• No results found

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK IN HET KADER VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK IN HET KADER VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE"

Copied!
20
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK IN HET KADER VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE

EDUCATIE

Peutergroep Kibeo Marconistraat Kruiningen

<concept>

Plaats : Kruiningen

LRKP nummer : 122503296

Onderzoeksnummer : 290119

Datum onderzoek : 13 oktober 2016 Datum vaststelling :

(2)
(3)

1 INLEIDING . . . 5

2 BEVINDINGEN . . . 7

3 CONCLUSIE. . . 13

REACTIE VAN DE HOUDER . . . 15

BIJLAGE 1 OORDELEN . . . 17

INHOUDSOPGAVE

(4)
(5)

Op 13 oktober 2016 heeft de inspectie Peutergroep Marconistraat Kruiningen onderzocht. Het onderzoek is uitgevoerd vanwege het toezicht van de Inspectie van het Onderwijs op de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (vve).

Peutergroep Marconistraat Kruiningen is opgenomen in een steekproef waarbij we gegevens verzamelen over de kwaliteit van de voorschoolse educatie ten behoeve van de jaarlijkse rapportage "De staat van het onderwijs".

Tijdens het onderzoek hebben wij de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie beoordeeld met een set indicatoren, waarmee wij overeenkomstig de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT) kunnen beoordelen of de vve-locaties op belangrijke onderdelen vve van voldoende kwaliteit biedt. Deze indicatoren hebben betrekking op:

• De voorwaarden voor vve

• De ouders

• De kwaliteit van de educatie

◦ Het vve-programma, zoals dat wordt aangeboden

◦ Het pedagogisch klimaat

◦ Het educatief handelen

• De ontwikkeling, zorg en begeleiding

• De kwaliteitszorg

• De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool

• De resultaten van vve

Het onderzoek bestond uit een vve-locatiebezoek, waarbij:

• documenten over planning, begeleiding en zorg zijn bestudeerd;

• de groepsobservaties zijn uitgevoerd in de peutergroep;

• gesprekken met de vve-coordinator, de unitmanager, de pedagogisch specialist; pedagogisch medewerkers, enkele ouders en een

vertegenwoordiging van de houder zijn gevoerd.

De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het Toezichtkader vve 2010 en de werkinstructie toezichtkader voor- en vroegschoolse educatie, maart 2014. Dit document is te vinden op www.onderwijsinspectie.nl.

INLEIDING 1

Onderzoeksopzet

Toezichtkader

(6)

In hoofdstuk 2 van dit rapport geven we onze bevindingen weer die uit haar onderzoek naar voren zijn gekomen. Bij de geconstateerde verbeterpunten is tevens een onderbouwing opgenomen. In hoofdstuk 3 volgt de conclusie. In hoofdstuk 4 nodigen we de houder van de kinderopvanglocatie uit om kort te reflecteren op onze bevindingen en zo mogelijk aan te geven welke

kwaliteitsontwikkelingen hieraan verbonden worden. Bijlage 1 van dit rapport bevat een overzicht van de bij dit onderzoek gebruikte indicatoren en de bevindingen daarover.

Opbouw rapport

(7)

Uit het overzicht in bijlage 1 valt op te maken dat de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie op alle aspecten op orde is.

Totaalbeeld

Peutergroep Marconistraat Kruiningen bevindt zich in hetzelfde gebouw als de Dr. A. Comrieschool. Samen werken ze betrokken en energiek aan de

ontwikkeling en de doorgaande lijn.

De kwaliteit van vve op Peutergroep Marconistraat Kruiningen hebben we over de hele linie als voldoende gewaardeerd. Binnen de aspecten 'Kwaliteit van de uitvoering van vve', 'Ontwikkeling, begeleiding en zorg' en 'Doorgaande lijn' zijn enkele onderdelen zelfs als goed beoordeeld en daarmee een voorbeeld voor anderen. Ten opzichte van het vorige inspectiebezoek (november 2012) is er dan ook in positieve zin veel veranderd. De locatie heeft zichtbaar en met succes geïnvesteerd in de toentertijd geconstateerde verbeterpunten. Daarnaast is het gelukt om gerealiseerde kwaliteit vast te houden en zelfs nog te verbeteren op bepaalde onderdelen. De volgende stap voor de peutergroep is een vve-scan, die door de organisatie recent is ontwikkeld, om de eigen kwaliteit op alle locatie te bewaken en te verbeteren.

