wettelijke vereisten (Eindexamenbesluit art. 31). N5 De school meldt verzuim, schorsing en verwijdering aan de

leerplichtambtenaar via het verzuimloket conform wet- en

regelgeving. Voor een besluit tot verwijdering voert de school overleg met de inspecteur.

N6 De geplande onderwijsduur voldoet aan de wettelijke vereisten (WVO

art. 10, lid 2; 10b, lid 2; 10d, lid 2; 10f, lid 3a; 11c, lid 1b; 12, lid 5). 2.2 Beoordeling

Algemeen beeld

Luzac Lyceum Breda realiseert voor de afdeling mavo voldoende opbrengsten. Dat komt omdat Luzac Lyceum Breda het verschil tussen de gemiddelde cijfers van het schoolexamen (SE) en het centraal examen (CE) de laatste jaren voldoende weet te beperken. Er is een positieve tendens in de opbrengsten zichtbaar. Het gemiddelde cijfer voor het centraal eindexamen op de afdeling mavo voldoet aan de norm in 2012. Op de afdelingen havo en vwo doen geen leerlingen examen. Zij worden uitbesteed aan Luzac College Breda.

De inspectie beoordeelt de kwaliteit van het onderwijsproces van het Luzac Lyceum Breda als voldoende. De inspectie beveelt wel verbeteringen aan in taalbeleid, in de differentiatie en de leerlingenzorg. Ook kan een nader onderzoek naar de beleving van leerlingen en leraren en de schoolleiding over de kwaliteit van het onderwijs zicht geven op een mogelijke versterking van het schoolklimaat.

De school werkt in haar kwaliteitszorg systematisch en planmatig; de inspectie heeft de kwaliteitszorg als voldoende beoordeeld.

De school leeft de onderzochte wet- en regelgeving na.

(9)

Toelichting

Het bovenstaande algemene oordeel van de inspectie wordt hieronder toegelicht. Daarbij komen - voor zover van toepassing - achtereenvolgens de in de inleiding genoemde aspecten aan bod: de opbrengsten, het onderwijsproces, de kwaliteitszorg en de wet- en regelgeving.

Opbrengsten

De opbrengsten van het Luzac Lyceum Breda zijn voldoende voor de afdeling mavo. Op de afdelingen havo en vwo doen geen leerlingen examen. Zij worden uitbesteed aan Luzac College Breda. Het oordeel voldoende heeft de school bereikt door een flinke inspanning te leveren ter verbetering van de kwaliteit van de examinering. Binnen twee jaar wist de school het te ruime verschil tussen het gemiddelde schoolexamencijfer (SE) en het centraal eindexamencijfer (CE) binnen de gestelde norm te brengen. Deze kwaliteitslag is bereikt door de kwaliteit van de schoolexamens beter te borgen. Als gevolg van landelijke aansturing zijn deze meer in

overeenstemming gebracht met de centrale eindexamens qua norm en inhoud. Om het verschil tussen het gemiddelde cijfer voor schoolexamens en voor het centraal eindexamen te verkleinen heeft het Luzac Lyceum landelijk een N-termenbeleid ontwikkeld.

De opbrengsten van de afdelingen havo en vwo laten zich moeilijk beoordelen. Het gaat om kleine aantallen leerlingen, die ook nog eens worden uitbesteed aan Luzac College Breda. Leerlingen kunnen worden uitbesteed aan het volwassenen onderwijs wanneer zij risico lopen het examen niet te behalen op het voortgezet onderwijs. De kans op het behalen van een havo dan wel vwo

diploma is kennelijk groter bij Luzac College Breda dan bij Luzac Lyceum Breda. Het Luzac Lyceum Breda biedt als uitgangspunt de volledige cursusduur van mavo, havo en vwo aan. Maar

overplaatsing van alle havo en vwo examenleerlingen naar het Luzac College lijkt op gespannen voet te staan met de verplichte cursusduur van havo en vwo van respectievelijk 5 en 6 jaar.

Sommige leerlingen kiezen voor de 2-in-1-jaar constructie op het Luzac College. Dat kan wanneer zij 18 jaar of ouder zijn. Bij een jongere leeftijd dient de school in het leerlingdossier de

argumentatie vast te leggen voor de gewenste overplaatsing naar een vavo-instelling.

