• No results found

Vraag nr. 269 van 18 april 2000 van de heer FRANCIS VERMEIREN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 269 van 18 april 2000 van de heer FRANCIS VERMEIREN"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 269 van 18 april 2000

van de heer FRANCIS VERMEIREN

Basismobiliteit – Afgezonderde woongebieden Vele gemeenten zijn niet erg gelukkig met de ma-nier waarop De Lijn het openbaar vervoer verze-kert op hun grondgebied. Vele inwoners – vaak be-jaarden – blijven hiervan verstoken en aangezien zij niet over voldoende financiële middelen be-schikken om voor hun eigen vervoer te zorgen, voelen zij zich door de overheid verwaarloosd. Sommige gemeenten hebben, in het kader van hun m o b i l i t e i t s p l a n , al gevraagd aan De Lijn om be-paalde afgezonderde woongebieden beter bereik-baar te maken, onder meer deze gelegen tussen en-kele buslijnen in. Dit is onder meer het geval in B i e r b e e k . Ook elders worden dergelijke verzoeken gericht tot de openbaarvervoermaatschappij. Meestal krijgt men als antwoord dat, gezien de hoge kosten ten opzichte van de te verwachten o n t v a n g s t e n , De Lijn niet kan ingaan op de voor-s t e l l e n . Een toezegging om naar alternatieven te zoeken, klinkt daarbij weinig geloofwaardig. Een dergelijk antwoord laat vele bejaarden, die het vooruitzicht wordt geboden van kosteloos vervoer, met een bitter gevoel achter.

1. In welke mate draagt De Lijn werkelijk bij tot een grotere mobiliteit van een bevolkingsgroep die steeds toeneemt ?

2. Welke prioriteit wordt door de openbare ver-voermaatschappij gegeven aan afgezonderde w o o n g e b i e d e n , die in het zeer versnipperde Vlaamse landschap uiteraard zeer talrijk zijn ? Gelden daarbij bepaalde criteria en welke zijn deze ?

3. Hoeveel bedraagt volgens De Lijn de kostprijs van een verlenging van een buslijn met één kilo-m e t e r, en dit in de veronderstelling dat dit tra-ject slechts zesmaal per etmaal moet worden af-gelegd ?

4. Hoever staat men momenteel met de in het Vlaams regeringsprogramma vermelde objectie-ve behoefteanalyse voor de objectie-verschillende objectie- ver-v o e r s m o d i ? In dit programma wordt ook in een uitbreiding van het vervoersaanbod voorzien. Zal dit ook aandacht schenken aan de noden van de plattelandsbevolking ?

5. Werd reeds werk gemaakt van de beleidsover-eenkomst met De Lijn om de basismobiliteit te verzekeren ?

Antwoord

1. In het voorontwerp van decreet betreffende de organisatie van het bezoldigd personenvervoer over de weg is een garantie op mobiliteit voor elk individu opgenomen.

Het ultieme doel van basismobiliteit is in de eerste plaats een grotere maatschappelijke be-trokkenheid voor alle lagen van de bevolking. Hierbij kan in het bijzonder worden gedacht aan vervoersarme bejaarden. De beschikbaar-heid van het openbaar vervoer staat centraal bij deze sociale functie.

Basismobiliteit kan worden opgevat als een recht van de gebruikers op een minimumaan-bod van geregeld vervoer. Op de relatief korte termijn van vijf jaar moet dit mobiliteitsrecht voor Vlaanderen worden gerealiseerd.

2. Aan dit recht op basismobiliteit voor elke per-soon zijn vanwege doelmatigheids- en efficiën-tieredenen beperkingen in de ruimte gesteld. Het recht op een minimumaanbod openbaar vervoer geldt enkel voor een verplaatsing in de in gewestplannen aangegeven woongebieden. De Vlaamse regering bakent de stedelijke, r a n d-s t e d e l i j k e, kleind-stedelijke en buitengebieden af. De bedieningsfrequentie stijgt naarmate het ste-delijk karakter van een gebied toeneemt. O o k de haltes worden aangelegd op grond van het karakter van het bedieningsgebied. De maxima-le loopafstanden zijn het kmaxima-leinst in de stedelijke gebieden en het grootst in de buitengebieden. 3. De kostprijs van een exploitatie is van meerdere

elementen afhankelijk. Het is onmogelijk om zonder meer concrete gegevens een juiste in-schatting te geven.

(2)

ki-lometer door een marktconsultatie tot stand. Aan de hand van de concrete gegevens kan er een simulatie van de kostprijs worden gemaakt. 4. Het uittekenen van een objectieve

behoefteana-lyse voor de verschillende vervoersmodi is op-genomen in de regeringsverklaring en is toever-trouwd aan de Mobiliteitscel van de V l a a m s e Gemeenschap.

5. De huidige beheersovereenkomst loopt nog tot 2 0 0 1 , maar in het licht van de nieuwe ontwikke-lingen zal er een nieuwe beheersovereenkomst worden afgesloten, onder meer op grond van het Vlaams regeerakkoord en de begroting 2000 van De Lijn.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze strategie werd uitge- werkt door de Europese Commissie, op verzoek van de Raad van Leefmilieuministers van de Europese Unie (zie Raadconclusies 12702/95) en werd door de

Deze vraag werd eveneens gesteld aan de heer Steve Stevaert, minister vice-p r e s i d e n t van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en

Werd door het architectenbureau reeds contact opgenomen met de diensten van de Vlaamse re- gering belast met het volgen van dit dossier2. Mag redelijkerwijze nog een

De leverancier heeft bovendien tijd tot 31 december 2000 om bij Fost Plus aan te sluiten voor de servicever- pakkingen die hij vanaf 5 maart 2000 leverde.. Zodoende stelt hij

Eén van de belangrijkste impulsen hiervoor is de verplichting voor de elektriciteitsleveranciers om tegen 2004, zoals opgelegd door het Electrici- teitsdecreet dat definitief

Ik heb echter niet nagelaten bij de contacten die ik op geregelde ogenblikken heb met leden van de fe- derale regering, te wijzen op het belang van ver- schillende

Eigen experimenten zouden door Vlaanderen aan boord van het ISS kunnen worden geplaatst, z o n- der de tussenkomst van de federale overheid.. Werden deze mogelijkheden

In de bevraging gebruikte 80,3 % van de jongeren tussen 12 en 18 jaar gedurende het afge- lopen jaar geen illegale drugs, 11,7 % gebruikte oc- casioneel illegale drugs (minder dan