Het handelen van de pedagogisch medewerkers is respectvol en responsief.

Tevens stemmen ze onderling goed af wie wat doet tijdens een dagdeel. Wat ze ook goed doen, is het zichtbaar verrijken en uitbreiden van het spel van de kinderen. Dit doen ze door bewust en gepland mee te spelen met de kinderen in de diverse hoeken. Hiermee stimuleren ze tevens de actieve betrokkenheid van de kinderen. Ook de inrichting van de ruimte draagt hier in positieve zin aan bij. De groepsruimte is met zorg ingericht en daagt de kinderen uit om (samen) te spelen, te ontdekken en te ontwikkelen.

Sterk is daarnaast de doorgaande lijn in afstemming van de zorg en begeleiding tussen de peutergroep en de basisschool.

Toelichting

Hieronder volgt een toelichting op de oordelen.

Condities

De peutergroep voldoet aan de vve-condities. De GGD heeft dit vastgesteld in haar rapport van 31 maart 2016. Deze oordelen hebben we in dit onderzoek geverifieerd en overgenomen.

BEVINDINGEN

2

(8)

Ouders

Deze locatie valt onder een grote organisatie (Kibeo), die ouderbeleid heeft uitgewerkt op organisatieniveau. Dit beleid is toereikend en voldoende, maar kan nog wel versterkt worden op locatieniveau. Bijvoorbeeld door het

ouderbeleid specifieker af te stemmen op de situatie op elke afzonderlijke locatie. De ouders van deze locatie kiezen er over het algemeen voor om hun kind pas later dan 2,5 jaar naar de peutergroep te laten gaan en ook vaak maar voor één dagdeel. Dit geldt ook voor (mogelijke) doelgroeppeuters. Deze

situatie brengt met zich mee, dat niet het hele vve-programma voor alle peuters uitgevoerd kan worden. De uitdaging is dan om, binnen de beperkte

mogelijkheden, toch ambitieus te blijven, ook op het gebied van ouderbeleid.

Hier ligt dan ook nog een uitdaging voor de locatie.

Tijdens de intake worden ouders geïnformeerd over de peutergroep. Bij elk thema ontvangen ouders een nieuwsbrief waarbij onder ander spelsuggesties staan vermeld en welke woorden en liedjes binnen het thema centraal staan. De kinderopvangorganisatie (Kibeo) waar deze locatie onder valt, wil ouders echter steeds meer digitaal van informatie gaan voorzien. Dit is ook de reden dat er een 'ouderportal' is opgezet. Door middel van een app kunnen ouders allerlei informatie ophalen over het reilen en zeilen binnen de peutergroep en de

organisatie. Maar nog niet alle ouders blijken hier goed van op de hoogte te zijn.

Het is dan ook van belang hier als organisatie aandacht voor te hebben, zodat de opzet zijn doel niet voorbij schiet. Tevens geven de pedagogisch

medewerkers aan dat de tijdsinvestering, voor het vullen van het ouderportal, ook een punt van aandacht is.

Een ander initiatief om ouders te betrekken bij de ontwikkeling van hun kind, is het fenomeen van de 'ontwikkeltassen'. Voor diverse ontwikkelingsgebieden zijn tassen ontwikkeld, die de kinderen mee kunnen nemen naar huis. Iedereen is hier enthousiast over.

Ouders geven ook aan dat ze het als prettig ervaren dat de pedagogisch

medewerkers altijd ruimte en tijd maken om bij het halen en brengen even kort terug te koppelen hoe het gegaan is die dag met hun kind. Binnen Kibeo vindt er standaard voor alle kinderen een oudergesprek plaats bij 2;6 en 3;10 maanden.

Maar aangezien kinderen op deze locatie vaak pas (veel) later dan 2;5 maanden naar de peutergroep komen en vaak ook maar voor één dagdeel, is dit een punt van aandacht. De doelgroepleerlingen vormen hierop een uitzondering. Zij worden voldoende (minimaal 3x) besproken. Maar voor de overige kinderen zal naar een 'creatieve' oplossing gezocht moeten worden om toch minimaal twee keer de ontwikkeling van iedere kind te bespreken met ouders.

