Vraag nr. 43
van 7 december 2001
van mevrouw BRIGITTE GROUWELS Kinderdagverblijven – Personeelstekort
De recente maatregelen van de minister van On-derwijs om kinderverzorgsters aan de slag te laten gaan in het basisonderwijs heeft een dubbel effect. De maatregel, bedoeld als een mogelijke remedie tegen de hoge werkdruk, is genomen ten voordele van het onderwijzend personeel, maar brengt tege-lijkertijd de sector van de kinderdagverblijven in serieuze moeilijkheden.
Terwijl het vroeger al moeilijk was voor de kinder-dagverblijven om kinderverzorgsters te vinden en te houden, blijkt dat nu echt dramatisch. E e n steekproef bij de Brusselse kinderdagverblijven wijst uit dat er een leegloop in de sector dreigt : d e kinderverzorgsters geven de voorkeur aan een baan in het onderwijs wegens de betere verloning en de gunstigere uren. Als een kinderverzorgster ziek wordt of vervangen moet worden, dan dreigt de complete chaos in het kinderdagverblijf. Va-kantiedagen worden uitgesteld vanwege het perso-n e e l s t e k o r t . Het gaat zelfs zo ver dat sommige kiperso-n- kin-derdagverblijven overwegen ongeschoold perso-neel in dienst te nemen, en dat terwijl de leeftijd tussen 0 en 3 jaar opvoedkundig een zeer belangrij-ke periode is in een mensenleven.
1. Is de minister op de hoogte van de moeilijke si-tuatie waarin de kinderdagverblijven zich bevin-den ten gevolge van de maatregelen die geno-men zijn door haar collega van Onderwijs ? 2. Wat onderneemt zij om deze situatie recht te
trekken ?
3. Wordt een herziening van het statuut van de kinderverzorgsters in het vooruitzicht gesteld ?
Antwoord
De maatregel om in de kleuterschool kinderver-zorgsters in dienst te nemen, had niet alleen tot doel de werkdruk te verlagen. Het inzetten van kinderverzorgsters diende mee te zorgen voor een naadloze overgang van peuters van 2,5 jaar of ouder naar de kleuterklas.
Vanuit dit oogpunt is de maatregel verantwoord in hoofde van het jonge kind. Hij verhoogt wel, z o a l s de Vlaamse volksvertegenwoordiger aangeeft, d e druk op de kinderopvang.
1. De druk die kinderdagverblijven op personeels-vlak ervaren, is mij bekend. Het gaat daarbij om een algemeen probleem van rekrutering dat de specifieke maatregel van de tewerkstelling van kinderverzorgsters in basisscholen overstijgt. De Vlaamse volksvertegenwoordiger refereert terzake aan een steekproef bij de Brusselse kin-derdagverblijven waaruit de omvang van de ge-volgen van deze maatregel zou blijken. Kind en Gezin beschikt in dit verband niet over cijferge-gevens : er kan bijgevolg niet objectief nagegaan worden of het vanuit Brusselse kinderdagver-blijven gesignaleerde probleem zich elders even duidelijk manifesteert.
2. Vanuit de globale problematiek in de sector van de kinderdagverblijven zijn al heel wat maatre-gelen genomen.
– De diplomavereisten zijn verruimd. Dat laat een bredere instroom toe.
– Ook de mogelijkheden voor tijdelijke ver-vangingen zijn uitgebreid.
– Er is periodiek en gericht overleg tussen de sector en Kind en Gezin, zodat de evoluties snel worden vastgesteld en (bijkomende) maatregelen kunnen worden genomen. – Er is ook overleg tussen Kind en Gezin en
de Vlaamse Dienst voor A r b e i d s b e m i d d e l i n g en Beroepsopleiding (VDA B ) , teneinde het beroep van kindbegeleider als een knelpunt-beroep te beschouwen en na te gaan of her-intreden in het beroep kan worden bevor-derd.
– Er wordt ook onderzocht wat gedaan kan worden om de beroepen in de kinderopvang sterker bij de leerlingen naar voor te bren-gen bij hun studie- en beroepskeuze.
– Tot slot wijs ik op de VIA-akkoorden die de marktpositie van het personeel in kinderdag-verblijven fundamenteel versterken ( V l a a m s Intersectoraal A k k o o rd voor de Socialprofit -sector – red.).