Vraag nr. 120 van 5 mei 1998
van de heer FRANCIS VERMEIREN Investeringssteun – Werkgelegenheidseffect
In de recente uitgave van de Vlaamse Regionale Indicatoren 1997 (Vrind) wordt in een hoofdstuk de investeringssteun behandeld (blz. 139-140). Daaruit blijkt duidelijk dat zowel voor de kleine ondernemingen als voor de middelgrote en grote ondernemingen het aantal ingediende dossiers is t o e g e n o m e n . Maar deze statistieken vertonen ook een dieptepunt voor het jaar 1994.
1. Waaraan kan de scherpe daling van het aantal in 1994 ingediende dossiers worden toegeschre-ven ?
2. Is het nu reeds mogelijk na te gaan tot hoeveel nieuwe arbeidsplaatsen de in 1996 ingediende dossiers aanleiding hebben gegeven ?
3. De ecologie-investeringen blijken bij de middel-grote en middel-grote ondernemingen zeer zwaar door te wegen.
Geven deze investeringen ook aanleiding tot de creatie van nieuwe arbeidsplaatsen ? Beschikt de Vlaamse regering terzake over gegevens ?
Antwoord
1. De daling van het aantal dossiers in 1994 kan worden toegeschreven aan het in werking tre-den van nieuwe richtlijnen voor de toepassing van de wet van 4 augustus 1978 en de wet van 30 december 1970 en het van kracht worden van het nieuwe expansiedecreet van 15 december 1993.
Door een grotere selectiviteit in het toekennen van steun, voortvloeiend uit de nieuwe toepas-singsrichtlijnen en het nieuwe decreet, heeft een beduidend kleiner aantal ondernemingen een beroep gedaan op de expansiewetgeving.
Tegenover de daling van het aantal dossiers in 1994 staat een opmerkelijke stijging in 1993 als gevolg van de aangekondigde herziening van de toepassing van de expansiewetgeving.
2. In 1996 werd door de kleine ondernemingen een tewerkstellingsaangroei vooropgesteld van 9.189 arbeidsplaatsen en voor de middelgrote
en grote ondernemingen bedroeg het aantal 4.270 arbeidsplaatsen.
Vanaf 1 april 1996 zijn voor de kleine onderne-mingen de richtlijnen VL6 van toepassing en voor de middelgrote en grote ondernemingen de richtlijnen MGB 2. In al deze richtlijnen werd de bewijsperiode inzake bijkomende tewerkstelling vastgesteld op vier jaar vanaf het kwartaal volgend op het kwartaal van de regis-tratiedatum van een dossier.
Voor de dossiers ingediend in het vierde kwar-taal 1996 loopt de bewijsperiode nog tot en met het vierde kwartaal van het jaar 2000. Bijgevolg kan tot op heden nog niet worden nagegaan tot hoeveel nieuwe arbeidsplaatsen de in 1996 inge -diende dossiers aanleiding hebben gegeven. 3. In het decreet van 15 december 1993 komen de
grote ondernemingen enkel nog voor ecologie-steun in aanmerking, vandaar het relatief grote aandeel van ecologiesteun in de totale steun van de middelgrote en grote ondernemingen. K l e i-nere ondernemingen opteren minder voor dit steunsysteem omdat het gemiddelde steunper-centage van de gewone investeringen slechts in beperkte mate afwijkt van het ecologiesteun-percentage.