(9)

Kwaliteit van de uitvoering van vve

De kwaliteit van de uitvoering hebben we op alle onderzochte punten voldoende beoordeeld en op een aantal onderdelen zelfs als voorbeeld voor anderen.

De locatie werkt met een erkend, integraal vve-programma. Het team heeft de thema's vooraf vastgelegd in een jaarplanning. Een sterk punt binnen de uitvoering van het aanbod is het pedagogisch handelen op de groep. Dit is zeer respectvol en responsief, met aandacht voor inbreng van ieder kind. Tevens stemmen de pedagogisch medewerkers hun handelen goed op elkaar af, wat weer ten goede komt aan de diverse gedurende een dagdeel ingeplande activiteiten. Mooi is ook om te zien dat er rekening gehouden wordt met de verschillende ontwikkelfasen waar kinderen in zitten. Zo is het memoryspel binnen het huidige thema aangepast, zodat het voor alle kinderen even uitdagend is en niet te makkelijk.

Bovendien valt de leeromgeving in positieve zin op. Voorafgaand aan het thema hebben pedagogisch medewerkers nagedacht over de diverse hoeken en

materialen. Zij beschikken over voldoende materiaal dat uitdaagt tot spel, ontdekking en ontwikkeling. Tijdens het samen spelen leggen de pedagogisch medewerkers ook verbinding tussen bepaalde hoeken (bijvoorbeeld het winkeltje en de huishoek), hierdoor verbreden ze de mogelijkheden binnen het spel en dagen ze kinderen op hun niveau uit zich te ontwikkelen.

Ontwikkeling, begeleiding en zorg

Er stromen op deze locatie kinderen met een vve-indicatie in op de

peutergroep. Hiernaast kan een kind, als het eenmaal op de peutergroep zit, alsnog in aanmerking komen voor extra zorg.

Het feit dat doelgroepkinderen in veel gevallen geen gebruik maken van de extra dagdelen die gefinancierd worden door de gemeente is opvallend. Ouders zijn wel op de hoogte van die mogelijkheid, maar kiezen hier dan toch niet voor.

Ook niet na een gesprek op de locatie. Dit zorgt ervoor dat het gehele vve- programma niet zo uitgevoerd kan worden zoals eigenlijk bedoeld. Voor de pedagogisch medewerkers betekent dit vervolgens dat zij keuzes moeten maken binnen het aanbod en binnen de mogelijkheden voor zorg en begeleiding.

Binnen de organisatie is het standaard dat de pedagogisch medewerkers bij 2;6 en 3;10 maanden een observatielijst invullen voor alle kinderen. Zoals eerder aangegeven is dit een punt van aandacht binnen deze locatie, aangezien veel kinderen pas na hun derde jaar naar de peutergroep komen en vaak voor slechts één dagdeel. In overleg met de pedagogisch specialist kan er altijd een extra observatie worden uitgevoerd als een pedagogisch medewerker zich zorgen maakt. Dit bespreken de pedagogisch medewerkers te allen tijde met ouders. Als de uitkomst daar aanleiding toe geeft- achterstand op één of

(10)

meerdere ontwikkelingsgebieden- wordt vervolgens een handelingsplan

gemaakt. Deze handelingsplannen kunnen nog aan kwaliteit winnen door aan de geplande activiteiten specifieke doelen te koppelen. Daarnaast is het aan te bevelen om vaker tussentijds een evaluatiemoment in te bouwen. Dit om te waarborgen en na te gaan of de extra zorg ook het gewenste effect heeft, of eventueel kleine tussentijdse aanpassingen vraagt.

