• No results found

Vraag nr. 85 van 23 augustus 2001 van mevrouw PATRICIA CEYSENS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 85 van 23 augustus 2001 van mevrouw PATRICIA CEYSENS"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 85

van 23 augustus 2001

van mevrouw PATRICIA CEYSENS

Openbare bibliotheken – Internettoegang voor minderjarigen

In het onlangs door het Vlaams Parlement goedge-keurde decreet houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid wordt terecht de nodige aandacht besteed aan het actuali-seren van de taken van het bibliotheekwezen in Vlaanderen.

Openbare bibliotheken moeten inspanningen leve-ren om met het oog op de actuele noden en de maatschappelijke realiteit inzake kennisverwerving blijvend in te spelen op de bestaande vraag naar multimediale ICT-t o e p a s s i n g e n , zoals internet, o f nieuwe informatiedragers, zoals cd-roms of dvd's (ICT : informatie- en communicatietechnologie). Bovendien dienen openbare bibliotheken voor eenieder zo toegankelijk mogelijk te zijn. Ook voor kinderen en jongeren.

Deze informatietechnologie heeft evenwel als on-aangenaam neveneffect dat het tevens een haast onbeperkt gamma aanbiedt van pervers, g e w e l d d a-dig en seksueel expliciet (beeld)materiaal, dat de meest stoute verwachtingen overtreft. Het is bijge-volg logisch dat men ook op het niveau van de Eu-ropese Unie, sinds het lanceren van het Groenboek over de bescherming van minderjarigen en de men-selijke waardigheid in de context van de audiovisu-ele en informatiediensten (COM (96) 483) in 1996, tracht na te gaan hoe men het best met dit gegeven omspringt.

Gebaseerd op uitgebreid multidisciplinair weten-schappelijk onderzoek en op basis van enkele ge-zaghebbende rapporten, waaronder het in op-dracht van de Franse Conseil d'Etat uitgevoerde rapport "Internet et les réseaux numériques", b e-staat er een ruime consensus over de vaststelling dat een veelvuldige blootstelling aan dergelijke beelden zonder begeleiding, bewustmaking en op-voeding, niet zonder gevaar is.

Niettemin blijkt het innemen van een uniform standpunt terzake door alle actoren een niet zo eenvoudige evenwichtsoefening, omdat men zich bevindt in het spanningsveld tussen het vrij verkeer van diensten en de vrijheid van meningsuiting, m e t andere woorden : het vrijwaren van commerciële belangen enerzijds en de noodzaak tot een zekere mate van bescherming anderzijds.

Het accent wordt hierbij steevast gelegd op het creëren van een zelfreguleringskader, waarbij de l i d s t a t e n , via overleg met de betrokken actoren, een passend beleid dienen uit te stippelen en na-gaan welke maatregelen (bv. het ondersteunen van m e d i a o p v o e d i n g, het uitwerken van gedragscodes, het opzetten van een classificatiesysteem, . . . ) en welke technische hulpmiddelen (bv. V-c h i p s, f i r e-wall, ... ) de meest efficiënte resultaten opleveren. Herhaaldelijk heb ik echter bij mijn bezoek aan een openbare bibliotheek kunnen vaststellen dat kinderen op de jeugdafdeling internetsites bekij-ken die geheel ongepast zijn voor hun leeftijd. U i-teraard ligt er een grote verantwoordelijkheid bij de ouders, maar die zijn niet altijd aanwezig bij het bezoek van hun kind aan de bibliotheek of de kin-d e r a f kin-d e l i n g. Het is mijn aanvoelen kin-dat het aanwezi-ge personeel ook niet altijd goed weet hoe het hier-op moet reageren.

Welk beleid voert de minister met betrekking tot deze problematiek in het algemeen, en meer in het bijzonder in relatie tot het concrete voorbeeld van het vrij gebruik van multimediatoepassingen in openbare bibliotheken door kinderen en jongeren ?

Antwoord

Eén van de gevolgen van de democratisering en de algemene bereikbaarheid van het internet is zon-der twijfel ook het feit dat alle aanwezig materiaal ook potentieel binnen het bereik van kinderen k o m t , en dus ook sites met "seksueel expliciet beeldmateriaal" dat zeker niet voor kinderen be-stemd is.

Terloops wil ik wel opmerken dat het overgrote deel van de zogenaamde pornosites betalende sites z i j n , waarvoor het bezit van een kredietkaart een vereiste is. In die zin zijn de meeste van deze sites dan ook niet echt toegankelijk voor kinderen. Dit neemt niet weg dat er daarnaast inderdaad nog genoeg andere sites zijn waar wel degelijk onge-schikt beeldmateriaal kan worden bekeken.

Dit probleem doet zich uiteraard niet alleen voor in de openbare bibliotheek, maar evengoed – en misschien zelfs voornamelijk – thuis. En ook aller-hande firewalls bieden daar geen sluitende oplos-sing voor.

(2)

b i b l i o t h e k e n . De meerwaarde voor de bibliotheek en het publiek blijft in elk geval veel groter dan be-paalde ongewenste neveneffecten.

Specifiek voor de openbare bibliotheek stel ik mij zelfs de vraag of het hier werkelijk om een echt groot probleem gaat.

Recent Canadees onderzoek van het surfgedrag van gebruikers van openbare bibliotheken (op basis van een analyse van de werkelijk bezochte sites) wijst uit dat minder dan 2% (gemiddeld 1,5%) van de bezochte sites als porno-g e r e l a t e e r d e sites kon worden bestempeld, waarbij dan nog eens moet worden rekening gehouden met het feit dat men in een aantal gevallen ongewild naar een por-nosite wordt geleid (bv. door te klikken op een banner die er anders uitziet).

Er is niet direct een reden om te veronderstellen dat dit in Vlaanderen spectaculair meer zou bedra-gen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het gaat hier om de samengevoegde bedragen die na elke gedraaide film worden betaald, namelijk 1 frank per meter film (een langspeelfilm meet ± 3000 m)2. De verdeling kan

liseerd tot een verantwoord papier- en ko- piegebruik : nota voor het personeel in ver- band met het efficiënt gebruik van de machi- nes ; het aanbrengen van een "pin-code"

De vorige Vlaamse minister van Welzijn heeft na zijn aanwijzing door de Vlaamse regering in 1997 als coördinerend minister voor kinderrechten een "interdepartementale

De gemiddelde verblijfsduur (40 % van de jonge- ren verblijven niet langer dan 1 tot 30 dagen in 't Huis) verklaart waarom met een capaciteit van vijftien plaatsen toch

Wel zal in het opnamebeleid van de instelling voor- rang worden gegeven aan de toegang voor minder- jarigen die beantwoorden aan de criteria van het huidige artikel 53 van de wet van

Vertrekkende vanuit een kwantitatief en kwali- tatief onderzoek naar de bestaande toestand met betrekking tot de animatie in rusthuizen en de gevolgen daarvan voor het

Gaan de 71 miljoen die binnen de begroting van Kind en Gezin zijn ingeschreven voor de finan- ciering van buitenschoolse kinderopvang uit- sluitend naar IBO's of ook naar

In Nederland gebeurt dit voor die musea welke aangesloten zijn bij de Museumjaarkaart, een privé-initiatief van een bankinstelling waar- bij de initiatiefnemer de plaatsing van de