• No results found

Definitieve rapportage RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK PARTICULIERE VO-SCHOOL Erasmus Lyceum Maastricht Afdelingen mavo, havo en vwo

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Definitieve rapportage RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK PARTICULIERE VO-SCHOOL Erasmus Lyceum Maastricht Afdelingen mavo, havo en vwo"

Copied!
14
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RAPPORT VAN BEVINDINGEN

KWALITEITSONDERZOEK PARTICULIERE VO-SCHOOL Erasmus Lyceum Maastricht

Afdelingen mavo, havo en vwo Definitieve rapportage

Plaats: Maastricht

BRIN-nummer: 30DW-0

HB-nummer: 4053509

Onderzoek uitgevoerd op: 6 december 2012 Conceptrapport verzonden op: 18 december 2012 Rapport vastgesteld te Tilburg op: 29 mei 2013

Reproductie van het rapport zonder toestemming van de inspectie of de school/instelling vindt niet plaats anders dan in zijn volledige vorm.

(2)
(3)

Inhoudsopgave

1. INLEIDING ... 4

2. BEVINDINGEN ... 6

2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel ... 6

2.2 Beoordeling ... 8

3. TOEZICHTARRANGEMENT ... 12

Bijlage ... 14

(4)

1. INLEIDING

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 6 december 2012 een onderzoek uitgevoerd op het Erasmus Lyceum Maastricht, de afdelingen mavo, havo en vwo, om een oordeel te kunnen

uitspreken over de kwaliteit van het onderwijs op deze afdelingen en over de naleving van wet- en regelgeving.

Aanleiding

De aanleiding voor dit onderzoek is het volgende.

De inspectie heeft voor Erasmus Lyceum Maastricht een risicoanalyse uitgevoerd over de afgelopen zes jaar. Uit de analyse van gegevens bleek dat de resultaten op de afdelingen mavo, havo en vwo in het verleden meestal niet volgens de gangbare systematiek beoordeeld konden worden door het kleine aantal examens. Afgesproken werd met het bevoegd gezag dat de Erasmus vestigingen door de inspectie beoordeeld zouden worden op de kwaliteit van het onderwijs.

Op 20 maart 2012 heeft de inspectie op basis van het nieuwe waarderingskader met het bevoegd gezag besproken dat in 2012 en 2013 een bestandsopname plaatsvindt bij alle vestigingen en alle afdelingen. Daarbij zal de inspectie een onderzoek uitvoeren op alle kernindicatoren, ongeacht of er wel of geen tekortkomingen in de risicoanalyse zijn geconstateerd. In dit onderzoek wordt tevens nagegaan of de instelling aan enkele wettelijke voorschriften voldoet. De inspectie oordeelt in deze bestandsopname met de oordelen voldoende of onvoldoende. Bij het oordeel onvoldoende heeft de instelling één jaar na vaststelling van het inspectierapport de gelegenheid om de tekortkomingen te herstellen. Aan wettelijke vereisten moet binnen de afgesproken termijn worden voldaan. Bij onvoldoende herstel volgt - op basis van nieuw onderzoek - een oordeel over een afdeling in termen van zwak of zeer zwak.

Toezichthistorie

Het Erasmus Lyceum, particuliere school voor mavo, havo en vwo, kreeg een eerste licentie op 9 februari 1999. Op 18 december 2009 is door het Ministerie van OC&W een ‘licentie’ aan Erasmus Lyceum Maastricht afgegeven ex artikel 56 van de Wet Voortgezet Onderwijs (WVO).

Het inspectieonderzoek op 3 december 2009, vooral gericht op opbrengsten en bevoegdheden, liet zien dat er geen opbrengsten waren. De school startte effectief in het schooljaar 2010-2011.

Derhalve werd geen oordeel gegeven of de school aan de gestelde normen voldeed van het waarderingskader particuliere zelfstandige eindexameninstellingen (Staatscourant nr. 7 d.d 13 januari 2009). Qua bevoegdheden werd de norm wel gehaald.

