Vraag nr. 122 van 19 mei 1998
van de heer FRANCIS VERMEIREN Inbreidingssteun – Evaluatie
In het kader van de expansiewetgeving werd het element inbreidingssteun ingevoerd om de "zach-te" economische activiteiten opnieuw in de binnen-stad te krijgen.
1. Is het nu reeds mogelijk een idee te krijgen van de resultaten van het beleid om de woon- en werkfunctie dichter bij elkaar te brengen ? 2. Welke specifieke maatregelen werden
totnog-toe reeds uitgevaardigd om concreet gestalte te geven aan dit aspect van het beleid ?
Antwoord
1. Sinds de invoering op 1 april 1996 van de inbrei-dingssteun met de richtlijnen VL6 voor toepas-sing van de wet van 4 augustus 1978 werd over 4 7 aanvragen van kleine ondernemingen voor deze steun beslist, waarvan 28 positief. De 19 negatieve beslissingen inzake inbreidingssteun waren voornamelijk te wijten aan het niet vol-doen aan de voorwaarde betreffende de ligging in een inbreidingsbuurt, zijnde een achtergestel-de buurt volgens achtergestel-de Atlas van achtergestel-de Achtergestel-de Buurten in VlaanAchtergestel-deren en Brussel, een buurt die een aaneengesloten geheel vormt met win-k e l s t r a t e n , steegjes en pleintjes of een verbin-dingsstraat tussen voormelde buurten.
Geografisch bekeken vormden de kleine onder-nemingen in de provincie Antwerpen met afge-rond 36 % van het totaal aan inbreidingssteun-genieters de kopgroep, gevolgd door de provin-cies Oost- en West-Vlaanderen en Vlaams-Bra-bant met een aandeel van elk 18 %. De rij werd afgesloten met Limburg (10 %).
De nieuwe activiteiten die worden uitgeoefend in de leegstaande panden bestaan voor 46 % uit handelszaken (waarvan 36 % kleinhandelaars en 10 % groothandelaars). De horeca volgt met 18 % van de begunstigden van inbreidingssteun, verdeeld over hotels (7 %) en restaurants (11 %). Daarnaast zijn de activiteiten toegespitst op dienstverlening (11 %) en de bouwsector (11 %). Uiteindelijk vonden ook een tweetal grafische ondernemingen, een garage en een huisbrouwe-rij hun weg naar de stedelijke/gemeentelijke kernen.
Niet onbelangrijk is dat de investeringen gesub-sidieerd in het kader van inbreiding gepaard gaan met een geplande bijkomende tewerkstel-ling van 198 personen. Hierbij dient evenwel te worden vermeld dat het opstarten van een hotel in een Antwerpse herwaarderingszone zal zor-gen voor een tewerkstellingscreatie van 150 per-sonen.
2. Naast de inbreidingspremie voor kleine onder-nemingen (cf. supra) werd onder mijn bevoegd-heid tevens het Mercuriusproject van kracht. Deze concrete economische maatregel binnen het stedelijk vernieuwingsbeleid van de Vlaam-se regering is gericht op het stimuleren van de handelsactiviteit binnen de steden en de ver-nieuwing van commerciële centra in V l a a n d e-ren.