Vraag nr. 364 van 10 april 1998
van de heer FRANCIS VERMEIREN Binnenscheepvaart – Zondagvaart (2)
Uit een enquête bij de binnenschippers, g e o r g a n i-seerd door de VZW Solidariteitsfonds van de Bin-nenscheepvaart onder toezicht van deurwaarders, is gebleken dat een zeer grote meerderheid van de binnenschippers die instaan voor het goederenver-voer op de bevaarbare waterwegen gekant is tegen het wederinvoeren van de zondagvaart op de Bovenschelde en de niet-tijgebonden waterwegen in ons land.
Toch lijkt de minister voorstander te zijn van de binnenvaart op zondag. In verband hiermee wer-den uitnodigingen verstuurd naar de schippers voor een vergadering in Deinze. Het personeel dat instaat voor de bediening van de sluizen zou opdracht gekregen hebben deze vergadering even-eens bij te wonen.
1. Welke economische beweegredenen hebben de beslissing tot het wederinvoeren van de binnen-vaart op zondag eventueel bepaald ?
2. Welke extra uitgave is er voor het V l a a m s Gewest gemoeid met het bedienen van de slui-zen op zondagen ? Krijgt het personeel hiervoor een extra vergoeding ?
3. Heeft de minister kennis gekregen van de enquête die onder deurwaarderstoezicht werd georganiseerd onder de binnenschippers ? 4. Werd door de administratie een enquête
ver-richt bij 800 watergebonden bedrijven met betrekking tot de wederinvoering van de bin-nenvaart op zondag ? Is het mogelijk de resulta-ten te kennen van deze enquête ? Werd deze ook onder deurwaarderstoezicht uitgevoerd ?
Antwoord
1. De vergadering georganiseerd op 2 en 3 april 1998 was een interne vergadering voor het eigen personeel, en dus niet voor de schippers.
Er werd nog geen beslissing genomen omtrent de wederinvoering van de zondagvaart. D e z e wederinvoering op de hoofdassen wordt vooral overwogen met het oog op de containervaart, die op de zeevaart is afgestemd.
2. Binnen mijn administratie Waterwegen en Zee-wezen werd een herstructurering voor de bedie-ning van de kunstwerken voorgesteld, zodat het mogelijk is, op de waterwegen onder het beheer van deze administratie, de zondagsbediening zonder noemenswaardige meerkosten in te voe-ren.
3. Over de enquête georganiseerd onder de bin-nenschippers is bij de administratie Waterwegen en Zeewezen niets bekend.
4. De enquête bij 800 watergebonden bedrijven werd uitgevoerd door de Dienst voor de Scheepvaart.Deze enquête bevat gegevens over de mogelijke bijkomende loonkosten. Er wer-den eveneens gesprekken gevoerd met waterge-bonden bedrijven.
Uit de enquête blijkt geen onmiddellijke sensa-tionele toename van het binnenvaartverkeer door het invoeren van de zondagvaart. H i e r staat tegenover dat in de Europese Unie enkel in Vlaanderen op de belangrijke waterwegen geen scheepvaart wordt toegestaan. B o v e n d i e n wordt er op Europees niveau naar gestreefd om voor het Trans Europese Netwerk van de water-wegen een zekere service te garanderen. Hierbij worden de richtlijnen gevolgd zoals ze door de Economische Commissie voor Europa (ECE) van de Verenigde Naties worden uitgevaardigd. Die schrijven voor dat : "Voor zon- en feestda-gen redelijke bedieningstijden moeten voorzien worden op de belangrijke waterwegen, die als dusdanig erkend zijn voor het gecombineerd vervoer". In Vlaanderen zijn dit de Leie met de verbinding naar Zeebrugge, Kanaal Gent-Te r-n e u z e r-n , S c h e l d e - R i j r-n v e r b i r-n d i r-n g, Kar-naal Brus-sel-Schelde, Bovenschelde en Albertkanaal. Overigens zijn de waterwegen een belangrijk element in de oplossing van de mobiliteitspro-blematiek, zodat geen enkel middel dat kan bij-dragen tot het verbeteren van de mobiliteit kan worden veronachtzaamd. Vlaanderen kan het zich overigens niet veroorloven om, terwijl het als drijvende kracht voor het promoten van het waterweggebruik wil optreden, door het Euro-pees niveau gedwongen te worden om zon- en feestdagbediening in te voeren.