Onderstaande tabel laat zien dat Luzac Lyceum Breda op de afdeling mavo een positieve

ontwikkeling doormaakt voor het verschil tussen het schoolexamen en het centraal eindexamen en voor het gemiddelde cijfer voor het centraal eindexamen.

De afdeling mavo heeft nu geringe discrepanties tussen de gemiddelde cijfers voor het

schoolexamen (SE) en het centraal eindexamen (CE). Ook de gemiddelde cijfers CE voldoen aan de in 2012 geldende norm van 5,8.

Opbrengsten, examenresultaten 2009-2010, 2010-2011 en 2011-2012

2009-2010 2010-2011 2011-2012

mavo havo vwo mavo havo vwo mavo havo vwo Verschil

SE-CE 0,86 * * 0,17 * * 0,32 * *

Gemiddeld

CE cijfer 5,15 * * 6,04 * * 5,89 * *

* te weinig of geen examenkandidaten.

Specifiek voor de bestandsopname in 2012-2013 geldt dat de trend in de resultaten van 2010- 2011 en de voorlopige resultaten 2011-2012 wordt beoordeeld.

(10)

Het onderwijsproces

Het onderwijsproces heeft voldoende kwaliteit.

De school hanteert een onderwijsconcept waarbij in beginsel de leraar docentgestuurd lesgeeft in een kleine groep leerlingen. Meestal start de leraar met een klassikale uitleg waarna tijdens de opdrachten individuele begeleiding volgt. Tijdens de bezochte lessen vond de inspectie de uitleg voldoende duidelijk en waren de leerlingen taakgericht bezig. De inspectie merkt op dat de leerlingen meer uitgedaagd mogen worden zelf een bijdrage aan het onderwijsleerproces te leveren. Daarbij helpt een procesgerichte feedback. De school heeft het voornemen om via het specifieke RTTI model ook variatie in werkvormen en didactiek in te voeren.

Extra vakbegeleiding en -ondersteuning vindt plaats in steunlessen in aanvulling op de lessentabel of tijdens de studiebegeleidingsuren. Daarnaast biedt de school tijdens de hulplessen extra zorg door middel van begeleiding bij dyslexieproblemen en faalangstreductietraining. De leerlingen hebben gemiddeld 32 klokuren onderwijstijd per week. De school programmeert en realiseert derhalve voldoende onderwijstijd. Het schoolklimaat wordt gestimuleerd door duidelijke gedragsregels. De leerlingen met wie de inspectie sprak, voelen zich gekend, zijn over het algemeen positief over de school, maar laten zich ook kritisch uit over de kwaliteit van verschillende lessen en de mate waarin daadwerkelijk naar hen wordt geluisterd. Tijdens de lesobservaties zag de inspectie in enkele groepen ook bepaald niet meewerkende leerlingen. Een enkele leraar gaf aan dat de leerlingen de lessen niet positief ervaren. De schoolleiding herkent dit beeld niet. Ook uit de enquêtegegevens van leerlingen, ouders en personeel komt een beeld van onvrede niet naar voren. De gemiddelde tevredenheidscore ligt marginaal boven het landelijk Luzac gemiddelde.

De inspectie beveelt enkele verbeteringen aan in de kwaliteitsaspecten: leerstofaanbod, didactiek en zorg & begeleiding. Ook kan een nader onderzoek naar de beleving van leerlingen en leraren en schoolleiding over de kwaliteit van het onderwijs zicht geven op een mogelijke versterking van het schoolklimaat. Het schoolklimaat voldoet. Wel beveelt de inspectie de school aan om haar omgang met veiligheid in preventieve en curatieve zin vast te leggen in beleid en protocollen.

Het leerstofaanbod is geordend volgens een programma van toetsing en overgang of een programma van toetsing en afsluiting. Daarin zijn de kerndoelen en de exameneisen verwerkt.

Voor een deel van de vakken is het leerstofaanbod verder uitgewerkt in studiewijzers.

Muziekonderwijs wordt soms aangeboden op een profielmiddag. Er zit geen opbouw of leerlijn in het aanbod muziekonderwijs. Dat staat op gespannen voet met de wettelijke eis om te voldoen aan de kerndoelen in de onderbouw. Het aanbod actief burgerschap en sociale integratie is verwerkt in het leergebied Levenskunde. Het leerstofaanbod in de Nederlandse taal is binnen de lessen Nederlands voldoende verzorgd. Tegelijk constateert de school dat een flink percentage leerlingen moeite heeft met begrijpend lezen. Om deze reden heeft de school in de onderbouw een extra uur Nederlandse taal ingeroosterd. Voor een voldoende aanbod is het ook nodig dat de leerinhouden bij alle vakken meer aansluiten op de talige onderwijsbehoeften van deze leerlingen.