Vier keer per jaar vindt er standaard een overleg plaats met het

ondersteuningsteam. Dit team bestaat uit de intern begeleider van de school, iemand van JGZ, een orthopedagoog, leerkrachten en eventueel worden ouders van leerlingen uitgenodigd. Dit overleg zorgt ervoor dat men de krachten bundelt, zodat het kind zo snel mogelijk in kaart gebracht kan worden en geholpen. Daarnaast vindt er 3x per jaar ook nog een overleg plaats tussen de pedagogisch medewerkers en de jeugdverpleegkundige, waar specifiek aandacht uitgaat naar doelgroepleerlingen. Ten slotte heeft ook de pedagogisch specialist een aantal keer per jaar een gesprek met de pedagogisch medewerkers over alle leerlingen, waar de zorg eveneens centraal staat. De locatie is terecht trots op deze werkwijze binnen haar cyclus van zorg en begeleiding.

Kwaliteitszorg

De kwaliteitszorg hebben we in zijn gehele linie als voldoende gewaardeerd. De locatie is voortdurend in ontwikkeling om zich te verbeteren. Men werkt met een activiteitenjaarplan. Afgelopen jaren zijn bijvoorbeeld de ontwikkeltassen

gemaakt. En recent is er een vve-scan (checklist) ontwikkeld, een instrument om de kwaliteit van de locaties met regelmaat te evalueren. Ondanks dat deze vve-scan nog niet actief in gebruik is, hebben wij wel ons vertrouwen in het instrument uitgesproken. Door het gebruik van de vve-scan is de aandacht (nog) meer gericht op het dagelijks handelen in de praktijk. En geeft vervolgens input en de mogelijkheid voor een (professioneel) gesprek op inhoud.

Doorgaande lijn

Peutergroep Marconistraat Kruiningen bevindt zich in hetzelfde gebouw als de Dr. A. Comrieschool. Leraren en pedagogisch medewerkers zoeken elkaar gemakkelijk op en vragen elkaar geregeld om hulp en advies. Samen werken ze betrokken en energiek aan de ontwikkeling en de doorgaande lijn.

Elk jaar vindt er een 'groot' kerngroepoverleg plaats, waarin Peutergroep Marconistraat Kruiningen, Dr. A. Comrieschool, GGD en RPCZ participeren. Zo is de afgelopen jaren flink geïnvesteerd tijdens het kerngroepoverleg in het 'borgingsdocument doorgaan lijn'. Hierin staan de gezamenlijke activiteiten, die in het kader van vve zijn opgestart. Deze activiteiten zijn erop gericht een

(11)

doorgaande lijn te realiseren in het volgen en begeleiden van de ontwikkeling van jonge kinderen van 2 tot 7 jaar.

Naast dit 'groot' kerngroepoverleg vindt er ook 2x per jaar een 'klein' overleg plaats. Hierin participeren alleen de peutergroep en de basisschool. Ten opzichte van het inspectiebezoek in 2012 is er op het gebied van de doorgaande lijn veel verbeterd en gerealiseerd. De doorgaande lijn op het gebied van de interne begeleiding en zorg hebben we zelfs als goed beoordeeld.

Opbrengsten vve

Er zijn met de gemeente nog geen concrete en heldere afspraken gemaakt over het aanleveren of analyseren van de resultaten. We kunnen dan ook niet bepalen of deze resultaten van voldoende niveau zijn. Wel heeft er bij alle locaties een '0-meting' plaatsgevonden, waarbij alle beschikbare resultaten in kaart gebracht zijn. De volgende stap vanuit de gemeente is dat aan de hand van deze 0-meting verdere afspraken rondom resultaten gemaakt kunnen gaan worden met het veld.

(12)
(13)

Wij constateren dat de kwaliteit van de voorschoolse educatie op Peutergroep Marconistraat Kruiningen geheel op orde is. Uit het onderzoek is gebleken dat de vve-locatie geen tekortkomingen kent.

CONCLUSIE

3

(14)
(15)

Dit rapport beschrijft onze oordelen over de kwaliteit van de educatie op Peutergroep Marconistraat Kruiningen. Daarnaast hebben wij Peutergroep Marconistraat Kruiningen gevraagd te reflecteren op de uitkomsten van het onderzoek en zo mogelijk aan te geven welke kwaliteitsontwikkelingen hieraan verbonden worden.

Hieronder geeft de houder haar reactie:

REACTIE VAN DE HOUDER

(16)
(17)

In de onderstaande tabellen vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid.

De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is.

Legenda:

1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig. Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden.

2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk. Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt.

3. Voldoende.

4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen. Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren.