Het Erasmus Lyceum Maastricht heeft 8 leerlingen ingeschreven op 1 oktober 2012 verdeeld over mavo (3), havo (4) en vwo (1).

(5)

Onderzoeksopzet

De inspectie heeft de kernindicatoren onderzocht op de aspecten:

de opbrengsten, het onderwijsproces, de kwaliteitszorg en de wet- en regelgeving.

Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten:

- Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn.

- Analyse van documenten die betrekking hebben op zelfevaluatie-activiteiten van de school en van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft

toegestuurd en tijdens het schoolbezoek heeft overhandigd.

- Schoolbezoek, waarbij in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen. Bovendien heeft de inspectie over de kwaliteit van het onderwijs gesprekken gevoerd met de schoolleiding.

- Op uw school is verder een gesprek gevoerd met leerlingen, docenten en zorgfunctionarissen.

- Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de bevindingen van het onderzoek besproken met het bevoegd gezag en de schoolleiding.

Toezichtkader

De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader vo 2011 (te vinden op www.onderwijsinspectie.nl). Dit waarderingskader is in maart 2012 aangepast voor particulier exameninstellingen mavo, havo en vwo en overhandigd aan het bevoegd gezag. In 2013 zal dit toezichtkader op de site van de inspectie staan.

Voor de beoordeling van de opbrengsten is gebruikgemaakt van gegevens uit BRON, het

informatiesysteem van de Dienst Uitvoering Onderwijs van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, over de schooljaren 2010-2011 en 2011-2012.

In het jaarwerkplan verantwoordt de inspectie welke wettelijke aspecten zij in dat jaar in het bijzonder onderzoekt. Dit document is te vinden op www.onderwijsinspectie.nl .

Opbouw rapport

In hoofdstuk 2 zijn de bevindingen uit het onderzoek naar de onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften weergegeven. Deze worden gevolgd door een paragraaf waarin het oordeel van de inspectie wordt toegelicht en - waar mogelijk - de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer. In de bijlage is de normering voor de beoordeling van het onderwijsleerproces weergegeven.

(6)

2. BEVINDINGEN

2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel

In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader voortgezet onderwijs. De indicatoren met een asterisk zijn de

normindicatoren; zij spelen een beslissende rol bij de beoordeling van de kwaliteit van het onderwijs.

De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is.

Legenda:

1. onvoldoende 2. voldoende

3. niet te beoordelen

De inspectie heeft daarnaast onderzocht of wordt voldaan aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Of de school wel of niet voldoet aan deze wettelijke vereisten wordt tot uitdrukking gebracht met de score ‘ja’ of ‘nee’.

OPBRENGSTEN (per afdeling)

Opbrengsten; 1.4 is de norm voor (on) voldoende

opbrengsten * 1 2 3

1.3 De leerlingen van de opleiding mavo behalen voor het centraal examen de cijfers die mogen worden

verwacht. v

1.4 * Bij de opleiding mavo zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het

centraal examen van een aanvaardbaar niveau. v

* Er deden geen leerlingen examen havo of vwo. Het aantal mavo examenleerlingen was te klein voor een hard oordeel. Voor de twee examenleerlingen is het oordeel voldoende.

ONDERWIJSLEERPROCES (in de bijlage is de beoordelingsprocedure weergegeven)

Leerstofaanbod 1 2 3

2.1 * De aangeboden leerinhouden in de onderbouw voldoen aan

de wettelijke vereisten. v

2.2 * De aangeboden leerinhouden in de bovenbouw zijn dekkend

voor de examenprogramma’s. v

2.3 * De school met een substantieel percentage taalzwakke leerlingen heeft bij alle vakken een aanbod aan leerinhouden

dat past bij de talige onderwijsbehoeften van deze leerlingen. o 2.4 De school heeft een specifiek aanbod om sociale competenties

te ontwikkelen. v

2.5 De school heeft een aanbod gericht op bevordering van actief burgerschap en sociale integratie, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit in de samenleving.

