Vraag nr. 43
van 21 november 2002
van mevrouw MARLEEN VAN DEN EYNDE Wateroverlast Veurne – Oorzaken en maatregelen Ook al was er in vele Vlaamse gemeenten water-overlast ten gevolge van de overvloedige regenval, toch stellen de bewoners van een aantal Ve u r n e s e woonwijken rond de Brugse Steenweg dat ook de riolering niet voldoet.
Het Veurnese stadsbestuur meent dat A q u a f i n hiervoor verantwoordelijk is, omdat het reeds jaren het pompstation aan de Proostdijkstraat buiten werking stelt zolang een aantal bedrijven in de om-geving geen eigen waterzuiveringssysteem hebben. Ook de afwezigheid van bufferbekkens veroor-zaakt wateroverlast.
1. Klopt het dat het pompstation aan de Proost-dijkstraat door Aquafin buiten werking is ge-steld ?
2. Kan Aquafin een pompstation buiten werking stellen zonder hiervoor in de nodige alternatie-ven te voorzien ?
3. Wie is verantwoordelijk voor de wateroverlast die deze Veurnese wijken treft ?
Welke oplossing wordt terzake uitgewerkt ?
Antwoord
1. Met het A q u a f i n-project 97.621R – "Renovatie RWA-pompstation Proostdijkvaart", wordt het bestaande RWA-pompstation aan de Proost-dijkstraat met een capaciteit van 600 l/s vervan-gen door een nieuw RWA-pompstation met een capaciteit van 1000 l/s. Daarnaast wordt met het A q u a f i n-project 95.543 – "Verlenging kollek-tor Proostdijkvaart" een gescheiden stelsel ge-realiseerd in de Albert 1-laan.
De RWA van dit gescheiden stelsel wordt aan-gesloten op het nieuwe RWA-p o m p s t a t i o n . H e t nieuwe RWA-pompstation zou na beëindiging van deze werken kunnen opgestart worden. We-gens een aantal foutieve aansluitingen, w a a r v a n de voornaamste Raisio, kon dit echter niet ge-b e u r e n . De toen nog gemengde aansluiting van R a i s i o, w e r d , in samenspraak met de stad Ve u r-ne en Raisio, wegens de diepteligging voorlopig aangesloten op de RWA-l e i d i n g. Evenwel
wer-den in het A q u a f i n-project in de nodige w a c h t-aansluitingen voorzien, zodat Raisio, na het uit-voeren van afkoppelingsprojecten waarvoor zij concrete plannen hadden, correct kon aanslui-t e n . Bij heaanslui-t beëindigen van de A q u a f i n w e r k e n bleek deze afkoppeling nog niet gerealiseerd te z i j n . Zowel door Aquafin als door de stad Ve u r-ne werden verscheider-ne malen aangedrongen bij Raisio om deze afkoppeling te realiseren. Pas in juni 2002 heeft Aquafin van de stad Ve u r-ne de bevestiging gekregen dat Raisio correct was aangesloten.
Bij controle bleek evenwel nog steeds afvalwa-ter op het RWA-stelsel aangesloten te zijn. N a onderzoek bleek de oorzaak gesitueerd te zijn ter hoogte van Crocky (vroeger We s t i m e x ) .H e t bedrijf had zonder medeweten van Aquafin het elleboogstuk in de inspectieput waarop We s t i m-ex was aangesloten verwijderd, waardoor bij het in werking treden van de opwaartse pompsta-tions een deel van het afvalwater in het RWA-stelsel terecht komt.
Het nieuwe RWA-pompstation dus werd we-gens het feit dat nog deels afvalwater op het RWA-stelsel is aangesloten nog niet in gebruik genomen.
2. Het nieuwe RWA-pompstation aan de Proost-dijkstraat dient naast de RWA van het geschei-den stelsel in de Albert 1-laan ook de RWA van het gescheiden stelsel in de industriezone en het overstortdebiet van de overstorten ter hoogte van de Brugsesteenweg en de Proostdijkstraat op te pompen naar de Proostdijkstraat.
Bij de normale waterpeilen in de Proostdijk-vaart is er steeds een gravitaire afvoermogelijk-heid van het RWA-stelsel en de overstortdebie-ten naar de Proostdijkvaart.
In bijkomende RWA-pompcapaciteit van 1000 l/s werd voorzien om het hydraulisch peil in het RWA-stelsel voor buien met een terugkeerpe-riode van 2 jaar onafhankelijk te maken van het waterpeil in de Proostdijkvaart. Daarnaast wer-den nog controleberekeningen uitgevoerd bij een combinatie van hoge waterpeilen in de Proostdijkvaart en het uitvallen van het RWA-pompstation.
Hieruit is gebleken dat :
terugkeer-periode van 5 jaar geen wateroverlast ver-oorzaken ;
– bij waterpeilen tot 2,60 m TAW in de Proost-dijkvaart en het niet in werking zijn van het RWA-pompstation buien met een terugkeer-periode van 2 jaar geen wateroverlast ver-oorzaken.
Het is bijgevolg niet correct te stellen dat het RWA-pompstation nog niet in werking is ge-steld zonder in de nodige alternatieven te voor-z i e n . Naast het RWA-pompstation is er immers nog een gravitaire afvoer van het RWA-s t e l s e l naar de Proostdijkvaart mogelijk.
Door het niet in werking stellen van het RWA-pompstation wordt evenwel vermeden d a t , ten gevolge van het deels aangesloten zijn van afvalwater op het RWA-s t e l s e l , bij droog-weeromstandigheden onverdund afvalwater wordt opgepompt naar de Proostdijkvaart in plaats van gesaneerd te worden op de RW Z I van Wulpen.
3. Voor het in werking stellen van het RWA-pompstation dient vooreerst het afvalwa-ter afgekoppeld te zijn van het RWA-s t e l s e l . Het enige knelpunt dat momenteel nog rest is de problematiek ter hoogte van Crocky (We-s t i m e x ) . De oplo(We-s(We-sing be(We-staat erin een terug-slagklep te plaatsen in de uitstroomkamer van de persleidingen ter hoogte van de aansluiting van Westimex waardoor vermeden wordt dat het afvalwater terugstuwt in de aansluiting van Westimex en vervolgens het terugplaatsen van het elleboogstuk om te vermijden dat afvalwa-ter in het RWA-stelsel afvalwa-terecht komt.