Vraag nr. 387 van 5 mei 1998
van de heer FRANCIS VERMEIREN Ruimtelijke ordening – Opiniepeiling
In de recentste uitgave van de Vlaamse Regionale Indicatoren (Vrind) lezen wij dat het beleid inzake ruimtelijk ordening op Vlaams niveau een referen-tiekader is voor allerlei maatschappelijke ontwik-k e l i n g e n . Verwezen wordt naar de doorwerontwik-king naar andere bestuursniveaus van het beleid, m e e r bepaald de provincies en de gemeenten.
Om te slagen in een vernieuwd beleid inzake ruim-telijke ordening wordt onderstreept dat hier de ruggensteun van de bevolking nodig is.
Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen blijkt uit een opiniepeiling nochtans slechts bij een kwart van de Vlamingen tussen 16 en 75 jaar bekend te z i j n , en zeer vele senioren hebben er nooit van g e h o o r d . Daarbij heeft niet meer dan 10 % de moeite gedaan om zich te informeren.
Op een aantal punten blijkt de bevolking het door de Vlaamse overheid gevolgde beleid inzake ruim-telijke ordening duidelijk af te wijzen. Dit is onder meer het geval voor de extra belastingen op de onbebouwde percelen of de toekenning aan de overheid van een financiële meerwaarde als gevolg van bestemmingswijzigingen. Anderzijds draagt de vestiging van winkelcentra in de stadsrand of de lintbebouwing de goedkeuring mee van een meer-derheid (Vrind 1997, blz. 74 e.v.).
1. Door wie werd deze beleidsbepalende peiling uitgevoerd ?
2. Op welke wijze houdt de Vlaamse regering met de door de ondervraagden uitgedrukte stand-punten rekening, of wordt er met de mening van een meerderheid van de bevolking geen reke-ning gehouden ?
Antwoord
1. Om een maatschappelijke dimensie aan het tra-ditionele statische meetapparaat toe te voegen, is in het kader van de Vlaamse Regionale Indi-catoren beslist om jaarlijks bij de V l a a m s e bevolking een waardenonderzoek te doen. Een deel van de resultaten van deze maatschappelij-ke conjunctuurenquête is in Vrind verwerkt.
De opiniepeiling is gebeurd door Dimarso (populatieaantal : 1.500). De verwerking van de resultaten is gebeurd door de administratie Planning en Statistiek.
2. Het beleid van de Vlaamse regering is niet gebaseerd op de resultaten van opiniepeilingen. Haar beleid is gebaseerd op een aantal maat-schappelijk verantwoorde keuzes en objectieve afwegingen. Ook in het door de Vlaamse volks-vertegenwoordiger aangehaalde voorbeeld van de lintbebouwing dient de overheid een afwe-ging te maken tussen :
– het tolereren van lintbebouwing bij een deel of eventueel een meerderheid van de bevol-king enerzijds ;
– de verhoogde verkeersonveiligheid, de ver-hoogde kosten voor de aanleg van nutsvoor-zieningen (kabel, p o s t , . . . ) , de onmogelijk-heid van een betaalbare afvalwaterzuivering, een onvoldoende draagvlak voor een effi-ciënt en betaalbaar openbaar vervoer en de versnippering van de open ruimte anderzijds. Gelet op deze hoge maatschappelijke kosten en problemen van lintbebouwing, is het voor de Vlaamse regering duidelijk dat in haar toekom-stig ruimtelijk beleid geen verdere groei van lintbebouwing meer mogelijk is. Dat deze maat-schappelijke kosten in de vraagstelling van de opiniepeiling niet zijn voorgelegd, pleit er ook voor om deze en andere opiniepeilingen steeds in hun juiste context te plaatsen.