De basale kwaliteit van de lessen is voldoende. Daar staat tegenover dat verschillende leraren hun instructie te weinig baseren op hun analyse van toetsen en daardoor differentiatie mogelijk maken.

De mogelijkheid om opdrachten aan te passen aan het verschil in niveau en tempo van leerlingen wordt wel meer benut. Ook zijn, volgens de leerlingen, leraren bereid zijn om desgevraagd buiten de les om individuele hulp te bieden aan wie achterstanden heeft.

De leerlingenzorg voldoet deels aan de norm. De school brengt de prestaties en ontwikkeling van de leerlingen uitgebreid in beeld met methodeafhankelijke en methodeonafhankelijke toetsen. Elke leraar legt de leerlingresultaten vast in een geautomatiseerd volgsysteem. De mentor bespreekt de vorderingen van leerlingen met hen en de ouders. Voor elke leerling maakt de mentor een

actieplan op basis van de gemeten leerlingresultaten. Daarin staan doelen die leerlingen zouden moeten kunnen bereiken. Deze doelen zijn echter op cognitief gebied, leerachterstanden, niet concreet genoeg geformuleerd. Daardoor kan de leraar, de mentor noch de schoolleiding voldoende nagaan wat het effect van de hulpacties is geweest.

(11)

De kwaliteitszorg

De kwaliteitszorg van het Luzac Lyceum Breda is van voldoende kwaliteit.

Luzac stelt in onderlinge afstemming met de vestigingen landelijk en per vestiging plannen op, voert verbeteracties uit en evalueert met diverse belanghebbenden de gerealiseerde kwaliteit.

Visie, missie, uitgangspunten en uitwerking daarvan worden op centraal niveau bepaald en vastgelegd. De Luzac Lycea hebben een centraal schoolplan.

De aansturing van de kwaliteitszorg per school is in handen van de rector. Daarnaast is er op landelijk niveau een kwaliteitsmedewerker, die onder andere de interne audits verzorgt.

Door middel van vestigingsplannen en –rapportages ontstaat een cyclisch systeem van plannen, uitvoeren, evalueren en verbeteren.

De inspectie heeft waardering voor het intake en plaatsingsbeleid van Luzac Lyceum Breda. Er is een uitgebreide intake van leerlingen om vast te stellen op welk niveau de leerling geplaatst kan worden en welk leertraject wenselijk is. De intake van leerlingen die tussentijds instromen is beperkt van aard. Na plaatsing evalueert de schoolleiding jaarlijks en ook tussentijds de resultaten van de leerlingen. Dat gebeurt nu nog voor de examencijfers op basis van een in kwaliteit zeer uiteenlopende analyse door de leraren.

Om de kwaliteit van de lessen te versterken observeert de schoolleiding lessen met behulp van een lesobservatiewijzer. In aanvulling daarop vraagt de schoolleiding leerlingen naar de kwaliteit van de lessen en stuurt de schoolleiding aan op persoonlijke ontwikkelingsplannen na

functioneringsgesprekken. Deze kwaliteitsbewaking van de lessen biedt de mogelijkheid om de gezamenlijke kracht of leerpunten van het team in beeld te brengen.

De instelling monitort het onderwijsproces regelmatig met tevredenheidonderzoeken onder leerlingen en ouders. De vraagstelling gaat daarbij zowel over het onderwijsproces als over de resultaten. Geconstateerde tekorten of punten met een ‘lage’ beoordeling worden met de leraren besproken en kunnen consequenties hebben voor de aanstelling.

De kwaliteit van de toetsen per vak wordt centraal aangestuurd. Luzac hanteert de afspraak dat er onderlinge afstemming moet zijn tussen verschillende vakcollegae van verschillende vestigingen.

De inhoud van toetsen (75%), de vorm en de norm stellen vakcommissies centraal vast. De kwaliteit van de toetsing wordt nog verder versterkt door de toepassing van een specifiek model voor toetsvragen (RTTI).