v

Onderwijstijd 1 2 3

3.1 De uitval van geplande onderwijsactiviteiten blijft beperkt. v 3.2 Het ongeoorloofd verzuim van leerlingen is beperkt. v 3.3 De leerlingen maken efficiënt gebruik van de onderwijstijd. v

(7)

Schoolklimaat 1 2 3 4.1 De ouders zijn betrokken bij de school door de activiteiten die

de school daartoe onderneemt. v

4.2 De leerlingen voelen zich aantoonbaar veilig op school. v 4.3 Het personeel voelt zich aantoonbaar veilig op school. v 4.4 * De school heeft inzicht in de veiligheidsbeleving van

leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het

gebied van sociale veiligheid op de school voordoen. v 4.5 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het

voorkomen van incidenten in en om de school. v

4.6 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op de afhandeling

van incidenten in en om de school. v

4.7 * Het personeel van de school zorgt ervoor dat de leerlingen

op een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan. v 4.8 * Het personeel stimuleert het welbevinden en de motivatie

van de leerlingen. v

Didactisch handelen 1 2 3

5.1 * De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof. v 5.2 * De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. v 5.3 * De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. o

Differentiatie 1 2 3

6.1 De aangeboden leerinhouden maken afstemming mogelijk op

de onderwijsbehoeften van de individuele leerlingen. v 6.2 De leraren stemmen de instructie af op verschillen in

ontwikkeling tussen de leerlingen. o

6.3 De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op

verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. v 6.4 De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in

ontwikkeling tussen de leerlingen. v

ZORG EN BEGELEIDING

Systematisch volgen van vorderingen van leerlingen 1 2 3 7.1 * De school kan aantonen dat zij de prestaties en de

ontwikkeling van de leerlingen systematisch volgt. v 7.2 De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in

de ontwikkeling van de leerlingen. v

Extra zorg voor specifieke onderwijshulpvragen 1 2 3 8.1 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt

de school tijdig de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. v

8.2 * De school voert de zorg planmatig uit. v

8.3 De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg. o 8.4 De school zoekt de structurele samenwerking met

ketenpartners waar noodzakelijke interventies op

leerlingniveau haar eigen kerntaak overschrijden. v

(8)

KWALITEITSZORG (voor een voldoende oordeel moeten de indicatoren 9.1 t/m 9.7 voldoende zijn) Systematisch behoud en verbetering van onderwijskwaliteit 1 2 3 9.1 De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar

leerlingenpopulatie. v

9.2 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen. v 9.3 De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces. v 9.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. v 9.5 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces (80%

bevoegd gegeven lessen). v

9.6 De school waarborgt de kwaliteit van het schoolexamen en van

andere toetsinstrumenten. v

9.7 De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de

gerealiseerde onderwijskwaliteit. v

9.8 De school draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijs gericht op bevordering van actief burgerschap en sociale integratie, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit van de samenleving.

v

Wet- en regelgeving

Nee Ja N1 Door of namens het bestuur is de vastgestelde schoolgids naar de

inspectie gestuurd en deze schoolgids bevat de verplichte onderdelen (WVO art. 24a en 24c).

N2 Door of namens het bestuur is het vastgestelde schoolplan naar de

inspectie gestuurd en dit schoolplan bevat de verplichte onderdelen (WVO art. 24 en 24c).

N3 De school verzorgt minimaal 80% bevoegd gegeven lessen én heeft

een VOG voor al het personeel. (art 33 WVO).

N4 Door of namens het bestuur zijn het Examenreglement en het PTA

naar de inspectie gestuurd en beide voldoen inhoudelijk aan de

wettelijke vereisten (Eindexamenbesluit art. 31).

N5 De school meldt verzuim, schorsing en verwijdering aan de

leerplichtambtenaar via het verzuimloket conform wet- en

regelgeving. Voor een besluit tot verwijdering voert de school overleg met de inspecteur.

N6 De geplande onderwijsduur voldoet aan de wettelijke vereisten (WVO

art. 10, lid 2; 10b, lid 2; 10d, lid 2; 10f, lid 3a; 11c, lid 1b; 12, lid 5).

2.2 Beoordeling

Algemeen beeld

Erasmus Lyceum Maastricht realiseert voor de afdeling mavo voldoende opbrengsten. Dat komt omdat Erasmus Lyceum Maastricht het verschil tussen de gemiddelde cijfers van het schoolexamen (Se) en het centraal examen (Ce) weet te beperken. Ook het gemiddelde cijfer voor het centraal eindexamen (ce) voldoet aan de norm in 2012. Daarbij tekent de inspectie aan dat het hier slechts de opbrengsten van twee leerlingen betreft. Er deden geen leerlingen examen voor havo of vwo.

De inspectie beoordeelt de kwaliteit van het onderwijsproces van het Erasmus Lyceum Maastricht als voldoende. De inspectie beveelt wel verbeteringen aan in taalbeleid, in de didactiek en de leerlingenzorg.

De kwaliteitszorg is voldoende en kan zich verbeteren door verschillende processen in de informele, open sfeer binnen de school expliciet vast te leggen en daarnaar te handelen. De school

onderneemt in positieve zin meer dan waarover zij zich verantwoordt.

De school leeft de onderzochte wet- en regelgeving na.

(9)

Toelichting

Het bovenstaande algemene oordeel van de inspectie wordt hieronder toegelicht. Daarbij komen - voor zover van toepassing - achtereenvolgens de in de inleiding genoemde aspecten aan bod: de opbrengsten, het onderwijsproces, de kwaliteitszorg en de wet- en regelgeving.

Opbrengsten

De opbrengsten op het Erasmus Lyceum Maastricht zijn voldoende voor de afdeling mavo.

Weliswaar deden te weinig leerlingen examen om tot een afgewogen oordeel te komen, maar de beperkte examens wijzen wel op voldoende resultaten in het laatste schooljaar. Het verschil tussen het schoolexamen cijfer (se) en het centraal eindexamen cijfer (ce) is gering en het gemiddelde cijfer ce voldoet aan de norm. Er zijn alleen gegevens voor het schooljaar 2011-2012 te melden.

Het gemiddelde verschil se-ce op de afdeling mavo bedroeg -0,46 en het gemiddelde ce cijfer was 6,0.

Er deden geen leerlingen examen voor havo of vwo.

Het onderwijsproces

De inspectie beoordeelt de kwaliteit van het onderwijsproces als voldoende.

De school realiseert met name voldoende kwaliteit op de terreinen onderwijstijd en schoolklimaat.

Het onderwijsproces kenmerkt zich door de uitvoering van het ‘Erasmus onderwijsconcept’.

Centraal hierin staan klassikale lessen aan kleine groepen leerlingen.

Extra vakbegeleiding en -ondersteuning vindt plaats in steunlessen in aanvulling op de lessentabel of tijdens de bijles of studie-uren. Daarnaast biedt de school extra zorg door middel van

begeleiding bij dyslexieproblemen en faalangstreductietraining. De leerlingen hebben gemiddeld 32 klokuren onderwijstijd per week. De school programmeert en realiseert derhalve voldoende

onderwijstijd.

Het positieve schoolklimaat wordt gestimuleerd door duidelijke gedragsregels. De leerlingen met wie de inspectie sprak, voelen zich gekend en ervaren een positief leer- en werkklimaat. Dit blijkt ook uit de enquêtegegevens van leerlingen, ouders en personeel.

De inspectie observeerde 6 leseenheden en constateerde dat de uitleg meestal duidelijk is en er taakgericht gewerkt werd door de leerlingen. Zij worden echter niet in alle lessen voldoende uitgedaagd om actief betrokken te zijn. De les is dan teveel docent gestuurd. De feedback op leerprestaties is soms teveel op het resultaat gericht en te weinig op het leerproces.

Door een intakegesprek en activiteiten in een introductieweek stelt het Erasmus Lyceum Maastricht een profiel van de leerling op. Er wordt om motivatie gevraagd, een instaptoets Nederlands en wiskunde afgenomen, aangevuld met een vragenlijst waarmee studievaardigheden in beeld worden gebracht.

De leerlingen zeggen voldoende te worden ingelicht over wat hun te wachten staat als leerling van het Erasmus Lyceum. Zij zijn dit jaar tevreden over de informatie voor de noodzakelijke keuzes die zij moeten maken in het vakkenpakket, exameneisen en vervolgopleiding. De Persoonlijk Coach Docent (PCD) helpt de leerlingen daarbij.

Er is voldoende zorg en begeleiding van leerlingen. Verschillende aspecten kan Erasmus Lyceum Maastricht nog wel verbeteren. Dat betreft in de eerste plaats de uitdaging om de leerlingen actief bij de invulling van het onderwijsleerproces te betrekken. De inspectie constateerde opvallende verschillen in de geobserveerde lessen. Er is sprake van weinig variatie in werkvormen en het verruimen van het gebruik van ondersteunende (ict) hulpmiddelen biedt ook extra kansen.

Op de tweede plaats blijkt differentiatie in instructie beperkt plaats te vinden in de reguliere vaklessen. Wel buiten de reguliere lessen in de steunlessen en bijlessen. In de reguliere lessen wordt geen aantoonbaar verband gelegd tussen de leerstijl van de leerling en de didactiek van de leraar. De inspectie constateert daarbij dat het geen vanzelfsprekendheid is dat de leraar die voor een vak is opgeleid ook de kennis bezit van de mogelijke leerstrategieën. De school kan de mogelijkheid om te differentiëren in de reguliere lessen vergroten door gebruik te maken van de

(10)

leerlingenzorg en de reguliere lessen te versterken. De vestiging heeft een begin gemaakt met de invoering van handelingsplannen in het leerlingenvolgsysteem.

Op de derde plaats kan het Erasmus Lyceum Maastricht de kwaliteit van het onderwijs nog verder verbeteren door uitvoering te geven aan taalbeleid en het gebruik van onderwijsondersteunende middelen. Taalbeleid, een gestructureerde aanpak vanuit alle vakken in de ontwikkeling van de taalvaardigheid in het Nederlands, is wel in ontwikkeling. De school heeft een eerste plan van aanpak geformuleerd en er zijn afspraken gemaakt tussen de vakken Nederlands en biologie.

Practicumopdrachten worden uitgevoerd op beperkte schaal.

De verantwoording voor het leerstofaanbod is niet altijd even helder. Dat is in zoverre begrijpelijk omdat er geen leerlingen onderbouw zijn ingeschreven. Toch behoort de school na te denken over een mogelijke invulling van het leerstofaanbod voor alle vakken, eventueel uitgewerkt in

studiewijzers. Dat geldt voor het aanbod actief burgerschap en sociale integratie. Muziekonderwijs staat voor de tweede helft van schooljaar 2012-2013 ingeroosterd.

In de bovenbouw zijn voor de verschillende vakken in het verlengde van de programma’s voor toetsing en afsluiting (PTA’s) studieplanners opgesteld die de leerlingen duidelijkheid en structuur bieden over het aanbod en toetsing. Een leerlijn lichamelijke oefening is geheel over alle jaren uitgewerkt, maar vormt niet de basis voor het leerstofaanbod. Het aanbod actief burgerschap en sociale integratie is verwerkt in vakken zoals geschiedenis en maatschappijleer.

De kwaliteitszorg

De kwaliteitszorg is voldoende.

Erasmus Lyceum Maastricht kent een sterk informele en open cultuur. Dat levert een positief schoolklimaat op en veelal direct handelen bij gebleken risico’s of tekortkomingen. In de praktijk wordt gestuurd op de kwaliteit van het onderwijs en kwaliteitsverbetering.