BIJLAGE 1 OORDELEN

Condities 1 2 3 4

Voldoende vve-tijd

Kwaliteit pedagogisch medewerkers

• A0.1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar

A2 De groepsgrootte voldoet aan de maximumeisen (voorschool) A3 Beroepskracht - kind ratio ("dubbele bezetting")

A4.1 De peuters volgen gedurende voldoende tijd (per week) een vve-programma op de voorschool

A5.2 Alle beroepskrachten zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding)

A5.3 Alle beroepskrachten spreken voldoende Nederlands A5.4 Alle beroepskrachten zijn toereikend vve-geschoold A5.5 Er is een jaarlijks vve-opleidingsplan

Ouders 1 2 3 4

• B1 Gericht vve-ouderbeleid

B2 Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd

B3 Intake

B4 Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen

B5 Participatie in vve-activiteiten in de voorschool/vroegschool B6 Informeren over de ontwikkeling van hun kind

(18)

Ouders 1 2 3 4

• B7 Rekening houden met thuistaal

Kwaliteit van de uitvoering van vve 1 2 3 4

Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma

Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat

Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen

• C1.1 Een integraal vve-programma

C1.2 Werken met een doelgerichte planning

C1.3 Het activiteitenaanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend en geconcretiseerd

C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd

C2.1 Het pedagogisch handelen van de pedagogisch medewerkers/

leerkrachten is respectvol

C2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten structureren en hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen

C2.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en de persoonlijke competenties van de kinderen

C2.4 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de zelfstandigheid van de kinderen en tonen respect voor de autonomie van het kind

C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taal-uitlokkend

C3.1 Het educatief handelen van beide pedagogisch medewerkers/

leerkrachten is goed op elkaar afgestemd

C3.2 Er worden structureel effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd

C3.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen kinderen

C3.4 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken

C3.5 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen C3.6 Het gedrag van de pedagogisch medewerkers/leerkrachten

met de kinderen is responsief

C3.7 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de individuele kinderen

(19)

Ontwikkeling, begeleiding en zorg 1 2 3 4 Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep

Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen

• D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen

D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep en het individuele kind

D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg D1.4 Specifieke aandacht voor de taalontwikkeling bij begeleiding

en zorg

D2.1 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voor- resp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg

D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren D2.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten blijven de

ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden

Kwaliteitszorg binnen de voor- en de vroegschool 1 2 3 4

• E1 Er is vve-coördinatie op de voor- resp. vroegschool

E2 De voor- resp. vroegschool evalueert de kwaliteit van vve regelmatig

E3 De voor- resp. vroegschool evalueren de resultaten van vve E4 De voor- resp. vroegschool werkt planmatig aan vve-

verbetermaatregelen

E5 De voor- resp. vroegschool borgt de kwaliteit van haar vve- educatie

E6 In de kwaliteitszorg van de vroegschool wordt ook specifiek naar vve gekeken

Doorgaande lijn 1 2 3 4

• F1 Er is vve-coördinatie tussen de voor- en vroegschool

F2 Er is concreet beleid om zoveel mogelijk kinderen te laten doorstromen naar een vroegschool

F3 De voor- en vroegschool zorgen voor een warme overdracht F4 Het aanbod van de voor- en vroegschool is op elkaar

afgestemd

F5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd

(20)

Doorgaande lijn 1 2 3 4

• F6 De manier om met de ouders om te gaan op de voor- en de

vroegschool is op elkaar afgestemd

F7 De interne begeleiding en zorg zijn op de voor- en vroegschool op elkaar afgestemd

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor-

Zoals hiervoor al gemeld hebben we vastgesteld dat de manier waarop de medewerkers omgaan met de hen toevertrouwde kinderen een prima basis vormt voor hun verdere ontwikkeling..

voldoende zijn, constateert de inspectie dat de doorgaande lijn tussen voor- en vroegschool op het gebied van het pedagogisch klimaat, educatief handelen, het ouderbeleid en de

De pedagogisch medewerkers zijn een 'voorbeeld voor anderen' waar het gaat om het respect waarmee zij de peuters bejegenen, de ruimte die zij geven voor zelfstandigheid en

D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet

D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor-

D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor-

D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor-