Vraag nr. 422 van 25 mei 1998
van de heer FRANCIS VERMEIREN
Ruimtelijk uitvoeringsplan Zaventem – Bestem-mingswijzigingen
In antwoord op de schriftelijke vraag nr. 248 van mevrouw Gerda Raskin (Bulletin van Vragen en Antwoorden nr. 12 van 27 april 1998, b l z . 1 5 7 0 ) wordt vermeld dat "in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan dat voor de internationale luchtha-ven van Zaluchtha-ventem en omgeving zal worden opge-maakt" de ruimtelijke ontwikkeling van de woon-functie niet is toegelaten in de kernen die binnen de lawaaicorridors zijn gelegen.
Hierdoor worden een aantal percelen die in het nog van toepassing zijnde gewestplan Halle-Vi l-voorde een woonfunctie hebben, aan deze bestem-ming onttrokken. Een aantal eigenaars zullen niet langer de rechtszekerheid kunnen genieten die zij op basis van het gewestplan hadden.
1. Wordt aan de eigenaars van de gronden die niet langer als bouwgrond worden beschouwd, daar-voor een vergoeding toegekend ? Hoe wordt deze berekend ?
2. Werd een termijn bepaald voor het vastleggen van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de internationale luchthaven van Zaven-tem ? Worden de omliggende gemeenten daar-bij geraadpleegd ?
3. Wordt bij het opmaken van dit ruimtelijk uit-voeringsplan ook aandacht geschonken aan het aspect van de oostelijke ontsluiting van de luchthaven via de E19 en de E40 ?
4. De Regie der Luchtwegen heeft ook reeds plan-nen onthuld om door lintbebouwing de lawaai-hinder voor de omwonenden te beperken. Wordt dit element ook in het ruimtelijk uitvoe-ringsplan ingepast ?
Antwoord
In antwoord op zijn vragen kan ik de V l a a m s e volksvertegenwoordiger volgende antwoorden geven met betrekking tot het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de internationale luchthaven van Zaventem en omgeving.
1. De ontwikkelingsperspectieven geformuleerd in het Ruimtelijk Structuurplan V l a a n d e r e n , h e b-ben geen rechtstreekse invloed op het
vergun-n i vergun-n g e vergun-n b e l e i d . Er wordt met avergun-ndere woordevergun-n geen afbreuk gedaan aan de rechten van eige-naars die voortvloeien uit de vigerende plannen van aanleg (voornamelijk gewestplan). Op basis van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen is de uitkering van de bedoelde vergoedingen aldus niet van toepassing.
De modaliteiten voor opmaak van het geweste-lijk ruimtegeweste-lijk uitvoeringsplan voor de interna-tionale luchthaven van Zaventem en omgeving zijn nog niet vastgelegd. Het niet toelaten van verdere woonontwikkeling binnen de lawaai-corridors is een beginsel dat ertoe moet leiden dat niet nog meer gezinnen zullen worden geconfronteerd met de lawaaihinder van de luchthaven. Dit impliceert niet dat alle bestaan-de juridische bouwmogelijkhebestaan-den worbestaan-den afge-schaft. Indien uit het onderzoek van het gewes-telijk ruimgewes-telijk uitvoeringsplan voor de inter-nationale luchthaven van Zaventem en omge-ving zou blijken dat toch selectief bestemmings-wijzigingen moeten worden doorgevoerd, is de decretaal vastgelegde planschaderegeling bepa-lend. Deze regeling is conform artikel 35 en 36 van het decreet betreffende de ruimtelijke orde-ning gecoördineerd op 22 oktober 1996.
2. De termijn voor opmaak van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de internationa-le luchthaven van Zaventem en omgeving is nog niet vastgelegd. Bij de totstandkoming van dit uitvoeringsplan zal structureel overleg plaats-vinden met de betrokken gemeenten en de pro-vincie Vlaams-Brabant.
3. Deze te ontwerpen verbindingen werden bin-dend geselecteerd in het Ruimtelijk Structuur-plan Vlaanderen. In zoverre deze verbindingen niet reeds eerder worden ontworpen, kan het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de internationale luchthaven van Zaventem en omgeving het ruimtelijk kader vormen om deze ontsluitingen in detail te onderzoeken.