Tegelijk zorgt de informele cultuur er ook voor dat Erasmus lyceum Maastricht niet goed kan aantonen wat de schoolontwikkeling of verbeteracties opleveren. De cyclus van ‘plannen-uitvoeren- evalueren-bijstellen’ wordt veelal impliciet gerealiseerd. Een aantal ontwikkelingsdoelen zijn nog weinig meetbaar geformuleerd en niet elke procedure voor kwaliteitsborging is helder vastgelegd.

De vestiging beschikt over schoolplan ’12-‘16, een vakleerplan ’12-’13 en een jaarverslag ’11-’12.

In het jaarverslag worden de opbrengsten weergegeven en beoordeeld evenals de

ontwikkelingsdoelen van het voorgaande jaar. Het jaarverslag bevat tevens de speerpunten voor het komend jaar zoals de vergroting van de naamsbekendheid en de groei van de school en het verder terugdringen van het verschil se-ce. Daarnaast zijn er bijzondere speerpunten zoals de invoering van het reflectieverslag door leerlingen.

Het jaarverslag 2011-2012 is openbaar. De focus van het jaarverslag ligt op de opbrengsten. De kwaliteit van het onderwijsproces en de kwaliteitszorg worden hierin nauwelijks in beeld gebracht.

De instelling monitort het onderwijsproces regelmatig met tevredenheidonderzoeken onder leerlingen en ouders. Geconstateerde tekorten of punten met een ‘lage’ beoordeling bespreekt de leiding met de leraren. De kwaliteit van de lessen is standaard een onderdeel van een cyclisch proces van kwaliteitsborging op het niveau van de leraar. De schoolleiding observeert met enige regelmaat de lessen met behulp van een kijkwijzer. De observatiegegevens worden gebruikt in functioneringsgesprekken.

Als aangrijpingspunt voor verbetering van de onderwijskwaliteit ziet de inspectie het

scholingsbeleid. De vestiging stimuleert scholing zoals dat centraal wordt aangegeven maar heeft tot nu toe geen specifiek scholingsbeleid waarmee zowel de centrale- als de vestigingsspecifieke doelstellingen ondersteund kunnen worden.

(11)

Wet- en regelgeving

Erasmus Lyceum Maastricht voldoet aan de onderzochte wettelijke eisen. Dat betreft de volgende gebieden:

- meldplicht bij verzuim en voortijdig schoolverlaten en schorsing - wettelijke documenten

- bevoegd gegeven lessen.

- het aantal bevoegd gegeven lessen overstijgt met 90,5 % ruim de norm van 80% en voldoet daarmee aan de wettelijke eisen.

(12)

3. TOEZICHTARRANGEMENT

Het onderwijsproces en de kwaliteitszorg van Erasmus Lyceum Maastricht hebben voldoende kwaliteit. De opbrengsten zijn voor de afdeling mavo (indicatief) voldoende.

Het oordeel leidt niet tot intensivering van het vervolgtoezicht bij Erasmus Lyceum Maastricht.

Er deden geen leerlingen examen voor havo of vwo.

De inspectie heeft geen tekortkomingen vastgesteld in de naleving van de wettelijke voorschriften.

(13)

4. VISIE VAN HET BEVOEGD GEZAG

De inspectie heeft haar bevindingen in bovenstaand rapport weergegeven. Deze bevindingen zijn gebaseerd op geconstateerde feiten in lesobservaties en gesprekken en documenten. De visie van het bevoegd gezag op de bevindingen van de inspectie is hieronder integraal overgenomen.

Visie van het bevoegd gezag.

In dit verslag zien we tops en tips voor het Erasmus Lyceum. De goede dingen moeten we behouden en aan sommige zaken moet nog gewerkt worden.

Wij zijn blij dat zichtbaar is dat wij hart voor onze leerlingen hebben. Wij zorgen goed voor hen, bereiden hen gericht voor op hun toekomst, laten hen kennis maken met diverse aspecten van de samenleving. Ook zijn de opbrengsten voor het Lyceum voldoende.