De school brengt zelf de kwaliteit van het onderwijsproces en de resultaten in beeld en presenteert deze in een jaarverslag. Het jaarverslag heeft vooral het karakter van een examenverslag. De kwaliteit van het onderwijsproces en de kwaliteitsborging wordt hierin niet in beeld gebracht. Het jaarverslag is via de site van de school bereikbaar.

Wet- en regelgeving

Luzac Lyceum Breda voldoet aan de onderzochte wettelijke eisen. Dat betreft de volgende gebieden:

- meldplicht bij verzuim en voortijdig schoolverlaten en schorsing - wettelijke documenten

- bevoegd/bekwaam gegeven lessen.

het aantal bevoegd/bekwaam gegeven lessen overstijgt met 97% de norm van 80% en voldoet daarmee ruim aan de wettelijke eisen.

De inspectie maakt verder twee opmerkingen die aandacht vragen van Luzac Lyceum Breda:

- De school moet blijven streven naar een percentage van 100% bevoegd gegeven lessen.

- De school moet een aanbod hebben met een cursusduur voor mavo, havo en vwo van respectievelijk 4, 5 en 6 jaar. Versnelling door overplaatsing naar een vavo-instelling kan alleen bij uitzondering op persoonlijke basis en op gemotiveerde gronden plaatsvinden.

(12)

3. TOEZICHTARRANGEMENT

Het onderwijsproces en de kwaliteitszorg van Luzac Lyceum Breda hebben voldoende kwaliteit.

De inspectie heeft geen tekortkomingen vastgesteld in de naleving van de wettelijke voorschriften.

De opbrengsten voor mavo zijn voldoende en niet te beoordelen voor havo en vwo.

Het oordeel leidt niet tot intensivering van het vervolgtoezicht bij Luzac Lyceum Breda.

(13)

Bijlage

Het onderwijsproces bestaat uit tien normindicatoren ten behoeve van de beslisregel voor een oordeel, onderverdeeld in twee categorieën; het betreft de volgende indicatoren:

Categorie 1: aanbod

- De aangeboden leerinhouden in de onderbouw voldoen aan de wettelijke vereisten.

- De aangeboden leerinhouden in de bovenbouw zijn dekkend voor de examenprogramma’s.

- De school met een substantieel percentage taalzwakke leerlingen heeft bij alle vakken een aanbod aan leerinhouden dat past bij de talige onderwijsbehoeften van deze leerlingen.

Categorie 2: pedagogisch-didactisch handelen

- Het personeel van de school zorgt ervoor dat leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en met anderen omgaan.

- De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer.

- De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof.

- De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten.

Categorie 3: klimaat

- De school heeft inzicht in de beleving van de sociale veiligheid door leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op de school voordoen.

Categorie 4: zorg en begeleiding

- De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.

- De school voert de zorg planmatig uit.

Het onderwijsproces is van onvoldoende kwaliteit als twee of meer normindicatoren uit dezelfde categorie onvoldoende zijn, dan wel in meer dan twee categorieën ten minste één onvoldoende normindicator zit.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 20 december 2012 een onderzoek uitgevoerd op Luzac Lyceum Utrecht, de afdelingen mavo, havo en vwo, om een oordeel te kunnen uitspreken over de

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 10 januari 2013 een onderzoek uitgevoerd op Winford Westvoorne VO, de afdelingen mavo, havo en vwo, om een oordeel te kunnen uitspreken over de

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 19 december 2012 een onderzoek uitgevoerd op Luzac Lyceum Den Haag, de afdelingen mavo, havo en vwo, om een oordeel te kunnen uitspreken over

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 11 december 2012 een onderzoek uitgevoerd op Luzac Lyceum Amersfoort op de afdelingen mavo, havo en vwo, om een oordeel te kunnen uitspreken

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 21 november 2012 een onderzoek uitgevoerd op Luzac Lyceum Arnhem, de afdelingen mavo, havo en vwo, om een oordeel te kunnen uitspreken over de

Omdat er nog geen leerlingen zijn die het Lyceum hebben afgerond met een examen, kan de inspectie geen oordeel geven over de kwaliteit van de opbrengsten van de afdelingen havo en

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 21 november 2012 een onderzoek uitgevoerd op het Luzac Lyceum Rotterdam, de afdelingen mavo, havo en vwo, om een oordeel te kunnen uitspreken

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 19 april 2012 een onderzoek uitgevoerd op Luzac Lyceum Eindhoven, de afdelingen mavo, havo en vwo, om een oordeel te kunnen uitspreken over de