Vraag nr. 91 van 26 januari 2000
van de heer FRANCIS VERMEIREN LIFE – Projecten
In het kader van het milieuprogramma LIFE van de Europese Commissie werden in België acht pro-jecten geselecteerd, gericht op lokale besturen. 1. Welke instantie stond in voor de selectie van de
gemeenten en op basis van welke criteria is dit gebeurd ?
2. Wat is het totaalbedrag dat door de Europese Commissie voor Vlaamse gemeenten ter be-schikking wordt gesteld ?
3. Komen de gekozen projecten, aangezien de ge-meenten kunnen rekenen op 50 % Europese s u b s i d i e s, ook in aanmerking voor subsidies van de Vlaamse regering ?
Gaat het om projecten die over verscheidene jaren lopen ?
Kunnen in het jaar 2000 ook nog andere ge-meenten en andere projecten in aanmerking komen voor subsidies in het kader van het L I F E-programma van de Europese Commis-sie ?
Antwoord
Het milieuprogramma LIFE van de Europese Commissie richt zich niet uitsluitend tot de lokale besturen.
L I F E-milieu 1999 omvatte immers drie luiken, n a-melijk acties in de industriële activiteiten, a c t i e s ten gunste van de lokale besturen en voorbereiden-de acties m.b.t. het communautair milieubeleid. Bij de acht geselecteerde Belgische projecten in 1999 waren er vijf m.b. t . acties ten gunste van de lo-kale besturen (in de brede betekenis van het woord).
Er zijn hiervan drie Vlaamse projecten, namelijk : – de gemeente Kortenberg (en omliggende
ge-m e e n t e n ) : dege-monstratieproject voor het opstel-len en implementeren van een geïntegreerd ac-tieprogramma voor het vermijden van bodeme-rosie en wateroverlast in loess-leemgebieden ;
– het IGO Leuven (Intergemeentelijk Opbouw-w e r k ; i n t e r c o m m u n a a l , onderdeel van Interleu-v e n ) : geïntegreerde aanpak Interleu-van Interleu-verdroging en wateroverlast door infiltratie, lokale berging en afremming van hemelwaterafvoer ;
– de provincie Oost-V l a a n d e r e n : o n t w i k k e l i n g van een model voor lokale besturen ter imple-mentatie van een beleid inzake duurzame ruim-telijke ordening in verstedelijkte gebieden aan de hand van een case study : stadsrandbos Gent. 1. Jaarlijks kunnen projecten worden ingediend voor het LIFE-programma bij de bevoegde overheidsinstanties hiertoe aangewezen door de l i d s t a t e n . Voor België zijn dit de federale dien-sten voor het Leefmilieu (ministerie van Sociale Z a k e n , Volksgezondheid en Leefmilieu). E e n oproep tot het indienen van de projecten wordt jaarlijks gepubliceerd in het Belgisch Staats-blad.
De selectie van de goedgekeurde projecten ge-beurt door de Europese Commissie op basis van een evaluatie van de projecten door experten-groepen op Europees niveau. De lidstaten komen slechts in beperkte mate tussenbeide in dit evaluatieproces.
De beoordelingscriteria van de projecten zijn dezelfde voor de ganse Europese Unie en om-vatten volgende aspecten : demonstratief karak-ter van het project met het oog op een ruime toepassing van nieuwe technieken of technolo-g i e ë n , of met het ootechnolo-g op de intetechnolo-gratie van mi-lieuoverwegingen in de ruimtelijke ordening ; oplossingen bieden voor wijdverspreide proble-men of probleproble-men die van nationaal belang z i j n ; duidelijkheid van de doelstellingen, t e c h n i-sche maturiteit en structuur van het project ; i n-noverend karakter ; vooruitgang ten opzichte van de huidige toestand ; preventief karakter ; bevorderen van een partnership op leefmilieu-g e b i e d ; overdraaleefmilieu-gbaarheid van de resultaten ; bevredigende verhouding tussen kosten en mi-l i e u v o o r d e mi-l e n ; betrouwbaarheid van de project-b e g r o t i n g ; t e c h n i s c h e, administratieve en finan-ciële haalbaarheid van de actie ; m e e r w a a r d e ten gevolge van een multinationaal partnership. 2. Op de jaarlijkse begroting van het
Ter informatie weze vermeld dat het totaal sub-sidiebedrag door de Europese Commissie in 1999 toegekend aan de acht Belgische projec-t e n , 3.795.463 euro bedraagprojec-t, waarvan 1.515.113 euro voor Vlaamse lokale besturen.
3. Er bestaat geen structurele subsidiëringsrege-ling waarbij wordt voorzien in een cofinancie-ring door de Vlaamse regecofinancie-ring van de LIFE-projecten die door de Europese Commissie werden goedgekeurd.
Op vraag van de projectcoördinator kan even-w e l , binnen het raam van de budgettaire voor-zieningen en mogelijkheden, door de inhoude-lijk bevoegde administratie of instantie de mo-gelijkheid tot cofinanciering worden onder-z o c h t . Hierbij onder-zal het project dienen te worden getoetst aan de bepalingen en de doelstellingen van de Milieubeleidsnota van de Vlaamse rege-ring en van het Milieubeleidsplan. Door de Vlaamse minister bevoegd voor Leefmilieu kan dan desgewenst een projectsubsidie worden toe-g e k e n d , waarbij de toekennintoe-gsprocedure dient gevolgd van een facultatieve subsidie, n i e t - n o-minatim vermeld in de MINA-begroting.
De LIFE-projecten kunnen over verschillende jaren lopen ; als richtsnoer geldt hierbij een pe-riode van twee tot vier jaar.