Wij herkennen ons niet in de onvoldoende beoordeling voor het afstemmen van de instructie op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. Door de relatief kleine groepen is er juist veel ruimte om direct in te springen op verschillen tussen leerlingen. Tijdens de lesbezoeken is dit blijkbaar niet duidelijk genoeg naar voren gekomen, maar het gebeurt wel.

Wij hebben een aanbod aan leerinhouden voor taalzwakke leerlingen, de eerste opzet is nu beschreven en wordt verder ontwikkeld. Er is Remedial Teaching voor een taalzwakke leerling en de docent besteedt in de lessen aan de examenklassen aandacht aan de vakspecifieke examentaal.

Dit punt wordt opgepakt en er zal een centraal beleid worden opgesteld en vervolgens geëvalueerd en geanalyseerd worden.

Door de kleine organisatie wordt er aan elke leerling intensief zorg besteed, de een heeft meer nodig dan de ander. Dit is voor een buitenstaander wellicht niet altijd duidelijk zichtbaar omdat wij direct in oplossingen denken en deze ook direct gaan toepassen. De fase van beschrijven,

evalueren en analyseren zal nog duidelijker naar voren gaan komen. Specifieke

handelingsplannen, vanuit de leerling beschreven, met verwijzingen naar de leerlijnen en (sub)domeinen zullen opgesteld worden en het effect zal geëvalueerd en geanalyseerd worden.

(14)

Bijlage

Het onderwijsproces bestaat uit tien normindicatoren ten behoeve van de beslisregel voor een oordeel, onderverdeeld in twee categorieën; het betreft de volgende indicatoren:

Categorie 1: aanbod

- De aangeboden leerinhouden in de onderbouw voldoen aan de wettelijke vereisten.

- De aangeboden leerinhouden in de bovenbouw zijn dekkend voor de examenprogramma’s.

- De school met een substantieel percentage taalzwakke leerlingen heeft bij alle vakken een aanbod aan leerinhouden dat past bij de talige onderwijsbehoeften van deze leerlingen.

Categorie 2: pedagogisch-didactisch handelen

- Het personeel van de school zorgt ervoor dat leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en met anderen omgaan.

- De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer.

- De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof.

- De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten.

Categorie 3: klimaat

- De school heeft inzicht in de beleving van de sociale veiligheid door leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op de school voordoen.

Categorie 4: zorg en begeleiding

- De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.

- De school voert de zorg planmatig uit.

Het onderwijsproces is van onvoldoende kwaliteit als twee of meer normindicatoren uit dezelfde categorie onvoldoende zijn, dan wel in meer dan twee categorieën ten minste één onvoldoende normindicator zit.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 19 december 2012 een onderzoek uitgevoerd op Luzac Lyceum Den Haag, de afdelingen mavo, havo en vwo, om een oordeel te kunnen uitspreken over

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 11 december 2012 een onderzoek uitgevoerd op Luzac Lyceum Amersfoort op de afdelingen mavo, havo en vwo, om een oordeel te kunnen uitspreken

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 21 november 2012 een onderzoek uitgevoerd op Luzac Lyceum Arnhem, de afdelingen mavo, havo en vwo, om een oordeel te kunnen uitspreken over de

Omdat er nog geen leerlingen zijn die het Lyceum hebben afgerond met een examen, kan de inspectie geen oordeel geven over de kwaliteit van de opbrengsten van de afdelingen havo en

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 21 november 2012 een onderzoek uitgevoerd op het Luzac Lyceum Rotterdam, de afdelingen mavo, havo en vwo, om een oordeel te kunnen uitspreken

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 19 april 2012 een onderzoek uitgevoerd op Luzac Lyceum Eindhoven, de afdelingen mavo, havo en vwo, om een oordeel te kunnen uitspreken over de

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 14 november 2012 een onderzoek uitgevoerd op Winford Stebo Amsterdam VO, de afdelingen mavo, havo en vwo, om een oordeel te kunnen uitspreken

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 14 februari 2013 een onderzoek uitgevoerd op Winford Vrijbergen Leiden VO, de afdelingen mavo, havo en vwo, om een oordeel te kunnen uitspreken